Internetkunst. Kunstwerken die geen fysieke verschijningsvorm hebben. Ze zijn nog amper tot de kunsthistorische canon doorgedrongen. Tijdens mijn studie kunstgeschiedenis kwamen ze helemaal niet aan bod.

Dit terwijl internetkunst al net zo lang bestaat als internet zelf.

Pas toen ik in een galerie ging werken, kwam ik in aanraking met de verkoop van online kunst. We verkochten websites van kunstenaar Dat gaat zo: een verzamelaar wordt eigenaar door middel van een contract. Zijn naam komt in de titelbalk van de website te staan en hij wordt verantwoordelijk voor het online houden ervan.

Nog steeds kan iedereen gratis van zíjn kunstwerk genieten. De vraag blijft: waarom zou je zoveel geld betalen voor een kunstwerk dat je niet - in de traditionele zin van het woord - kan bezitten?

Een korte geschiedenis van de online kunst

Aanvankelijk vond ik online kunst bezitten nogal een abstracte gedachte. Tot ik een kunstverzamelaar tegenkwam die trots zijn telefoon tevoorschijn haalde en zijn nieuwste aanwinst liet zien: een website. Vergeleken met de honderden andere werken uit zijn collectie - die na aankoop meestal direct naar de kunstopslag verdwenen - kan je hier altijd en overal van genieten. Bovendien is er geen gedoe met transport, opslag, slijtage of het risico op diefstal of vervalsing.

Sociale netwerken, smileys, online beeldcultuur, internetbedrijven: in veel hedendaagse kunst is het allemaal verweven

Het sluit aan bij een wereld waarin we steeds minder waarde hechten aan het bezit van fysieke objecten. Digitaal is een steeds volwaardiger alternatief geworden: denk aan cd-collecties die vervangen worden door Spotify.

Maar waarom wordt online kunst dan toch nog zo sporadisch aangekocht? Het bestaat al sinds de uitvinding van computernetwerken. In de tweede helft van de jaren negentig was net art zelfs een tijdje the next big thing. Maar de kunstenaars koesterden hun onafhankelijkheid van de traditionele kunstwereld: ze konden hun kunst immers eenvoudig met een publiek delen zonder dat daar de kunstmarkt of instituten voor nodig waren. Bovendien kwam de kunst het beste tot zijn recht op een computerscherm en voegde de presentatie in musea weinig toe.

Hoewel het internetgebruik alleen maar toenam, raakte online kunst – na verschillende keren te zijn doodverklaard – rondom de millenniumwisseling zodoende een beetje in de vergetelheid. Ondertussen groeide een nieuwe generatie kunstenaars op die zich niet specifiek op het medium focuste, maar voor wie het gebruik van internet volstrekt vanzelfsprekend is. Sociale netwerken, smileys, online beeldcultuur, internetbedrijven: in veel hedendaagse kunst is het allemaal verweven. Het heeft nauwelijks nog zin om een onderscheid te maken tussen internetkunst en niet-internetkunst. Waarom blijven websites dan zo moeilijk verkoopbaar?

Waarom deze verzamelaar twintig digitale kunstwerken heeft

F1 Racer Mod (aka Japanese Driving Game), 2004

‘Wanneer mensen mij vragen waarom ik online kunstwerken koop, zeg ik ze altijd: je moet het zelf proberen, dan snap je het meteen!’ Enthousiast vertelt de Zweedse muzikant Hampus Lindwall over zijn kunstcollectie vanuit zijn Parijse appartement. Op de achtergrond staat een ouderwetse monitor, waar Cory Arcangels iconische kunstwerk op draait.

Lindwall kocht in 2011 zijn eerste online kunstwerk en wordt als pionier gezien. ‘Dat was nog niet eens zo heel vroeg, maar destijds was er echt bijna niemand die in het concept geloofde. Maar voor mij is het volstrekt logisch. Wanneer ik kunst koop is de kwaliteit van een werk doorslaggevend, niet het medium – of het nu een schilderij, een sculptuur of een gifje is. Misschien komt het ook door mijn beroep – muziek is ook immaterieel.’

?.net, JoDi (2015), uit Lindwalls collectie

Lindwall bezit een stuk of twintig digitale kunstwerken, waarvan er een aantal staat. ‘Aanvankelijk was ik van plan om een speciale monitor in mijn huis op te hangen om de gekochte werken op te bekijken. Maar zodra ik ze eenmaal in mijn bezit had, kwam ik erachter dat het idee alleen al bevredigend genoeg is. Verder ga ik er niet heel anders mee om. Zo nu en dan krijg ik een verzoek of ze in een tentoonstelling opgenomen mogen worden. Dan kan natuurlijk altijd, zolang er maar bij wordt vermeld dat ze uit mijn collectie komen.’

Zo anders is het bezit van een website dus niet, in vergelijking met traditionelere vormen van kunst. Ook publieke websites kunnen verzamelwoede oproepen. Lindwall: ‘Toen ik van Constant Dullaart zag, wilde ik het meteen hebben. Maar het bleek net twee weken eerder verkocht te zijn. Ik ben echt jaloers dat er nu de naam van een of andere gast boven staat, en niet die van mij.’

Wavingocean.com van Constant Dullaart

Waar eigenaarschap eindigt (en weer begint)

Er zijn ook verzamelaars die de grenzen van het eigenaarschap opzoeken. De Griekse kunstenaar die zelf maakt maar vooral succesvol is met olieverfschilderijen van hardware, startte in 2000 The Electronic Orphanage. ‘Ik had toen nog geen idee wat het zou worden – in ieder geval geen kunstverzameling. Ik wilde iets nieuws.’

Op Jackosonpollock.org van Miltos Manetas.

Manetas startte een beweging waar online kunstwerken uit voortkwamen. ‘Het eerste werk dat ontstond, was een bureaubladachtergrond. Het was voor het eerst dat ik het gevoel had dat ik iets wilde verzamelen. Als iemand mij een schilderij van Rembrandt zou geven, zou ik het meteen naar een museum brengen. Maar van deze dingen wilde ik graag eigenaar zijn.’

Op zijn inmiddels een stuk of twintig te zien. Manetas vergelijkt zijn verzameling met een fotoalbum: ‘Ik verwerf deze werken zoals mensen die een snapshot nemen zich een moment toe-eigenen. Het is voor mij een manier om deze werken te bezitten.’

Op Fataltotheflesh.com van Rafaël Rozendaal.

Manetas onderzoekt ook hoever zijn macht als verzamelaar en kunstenaar reikt. ‘Een van mijn favoriete werken is van Rafaël Rozendaal. Ik vind alleen dat de titel zou moeten zijn. Ik legde die titel voor aan de kunstenaar, maar die was het er niet mee eens. Maar ik ben de van het werk, ik kan ermee doen wat ik wil. Dus ik heb de domeinnaam gekocht en het werk erop gepubliceerd om een statement te maken: het is nu een toegeëigend werk van mijzelf, als kunstenaar.’

Wat de eigenaar moet doen

Behalve de kick van het bezitten is er nog een belangrijke drijfveer om online kunst aan te kopen: je wordt verantwoordelijk voor het voortbestaan. Hoewel websites niet geplaagd worden door de vijanden van traditionele kunstwerken (ongedierte, zonlicht, luchtvochtigheid), zijn ze erg kwetsbaar. Wanneer de hostingkosten niet betaald worden, verdwijnt het kunstwerk. En om de snelle softwareontwikkelingen bij te houden, moet de code regelmatig worden aangepast. Ook kan de kunst natuurlijk altijd gehackt worden.

Veel belangrijke web art uit de jaren negentig is inmiddels al niet meer te zien: de werken geven foutmeldingen of zijn helemaal verdwenen. Hoewel de kunstenaars zich destijds dus om begrijpelijke redenen verzetten tegen de institutionalisering van hun kunst, blijkt het toch fijn wanneer iemand zich erover ontfermt.

Hoewel de kunstenaars zich destijds verzetten tegen de institutionalisering van hun kunst, blijkt het toch fijn wanneer iemand zich erover ontfermt

Lindwall: ‘Je moet het zien als een beeld in een park: iedereen kan ervan genieten, maar er is een eigenaar nodig die het zo nu en dan oppoetst of restaureert. Als je een website koopt, heb je die verantwoordelijkheid ook. Je betaalt hostingkosten, ook heb ik werken laten aanpassen om ze op smartphones en tablets te laten functioneren. Dat onderhoud is helemaal niet zo’n probleem: een programmeur uit China heeft het voor 50 dollar zo voor je gefixt.’

Van sommige kunst moet je de vergankelijkheid kunnen accepteren. Lindwall: ‘Een kunstwerk zoals van Jodi is op hacken gebaseerd en wordt steeds geblokkeerd door Google. Op een gegeven moment zal het hacken misschien niet meer lukken en houd je alleen documentatie [screenschots bijvoorbeeld, MC] over.’

Dat is binnen de beeldende kunst niet zo’n vreemd idee: ook performances zijn vluchtig en moeilijk te conserveren.

Geogoo.net van het kunstenaarscollectief Jodi

Wat de traditionele kunstwereld doet

Waarom verwerven musea dan nog niet massaal websites?

Internationaal gebeurt het al wel mondjesmaat: musea als het en het zijn ermee bezig. Nederlandse musea verwerven zo nu en dan een werk dat zijn oorsprong heeft op het internet, maar die belanden meestal in collecties Vormgeving of Tekenkunst en worden niet online gehouden. Ik heb een conservator eens horen verklaren dat online kunstwerken als openbare ruimte beschouwd moeten worden en daarom niet in het domein van een museum thuishoren. Bovendien zouden ze te lastig zijn om te onderhouden: zo instabiel en kwetsbaar.

winterlakecomentbounds_ber_nopolesCS5lol2 by Petra Cortright (2013) / Lindwalls collectie

Dat lijkt mij juist een reden voor musea om zich over online kunst te ontfermen: het bewaren van kwetsbaar cultureel erfgoed is nu eenmaal een taak van zulke instellingen. Het is alleen even wennen: normaal gesproken moeten musea hun schatten zo veel mogelijk afschermen voor invloeden van buitenaf (‘Niet aanraken!’). Een online kunstwerk bestaat juist bij gratie van interactie met het publiek.

Veel musea zijn wel bezig met de vraag hoe ze zich tot online erfgoed moeten verhouden, maar van aankopen komt het meestal nog niet. Het Bredase Museum of the Image, vormt daarop een uitzondering. Het museum is sinds een jaar of twee bezig met het verwerven van online kunst. Curator Ward Janssen: ‘We leven in een wereld waarin alles technologisch razendsnel verandert. Kunst is een van de weinige plekken waar daarop nog gereflecteerd wordt. Het functioneert als een soort barometer, een houvast. Omdat technologieën zo snel verouderen, gaat de culturele waarde die ermee wordt gecreëerd ook snel verloren. Het is van belang om die te behouden.’

Arrows_Krystel_W_Sounds_2013 by Petra Cortright (2013) / Lindwalls collectie

Dan kan in de vorm van een registratie of een archief. Zoals One Terabyte of Kilobyte Age van kunstenaar die een aantal websites van de ondergang redde door er een kunstwerk van te maken. Janssen: ‘Het interessante van het project is dat het een onderzoek is naar de conservering van het internet, maar dan vanuit het perspectief van een kunstenaar.’

Het MOTI verwierf Lialina’s project als documentatie: de websites zijn niet meer actief. Janssen: ‘Dat is niet altijd haalbaar. Maar meestal is het wel ons doel om de websites niet alleen als registratie in de collectie te hebben, maar ze zo lang mogelijk online te houden. Eens per jaar lopen we alle werken langs om te checken of ze nog naar behoren functioneren. Mocht dat niet zo zijn, vragen we een programmeur ze te updaten.’

Het kan dus wel. Online kunst is alleen even wennen: voor verzamelaars dat ze niet exclusief van hun dure aankopen kunnen genieten, voor musea dat ze met kunstwerken moeten omgaan die nog volop in beweging zijn. Miltos Manetas ziet het wel voor zich: ‘Ik zou mijn collectie uiteindelijk wel aan een museum willen schenken. Het Metropolitan of zo.’

Deze virtuele kunst laat zien hoe het internet ons heeft veranderd Geoffrey Lillemon (1981) is een internetkunstenaar van het eerste uur. Aan de hand van zijn kunstwerken is goed te zien hoe het internet de afgelopen decennia is veranderd. En: hoe dat ons weer veranderde. Vandaag leidt hij je rond door zijn eigen online museum. Lees het stuk hier terug