Opereren zonder mes, dat is pas innovatie. speelt al met dit idee sinds de jaren negentig, toen ze chirurg Met als voornaamste doel: de schade aan en in het lichaam minimaliseren.

Die schade kan acuut zijn: bloedingen en infecties zijn bekende gevaren direct na chirurgisch ingrijpen. Maar ook na jaren kunnen snijwonden nog tot ernstige complicaties leiden. Littekens in het lichaam kunnen scheuren - waardoor er een lekkage kan ontstaan - of zorgen voor vergroeiingen van stukken weefsel, darmafsluiting, chronische buikpijn, of onvruchtbaarheid. Bouvy ziet elke week wel zo’n patiënt voor een heroperatie om de schade weer te herstellen.

‘Dokter Bouvy is net begonnen aan een spoedoperatie,’ zegt haar secretaresse als ik arriveer op haar afdeling in het Maastricht Universitair Medisch Centrum. ‘Ze vraagt of je naar de OK [operatiekamer] komt.’

Op de operatietafel ligt een patiënt met een grote snee in zijn hals. Bouvy staat op een verhoging over de patiënt gebogen. Ze oogt jong en slank - om fit te blijven monitort ze het aantal stappen -, haar stem is zacht, maar vastberaden. Haar collega staat aan de overkant. Samen proberen ze de enorme schildklier los te snijden, zonder de stembandzenuw te beschadigen. De patiënt heeft een ter grootte van een volwassen hart en kan niet meer ademen omdat zijn luchtpijp daardoor beklemd is geraakt.

‘Waar wil je het over hebben?’ vraagt Bouvy.

‘Over uw missie: nooit meer snijden.’

Geconcentreerd beweegt ze haar mes langs de rand van de schildklier.

‘Kom wat dichterbij. Je studeerde toch geneeskunde? Weet je nog welke zenuw dit is?’

Geen goed moment voor een interview. Dat vindt dus plaats na de operatie in de drukke koffiekamer waar chirurgen, anesthesisten en operatieassistenten tussen de operaties bij elkaar komen. Ik krijg drie kwartier van haar pauze.

Waarom nooit meer snijden?

Het mes veroorzaakt dus schade in het lichaam. Wat was het moment dat u dacht: we moeten minder gaan snijden?

‘Toen ik een keer acht uur lang bezig was een buik vol met open te knippen. Een spoedingreep, omdat de darmen afgekneld waren en niet meer doorliepen.’

‘Je wordt er als chirurg gek van: iedere nacht is er wel weer iemand opgenomen met een darmafsluiting als gevolg van verklevingen door een eerdere operatie’

‘Je wordt er als chirurg gek van: iedere nacht dat je dienst hebt gehad, is er wel weer iemand opgenomen met een darmafsluiting als gevolg van verklevingen door een eerdere operatie. Of, als de wond niet netjes hersteld is, met een littekenbreuk in de buikspieren waarin de darmen bekneld raken. Of met een naadlekkage, als er darminhoud in de buik lekt omdat twee darmuiteinden na een darmoperatie niet goed aan elkaar gegroeid zijn. 8 procent van die naden lekt in Nederland! Die patiënten moeten opnieuw onder het mes, krijgen een stoma, belanden op de intensive care door infectie. 5 procent van de mensen die lekt gaat dood.’

Over hoeveel patiënten gaat het dan?

‘Wekelijks zijn er in ieder ziekenhuis in Nederland wel vijf, zes darmoperaties. Dus naadlekkages komen En daar verliezen we mensen aan.’

‘Daarbij heeft 10 procent van de patiënten binnen tien jaar na een operatie een littekenbreuk en krijgt 10 procent binnen tien jaar last van verklevingen. Die mensen moeten ook allemaal opnieuw geopereerd worden. Heropereren van deze patiënten duurt langer, en de kans op nieuwe complicaties is groter.’

Hoe het anders kan

Illustratie: Jasmijn de Nood

Hoe zou een chirurg dan zonder te snijden een operatie in de buik kunnen uitvoeren?

‘Door de mond, anus, of vagina naar binnen. Of door de plasbuis. In ieder geval door bestaande lichaamsopeningen. Via de vagina of door de endeldarm ben je zo in de vrije buikholte en kun je daar opereren. En via de mond kom je bij de maag of bij de longen.’

Hebben vrouwen een voordeel omdat ze een extra opening hebben?

‘Ja.’

Heeft u praktijkvoorbeelden van operaties via natuurlijke openingen?

‘We kunnen darmkanker verwijderen door via de anus naar binnen te gaan. Dat kan al in het laatste stukje darm, en nu worden er instrumenten ontwikkeld om dat ook verder in de darm voor elkaar te krijgen. Soms is een combinatie van lokale bestraling en chemotherapie al voldoende en hoeft de chirurg ook binnen in de darm niet te snijden.’

‘Maagoperaties kunnen via de mond. Ik heb bij patiënten met overgewicht nu een aantal succesvolle ingrepen via de mond gedaan, waarbij we met een speciaal apparaat de maagwand aanzuigen en dichtnieten, zodat je een maagverkleining helemaal van binnenuit doet en niet door de buikspieren hoeft te snijden.’

‘Hetzelfde geldt voor patiënten met brandend maagzuur. We kunnen via de mond in de maag plooien aanleggen waardoor dat maagzuur niet meer zo makkelijk omhoog komt.’

Verklevingen ontstaan nadat de buik is opengesneden. Maar chirurgen doen toch bijna alles al met de kijkoperatietechniek?

‘Ook daar komt een mes aan te pas. Na een zijn er minder verklevingen, maar ze zijn er nog wel. Ik verwacht dat als we door bestaande lichaamsopeningen opereren, er amper verklevingen meer zullen zijn. Verklevingen zitten namelijk vaak aan het buikvlies waar je doorheen hebt gesneden en aan de organen die daar direct onder liggen.’

Hoe zou u die schildklier van daarnet verwijderen zonder mes?

‘Een struma is iets wat vaak in de Het ontstaat door een tekort aan schildklierhormoon, dan gaat die schildklier harder groeien om nog genoeg schildklierhormoon te maken. Als we dat van tevoren weten, kunnen we die mensen op jonge leeftijd al een schildklierhormoontabletje geven. Maar nu was het dus te laat. Bij zo’n grote struma moet je gewoon een grote snee maken, anders kan het er niet uit.’

U pleit daarom voor vroege detectie van aandoeningen om ziektes en operaties te voorkomen. Hoe ziet u dat voor zich?

‘Er zijn al bedrijfjes die binnen twee uur voor zes dollar ruim tweehonderd bloedbepalingen doen. Wij weten als dokters nog niet hoe we al die gegevens precies moeten analyseren, dus er moet een Big Datasysteem komen dat de gegevens in een vorm giet waar wij er iets mee kunnen.’

Maar moeten we dit wel willen?

Er is wel wat kritiek op dit soort bedrijven. Theranos, een Amerikaans bedrijf dat die bloedbepalingen doet, zou bijvoorbeeld onzuivere informatie leveren. En ook het ontwikkelen van een Big Datasysteem ligt gevoelig vanwege mogelijke schending van privacy en misbruik van persoonsgegevens. Hoe kijkt u daar tegenaan?

‘Theranos is vermoedelijk een bubble. Het is dus inderdaad enorm oppassen. Gaat Google, of andere grote bedrijven die er vaak achter zitten, straks onze wetenschapsagenda bepalen? Hoe zit het met de privacy? Die vragen zullen we moeten blijven stellen. Maar soms moeten we het toch van deze bedrijfjes hebben, omdat de snelheid waarmee zij handelen nauwelijks te evenaren is.’

‘Gaat Google, of andere grote bedrijven die er vaak achter zitten, straks onze wetenschapsagenda bepalen? Hoe zit het met de privacy?’

‘Een ander voorbeeld. Voor 160 euro kun je via je genetisch profiel laten ontrafelen. Dan krijg je een buisje toegestuurd, daar spuug je een keer in, en twee weken later krijg je je genetisch profiel en kun je zien welke ziektes je kunt krijgen. Uit dat profiel lees je ook af hoe je op bepaalde medicijnen reageert. En dat maakt de gezondheidszorg weer betaalbaarder, omdat van tevoren al bekend is of een medicijn gaat werken.’

Willen we als patiënt op de hoogte zijn van al onze erfelijke aandoeningen, die misschien niet altijd tot ziektes leiden?

‘Dat kan een nadeel zijn, maar veel ziektes kunnen we er wel mee voorkomen. Maar een genetisch profiel kan soms wel heftige informatie geven. Bijvoorbeeld of je het borstkankergen hebt of niet.’

‘Maar ja, dan kunnen we het wel voor zijn. Er zijn natuurlijk vrouwen die om andere redenen borstkanker krijgen, maar de erfelijke borstkanker heb je er dan in ieder geval uitgefilterd.’

Illustratie: Jasmijn de Nood

Het gaat nu om erfelijke aandoeningen. Hoe detecteer je aandoeningen die niet erfelijk zijn?

‘Die moeten we op allerlei manieren in een vroeg stadium opsporen. Een nanopil detecteert in de darmen bijvoorbeeld DNA van kankercellen, ook als er nog maar een paar kankercellen zijn die wij niet kunnen zien. En in zo’n vroeg stadium is de interventie heel minimaal. Ik denk dat we straks nanorobots naar die kankercellen kunnen sturen om het kanker-DNA kapot te knippen. Met een grote tumor kan dat niet meer.’

Hoe ziet u de rol van de patiënt in het voorkomen van ziektes?

‘Patiënten moeten zich bewuster worden van hun leefstijl. En hun genetisch profiel en bloed laten onderzoeken. Misschien moet de rol van de huisarts ook anders worden: dat baby’s met een hielprik ook een genetisch profiel krijgen, en dat de huisarts dan een gesprek voert met de ouders over wat ze kunnen doen om ziektes te voorkomen.’

‘Wat ook nog kan, is embryoselectie. Daar moeten we natuurlijk mee oppassen, maar we kunnen die genen wel beïnvloeden. Als de helft van mijn eicellen het borstkankergen kan doorgeven, dan zou ik wel graag willen dat daar een selectie plaatsvindt. Jij niet?’

Er zullen waarschijnlijk mensen zijn die ofwel niet geïnformeerd zijn over de mogelijkheden ofwel niet welwillend zijn hun embryo’s te selecteren of hun genetisch profiel te laten testen. Wat gebeurt er met die mensen?

‘Ik denk eigenlijk dat we hooguit de helft van de samenleving kunnen bereiken. De andere helft zal doorgaan zoals het nu gaat. En ja, dan heb je toch weer het mes nodig.’

De schade beperken

Is ‘nooit meer snijden’ dan een utopie of een reëel toekomstbeeld?

‘Het zal er tussenin zitten. Dat ‘nooit meer snijden’ is nogal ver weg. Maar ik denk dat dat over dertig jaar wel verdwijnt. Voor die tijd moeten we proberen de gevolgen van het snijden te beperken.’

Dus dat betekent wel snijden, maar de schade daarna beter herstellen?

‘Ja. Waar ik nu mee bezig ben, is het ontwikkelen van nanodeeltjes waarmee je weefsels op elkaar kan lijmen zonder het helemaal dicht te kitten, zodat er nog wel lichaamseigen cellen tussen kunnen die een helende werking hebben op de plek waar je hebt gesneden. Dit kan naadlekkages en littekenbreuken voorkomen.’

Zal de praktijk van het snijden dan toch blijven?

‘Hopelijk wordt die praktijk steeds kleiner.’

Wat blijft er dan over van de chirurgie?

U bent zelf chirurg. Hoopt u echt dat de praktijk kleiner wordt?

‘Ja. Complicaties zijn verschrikkelijk. Als ik die niet meer veroorzaak, heb ik een fijner leven. Dan hoef ik daar niet meer van wakker te liggen. Ik verwacht voorlopig nog wel te kunnen blijven opereren, maar hopelijk met steeds minder complicaties.’

Wat betekent uw missie voor het vak chirurgie?

‘Ik denk dat wij ons moeten gaan omscholen in dingen die aan ons vak grenzen. We zullen op een andere manier gaan behandelen. En meer moeten samenwerken met technologen die bijvoorbeeld nanorobotica ontwikkelen.’

Dus over dertig jaar is het mes verdwenen?

‘Dan kunnen we in ieder geval heel veel ziektes zonder het mes genezen. Zeker kanker. Er zijn mensen die denken dat we onsterfelijk zullen worden. We zouden moeten gaan nadenken hoe we de overbevolking gaan oplossen. Misschien moeten we naar Mars.’

Lees ook:

Robots opereren zonder trillende handen. Maar zijn ze beter dan de chirurg? Geopereerd worden door een robot: het is steeds vaker de nieuwe realiteit. De operatierobot heeft meerdere armen, is uiterst nauwkeurig, heeft geen trillende handen en wordt nooit moe. Hij is wel prijzig. Hard bewijs dat hij beter is dan de chirurg ontbreekt bovendien. Toch willen steeds meer ziekenhuizen hem hebben. Waarom? Lees het verhaal hier terug Kanker komt heel veel voor binnen je familie. Laat je je erop testen? Stel dat er in je familie een mutatie zit waardoor je een grote kans hebt om kanker te ontwikkelen. Laat je dan sowieso een genetische test doen om vast te stellen of jij ook risico loopt? Of laat je de nadelen daarvan zwaarder wegen? Maak kennis met Niels Schuddeboom, die deze keuze moest maken. Lees het verhaal van Judith Brouwer hier terug Hoe de dokter steeds meer een administratief medewerker werd Zorgmedewerkers zijn tegenwoordig tot wel 40 procent van hun tijd kwijt aan het invullen van formulieren. Schattingen wijzen erop dat zo 10 tot 12,5 miljard euro per jaar in zorgbureaucratie verdwijnt. Waarom is dit systeem ooit zo opgetuigd? En kan het anders? Lees het verhaal van Sander Heijne hier terug