‘Wat hier voor je ligt zijn de interne memo’s en rapporten die circuleren op Bureau Bestuurscontacten (BBC).’ Zo opent de stapel A4-tjes die nu is in te zien in het Staatsarchief in Amsterdam – zo’n zestig pagina’s, met gaatjes waar ooit nietjes zaten, en een krakerssymbool op de voorpagina.
De inleiding legt uit dat deze ‘BBC-papers’ zijn meegenomen tijdens een bezetting van Bureau Bestuurscontacten op 15 februari 1983, en dat ze onder meer aantonen dat de gemeente van plan is de krakers ‘tegen elkaar uit te spelen.’ De papieren, staat er, zijn in een oplage van 250 gekopieerd en verspreid; wie er meer wil hebben, kan ‘kopieën vragen en zelf vermenigvuldigen.’
De kiem voor het Staatsarchief, het archief van de kraak- en actiebeweging in Nederland, lag in een kraakpand in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt, in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. In 1991 werd het archief officieel opgericht, en sinds 2000 wordt het beheerd door het Instituut voor Sociale Geschiedenis.
De Staatsliedenbuurt gold in de jaren tachtig als hét krakersbolwerk van Nederland, en Jack Van Lieshout, ex-kraker, als een ‘sleutelfiguur’ binnen die buurt. ‘Ik ben het type mens dat graag dingen aanpakt. Ik ga niet zitten kijken en wachten, ik hou van daden,’ zegt hij, wanneer we hem spreken in een café naast zijn kantoor in de Staatsliedenbuurt. Alle kraakpanden zijn inmiddels uit de buurt verdwenen en Van Lieshout betaalt tegenwoordig keurig huur voor zijn kantoor. Hij bestelt thee.
Het dreigement om zulke zoekacties te herhalen
We hebben met Van Lieshout afgesproken omdat we zijn naam aantroffen in dossiers die ooit vertrouwelijk waren, waaronder interne memoranda, brieven en nota’s van de gemeente Amsterdam en de Amsterdamse politie uit de jaren zeventig en tachtig.
De openbaarmaking zelf lijkt minstens zo belangrijk als de inhoud van de prijsgegeven geheimen
Dat deze papieren nu openbaar zijn komt niet doordat politie en gemeente hun documenten, in het kader van de Archiefwet, zelf hebben ontsloten, maar doordat een groep krakers begin jaren tachtig met enige regelmaat wijkposten en politiebureau’s overviel, daarbij geheime documenten in beslag nemend. De papieren zijn niet alleen relevant voor de geschiedenis van de kraakbeweging, maar ook voor de manier waarop tegenbewegingen transparantie inzetten als ‘wapen’ tegen een geheimzinnige overheid. Daarbij blijkt dat de openbaarmaking zelf minstens zo belangrijk is als de geheimen die daarbij worden prijsgegeven.
De ontvreemde papieren in het Staatsarchief zijn niet het enige voorbeeld van geheime informatie die door krakers naar buiten werd gebracht. Zo stal een groep krakers dossiers over mogelijk te bouwen kerncentrales bij het ministerie van Economische Zaken, werd er afluisterapparatuur geplaatst op het kantoor van een Amsterdamse gemeente-ambtenaar, gevoelige informatie van bedrijven werd doorgespeeld aan journalisten en er werd ingebroken bij het stadhuis in Amsterdam en verschillende politiebureau’s.
‘Gisteren 23 februari om ongeveer twaalf uur werd in de Voorpost Staatsliedenbuurt van mijn bureau een bezetting uitgevoerd.’ Dit schrijft Eisse Kalk, Hoofd Bureau Bestuurscontacten, in 1983 in een brief aan het bestuur van Wijkcentrum Staatsliedenbuurt; een brief die inmiddels ook in het Staatsarchief is opgenomen. Ongeveer tien krakers van de Staatsliedenbuurt trokken bureauladen en archiefkasten open en keken dossiers in. ‘Veel notities en aantekeningen werden uit de dossiers weggenomen,’ aldus Kalk. ‘De actievoerders hebben uiteindelijk het kantoor verlaten met het dreigement een zoekactie als deze op onregelmatige tijdstippen te zullen herhalen.’
Kraker Jack en het beste in de mens
‘Overheden hebben veel macht en delen daarom niet graag informatie. Op zich is daar niks mis mee, je hoeft niet alles te weten. Het wordt een probleem als je als burger belangrijke afwegingen moet maken, maar met een informatieachterstand kampt. Wanneer er sprake is van ongelijke informatievoorziening vind ik dat je als burger alles op alles moet zetten om zoveel mogelijk te weten te komen. En als dat niet via de geijkte paden lukt, dan moet je andere middelen toepassen,’ zegt Van Lieshout nu.
Zijn naam duikt regelmatig op in het Staatsarchief – niet alleen in de mappen met de BBC-papers maar ook in de beperkt openbare map over Kedichem in 1987, toen een groep krakers een vergadering van de Centrum Democraten bruut verstoorde, waarbij ook gewonden vielen. In krant- en tijdschriftartikelen uit die tijd wordt Van Lieshout neergezet als een agressieve ‘generaal’ of zelfs ‘koning van de Staatsliedenbuurt.’
Een van zijn motto’s is dat je langer dood bent dan levend
Inmiddels maakt Van Lieshout, die nog altijd in de buurt woont, een weinig intimiderende indruk. Hij drinkt en rookt niet, vertelt hij, houdt van reizen, paardrijden en parachutespringen en ‘staat positief in het leven.’ Een van zijn motto’s is dat je langer dood bent dan levend, dus je kan er maar beter het beste van maken. Op dit moment werkt hij aan ‘diverse buurtacties.’ Hij wil bewoners van de Staatsliedenbuurt meer macht geven over hun wijk, en de ‘sociale cohesie vergroten.’ Zo is hij bezig met een posteractie om mensen aan te moedigen elkaar weer te begroeten, zoals je dat vroeger bij de bakker deed. Hij wil ‘gemeenschapszin creëren en het beste in de mens naar boven halen.’
Zijn krakerscarrière, vertelt hij, begon toen hij in 1978 op zestienjarige leeftijd op zoek ging naar een kamer in Amsterdam. Na een aantal mislukte pogingen kwam hij bij het krakersspreekuur terecht. De kraakbeweging was in de jaren zestig opgekomen, als reactie op de woningnood die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland was ontstaan. Al gauw ging ze verder dan het kraken van huizen alleen.
Van Lieshout vertelt dat er aanvankelijk wel sprake was van een ‘dialoog’ met de gemeente, maar dat de krakers het vermoeden kregen dat de gemeente belangrijke informatie achterhield. Er werd besloten tot actie over te gaan – en die ‘actie’ bestond uit inbraak, diefstal en het openbaren van geheime dossiers.
Memorandum: ‘Omgaan met krakers’
De BBC-papers bevatten onder meer een lijst met te ontruimen kraakpanden, vergaderingsverslagen, en een memorandum over ‘Omgaan met krakers,’ waarin de medewerkers van het Bureau Bestuurscontacten het gebruik van geweld wordt afgeraden; beter is het om middels goed overleg tot een oplossing te komen. In een nota wordt opgemerkt dat het belangrijk is erachter te komen ‘hoe je de kleine harde kern isoleert van de grote groep die wel bereid is om op grond van zakelijke argumenten een compromis na te streven.’
In het Staatsarchief liggen ook de zogenoemde District 8-papieren, ontvreemd bij een latere inbraak. District 8 was de naam van een nieuw politiedistrict, dat begin 1985 speciaal in het leven was geroepen om zich te ontfermen over de Staatsliedenbuurt. Uit die papieren blijkt onder meer dat de politie geheim agenten inzette om informatie in te winnen over de kraakbeweging.
Met transparantie kon je bedrijven en de overheid kwetsbaar maken
Hoe inzichtelijk zulke details ook waren, over het algemeen bevestigden de papieren eerder wat iedereen al wist, dan dat ze opzienbarende nieuwe feiten aan het licht brachten. Maar volgens Van Lieshout ging het de krakers ook niet bepaald om de inhoud. Ja, in sommige gevallen was het handig om te weten wat voor dossier er over je was aangelegd of wat de gemeente van plan was met de Staatsliedenbuurt. Maar een belangrijker motief voor het publiek maken van geheime informatie, zegt hij, was dat je bedrijven en de overheid zo kon laten merken dat ze ‘in de gaten werden gehouden.’ Er was een ‘verlangen naar transparantie’, omdat je op die manier bedrijven en overheden ‘kwetsbaar’ kon maken. Het geweld dat daar soms bij gebruikt werd was, volgens Van Lieshout, onvermijdelijk.
Intimidatie door openbaarmaking
Wie Van Lieshout hoort praten, herkent veel van de retoriek van WikiLeaks. Het was wereldnieuws toen WikiLeaks drie jaar geleden diplomatieke berichten van de State Department in de Verenigde Staten in de openbaarheid bracht. De nieuwswaardigheid zat ‘m niet eens zozeer in die stukken zelf: wat ze voornamelijk onthulden was dat diplomaten zich, wanneer ze het over internationale staatshoofden hebben, weinig diplomatiek uitdrukken. Wat vooral zoveel indruk maakte, was het feit dat ze openbaar waren gemaakt – en dat het er zo veel waren. De vorm leek haast spraakmakender dan de inhoud.
Natuurlijk is dit lang niet altijd het geval bij spectaculaire leaks. In de Pentagon-papers bijvoorbeeld stonden wel degelijk opzienbarende feiten over Amerikaans oorlogsbeleid in Vietnam. De NSA-documenten die Edward Snowden vorig jaar wereldkundig maakte bevestigden wat velen misschien al wel vermoedden, maar wat tot dan toe nooit hard was gemaakt; namelijk dat de Amerikaanse veiligheidsdienst het volledige communicatieverkeer van vrienden, vijanden én burgers kan onderscheppen.
Het openbaren van geheimen is een daad van verzet
Toch gaat het openbaren van geheimen altijd over meer dan die geheimen zelf; het is ook een daad van verzet tegen de machthebbenden wier geheimen je openbaart. Volgens Julian Assange is geheimzinnigheid het begin van de manier waarop macht corrumpeert; wie machtsstructuren wil ondermijnen, doet dat het best door hun geheimen in de openbaarheid te brengen – hoe weinig verrassend die geheimen soms ook zijn. Van Lieshout dacht er in de jaren zeventig en tachtig precies hetzelfde over.
‘Het functioneren van de Voorpost wordt in hoge mate bemoeilijkt’
Uit de reacties van medewerkers van het Bureau Bestuurscontacten en de Amsterdamse politie, die ook in het Staatsarchief zijn terug te vinden, blijkt dat het meenemen en openbaren van documenten deels het gewenste intimiderende effect had. In de hierboven al eerder aangehaalde brief bijvoorbeeld geeft Eisse Kalk aan ‘dit soort “akties”’ als ‘niet acceptabel’ te beschouwen: ‘het functioneren van de Voorpost wordt er in hoge mate door bemoeilijkt, zo niet onmogelijk gemaakt.’
De band tussen de krakers en de gemeente werd er overigens niet beter op. Transparantie was dan misschien een wapen, maar wel één dat terugsloeg. In een andere brief in het Staatsarchief, geschreven in mei 1983, veroordeelt een medewerker van het Bureau Bestuurscontacten de ‘diefstal van een aantal soms vertrouwelijke stukken’ en spreekt van ‘een tendens waarbij de Woongroep [van de Staatsliedenbuurt] zich steeds eigenmachtiger gaat opstellen.’
Het was juist deze ‘eigenmachtigheid’ waartegen de politie zich genoodzaakt zag op te treden. In de papieren die de krakers in 1985 van het District 8-bureau ontvreemdden, staat dat ‘het handhaven of herstel van de rechtsorde’ belangrijker is dan de ‘openbare orde.’ Oftewel, wanneer nodig zou de harde hand niet worden geschuwd.
Ingewikkelde choreografie
Transparantie lijkt het gedroomde wapen tegen de heersende macht, maar kan, wanneer het eenmaal wordt ingezet juist tot meer repressie leiden. Eenzelfde mechanisme zie je bij WikiLeaks. Diens ‘campagne voor transparantie’ had als gevolg dat de Amerikaanse regering zich nog geheimzinniger heeft opgesteld. Washington heeft er alles aan gedaan om het lekken van vertrouwelijke informatie te bemoelijken, en maakt veel werk van de juridische vervolging van klokkenluiders.
Inmiddels is kraken illegaal en worden de laatste kraakpanden in Nederland ontruimd. De erfenis van de kraakbeweging ligt veilig in het archief. Dat archief vertelt niet alleen het verhaal van woningnood en krakers in de jaren zeventig en tachtig, maar ook van de choreografie die de overheid en haar ondermijners, in hun ingewikkelde en eeuwigdurende dans van geheimhouding en transparantie, telkens weer opvoeren.
Eerder in Dossier Staatsgeheimen: Het archief van ‘foute’ Nederlanders Vandaag vieren we Bevrijdingsdag. De bevrijding van de Duitsers, denken we er vanzelfsprekend achteraan. Maar naar schatting één op de drie Nederlanders heeft "foute" voorouders. Ik dook in het meest doodgezwegen archief van Nederland en ontdekte daar het kleine kwaad dat in ons allemaal schuilt. Eerder in Dossier Staatsgeheimen: Het geheime Suriname-dossier Sinds de militaire coup van Desi Bouterse in Suriname in 1980 wordt er veel gespeculeerd over de rol van Nederland. Minister Frans Timmermans (Buitenlande Zaken) weigert een deel van het onderzoek naar de Nederlandse betrokkenheid openbaar te maken. De reden? Privacy van de betrokkenen. Vreemd, want ik vond in een openbaar dossier precies het soort informatie dat de overheid geheim wil houden. Lees hier meer over ‘Dossier Staatsgeheimen’ De overheid heeft duizenden geheimen. Die worden bewaard in archieven, maar komen na verloop van tijd in de openbaarheid. Wat zijn de feiten die vijftig of vijfenzeventig jaar geleden het daglicht niet konden verdragen? Correspondent Lynn Berger en ik gaan op zoek naar de spannendste, mooiste en verrassendste verhalen.
Deze serie wordt mede mogelijk gemaakt door het Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten, en kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!