Het is bloedstollender dan House of Cards, metaforischer voor het leven dan het leven zelf, gelaagder en ontroerender dan een ui, met meer schoonheid gevuld dan het Louvre en onvoorspelbaarder dan Oranje op het EK. U raadt het al: wielrennen.

Her en der wordt naar wielrennen kijken weleens verward met een bezigheid voor uitgebluste mannen op semi-pensioengerechtigde leeftijd die getalenteerdere versies van henzelf hun eigen nooit ingeloste jongensdroom succesvol zien najagen. Ja, wielrennen is volgens sommigen een wedstrijd waarbij uitgemergelde mannenlijven zich zo snel mogelijk van het ene punt naar het andere begeven en dan nog liefst via de Niets is minder waar, en wel om vijf redenen.

1. Wielrennen is een bron van intriges, verhalen en complotten

Naar wielrennen kijken is beduveld willen worden. Macht en winst corrumperen. In wielrennen, dé metafoor van het leven, is dat uiteraard niet anders. Wie die gedachte niet verdraagt, kan het best een andere bezigheid zoeken, dan wel eentje die zich ver houdt van alle andere sport, maar evengoed van kunst, politiek, media, wetenschap, religie…

Natuurlijk, je kunt wielrennen beleven als een fysieke en tactische krachtmeting tussen viriele halfgoden op banden zo smal als hun bovenarmen en verontwaardigd raken wanneer jaren later blijkt dat een der halfgoden zijn toevlucht zocht tot epo, groeihormoon en bloedzakken of een om bergop met zijn collega-halfgoden de spot te drijven terwijl die een jaar eerder nog voor zich uit moest turen om de vage contouren van het peloton te ontwaren.

Iedereen weet dat bedrieglijke praktijken zoals doping en combines even oud zijn als de wielersport, dat historici het roerend oneens zijn over wat er nu eerst kwam

En ja, in de recente geschiedenis van het wielrennen zijn er nogal wat gelegenheden geweest om van die verontwaardiging te proeven, het blijkt schrijnend genoeg zelfs een motief te zijn om de wielersport de rug toe te keren. Natuurlijk de wereld op zijn kop, iedereen weet dat bedrieglijke praktijken zoals doping en combines even oud zijn als de wielersport, dat historici het roerend oneens zijn over wat er nu eerst kwam.

Maar slingert u, terwijl u die wansmaak uit uw mond probeert te spoelen, een roman naar de andere kant van de kamer wanneer daarin wordt gemoord, bedrogen of verraad gepleegd? Nee? Ik dacht het al. Sterker nog, u leest geboeid verder. Heimelijk houdt u wel van een beetje intrige, van een onverwachte plotwending.

Welnu, wielrennen Beter gezegd, wielrennen is er de overtreffende trap van: een romanst. Een roman leggen we aan de kant wanneer die uit is. Personages en gebeurtenissen zijn hersenspinsels gekneed en gerijpt in de geest van een auteur. Elke lezer interpreteert dan wel op zijn eigen manier wat hij leest, hij leeft mee, hij voelt de spanning, maar bij het dichtklappen van de roman ebt het feestje snel weg.

In wielrennen betreffen de personages lieden die bovennatuurlijke krachten toegedicht krijgen en van wie even ogenblikkelijk een moreel deugdzaam handelen wordt geëist, maar tegelijkertijd lieden van vlees en bloed die om dezelfde reden wielrennen als een bakker brood verkoopt. Verwachtingen waarmee we een romanpersonage niet opzadelen. Atleten in andere takken evenmin of veel minder. Wat interesseert de mensheid het dat Lionel Messi al dan niet op Panama ondergebracht fortuin heeft vergaard met dank aan de spuit groeihormoon in zijn bil toen hij dertien was? Als hij maar zijn circusact opvoert, tiki-taka doet en de massa vermaakt.

Wielrenners mogen dan geen goden zijn, heiligen zijn ze wel. Of ze dienen zich op zijn minst zo te gedragen: er worden van wielrenners de buitenissigste prestaties verwacht zonder behulp van een medisch duwtje in de rug, hoewel de geschiedenis voortdurend verzet biedt.

De (recente) geschiedenis van het wielrennen is namelijk een aaneenschakeling van dopingschandalen. Daaruit zou kunnen blijken dat doping (bedrog) inherent is aan de wielersport, toch blijft de wielerliefhebber halsstarrig het tegenovergestelde verwachten.

Wielrennen is de roman (fictie) die wielerliefhebbers halsstarrig als een telefoonboek (non-fictie) blijven lezen, hetgeen leidt tot twijfels, gewetenswroeging, spanningen en conflicten die de sport van een extra dimensie en bestaansrecht voorzien.

Een groep mensen wacht op de komst van het peloton tijden de Giro d’Italia 2014. Foto: Bryan Lennon / Velo / Getty

2. Wielrennen is de prachtigste illusie

Geen illusie zonder schijn van authenticiteit. Daarom dat elk pleidooi om doping toe te staan kansloos is. Dopingbestrijding - of ze nu niet, een beetje of in de eerste plaats afschrikkend werkt - houdt immers de illusie in stand.

Doping toestaan zou dan ook zoiets zijn als een auteur die op elke pagina van zijn nieuwste roman vermeldt dat de personages niet echt bestaan, nooit geleefd hebben, een spinsel van zijn fantasie zijn. Doping toestaan is zeggen: autobestuurders rijden te snel in de bebouwde kom, dus schaffen we de maximumsnelheid af. En dan hoef ik niet eens de medische kant van de zaak te belichten. Te zeggen dat het wielrennen zijn identiteit te grabbel gooit en vervalt in een freakshow. Herinner u de illustere jaren negentig. Toen epo niet te traceren was, renners in bochten bergop in de remmen moesten en ’s nachts wandelingetjes maakten om hun door overvloedig epogebruik stroperige bloed te laten stromen.

Toch liefhebber van dit genre? Op YouTube zijn er integrale uitzendingen te vinden van etappes uit de Tour en Giro in de jaren negentig en de jaren nadien.

Ter voetnoot: doping is dan wel het middel dat de intrige in het hedendaagse wielrennen verhevigt, in andere sporten als voetbal, atletiek, zwemmen en schaatsen is het even aanwezig als heilzaam.

En het mooie is: de illusie wordt grondig bewaakt. Wielrenners? Zij verdienen hun brood ermee. Wielerjournalisten? Zo dom zijn ze nu ook weer niet. Lezers haken verontwaardigd af (onterecht, zo weet u nu) bij een continue stroom aan Liever lezen ze met welke kaas Tom Boonen zijn brood (wit? bruin? meergranen?) belegt. Ja, op die manier houdt ook de wielerliefhebber de illusie mee in stand. De Internationale Wielerunie UCI dan? Die de wielersport door deze lastige tijden moet loodsen. Die haar handjes kust dat een flamboyante speelvogel als Peter Sagan haar pad kruist en de sport in zijn eentje van een eigentijds imago voorziet. Zij?

Natuurlijk, een enkele wielerjournalist is wel kritisch, maar zelfs dat komt de illusie ten goede. Diens stukken scheppen namelijk de indruk dat wielermedia niet zomaar bevolkt worden door idolate jongetjes die maar schoorvoetend over de achterkant van de koers durven te berichten en het beleg van Tom Boonen.

3. Wielrennen is een ode aan de verbeelding

Maar maakt u zich vooral geen zorgen, het is nooit anders geweest. Het wielrennen dankt zijn succes aan verdichtsels, mythen en legendes. De Giro is de Giro, de Tour de Tour door de heroïek uit een onbestemd verleden. Het is dan ook geen toeval dat iconen als Bartali, Coppi, Gaul, Koblet en Kübler (in alfabetische volgorde) in tijden fietsten dat de televisie nog haar intrede moest doen. Het wielerpubliek was overgeleverd aan wat kranten schreven, waar wielerjournalisten ter bevordering van de oplage ontknopingen naar hartenlust konden aandikken.

Het wielrennen dankt zijn succes aan verdichtsels, mythen en legendes

Misschien wel het beste voorbeeld: Antoine Blondin (1922-1991). Hij zette de ongewone stap van gevierd romanschrijver naar sportjournalist voor de Franse sportkrant L’Equipe en zou daar faam verwerven met zijn wielerkronieken. Aan één beeld had hij genoeg om een gedetailleerd verslag te schrijven. Geen boekhoudkundig opstelletje waarbij feit na feit opgesomd wordt, Blondin begreep dat wielrennen de roman is die iedere schrijver al tien jaar geleden wilde schrijven, maar nooit zal schrijven. Om het met de woorden van vijfvoudig Tourwinnaar Jacques Anquetil te zeggen: ‘Ik wist pas hoe ik gereden had als ik de volgende dag L’Equipe las.’

Toeschouwers kijken in Lugo naar de start van de negende etappe van de Giro d’Italia in 2014. Foto: Harry Engels / Velo / Getty Images

4. Wielrennen is een fantastische kijksport

Waarom roepen Bernard Hinault en Miguel Indurain die vijfmaal de Tour hebben gewonnen niet hetzelfde sentiment op als Koblet en Gaul? Livebeelden. Waarom zijn we getuige van alle gedragingen in het peloton, zijn we ploegleider van 22 afzonderlijke teams? Livebeelden. Wat heeft wielrennen het wezenlijkst veranderd? De televisie.

Voor een wielerliefhebber in de dop heeft wielrennen misschien nog de schijn van een botte krachtmeting, sprintersetappes van een afstompende saaiheid. Die verwarring is logisch, wielrennen laat zich pas begrijpen, ontmantelen en appreciëren door er langer naar te kijken.

Dan wordt duidelijk dat renners die op honderd kilometer van de aankomst op kop sleuren zelden een wedstrijd winnen, in het wiel zitten niet letterlijk bedoeld wordt maar een manier is om krachten te sparen, renners met een identiek shirt niet achter elkaar aan rijden (er zijn uitzonderingen, zie lemma broedermoord), terwijl het inzicht zal groeien dat niets is wat het lijkt en wielrennen evenzeer een mentale strijd is als een fysieke. Concreet gesteld: hard rijden op het juiste moment.

Met als gevolg dat een op het eerste gezicht monotoon beeld waarin zich een banale handeling ontwikkelt van vlassende mannen in strakke, bonte pakjes in feite een complexe roman blijkt die elk genre overstijgt.

5. Kortom: alles wat het wielrennen is, zit gebald in drie weken Giro d’Italia

Een mooie, zeg gerust uitmuntende gelegenheid om de gekte een kans te gunnen is de Giro d’Italia, die zich het best laat samenvatten als de beste samenvatting van het wielrennen. Waar mei anders de maand is die tussen de plooien van het jaar valt, krijgt ze door drie weken koers op Italiaanse bodem (uitgezonderd de eerste drie etappes) onverhoopt enige zin. De Giro is niet in een mal te gieten, voorts chaos en anarchie, verwondering en verbijstering, absurde verrijzenissen, monumentale inzinkingen, schimmigheid, intrige en niet te vergeten de fraaie wielerterminologie, ironie en de meest viriele der halfgoden die zich zonder gêne tooit in een roze trui, kortom alles wat wielrennen is (en de Tour niet altijd).

Vereer dit. Drie weken, 3383 kilometer en 21 etappes lang.

Lees ook:

Het bewijs voor het grootste dopingschandaal ooit dreigt te worden vernietigd De afgelopen weken was het dopingmiddel meldonium volop in het nieuws. Tennisster Maria Sharapova en meer atleten uit Oost-Europa lijken het jarenlang te hebben gebruikt. Ondertussen lijkt deze maand een andere, grotere zaak over veel krachtigere vormen van doping een stille dood te sterven: Operación Puerto. Lees het verhaal van Michiel de Hoog hier terug Dit boek bewijst dat wielrennen zelfs sporthaters kan bekoren De Tour de France is - ook - lezen. De perfecte manier om de tijd door te komen tot de ‘finales’ van etappes.Vandaag: De kampioen van Colombia van Gabriel García Márquez. Lees het verhaal van Frank Heinen hier terug