Op 25 december 2005 hield een jonge senator uit Illinois, ene Barack Obama, een speech in de Amerikaanse Senaat. In felle bewoordingen bekritiseerde hij een aantal contra-terroristische maatregelen dat genomen was na de aanslagen van 11 september 2001. De nieuwe wetten, vond Obama, stelden inlichtingen- en opsporingsdiensten in staat om onderzoek naar terreur te doen, zonder noemenswaardige waarborgen voor de privacy van ‘alle Amerikanen.’ Ook waren de noodzakelijke democratische waarborgen niet getroffen en was er nauwelijks parlementair toezicht. ‘This is just plain wrong,’ zei hij.
Het zou niet de laatste keer zijn dat Obama zich een uitgesproken criticus toonde van de surveillanceprogramma’s die George W. Bush had ingesteld in de war on terror. In augustus 2007, toen hij zichzelf al had opgeworpen als democratische presidentskandidaat, riep de oud-docent constitutioneel recht de zittende president op te stoppen met het ‘illegaal afluisteren van Amerikaanse burgers.’ Obama’s standpunten maakten hem geliefd onder privacyjuristen en informatie-activisten: dit was de juiste man om vanuit het Witte Huis te breken met de acht jaren privacywetteloosheid van Bush.
Yes we can.
Anderhalve presidentstermijn verder is Obama zijn progressieve vrienden verloren. De president heeft zijn beloften niet waargemaakt en geen afstand genomen van de maatregelen van zijn voorganger. Integendeel, Obama heeft ze gecontinueerd en uitgebreid. En de stroom van onthullingen van Edward Snowden sinds juni vorig jaar laat zien dat de surveillancemogelijkheden van de National Security Agency (NSA) onder Obama alleen maar zijn toegenomen. De NSA is nog beter in staat de communicatie van miljoenen (niet)-Amerikanen te registreren, op te slaan en te analyseren.
Yes we scan.
Cosmetisch of een stap in de goede richting?
Afgelopen vrijdag hield Obama een toespraak op het Department of Justice. Achter hem staan trots zes Amerikaanse vlaggen. De president kondigde zijn langverwachte NSA-hervormingen aan. Hij kon niet anders: de druk om íets te doen aan de uit de klauwen gelopen NSA-surveillanceprogramma’s had een kookpunt bereikt. Door Amerikaanse burgers, politici en grote technologiebedrijven zelf en vanuit Brussel en belangrijke politieke- en handelspartners als Brazilië en Duitsland werd een standpunt geëist.
De president hield een gloedvol betoog over de rol van inlichtingendiensten in de geschiedenis van de VS, de noodzaak van de strijd tegen het terrorisme en het belang van surveillance. Hij zei het debat dat ontstaan is te verwelkomen en sprak over de delicate balans tussen veiligheid en privacy, tussen terrorismebestrijding en burgerrechten. ‘We have to make some important decisions about how to protect ourselves and sustain our leadership in the world, while upholding the civil liberties and privacy protections that our ideals and our constitution require.’
De speech werd daarna zeer wisselend ontvangen. Sommigen noemden zijn voorstellen een ‘goede eerste stap in de richting,’ zoals de prominente NSA-criticus senator Ron Wyden. Anderen vonden het een slappe hap. Journalist Glenn Greenwald, noemde de voorgestelde veranderingen, niet geheel onverwacht, ‘retorisch’ en ‘cosmetisch.’
Voor enige helderheid in de discussie is het van belang de feiten op een rijtje te zetten. Wat zijn de belangrijkste concrete voorstellen die Obama deed en hoe realistisch zijn die eigenlijk?
1. Metadataverzameling wordt aan banden gelegd
President Obama kondigde aan de bulkverzameling van telefoonmetadata - wie belt met wie, hoe lang en vanaf waar - deels aan banden te leggen. Uit de documenten van Edward Snowden was gebleken dat de NSA telefoonmetadata van zo ongeveer iedere Amerikaan in databases opslaat voor vijf jaar. NSA-medewerkers konden die gegevens inzien tot de zogenoemde ‘three hops’: tot en met de contacten van de contacten van de contacten van een verdacht persoon. Obama kondigde aan dat vanaf nu alleen nog maar twee ‘hops’ mogen worden gevolgd door de NSA. Daarnaast moet voortaan een rechter van de Foreign Intelligence Surveillance Courter toestemming geven voor de bevraging van de database.
Een andere belangrijke verandering die Obama voorstelde is dat de databases niet meer door de overheid worden bewaard, maar worden beheerd door een externe partij. Dat zou betekenen dat óf de telecombedrijven zelf óf een nieuw op te richten orgaan deze taak moet gaan uitvoeren. Obama hield zich op de vlakte hoe hij dit voor zich zag en zei dat verder onderzoek dit zou moeten uitwijzen.
De belangrijkste boodschap van Obama over de telefoonmetadataverzameling was eigenlijk dat de NSA door moest kunnen gaan met verzamelen van grote hoeveelheden gegevens
Dat Obama de bulkverzameling van telefoonmetadata wil inperken, vindt veel weerklank. Vooral in de Verenigde Staten, waar deze onthulling een van de meest controversiële is. Maar de uitwerking van de plannen is nogal vaag en roept, zo schrijft bijvoorbeeld The Washington Post, grote politieke, logistieke en technologische vragen op. Obama legt de verantwoordelijkheid van de implementatie bij de politiek zeer verdeelde volksvertegenwoordiging neer en het is nog maar de vraag wat daar uitkomt. Daarnaast hebben telecombedrijven al aangegeven niet in staat te zijn al die gegevens voor zo’n lange tijd te bewaren.
De belangrijkste boodschap van Obama over de telefoonmetadataverzameling was eigenlijk dat de NSA door moest kunnen gaan met verzamelen van grote hoeveelheden gegevens. Hij bagatelliseerde de privacygevaren van metadata omdat de inhoud van de gesprekken niet werd afgeluisterd. Volgens de president zijn telefoonmetadata essentieel in tijden van crisis: ‘For example, if a bomb goes off in one of our cities and law enforcement is racing to determine whether a network is poised to conduct additional attacks, time is of the essence. Being able to quickly review telephone connections to assess whether a network exists is critical to that effort.’
Een opmerkelijke stellingname, want de door Obama in de zomer van 2013 aangestelde Review Group on Intelligence and Communications Technologies kwam een paar dagen vóór de speech tot de conclusie dat de metadatacollectie nog nooit cruciale informatie heeft opgeleverd over een terroristische bedreiging of aanval.
2. Buitenlandse regeringsleiders kunnen nog steeds worden afgetapt
De internationale ophef over de NSA richtte zich voor een belangrijk deel op de onthullingen dat de inlichtingendienst het communicatieverkeer van buitenlandse leiders had afgeluisterd. Met name dat van de Braziliaanse president Dilma Rousseff en de Duitse Bondskanselier Angela Merkel, wier mobiele telefoons jarenlang werden getapt.
Obama erkende in zijn toespraak dat deze ophef terecht was. Hij kondigde aan dat dit niet meer mocht gebeuren bij ‘close friends and allies,’ behalve als er sprake zou zijn van een ‘a compelling national security purpose.’ Het is duidelijk dat Obama deze toezegging deed vanwege de enorme druk van de internationale gemeenschap. Duitsland en Brazilië zijn belangrijke (handels-)partners. Het vreemde is: het afluisteren van regeringsleiders - ook van bevriende - behoort al jarenlang tot het vaste repertoire van inlichtingendiensten, ook bij de inlichtendiensten van de landen die daar nu steen en been over klagen.
3. Niet-Amerikanen kunnen nog steeds worden getapt
Een belangrijk punt dat totaal ondersneeuwde in de toespraak, is het massaal aftappen van de communicatie van niet-Amerikaanse burgers, zoals uit de Snowden-documenten is gebleken. Dat blijft doorgaan. Zoals de Duitse schrijver Sascha Lobo tweette: ‘Goed om te weten dat je in de toekomst kunt ontsnappen aan surveillance door simpelweg bondskanselier te worden.’
Obama noemde wel enige aanpassingen wat betreft de collectie van informatie van buitenlanders. Hij zei dat die alleen gebruikt zouden worden voor ‘counter-intelligence; counter-terrorism; counter-proliferation; cyber-security; force protection for our troops and allies; and combating transnational crime, including sanctions evasion.’
Dat is, inderdaad, nogal breed en maakt niet duidelijk wat er dan precies verandert aan de huidige gang van zaken. Ook kondigde Obama de ‘nog nooit vertoonde’ stap aan dat ‘bepaalde’ bescherming die Amerikanen nu genieten, ook zullen worden toegepast op niet-Amerikanen. Obama noemde daarbij de ‘duur’ en de ‘verspreiding’ van informatie die over buitenlanders was verzameld. Maar wat hij daar exact mee bedoelde werd niet duidelijk: hij liet de verdere uitwerking van deze maatregelen over aan minister van Justitie Eric Holder en Directeur Nationale Veiligheid James Clapper.
Het wordt interessant als de Europese instellingen hierop zullen reageren. Zij dringen al maanden sterk aan op meer rechtsbescherming in de Verenigde Staten voor Europese burgers
De reacties van veel buitenlandse commentatoren op deze onduidelijke wijzigingen in het aftappen van niet-Amerikanen waren dan ook niet mals. Der Spiegel noemde het ‘kleine aanpassingen’, NRC Handelsblad sprak over ‘cosmetische hervormingen.’ En The Guardian noemde de voorstellen ‘een gimmick.’
Het wordt interessant als de Europese instellingen hierop gaan reageren. De Europese Commissie en het Europees Parlement dringen al maanden sterk aan op meer rechtsbescherming in de Verenigde Staten voor Europese burgers. Washington lijkt Brussel daarin nauwelijks tegemoet te komen.
4. Toezicht achter gesloten deuren
Obama wil een panel van onafhankelijke advocaten instellen dat de belangen van burgers moet waarborgen bij het Foreign Intelligence Surveillance Court, de geheime rechtbank van de inlichtingendiensten. Ook stelde hij voor om de interne evaluaties van deze rechtbank jaarlijks openbaar te maken aan het Amerikaanse Congres en de president zelf.
Daarnaast zal er een senior diplomaat worden aangesteld op het ministerie van Buitenlandse Zaken om ‘kwesties die te maken hebben met technologie en signals intelligence’ te coördineren en een senior official in het Witte Huis die erop zal toezien dat de aangekondigde ‘privacysafeguards’ worden geïmplementeerd. Maar aan het geheime karakter van de sleepnetsurveillance verandert weinig: al het toezicht blijft achter gesloten deuren.
Waar hij niets over zei
In zijn speech van vijfenveertig minuten wijdde Obama uit over de Amerikaanse Onafhankelijkheidsstrijd, de Tweede Wereldoorlog en Vietnam. Maar hij zei vooral heel veel niet.
Bijvoorbeeld over de onthulling dat de NSA grote delen van de encryptie-beveiliging van het openbare internet had weten te verzwakken, waardoor het makkelijker is om beveiligde systemen binnen te dringen. Deze NSA-capaciteit ondermijnt het hele internet en is van invloed op alle internetgebruikers, die steeds grotere delen van hun leven toevertrouwen aan het net. Denk aan: bankverkeer of medische gegevens.
Obama repte ook met geen woord over PRISM, het internetsurveillanceprogramma waar de onthullingen mee begonnen en waarmee de NSA toegang heeft tot het communicatieverkeer van gebruikers van Amerikaanse bedrijven als Apple, Google en Skype. Hij ging voorbij aan de honderden miljoenen e-mail-adresboeken waar de NSA bij kan, de lokatiegegevens van miljoenen mobiele telefoongebruikers wereldwijd, de miljoenen financiële digitale transacties die het kan inzien, de digitale inbraak in de overzeese datacentra van Amerikaanse internetgiganten, et cetera.
Het grootste deel van de onthullingen liet Obama achterwege in zijn toespraak. Als het aan Obama ligt, blijft de greep van de NSA op grote delen van het internationale communicatieverkeer - met name het digitale - onveranderd groot.
Macht van de bedrijven
Maar het ligt niet alleen aan Obama. De rechterlijke macht en de Amerikaanse volksvertegenwoordigers zijn ook in staat om de hervormingen naar een hoger plan te tillen. Zo is er op dit moment in het Congres een wetsvoorstel in de maak, de USA Freedom Act, dat onder andere meer restricties aan de metadata-collectie oplegt en het FISA-court transparanter wil maken, waar steeds meer congresleden zich achter scharen. Ook is het denkbaar dat de internationale druk op Obama aan blijft houden, waardoor hij zich gedwongen ziet verdergaande aanpassingen van het Amerikaanse inlichtingenapparaat aan te kondigen.
En vlak ook de rol van de grote Amerikaanse technologiebedrijven als Facebook, Google, Apple en Yahoo niet uit. Hoewel nog niet helemaal vastgesteld is wat hun eigen rol bij verschillende NSA-programma’s is, wordt wel steeds duidelijker dat deze bedrijven grote financiële klappen hebben opgelopen en reputatieschade hebben geleden sinds de onthullingen van Edward Snowden.
De bedrijven nemen in steeds fellere bewoordingen afstand van de NSA-programma’s, met als voorlopig hoogtepunt een dreigement van Google om de servers van het bedrijf dan maar naar Europa te verplaatsen. In de nu voorgestelde aanpassingen van Obama komen de technologiebedrijven er bekaaid vanaf. Obama stelt geen veranderingen voor die de gebruikers van deze bedrijven zullen beschermen. Ook doet hij niets aan de hackerseenheden van de NSA, die de beveiliging van het internet hebben verzwakt en de datacentra van de grote internetbedrijven hebben gekraakt.
Het volk beschermen
In de speech afgelopen vrijdag klonk op een moment de echo van de oud-constitutioneel docent Barack Obama door, toen hij sprak over dé reden dat de grondwet bestaat: om het volk te beschermen tegen de macht van de staat. ‘Given the unique power of the state, it is not enough for leaders to say: trust us, we won’t abuse the data we collect. For history has too many examples when that trust has been breached.’
De komende maanden moet blijken of Obama de barsten in het in hem gestelde vertrouwen enigszins weet te herstellen. Maar vooralsnog lijkt het daar niet op. Het grootste deel van de NSA-programma’s blijft intact. Veel van de aankondigde maatregelen zijn met zoveel uitzonderingen omgeven, dat het nog maar de vraag is of ze effect zullen hebben. De jurist Obama mag privacy dan hoog in het vaandel dragen, voor president Obama blijft voorlopig het devies: yes we scan.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!