Allereerst: een aantal belangrijke cijfers over het ongeluk met de drie kernreactoren in de Fukushima

Hoewel er waarschijnlijk niemand aan dodelijke doses straling is blootgesteld, zijn er als gevolg van de evacuatie na de kernramp vermoedelijk Ruim 80.000 omwonenden kunnen bijna drie jaar na dato nog niet terug naar huis. Vermoedelijk moeten ze nóg drie jaar geduld hebben. Pas dan is het gebied rond Fukushima schoongemaakt. Een gebied iets kleiner dan de provincie Utrecht is niet meer bewoonbaar.

Tweeduizend man zijn continu aan het werk om het gebied rondom de centrale op te ruimen. Voor 29 miljoen kubieke meter besmette grond, ongeveer 36 keer voetbalstadion De Kuip, moet nog een acceptabele bestemming worden gevonden. Op het terrein van de kerncentrale liggen tientallen bassins met besmet water waarmee je De Kuip voor twee derde kunt vullen. De Japanse overheid weet nog niet waar ze dit moet laten.

Ruim 250.000 voormalig omwonenden hebben een schadeclaim ingediend tegen TEPCO, de eigenaar van de Fukushima-reactoren. Bedrijven legden zeker 110.000 claims neer. Volgens de jaarverslagen van TEPCO is ongeveer 30 miljard euro inmiddels uitbetaald aan particulieren en bedrijven. Bank of America rekende uit dat de claims kunnen oplopen tot 80 miljard euro. Een bedrag dat TEPCO niet kan dragen. Hoe hoog de kosten voor de schoonmaak zijn, is nog onbekend, maar het zullen tientallen miljarden zijn. En de Japanse overheid zal het overgrote deel moeten betalen.

De angst voor straling, het verdriet en de ontworteling van de lokale bevolking zijn niet zo makkelijk in cijfers uit te drukken

De angst voor straling, het verdriet en de ontworteling van de lokale bevolking zijn niet in cijfers uit te drukken. De schade aan de natuurgebieden in de buurt van de centrale evenmin. Naar verwachting zullen daar decennialang hoge concentraties radioactieve deeltjes te vinden zijn doordat het water uit de bergen zich in poelen verzamelt. En de vervuiling van de oceaan gaat onverminderd door omdat TEPCO er maar niet in slaagt het grondwater - dat op haar weg naar zee radioactieve deeltjes uit de kelders van de centrale meeneemt - tegen te houden.

 

Tweeduizend man zijn continu aan het werk om het gebied rondom de kerncentrale af te graven. Een acceptabele bestemming voor de besmette grond is er nog niet. Foto: Tomás Munita/Hollandse Hoogte
Tweeduizend man zijn continu aan het werk om het gebied rondom de kerncentrale af te graven. Een acceptabele bestemming voor de besmette grond is er nog niet. Foto: Tomás Munita/Hollandse Hoogte

Knullig

De ramp in Fukushima is typisch zo’n ongeluk dat volgens de modellen en draaiboeken nooit had mogen plaatsvinden. De centrale was berekend op flinke aardbevingen en tsunami’s. Maar, zo luidde al snel de verklaring, tegen deze natuurkracht is niets bestand. De aardbeving was zwaarder dan voorzien, de vloedgolf hoger.

Soms blijkt de loop van een ongeluk achteraf zo knullig. De aardbeving en de daaropvolgende tsunami leidden aanvankelijk niet per se tot onoverkomelijke schade. Ronduit rampzalig was de vermoedelijk vermijdbare keten van gebeurtenissen die op het natuurgeweld volgde: de reactorkernen waren niet gesmolten als de koeling het niet had begeven, wat weer niet gebeurd was als de de diesel-aggegregaten voor noodstroom hoger in het gebouw hadden gestaan en niet in de kelder die door de vloedgolf onder water kwam te staan. Kleine onnadenkendheden kunnen tot grote problemen leiden.

Net als de banken

Na Fukushima werd wereldwijd alarm geslagen. Alle 132 Europese kerncentrales moesten een stresstest doorstaan, net als de banken. Veel landen scherpten veiligheidseisen aan, net als de banken. De verantwoordelijke bedrijven, toezichthouders en politici hadden liggen dutten, net als bij de banken. Ik maak deze vergelijking niet voor niets. Er zijn opvallende parallellen tussen een financiële en een nucleaire meltdown. De kans op een catastrofe is klein, maar als ze plaatsvindt, is de En de winsten zijn voor private bedrijven, de verliezen voor de samenleving.

De kans op een catastrofe is klein, maar als ze plaatsvindt, is de schade groot. De winsten zijn voor private bedrijven, de verliezen voor de samenleving

Maar er is ook een verschil. Voor de financiële sector vinden we deze situatie Over de aansprakelijkheid in de nucleaire industrie wordt niet gepraat. Terwijl ze toch actueel is. Binnenkort komt de Europese Commissie met een voorstel om de aansprakelijkheid na nucleaire rampen in Europa beter te verdelen. In Italië vergoedt de eigenaar van een kerncentrale maximaal vijf miljoen euro schade na een nucleair ongeluk. In Nederland 2,5 miljard. Nog steeds een schijntje.

In feite wordt de nucleaire industrie in Europa zo flink gesubsidieerd. Ze hoeft het (onverzekerbare) risico niet in de stroomprijs mee te nemen. Dat is wrang. Want het risico lijkt alleen maar groter te worden. Dat komt niet omdat kerncentrales onveiliger worden - integendeel. Het komt omdat de oude modellen en schattingen van kernrampen en kernongelukken te optimistisch blijken. De prijs van kernenergie is daardoor in feite veel te laag.

 

Een arbeider wordt gecheckt op radioactieve straling, na het schoonmaken in het afgesloten gebieden rondom Fukushima. Foto: Tomás Munita/Hollandse Hoogte
Een arbeider wordt gecheckt op radioactieve straling, na het schoonmaken in het afgesloten gebieden rondom Fukushima. Foto: Tomás Munita/Hollandse Hoogte

Ongeluk(je)

Vraag aan een willekeurig persoon hoeveel kernongelukken hebben plaatsgevonden en de kans is groot dat hij of zij ‘twee’ zegt: Tsjernobyl en Fukushima. Het is een beeld dat de wereldwijde belangenorganisatie van de nucleaire industrie, WANO, ook graag naar voren brengt. In een factsheet vertelt ze trots dat er in 14.500 slechts twee major accidents hebben plaatsgevonden sinds 1952, het jaar dat de eerste kerncentrale open ging. 

Dat klopt. Als je tenminste afgaat op de meetmethode van het internationaal atoomagentschap (IAEA). Zij hanteert de zogenoemde International Nuclear Event Scale (INES) dat zeven zwaarteniveau’s heeft. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen incidenten en ongelukken. Een incident, zoals kortsluiting in het koelsysteem, wordt een ongeluk als er straling uit de centrale ontsnapt. Fukushima en Tsjernobyl waren een ongeluk - een schaal-7-ongeluk om precies te zijn. Het ongeluk in de Amerikaanse centrale Three Mile Island (1979) was een schaal-5-ongeluk, een accident with wider consequences

Een nest veldmuizen veroorzaakte kortsluiting in een kerncentrale in Californië

Maar de Amerikaanse onderzoeker van energieveiligheid Benjamin Sovacool heeft een andere maatstaf genomen die tegen deze optimistische modellen ingaat. Hij heeft alle energie-gerelateerde ongelukken in kaart gebracht waarbij er meer dan 50.000 dollar schade is geleden en/of minstens één dode Het blijft, net als INES, een subjectieve weergave, maar het voordeel van Sovacools overzicht is dat ook bijna-rampen tevoorschijn komen. Volgens deze methode hebben er sinds 1952 maar liefst 108 nucleaire ongelukken plaatsgevonden, het merendeel in de Verenigde Staten (58), maar ook veel in Frankrijk (13) en Japan (8). 

 

In totaal 110 kernongelukken wereldwijd. Bron: Benjamin Sovacool, Virginia Tech University. Illustratie: Momkai
In totaal 110 kernongelukken wereldwijd. Bron: Benjamin Sovacool, Virginia Tech University. Illustratie: Momkai

Wat onmiddellijk opvalt aan is dat de oorzaken ervan dikwijls zo, tja, knullig zijn. In Virginia moest een centrale vier dagen dicht omdat een schoonmaker met zijn T-shirt aan een schakelaar bleef hangen en de reactor op hol raakte. In Alabama zocht een ingenieur naar lekken in luchtleidingen. Hij gebruikte hiervoor een kaars die hij per ongeluk liet vallen. In de brand die volgde, gingen 1,6 miljoen elektrische kabels verloren. De centrale moest drie maanden dicht. Een nest veldmuizen veroorzaakte kortsluiting in een kerncentrale in Californië. De centrale moest een week dicht. Inspecteurs ontdekten dat de bovenkant van een reactor in Ohio ernstig was beschadigd. De centrale werd drie jaar gesloten. Het urgente probleem was echter bij toeval ontdekt – de inspecteurs hadden zich vergist in welke reactor ze moesten onderzoeken. En begin dit jaar nog viel de elektriciteit dertig uur weg in kerncentrale Fukushima, waardoor de opruimwerkzaamheden werden bemoeilijkt. Het euvel: een rat had kortsluiting veroorzaakt.

Kans op kernsmelting

Naar aanleiding van Sovacools dataset en de kernramp in Fukushima zijn statistici opnieuw aan het rekenen geslagen om de kans op een en de uitstoot van straling beter te berekenen. Het blijft een haast onmogelijke exercitie om tot een betrouwbare kansberekening te komen: 108 ongelukken over zestig jaar blijft een kleine dataset. 

Nu wordt de kans op een ongeluk doorgaans uitgedrukt in een gebeurtenis per aantal Zwitserse onderzoekers becijferden in april dit jaar dat de huidige modellen ervan uitgaan dat eens per 10.000 tot 15.000 reactorjaren een kernsmelting plaatsvindt, omgerekend eens per 23 tot 34 jaar. En 0,1 keer in de hele menselijke geschiedenis zou straling mogen ontsnappen, volgens deze modellen. 

De werkelijkheid is heel anders. Een reactorsmelting is gemiddeld eens per 20 jaar voorgekomen

Maar de werkelijkheid is heel anders: een reactorsmelting is gemiddeld eens per 20 jaar voorgekomen (en eens per 12,5 jaar als je Fukushima De uitstoot van straling is gemiddeld eens per vijftien jaar voorgekomen en dan wordt het ongeluk in Three Mile Island niet meegerekend vanwege de lage dosis die Deze bevindingen worden gestaafd door onderzoeken van de Europese Commissie, andere statistici en het Massachusetts Institute of Technology. 

De kans op ongelukken is afhankelijk van veel verschillende factoren: het type reactor, het bouwjaar (oude reactoren zijn onveiliger dan nieuwe), locatie, geologische stabiliteit, politieke situatie. Daardoor zijn de uitkomsten van de onderzoeken verschillend, maar ze zijn wél eensgezind in hun conclusie: de gemiddelde kans op een ongeluk à la Fukushima is groter dan altijd is aangenomen.

Hogere premie

En dus zijn ook de risico’s groter. Wat betekent dat voor de verwachte schade? Begin 2011, terwijl de ramp van Fukushima nog speelde, legde het Duitse onderzoeksinstituut Versicherungsforen Leipzig de laatste hand aan een waarin een antwoord werd geformuleerd op een interessante vraag: stel dat je kernenergie volledig wil verzekeren, hoeveel premie moet er dan De onderzoekers benadrukken dat ze aanname op aanname stapelen. Het is echter onthullend om eens met een verzekeraarsoog naar de nucleaire sector te kijken, omdat een verzekeraar veel explicieter een kosten-baten afweging maakt dan veiligheidsdeskundigen van kerncentrales zelf. Die hebben vooral oog voor het beperken van een ongeluk.

De onderzoekers beginnen optimistisch. De kans op een technisch mankement is in Duitsland heel klein. Het grote probleem is ‘evolving risk’, de risico’s die je nog niet kunt zien. Bijvoorbeeld: de bouwers van kerncentrales in de jaren zeventig en tachtig konden niet voorzien dat op een dag computervirussen zoals reactoren kunnen saboteren. 

En ook de mogelijkheid van terrorisme drijft de premie bijvoorbeeld flink op. Versicherungsforen Leipzich schat in dat een succesvolle aanslag eens in de duizend jaar plaats Een verzekeraar rekent echter niet zo ver vooruit. Een aanslag kan op dag 364 van jaar 999 plaatsvinden, maar ook op dag vijf van het tweede jaar dat de polis is ingegaan. Het risico moet in een kortere periode worden afgedekt, bijvoorbeeld voor vijftig jaar.

En dan wordt het duur. In het meest zwarte scenario moet een verzekeraar voor één centrale een bedrag van ruim kunnen ophoesten. Dit is als de ramp plaatsvindt in een dichtbevolkt gebied, met de meest extreme en ongunstige weersomstandigheden, met een enorme volksverhuizing van omwonenden. Het is een extreem scenario, maar een verzekeraar moet daar rekening mee houden. Ook als het in Japan en op een breuklijn is. De jaarlijkse premie die wordt doorberekend aan de betreffende centrale bedraagt bij een polis van zestig jaar daardoor 53 miljard euro. Als de premie wordt doorberekend in de prijs per kilowattuur (kWh) gaat die in het gunstigste scenario omhoog met 50 cent (ongeveer een verdrievoudiging). In het ongunstigste scenario betaal je liefst 8,71 euro extra per kWh.

 

Ushigoe kamp. Tijdelijke huisvesting voor bewoners die twee jaar geleden uit het besmette gebied moesten vluchten. Foto: Tomás Munita/Hollandse Hoogte
Ushigoe kamp. Tijdelijke huisvesting voor bewoners die twee jaar geleden uit het besmette gebied moesten vluchten. Foto: Tomás Munita/Hollandse Hoogte

Wie gaat dat betalen?

Het is een gedachtenoefening, pure hypothese. Want in de praktijk zijn kerncentrales zeer beperkt verzekerbaar: de verwachte schade is te groot en de premies dus onbetaalbaar. Mocht er een groot ongeluk plaatsvinden in kerncentrale Borssele - een zeer veilige kerncentrale - dan is exploitant EPZ slechts aansprakelijk voor maximaal 1,2 miljard euro. Een klein deel van de schade wordt vergoed door andere Europese landen. Al die andere miljarden komen voor rekening van de Nederlandse staat.

Volgens hoogleraar Milieurecht Michael Faure (Universiteit Maastricht) is dit geen eerlijke voorstelling van zaken. Hij spreekt onomwonden van een subsidie. In de jaren vijftig en zestig werd de noodzaak gevoeld om kernenergie te ondersteunen. Het werd beschouwd als veilige, schone en vooral goedkope energie, te goedkoop om de klant een rekening voor te sturen. In die jaren zijn ook meerdere internationale conventies over aansprakelijkheid tot stand gekomen. Die ontzien de nucleaire industrie bij rampen.

Die praktijk is tot op heden eigenlijk onveranderd: de bedragen waarvoor de industrie aansprakelijk is, zijn maar een heel klein beetje gestegen. ‘Dit is vreemd, want bij de olie-industrie zie je juist dat het risico steeds meer bij de industrie is komen te liggen. Na iedere grote olieramp, zoals van de Exxon Valdez in Alaska en de Prestige bij Spanje, werd de aansprakelijkheid verder vergroot.’ Ter vergelijking: BP is compleet verantwoordelijk voor alle schade die veroorzaakt is door de olieramp in de Golf van Mexico en heeft inmiddels al meer dan veertig miljard dollar aan claims uitbetaald.

Het wordt tijd dat ook kernenergie zijn eigen risico’s gaat dragen

Volgens Faure heeft de ramp in Fukushima wel ‘geholpen’ in de bewustwording over de ware kosten van kernenergie. Ook zijn verzekeraars bereid om grotere schades te dekken. Maar dat heeft natuurlijk wel gevolgen voor de premies van kerncentrales.

Niet voor niets verzet de Europese federatie van nuclaire energie zich tegen verhoging van de aansprakelijkheid. Hogere premies betekenen hogere kosten en dus een slechtere concurrentiepositie ten opzichte van energieopwekking door gas en kolen. 

Maar daar is het wel hoog tijd voor. Kernenergie zou zijn eigen risico’s moeten gaan dragen. Toen kerncentrales nog overwegend staatsbedrijven waren, lag een staatsgarantie meer voor de hand. Maar energiebedrijven zijn in de jaren tachtig geprivatiseerd en de markt geliberaliseerd. En als de baten privaat zijn, dan zouden de kosten dat ook moeten zijn. In een tijd waarin drastische keuzes gemaakt moeten worden over waar we onze toekomstige energie vandaan halen, moeten we ook kiezen welke vorm van energie we impliciet, dan wel expliciet willen  

Een frisdrankautomaat dat door de tsunami twee jaar geleden hier is gestrand in het besmette gebied, is nog altijd niet opgeruimd. Foto: Tomás Munita/Hollandse Hoogte
Een frisdrankautomaat dat door de tsunami twee jaar geleden hier is gestrand in het besmette gebied, is nog altijd niet opgeruimd. Foto: Tomás Munita/Hollandse Hoogte

  Fukushima, twee jaar na de ramp De foto’s in dit verhaal zijn onderdeel van de fotoserie die de Chileense fotograaf Tomás Munita (1975) afgelopen zomer in Fukushima maakte voor the New York Times. Voor eerdere documentaire projecten ontving hij meerdere prijzen, waaronder drie World Press Photo awards. Bekijk hier meer beelden uit deze fotoserie