Als er één woord vaak valt op onze redactie, dan is het wel het woord ‘te.’ Als in: te lang, te kort, te diepgravend, te oppervlakkig, te genuanceerd, te stellig. En wanneer ergens ‘te’ voor staat, dan is het nooit goed. Behalve tevredenheid, ja.
We beg to differ. Want juist van tevredenheid moeten we weinig hebben.
Als start-up in de journalistiek is ons eerste jaar een groot experiment geweest. En zoals dat hoort bij zo’n proef op de som, volgt na het experiment een evaluatie. In deze laatste week wilden we die graag met u delen.
We vertelden waar uw geld naartoe ging.
We bekeken wat die investering aan journalistiek heeft opgeleverd.
En we verzamelden de stukken die we het beste vinden gelukt.
Maar wat niet mag ontbreken: wat doen we nog niet goed? Wat kan, nee, moet er beter? Een korte rondgang op de redactievloer leidde tot de volgende lessen. Eerst zetten we de journalistieke verbeterpunten op een rij ( 1 t/m 4 ) en daarna de verbeteringen aan het platform ( 5 ) die aanstaande zijn.
1. Onze journalistiek kan nog gelaagder worden
Een van de meest complimenteuze kritieken die De Correspondent het afgelopen jaar met enige regelmaat ten deel viel luidde: wat jullie doen, dat doet NRC Handelsblad toch ook? Of, algemener geformuleerd: is jullie journalistiek wel onderscheidend en vernieuwend genoeg?
Waarom ik dat vooral als een compliment opvat? Men neme de omzet van - bijvoorbeeld - een krant als NRC (ruim 100 miljoen), men neme het aantal vaste redacteuren (zo’n tweehonderd), men telle daar de vaste freelancers bij op (ook zo’n tweehonderd) en vergelijke dat met dit platform: circa 1,8 miljoen omzet, acht vaste redacteuren en tweeëntwintig vaste freelancers.
U snapt: dat we überhaupt worden vergeleken, is al een wonder.
Nu vind ik De Correspondent op veel vlakken zeer onderscheidend, maar daar gaat deze kritische reflectie niet over. Want inderdaad, in de kritiek zit een flinke kern van waarheid: veel van onze verhalen kunnen zo in de krant.
We ‘verschijnen’ als het ware nog steeds zoals een krant op de mat valt. Dat patroon willen we doorbreken
Dat komt omdat we nog te veel als een klassiek medium te werk gaan: we schrijven onze artikelen, publiceren op een vast moment in de ochtend en gaan daarna verder met het volgende stuk. We ‘verschijnen’ als het ware nog steeds zoals een krant op de mat valt. Het gevolg is dat veel lezers ons ook nog steeds als ‘krant’ lezen: verhaal per verhaal.
De grote uitdaging van het komende jaar is om dit patroon te doorbreken. In plaats van in een vast ritme losse verhalen te publiceren, is het de bedoeling dat De Correspondent meer gebruik gaat maken van de mogelijkheden die online publiceren te bieden heeft.
Al die losse verhalen die we het afgelopen jaar hebben gemaakt, krijgen écht meerwaarde als de samenhang ertussen explicieter wordt
Bijvoorbeeld door een stuk niet altijd op een vast moment wereldkundig te maken, maar op het moment dat daarvoor het meest geschikt is: een filmbespreking van Nina Polak lees je liever op vrijdagavond, als je plannen voor het weekend maakt, dan op dinsdagochtend - als de journalist het toevallig af heeft.
Maar belangrijker nog: onze journalistiek moet gelaagder worden. Door de manier waarop we nu publiceren, is het Verhaal van de dag van vandaag al snel weer van de radar. Op papier is die beperkte houdbaarheid onvermijdelijk: je gaat een krant nu eenmaal niet maanden bewaren. Maar online bestaat dat probleem niet. Stukken kunnen steeds opnieuw weer relevant worden gemaakt. Door ze te updaten en opnieuw onder de aandacht te brengen bijvoorbeeld.
Maar vooral: door ze samen te voegen in online dossiers. Al die losse verhalen die we het afgelopen jaar hebben gemaakt, krijgen écht meerwaarde als de samenhang ertussen explicieter wordt. Neem het thema armoede: Rutger Bregman heeft daar analyses over geschreven, Vera Mulder heeft daar reportages over gemaakt en Jos de Putter heeft het fenomeen in beeld gebracht.
Stuk voor stuk zijn dit producties die je wellicht ook in de krant of op tv zou kunnen aantreffen. Maar voeg ze samen in een dossier, laat de experts hun kennis toevoegen en je krijgt een vorm van journalistiek die de waan van de dag écht overstijgt.
2. Meer diversiteit in vertellers en thema’s
We zouden te blank, te pedant en te ingewikkeld zijn. Maar ook: te links, te bescheiden en te oppervlakkig. Onze stukken waren nu eens te lang en groeven dan weer ‘niet diep genoeg.’
Het makkelijke antwoord op zulke uiteenlopende kritieken is: je kunt niet iedereen te vriend houden. En dus kun je maar beter gewoon op de oude voet door gaan.
Maar liever neem ik de kritieken serieus. Mijn conclusie? Al onze criticasters hebben gelijk. We kunnen ze alleen niet allemaal tegelijk gelijk geven.
In algemene zin trok ik daarom deze lessen: we hebben meer vertellers, meer vertelvormen en meer vertelkunst nodig.
We gaan actief op zoek naar vertellers van buiten onze comfortzones
Met meer vertellers bedoel ik niet alleen nieuwe correspondenten, maar ook nieuwe gastauteurs of geïnterviewden in onze tuinen. Bij voorkeur ook van buiten onze comfortzones. En vooral ook: buiten onze eigen ‘kringen’. We moeten actief op zoek gaan naar vertellers uit andere hoeken van de Nederlandse samenleving dan die waar we zelf verblijven.
Meer vertelvormen? Daarmee bedoel ik dat we meer tijd uittrekken om de juiste vorm voor een verhaal te zoeken. Kan een stuk beter met strip, dan als geschreven reportage? Dan gaan we daar voor. Komt een gastauteur beter tot zijn recht in een interview dan in een gastbijdrage? Dan doen we het zo.
En meer vertelkunst? Dat we de voordelen van ons medium beter leren gebruiken om de nadelen ervan te compenseren. Dat zit hem in toon, opbouw, invalshoek. Maar ook in maatvoering. Diepgang zit niet in het aantal woorden, maar in wat je met die woorden doet. Daar kunnen we nog een flinke stap in zetten.
Ten slotte nog dit: als adjunct-hoofdredacteur heb ik het voornemen om de sprankelende persoonlijkheden van al onze auteurs nog beter tot hun recht te laten komen op ons platform. Want het kan natuurlijk niet zo zijn dat sommigen ons platform als humorloos ervaren, terwijl alleen al de lunch op onze redactie een aaneenschakeling van hilariteiten is. We zijn serieuze journalisten, maar onze andere kanten zouden beter over het voetlicht kunnen komen.
3. De lezer beter betrekken bij het journalistieke proces
In september 2013, enkele weken voordat we zouden beginnen, mocht ik op het podium van Paradiso in Amsterdam vertellen wat voor journalistiek ik wilde gaan bedrijven bij De Correspondent. Mijn verhaal draaide vooral om procesjournalistiek, dat wil zeggen: journalistiek die minder gericht is op de productie van artikelen en meer op het verslag doen van een journalistieke zoektocht. Ik zou, samen met lezers, stap voor stap dossiers uitdiepen en onderzoeken uitvoeren.
Terugkijkend op een jaar De Correspondent is dat maar deels gelukt. In tegenstelling tot mijn mooie voornemen, ging verreweg de meeste tijd zitten in het tikken van stukken. Daar zijn logische verklaringen voor, maar het is ook jammer: die keren dat het mij en mijn collega’s wel lukte om procesjournalistiek te bedrijven, leverde dat bijna altijd mooie series op, waarbij correspondenten gevoed werden met nieuwe informatie en inzichten van lezers.
Mijn - en ons - voornemen is om dit jaar structureler dergelijke journalistieke projecten te starten en in samenwerking met onze lezers journalistieke zoektochten te ondernemen. Die belofte doe ik wel in iets minder grote bewoordingen dan een jaar geleden. Want gewoon goede stukken tikken: dat moet ook nog steeds.
4. Beeld en geluid beter inzetten om verhalen te vertellen
Het afgelopen jaar zijn wij op zoek gegaan naar een cultuurjournalistiek die past bij De Correspondent. We willen een aanvulling zijn op het enorme cultuuraanbod wat er al is en ons buigen over ontwikkelingen waar misschien niet direct een haakje voor is. Lezers attenderen op zaken omdat ze mooi zijn, of grappig, of prikkelend zijn. En ook alledaags taalgebruik, populaire televisieseries, het volwassen worden van de gamewereld zijn het belichten waard.
Dus zochten we naar nieuwe vormen en andere onderwerpen. Zo maakte Nina Polak, voor haar reeks over verhalen, podcasts, schreef Lynn Berger over de geschiedenis van zulke alledaagse cultuurverschijnselen als het kantoor en ontwikkelde gastcorrespondent Marian Cousijn een viertrapsraket om in de tuin van Ernst-Jan Pfauth over kunstwerken te schrijven. Sterre Sprengers benutte de mogelijkheden die online journalistiek in een rijk-geïllustreerde analyse van de Facebook-foto’s van acteur Jason Statham.
Allemaal geslaagde projecten, maar nog niet genoeg. Komend jaar willen we op dit vlak méér doen en beter. We gaan meer gastauteurs een podium geven, zoals Thomas Heerma van Voss en Niña Weijers. Tekenaar Hanco Kolk zal de herkomst van culturele archetypen in stripvorm onderzoeken en benut zo nog meer de mogelijkheid van beeldjournalistiek. Vooral met dat laatste zouden we verder willen experimenteren, bijvoorbeeld door ook eens video-essays te maken.
Beeldredacteur Sterre Sprengers vertelt waarom dit er nog niet altijd van gekomen is - en hoe ze denkt dit mogelijk te maken.
Onze verhalen zien er qua vormgeving nog te veel hetzelfde uit. De mogelijkheden voor opmaak zijn te beperkt. De opties zijn: tekst, beeld, filmpjes en geluid. Maar met beeld kan voorlopig nog niet zoveel: niet zoomen, geen slideshows, weinig opties om beeld in tekst te plaatsen. Op onze voorpagina is niet goed zichtbaar hoe mooi de visuele producties zijn die er soms achter die koppen verstopt zitten.
Maar deze mogelijkheden komen wel. Sommige al heel snel, zoals fotoseries en een zoomfunctie. En het verlangen is er nog steeds, niets minder dan een jaar geleden, om verhalen te maken die niet alleen door de inhoud, maar ook door de vorm bijzonder zijn. Het is een beginnetje van iets wat het komende jaar alleen maar zal groeien.
5. Een zoekfunctie, een betere voorpagina en per maand betalen
Wanneer komt die zoekfunctie nu eindelijk eens? Kan ik jullie stukken ook printen? Waar vind ik themadossiers? Komt er ook een RSS-feed? Zomaar een greep uit de veelgestelde vragen die we over de site krijgen.
Onze hoogste prioriteit heeft nu het toegankelijker maken van verhalen door een vernieuwde voorpagina en een zoekfunctie
Onze partner Momkai werkt samen met ons zo hard mogelijk aan het verder ontwikkelen van de site. Er is namelijk nog we een wereld te winnen - niet alleen aan de voorkant, maar ook aan de achterkant. Welke functies kun je binnenkort verwachten (als in: dit jaar)?
Onze hoogste prioriteit heeft nu het toegankelijker maken van verhalen door een vernieuwde voorpagina en een zoekfunctie. Ook willen we eerste stap zetten naar thematische bundeling van onze bestaande stukken in de vorm van dossiers.
Volgend jaar hopen we in het eerste kwartaal een maandlidmaatschap aan te bieden en willen we meer mogelijkheden geven aan leden om hun kennis te delen, los van de onderzoeken die onze correspondenten op dat moment in uitvoering hebben. Het leesbaarder maken van de bijdragen onder stukken en het gemakkelijker bijhouden van een discussie staan ook hoog op onze wensenlijst.
Hoofdvormgever Harald Dunnnink geven we graag het laatste woord.
Toen we, als mede-oprichter Momkai, begonnen met het bouwen van De Correspondent, waren de stappen allemaal groots en meeslepend: van niets naar iets, van ‘nooit van gehoord’ naar een podium van naam. We bouwden en lanceerden het platform in amper vijf maanden zwoegen en zweten.
Om dan te kunnen beginnen aan het Grote Updaten.
Maar de praktijk is weerbarstiger. Zo hadden we net een groot aantal betalingsmogelijkheden gebouwd en een nieuwe ledenadministratie opgetuigd, toen de EU halverwege het jaar met een gezamenlijke betaalmarkt (SEPA) roet in het eten gooide. Deze regeling bleek voor de externe partij die voor De Correspondent de betalingen afhandelt veel meer aanpassingen te vergen dan vooraf was gedacht.
Dit soort tegenslagen maakten dat updates aan de site die wij - net als jullie - ook al heel lang wensen, zoals een goede zoekfunctie, nieuwe leesinstellingen en meer opties voor beeld, pas later kunnen realiseren dan we voor ogen hadden. Dat heeft ook te maken met het feit dat we willen garanderen dat alle vormen op alle schermen en in alle browsers goed zichtbaar zijn - iets wat door de talloze verschillende mobiele telefoons, tablets en systemen geen gemakkelijke opgave is.
Mijn streven als vormgever is om jullie een platform te geven dat een zeker rust uitstraalt en dat uitnodigt tot lezen, kijken en luisteren. Het komende jaar willen we dat principe verder uitbouwen. Met overzichtelijke dossiers, een zoekfunctie, maar ook: met geheel nieuwe journalistieke vormen.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!