Met een minzaam lachje gooit Mavela het visitekaartje terug naar de agent. Ze hoeft zijn bescherming niet. Hij is popo en een racist - niet te vertrouwen.

De agent negeert het en vraagt Mavela of ze toevallig een meisje heeft gekend dat Malou heette. Het mooiste meisje van de buurt, ze leek wel een beetje op haar. Malou raakte ook betrokken bij de straatbende Black Bronx, net als de vijftienjarige Mavela.

Ze schampert. ‘Nee.’ De agent schuift haar een foto toe. Dan: een flashback van een jong meisje in een donker hok, gekneveld, glimmend van bloed en zweet. Een dolle pitbull die het hok wordt binnengeleid door een pikzwarte man op Timberlands. We zijn weer terug: op de foto die voor Mavela ligt een zwart met rode vleesbrij zonder lippen of neus.

Malou.

YouTube
Bekijk hier de trailer van Black.

Waar de film over gaat

Het is een gebeurtenis vrij in het begin van Black, de film over Brusselse straatbendes van regisseursduo die donderdag in Nederland in première ging. In de eerste weken dat hij draaide, trok de film meer dan 100.000 Belgische bezoekers, op het Internationaal filmfestival van Toronto won hij de Discovery Award en op het Film Fest Gent werd Black beloond met de publieksprijs. Het is een grimmig sprookje, dat wordt gedragen door de liefde tussen hoofdpersonages Mavela (Martha Canga Antonio) en Marwan (Aboubakr Bensaihi), en in anderhalf uur zonder adempauze alles en iedereen dat daaromheen hangt verwoest.

De agent spreekt Mavela over Malou wanneer die eerste ernstig verstrikt raakt in het geweld van haar straatbende, de Black Bronx. Ze zit voor de zoveelste keer op het politiebureau, dit keer omdat ze getuige was van een massale knokpartij tussen haar gang en de 1080’s, een Marokkaans-Belgische bende uit dezelfde buurt.

Het is een grimmig sprookje, dat wordt gedragen door de liefde tussen hoofdpersonages Mavela en Marwan, en in anderhalf uur alles en iedereen dat daaromheen hangt verwoest

Hoe dat ging? Na een opstootje in de metro riep een van de leden van 1080 na het uitstappen nét te vroeg ‘fuck jullie, kutzwarten.’ De metrodeuren waren nog niet helemaal gesloten en de Black Bronx stormden het perron op. Vingers werden boven aanstekers gehouden tot de huid sprong, ellebogen op stoepranden gelegd en vertrapt, gezichten stukgeslagen tegen de toegangspoortjes van het station.

Na het gevecht: alle leden van beide bendes op het politiebureau. Niemand weet iets. ‘Ik zat thuis een boek te lezen, agent. Shakespeare.’ Ook Mavela laat niks los, maar stopt na het zien van de foto van Malou toch het visitekaartje van de agent in haar zak. Ze gaat direct terug naar haar bende; eenmaal binnen kom je er niet meer uit.

Dit claustrofobische gegeven is, met de verboden liefde tussen Black Bronxer Mavela en 1080’er Marwan, de rode draad van het meedogenloze meesterwerk van El Arbi en Fallah, de verfilming van twee jeugdboeken, Black en Back, van de Vlaamse auteur Dirk Bracke.

Hoofdrolspelers Aboubakr Bensaihi en Martha Canga Antonio als Marwan en Mavela.
Hoofdrolspelers Aboubakr Bensaihi en Martha Canga Antonio als Marwan en Mavela.

Hoe de regisseurs hun niet-witte acteurs vonden

Vanwege het gebrek aan niet-witte acteurs in België begonnen Fallah en El Arbi een eigen castingbureau: Hakuna. Hun acteurs vonden ze op straat, via sociale media en bij schoolbezoeken. Daar ontdekten ze de mannelijke hoofdrolspeler, Aboubakr Bensaihi. Een geboren Molenbeker en volgens El Arbi ‘prototype grootbakkes. Je hebt in elke klas één zo’n motherfucker die met iedereen zit te kutten. Ik vond hem zó irritant. Dus ik zei: als je hier zo’n grote bek hebt, kom naar de audities dan.’ Grijnzend: ‘wist ik veel dat hij echt zou komen.’

Martha Canga Antonio als Mavela.
Martha Canga Antonio als Mavela.

Tijdens een van de latere auditierondes zag El Arbi hem pas weer. ‘Ik vroeg aan Bilall: wat de fuck doet die rat hier nog steeds? Maar hij zag het potentieel eerder dan ik en was gelukkig al overtuigd van zijn kunnen.’ Fallah: ‘Hij is wild. Maar toen hij eenmaal de juiste mindset te pakken had, was het goud. Toen we de chemie tussen hem en Martha zagen was het beslist: zij worden onze Mavela en Marwan. El Arbi: ‘Zij was trouwens eigenlijk perfect voor een andere rol, de bijrol van een zwanger meisje in de bende. Maar we konden niet om haar talent heen.’

Aboubakr Bensaihi (rechts) als Marwan.
Aboubakr Bensaihi (rechts) als Marwan.

Martha Canga Antonio, die de rol van Mavela vertolkt, werd sinds het verschijnen van de film op het Black Nights Film Festival uitgeroepen tot beste actrice en ontving een nominatie voor European Shooting Star op het filmfestival van Berlijn. Tijdens het interview giechelt ze in mijn recorder: ‘Shout-out naar de hele cast van Black. Shout-out naar Amsterdam. Shout-out naar Woo Hah festival - o ik wil daar echt naartoe dit jaar.’

Ze is ondanks haar overduidelijke acteertalent bescheiden over haar aandeel in het succes van de film. ‘Het is moeilijk te geloven wat er allemaal gebeurt nu. Ter voorbereiding moesten we van Adil en Bilall een paar klassieke films over bendes kijken, verder heb ik geprobeerd Mavela onder mijn huid te krijgen. Hoe zou zij reageren? Wat zou zij voelen? Het is heel dankbaar om een personage te mogen spelen dat zoveel dingen bespreekbaar maakt: onzekerheid, verboden liefde, seksueel geweld, racisme. Dat is trouwens de domste vraag die me tijdens interviews altijd gesteld wordt: ‘Heb je in het echte leven weleens te maken gehad met racisme?’ Natuurlijk. Helaas, maar natuurlijk.’

Bendeleden om de opnamen goed te laten verlopen

Er klinkt een schreeuw tijdens het interview en we lopen naar de grote zaal; ze zijn het geluid aan het testen voor de première vanavond. Op het scherm wordt Marwan in elkaar getrapt. Bensaihi schatert: ‘O, ik was het zelf, man.’ Vanaf het balkon kijken hij en Canga Antonio naar het enorme scherm en de honderden lege stoelen ervoor. Bensaihi wipt op neer, maait met zijn arm. ‘Dit shot. Met die metro. Dat is zo fucking cool.’ Canga Antonio kijkt naar het balkenplafond, het glas-in-lood achter het podium, lacht en verzucht: ‘Wauw.’

Ook buiten de film is er chemie tussen de twee. Zij de kalmte, hij de drukte, beiden het enthousiasme. Allebei zeggen ze weinig gemeen te hebben met het personage dat ze spelen in de film. Bensaihi, die voor zijn rol van Marwan nog nooit geacteerd had, bereidde zich voor op zijn rol door mensen uit de buurt te bestuderen. ‘Ik was in een snackbar en zag een Marokkaan, petje hoog op z’n hoofd.’ Hij duwt zijn borst vooruit, laat zijn lip hangen als Sylvester Stallone. ‘En hij bestelde zo van: geef me dit. Geef me dat.’ En mensen luisterden, hij was charmant. Dat vond ik zo vet, die houding heb ik in Marwan gestopt.’

De dialogen die de acteurs moesten uitspreken stonden van tevoren vast, maar de manier waarop was vrij, om de interactie zo natuurlijk mogelijk te houden. Het werkt: Black lijkt ondanks de zwaar aangezette cinematische details en constant pompende muziek op een documentaire, zo oprecht. De acteurs repeteerden maar twee maanden en namen de film in dertig dagen op, midden op de straten van Brussel. Toevallige passanten werden figuranten, echte gebeurtenissen op straat werden het decor.

‘Tijdens ons filmgevecht werd een paar meter verderop geknokt en een mes getrokken tijdens een echte benderuzie.’

Daar kunnen filmen, midden in het inmiddels beruchte Molenbeek en de nabijgelegen Matongéwijk, had wat voeten in aarde. De regisseurs brachten voorafgaand aan de opnames veel tijd door in de wijk en zochten naar sleutelfiguren; mensen die de wijk door en door kenden en het respect hadden van de plaatselijke bendes.

Regisseur Fallah: ‘We zijn nooit echt in gevaar geweest, want we hadden de bescherming van echte bendeleden tijdens de opnames. Zij stonden om de set heen om ervoor te zorgen dat we daar rustig konden opnemen. Maar op de dag dat we een gevecht tussen de Black Bronx en een andere bende opnamen, kreeg onze échte bende ruzie met een rivaliserende gang uit de buurt, die het er niet mee eens was dat we daar aan het filmen waren. Tijdens ons filmgevecht werd toen een paar meter verderop geknokt en een mes getrokken tijdens een echte ruzie. El Arbi gooit zijn armen in de lucht: ‘Eigenlijk hadden we een behind the scenes-crew mee moeten nemen, man.’

El Arbi en Fallah worden wild als ze het over hun film hebben. Met diezelfde passie praten ze ook over andere films. Zwaar beïnvloed door hun grote voorbeelden en Martin Scorsese worden alle grote ontwikkelingen in Black bijvoorbeeld vluchtig, maar in detail gefilmd. Bloed dat in een doucheputje verdwijnt na een groepsverkrachting. Stroboscopische flashbacks van het oorlogsverleden van een bendeleider. De ontluikende liefde, stiekeme dansjes in een metrostation, plagerijtjes in een hamburgertent, de trillerige eerste seks.

De vooroordelen en de vragen

En ook: grote, boze, zwarten die zich een slag in de rondte verkrachten, Marokkanen met opscheertjes die voor hun lol bejaarde vrouwtjes beroven en molotovs naar politiewagens gooien; de makers leunen zwaar op negatieve stereotyperingen om hun versie van Molenbeek neer te zetten.

Toch stoort het niet, omdat het verhaal steeds dusdanig ingezoomd blijft dat de makers kunnen spelen met hun eigen vooroordelen, en omdat de personages naast het stereotype dat ze op het oog lijken, ook allemaal een tweede en derde laag krijgen gedurende de film. El Arbi en Fallah bevestigen dat op sommige dingen dieper wordt ingegaan dan op anderen, ‘maar keuzes moet je altijd maken in montage en de hoofdlijn is de liefde. Dit is het verhaal van Marwan en Mavela, en dat ziet er zo uit.’

Op één punt onderscheidt Black zich duidelijk van andere klassiekers in het bendegenre - La Haine, Cidade de Deus, Boyz n da Hood. Door te kiezen voor een vrouw als hoofdpersonage. Vrouwen zijn het genre vaak decor, bijzaak of instrumenten om de mannelijke strijd nog duidelijker te maken. Denk aan de bezorgde maar machteloze moeder die haar zoon ziet ontsporen, de jaloerse ex, de wanhopige vriendin. In Black zijn de rollen omgedraaid: het verhaal van Marwan en zijn 1080-bende ondersteunt de positie van Mavela en haar Black Bronx.

Na de vertoning, ‘s avonds in de grote zaal van Paradiso, volgt een staande ovatie, dan een zittende, dan nog een joelende. Acteur Nasrdin Dchar stelt de cast en regie wat vragen op het podium, onder meer over de relletjes die uitbraken nadat de screening van de film in een Brusselse bioscoop werd afgelast. El Arbi: ‘Ze wilden niet dat al die zwarten en mocro’s naar de bioscoop zouden komen, ze waren bang dat ze de zaal gingen afbreken.’ De zaal juicht. ‘Dat is natuurlijk niet de officiële uitleg, maar zo zit het wel.’

Het is goed dat Dchar met de regie en acteurs praat, de rest van de zaal lijkt even op adem te moeten komen. Het is moeilijk om bij Black meteen na het kijken een oordeel te hebben. Daarvoor is de materie te ingewikkeld, het acteerwerk te rauw, de zintuigelijke ervaring te overweldigend en het aantal existentiële vragen dat de film oproept - over de liefde, over eer, over trouw, over racisme - misschien wel te groot.

De eerste vraag die uiteindelijk vanuit de zaal komt: ‘Hoi. Ja ik heb een vraag aan Aboubakr Bensaihi. Ik vroeg me af hoe je de opnames hebt gecombineerd met school.’

Bensaihi: ‘Het was zomervakantie.’

Lees ook:

Voor het Amerika van Quentin Tarantino is er weinig hoop (als het om racisme gaat) Quentin Tarantino zegt Amerika met zijn nieuwe film The Hateful Eight een spiegel voor te willen houden. Wat heeft de regisseur dan te melden over het racisme dat zijn land teistert? Noot: dit stuk bevat enkele kleine spoilers. Lees hier het stuk van Rick de Gier terug Het is tijd voor een conclusie: witte onschuld is een illusie Het 'kleine' Nederland heeft er eeuwenlang een imposant imperialistisch rijk op nagehouden. Toch heeft het dat nooit echt willen weten. Dat heeft grote gevolgen voor de huidige racismediscussie: we blijven vergeten, ontwijken en ontkennen. Tijd voor een einde aan dat imperialisme. Lees hier het verhaal van Gloria Wekker terug