Zeggen dat de jeugd van tegenwoordig lui, verwend, luidruchtig en respectloos is gebeurt al ten minste sinds Socrates, die meende dat kinderen tirannen geworden waren, in plaats van de dienaars

‘Ze deugen niet’ werd in de loop van de tijd vaker afgewisseld met (een niet per se minder moralistisch) ‘het gaat niet goed met ze’. En in de 21ste eeuw lijken we de staat van de jeugd vooral graag af te lezen aan hun ‘geestelijke gezondheid’.

De pandemie werkte als een vergrootglas op een trend die al langer werd gesignaleerd: een toenemende psychische nood onder jongeren. Dat is overigens een trend in de hele bevolking: naar psychische klachten in Nederland laat een opvallende stijging van 5 procentpunt zien in de prevalentie van psychische klachten (sinds het voorgaande onderzoek in 2010).

Maar over de jeugd bestaan de grootste zorgen. Uit het vierjaarlijkse onderzoek Health Behaviour in School-aged Children (HBSC), dat sinds 2001 het welzijn en de gezondheid van Nederlandse jongeren tussen de 11 en 16 jaar meet, bleek vorig jaar een aanzienlijke daling in hun mentaal welbevinden. En opvallend genoeg: vooral bij meisjes. Van de meisjes uit groep 8 rapporteert 33 procent emotionele problemen, meldde het onderzoek. In het voortgezet onderwijs is dat 44 procent. In 2017 waren die percentages respectievelijk

Een kernrol voor sociale media – vermoedelijk

Internationaal (met name in de VS en het VK) zijn de cijfers al langer vergelijkbaar alarmerend. Al jaren volg ik de Amerikaanse psychologen Jean Twenge en Jonathan Haidt, die boeken publiceerden over de van die extreme vormen aannam vanaf 2012.

Over de precieze oorzaken van deze ontwikkeling bestaat geen uitsluitsel. Beide psychologen vermoeden dat sociale media een kernrol spelen, maar tot op heden toonde het bestaande onderzoek slechts een beperkt verband aan; in de media woedt dan ook een eindeloze discussie tussen doemdenkers en relativeerders. Maar Haidt – die een actieve bijhoudt met de apocalyptische titel  – denkt inmiddels een stap verder te zijn. De ontbrekende schakel, volgens hem: meisjes.

We kunnen er volgens Haidt niet onderuit: socials zijn schadelijk

Want ook in de VS, Engeland en Canada wordt gesproken van een mental-health epidemic Die blijkt niet alleen uit zelfrapportage, maar ook uit cijfers over opnames bij zelfbeschadiging en suïcidepogingen. Haidt meent dat juist bij die meisjes het verband met sociale media eindelijk significant uit onderzoek begint te blijken. Waar eerder in dit soort onderzoek vooral gekeken werd naar schermtijd in het algemeen (dus ook tv en Netflix) en tieners (ongeacht geslacht), lijkt het verband sterker te worden als het onderzoek zich toespitst op sociale media en

De psycholoog benadrukt dat een verklaring voor een complex sociaal verschijnsel onmogelijk zo simpel kan zijn als sociale media alleen. Er spelen andere dingen: covid, seksueel geweld, pesten, (dat laatste noemen Nederlandse onderzoekers ook nadrukkelijk). Maar Haidt pleit er inmiddels wel voor dat nieuwsmedia zich minder ambivalent uitlaten over het effect van sociale media op de geestelijke gezondheid van meisjes. We kunnen er volgens hem niet onderuit: socials zijn schadelijk voor deze groep.

Is het echt zo erg om een meisje te zijn?

Haidts kruistocht schoot door mijn hoofd toen ik onlangs in De Groene Amsterdammer las over het snelgroeiende aantal geboren tienermeisjes dat genderzorg zoekt. Het stuk hoort bij een recente golf van berichtgeving over dit nog onverklaarde verschijnsel, waarin meestal ook genoemd wordt dat in die groep opmerkelijk veel psychische problemen voorkomen.

Wat door deze media-aandacht heen schemert is dezelfde zorg als die van Haidt: het gaat niet goed met onze meisjes. En wie al dit soort berichtgeving bij elkaar neemt, begint zich onvermijdelijk af te vragen: is het echt zo erg om een meisje te zijn?

De cijfers – nu ook in Nederland – lijken een zorgwekkend antwoord te geven: het is geen feest. Maar, zoals Haidt zelf probeert aan te tonen: media spelen een niet te onderschatten rol in de beeld- en zelfbeeldvorming over en van meisjes. Sociale media, maar ook ouderwetse media: kranten, tijdschriften en talkshows. De manier waarop we praten en schrijven over dit soort onderwerpen kan eigenlijk niet buiten beschouwing blijven.

Media spelen een niet te onderschatten rol in de beeld- en zelfbeeldvorming over en van meisjes

Ja, we leven in een patriarchale samenleving, die nog altijd oneerlijk en Een samenleving, bovendien, waarin gendernormen onder hoogspanning staan (aan beide kanten van het politieke spectrum). Maar over jonge vrouwen en de gevaren die op hen loeren, wordt al sinds mensenheugenis alarmistisch gedaan. We achten vrouwen kwetsbaarder voor allerlei soorten massahysterie, maar vergeten vaak dat de boodschapper nooit neutraal is. Over de paniekerige cijfers van Haidt – die daarmee een gigantisch publiek bereikt – is het laatste woord bijvoorbeeld nog niet gezegd; critici vinden dat hij zijn these net iets te gretig bewezen ziet in het ambivalente

Ook ik vraag me, starend naar de verzameling cijfers, oprecht af of het zo erg gesteld is met meisjes. En daarop moet volgens mij ook de vraag volgen wat de rol is van de mediaberichtgeving hierover, en of het voortdurende publieke debat over de erbarmelijke geestelijke gezondheid van jongeren niet deels een self-fulfilling prophecy wordt. Gaat iemand die steeds hoort dat het slecht met haar gaat zich vanzelf slecht voelen?

Heb je ervaring? Dan hoor ik graag van je

Ik ben voor een serie verhalen over dit onderwerp benieuwd naar de ervaringen van degenen die het kunnen weten: tienermeisjes en hun omgeving.

Van tieners zelf zou ik graag horen of ze de doemverhalen herkennen, of juist niet. Weten zij verklaringen en/of oplossingen voor het feit dat zo veel meisjes aangeven zich ongelukkig te voelen? En hoe zien zij de rol van (sociale) media op dit vlak? Is de nieuwe openheid over mentale problemen behulpzaam, of werkt het soms ook tegen? 

Van ouders, docenten, ggz-professionals en andere betrokkenen hoor ik graag hoe zij de berichtgeving lezen. Zien ze zelf opmerkelijke veranderingen in de geestelijke gezondheid van meisjes en in de manier waarop daarover wordt gepraat door die meisjes zelf? Maken ze zich zorgen?

Uiteindelijk hoop ik dichter bij een antwoord te komen op de vraag wat er aan de hand is met tienermeisjes van tegenwoordig, en hoeveel daarvan is toe te schrijven aan morele paniek (die zowel meisjes zelf kan treffen als degenen die zich zorgen maken over hen). En daarmee ook: wat we hieraan kunnen doen.

Reageer onder dit stuk,

Lees verder

Wil je een weerbaar kind? Stel het ook eens bloot aan onprettige ideeën Kunnen we in het publieke debat te weinig van elkaar hebben? Ja, zeggen twee Amerikaanse professoren, en dat komt omdat de jeugd zo afgeschermd opgroeit dat hun geestelijke gezondheid eronder lijdt. Ga naar dit artikel