Gehandicapten, ouderen en zieken die vrijwilligerswerk verrichten in ruil voor de zorg die ze nodig hebben. Dat is wat gemeentes vanaf 2015 kunnen vragen van hun burgers. Het staat beschreven in het concept voor de nieuwe Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) dat twee weken geleden openbaar werd. Het is een controversieel plan, want hoe vrijwillig is vrijwilligerswerk wanneer het geldt als tegenprestatie?
Wat houdt de wet nu eigenlijk in?
De Wmo vergoedt vooralsnog vooral ‘lichtere’ vormen van zorg: hulp in de huishouding, vervoer, aanpassingen aan de woning en maaltijdverzorging bijvoorbeeld. De wet verplicht gemeentes deze zorg op twee manieren aan te bieden. Ten eerste: hulp in natura, wat inhoudt dat zorginstellingen zelf bepalen welke zorg een aanvrager ontvangt. Ten tweede: een persoonsgebonden budget (pgb). Dit budget stelt aanvragers in staat zelf hulp in te kopen. Toen de Wmo in 2007 werd ingevoerd was de gedachte dat de keuzevrijheid van gemeenten en clienten de marktwerking zou bevorderen. Dat zou de zorg goedkoper maken.
Wordt alle zorg uit de Wmo betaald?
Het zijn niet voor niets verschillende wetten, want de verschillen zijn groot. In de eerste plaats wordt de AWBZ niet uitgevoerd op gemeentelijk, maar op nationaal niveau. En belangrijker nog: de zorg uit de AWBZ is een recht, de zorg van de Wmo een voorziening. Dat is niet zomaar een taalspelletje. Omdat de Wmo een voorziening is zijn gemeenten niet gebonden aan strakke, landelijke criteria. Ze mogen zelf motiveren waarom ze in bepaalde situaties de zorg wel of niet vergoeden. Sterker nog, ze mogen burgers vragen een eigen bijdrage te leveren. Ook geldgebrek kan daarbij een reden zijn. Als het geld van de AWBZ op is, moet de minister van Financiën altijd bijleggen. Maar voor de WMO geldt: op = op.
Maar dan doet iedere gemeente toch wat anders?
Precies. En omdat de Wmo wordt uitgebreid kunnen er straks nog grotere verschillen ontstaan. Voorstanders zeggen: dat leidt tot maatwerk. Tegenstanders zeggen: dit zorgt voor willekeur. De gemeente heeft dankzij de Wmo het recht om zelf te kiezen waar en hoeveel zorg zij inkoopt. Veel vrijheid dus, maar al sinds het invoeren van de wet is onduidelijk wat een gemeente nu wel of niet kan maken. Vorig jaar bleek na landelijk onderzoek dat drie kwart van alle Nederlandse gemeenten inkomensgrenzen had opgenomen. Dit is echter in strijd met de wet; er werden kamervragen over gesteld, en de regering heeft de betreffende gemeentes op het matje geroepen.
Waarom hebben we nu weer een nieuwe regeling nodig?
Simpel eigenlijk: het kabinet wil bezuinigen. De AWBZ, in 1968 begonnen als een kleine wet voor geesteszieken, kost inmiddels 26 miljard euro per jaar. Het is een verzekering voor van alles en nog wat geworden: van de maandelijkse huur tot de blindengeleidehond en van gehoorapparaten tot bingomiddagen. Straks mag de AWBZ nog maar 12 miljard per jaar kosten. Dan valt alleen de zware zorg voor ouderen en gehandicapten er nog onder. Het grootste deel van de AWBZ gaat over op gemeenten, en verandert dus in de Wmo. Dan is de overheid niet meer automatisch de redder in nood en wordt er eerst gekeken wat familie, vrienden en buren kunnen doen. Het Centraal Planbureau verwacht dat het vanaf 2017 een beparing van zo’n 2 miljard euro per jaar kan opleveren.
En nu concreet graag.
Stel: meneer Janssen is tachtig jaar oud. Hij woont nog thuis maar is niet meer geheel zelfstandig. Hij heeft een paar keer per week huishoudelijke hulp over de vloer die komt poetsen. Die huishoudelijke hulp is nu al op Wmo-niveau geregeld, dus daar zal in 2015 weinig aan veranderen. Maar de verpleegster die meneer Janssen elke ochtend uit bed komt halen, en hem doucht en scheert, valt nu nog onder de AWBZ, en straks onder de Wmo. Die zorg wordt dus omgezet van landelijk naar gemeentelijk niveau. Omdat de gemeente zelf kiest waar en voor hoeveel geld, zij zorg inkopen, is het voor meneer Janssen voorlopig gissen op hoeveel zorg hij straks kan rekenen, vanuit welke hoek, en tegen welke prijs. Bovendien mag voor zowel de huishoudelijke hulp als voor de verpleegster een tegenprestatie gevraagd worden in de vorm van vrijwilligerswerk.
Dus straks moeten bejaarden plantsoentjes gaan aanharken in ruil voor zorg?
Niet helemaal. Het vrijwilligerswerk mag niet verplicht worden gesteld, maar er kan wel een ‘dringend verzoek’ gedaan worden aan het adres van degene die zorg nodig heeft. De nieuwe regelingen zullen gevolgen hebben voor zo’n 750.000 mensen.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!