De kwestie spleet het land. Op 6 juni 1975 - Groot-Brittannië was nog maar twee jaar lid van de Europese Economische Gemeenschap - mochten de Britten stemmen of ze erin wilden blijven. De scheidslijn tussen voor- en tegenstanders liep dwars door politieke partijen en families. Aanvankelijk was volgens peilingen 70 procent tegen het lidmaatschap. Door de campagne van de voorstanders verkoos uiteindelijk twee derde in de EEG te blijven.
Ook ditmaal is het land diep verdeeld. Labour heeft zich tot het blijven-kamp bekend. Maar de voorzitter van de Vote Leave-campagne, Gisela Stuart, is parlementslid voor de sociaaldemocraten. De Conservatieve Partij heeft geen officieel partijstandpunt. Zowel de bekendste blijven-campaigner, minister-president David Cameron, als de spraakmakendste vertrek-bepleiter, oud-burgemeester van Londen Boris Johnson, behoort tot de Tories.
Maar er is ook een belangrijk verschil. Toen kozen de media van links tot rechts partij voor blijven. Nu zijn de kranten veel verdeelder. Net als de intellectuelen. Bij de Vote Leave-campagne hebben zich bijvoorbeeld de ‘Historians for Britain’ aangesloten.
Bij dat gezelschap hoort de Ierse historicus Brendan Simms niet. Maar zijn zojuist verschenen boek Britain’s Europe. A Thousand Years of Conflict and Cooperation - waaraan ik ook de weetjes over het referendum uit 1975 ontleen - mondt wel uit in een pleidooi voor een Britse uittreding van de EU, voorafgegaan door een totale remake van de Europese samenwerking.
Voor ik het las, was ik gevoelsmatig voorstander van Brexit, maar vond ik dat ik de morele plicht had ertegen te zijn. Mijn gevoel zei: die Britten zijn toch alleen maar een pain in the ass. Telkens liggen ze dwars bij pogingen de EU uit te bouwen tot meer dan een marktproject. Bij pogingen haar een sociaal gezicht te geven. Maar juist een voorstander van de Europese gedachte, sprak ik mezelf toe, moet tegenstellingen willen overwinnen. En een EU zonder deze grootmacht is een halfbakken poging tot Europese integratie.
Na lezing van Simms werk ben ik gesterkt in mijn gevoel, maar afgeholpen van mijn neiging tot zelfcensuur. Daarom bij dezen een poging uit te leggen waarom Brexit een goed idee is - als deze gepaard gaat met een versterking van de EU.
Een millennium van verwevenheid
In zijn duizendjarige historische overzicht betoogt Simms dat ‘de geschiedenis van Engeland, en later het Verenigd Koninkrijk, primair een continentaal verhaal is, en dat haar bestemming vooral is bepaald door de relaties met de rest van Europa eerder dan met de wijdere wereld.’
In groot detail en vele pagina’s schetst Simms de talloze manieren waarop eiland en continent verknoopt waren, al vanaf het prille begin. Nadat de Romeinen zich in de vroege vijfde eeuw terugtrokken, werd Engeland gekoloniseerd door volken uit Noord-Duitsland. Zij die achterbleven noemen we Angelsaksen, een verwijzing naar hun Germaanse broeders - de Angelen en de Saksen.
De rode draad in zijn geschiedenis is dat het Verenigd Koninkrijk geografisch en politiek niet een eiland is, maar een Europese staat
De rode draad in zijn geschiedenis is dat het Verenigd Koninkrijk geografisch en politiek niet een eiland is, maar een Europese staat. In de fameuze woorden van de zeventiende-eeuwse diplomaat en dichter John Donne: ‘No man is an island entire of itself; every man is a piece of the continent.’
In vele tijdperken speelde Engeland, claimt Simms, een hoofdrol bij het bewaren van het machtsevenwicht op het continent. Het was met steun van de Engelse koningin Elizabeth dat de noordelijke Nederlanden in 1585 de opmars van de Spaanse koning Filips II een halt toeriepen. Het was onder leiding van de Hertog van Wellington dat het geallieerde leger Napoleon in 1815 bij Waterloo versloeg. Talloze Britten gaven in de Eerste en Tweede Wereldoorlog hun leven op het continent.
Het hogere streven was steeds te zorgen dat niet één land - of het nu Spanje in de zestiende eeuw, Frankrijk in negentiende of Duitsland in de twintigste was - ging domineren en zo ook een bedreiging voor Engeland zou vormen.
With Europe, but not of it
Maar die nauwe verwevenheid van Engeland en continent betekent niet dat de Britten er in al die eeuwen écht bij wilden horen. Het was steeds, zoals de latere premier Winston Churchill in 1930 schreef: ‘with Europe, but not of it.’
Churchill wilde een Verenigde Staten van Europa, maar niet met het Verenigd Koninkrijk als onderdeel. In 1925 zei hij in het parlement dat hij hoopte dat we ‘de Galliërs en de Teutonen economisch, sociaal en moreel zo nauw konden verweven om nieuwe strubbelingen te voorkomen en oude antagonismen te laten sterven door de verwezenlijking van welvaart en onderlinge afhankelijkheid.’
Met een nog grotere urgentie verkondigde hij die visie na de Tweede Wereldoorlog. Maar zelf meedoen, wilde het Verenigd Koninkrijk nog steeds niet, toen begin jaren vijftig de Europese integratie vorm kreeg. De belangrijkste reden in de ogen van Simms: het was niet bereid het verlies aan nationale soevereiniteit te aanvaarden.
En dat is in essentie onveranderd. Weliswaar wilde het Verenigd Koninkrijk vanaf 1961 zelf lid worden van de EEG, maar dat was louter om economische redenen: het was bang financieel en technologisch achter te blijven als het geen aansluiting vond bij de gemeenschappelijke markt.
Maar vanaf het moment dat het begin 1973 lid werd, trapte het consequent op de rem. Dat blijkt al glashelder uit het pamflet dat de Britse premier Harold Wilson voor het referendum van juni 1975 huis aan huis liet bezorgen. Voorafgaand aan de volksstemming had hij onderhandeld over een ‘new deal’ voor de Britten, net als Cameron nu. Er staat in dat er nieuwe voorwaarden zijn bedongen voor het ‘blijven in de gemeenschappelijke markt.’ Uit alles spreekt dat het Verenigd Koninkrijk om deelname aan die markt te doen is, niet om het deel uit maken van een gemeenschap. Verder bezweert Wilson dat blijven niet betekent dat het land soevereiniteit kwijtraakt aan ‘gezichtsloze bureaucraten die in hun hoofdkwartieren in Brussel zitten.’
Daarmee vergeleken is de folder die Cameron heeft doen verspreiden nog geserreerd. Maar in essentie is de boodschap hetzelfde: voorop staat het economische belang en de bezwering dat het Verenigd Koninkrijk een uitzonderingspositie inneemt en geen soevereiniteit inlevert, bijvoorbeeld op het gebied van het controleren van de eigen grenzen en het indammen van migratie.
De afgelopen decennia waren de Britten steeds pleitbezorger van verbreding van de EU door uitbreiding met nieuwe lidstaten. In de hoop dat, stelt Simms, dit verdieping door verdere integratie en uitbreiding van de bevoegdheden zou voorkomen. Toen de EEG met het Verdrag van Maastricht de Europese Unie werd, bedong premier John Major een uitzonderingspositie. Zelfs aan het toch heel zwakke ‘sociale hoofdstuk’ van het verdrag wilde het Verenigd Koninkrijk niet meedoen.
Het is, denkt Simms, vrij kansloos dat het Verenigd Koninkrijk wél een enthousiaste deelnemer aan het Europese project wordt. ‘Ze heeft waarschijnlijk het sterkste gevoel van nationale identiteit van het continent van nu en is het enige grote lid van de Europese Unie waarin er geen enkele kans is op een stem voor het delen van soevereiniteit in een eengemaakte staat,’ oordeelt de historicus.
Op naar een eurozonestaat
Hoe dan verder, als het een historische wetmatigheid is dat het Verenigd Koninkrijk er nooit echt bij zal willen horen en altijd zal blijven tegenstribbelen?
In het slothoofdstuk gaat Simms zich te buiten aan een even prikkelende als verwarrende denkoefening. Het Verenigd Koninkrijk zou een Brexit wel aankunnen, verwacht hij. Met een stevige scheut Britse trots schrijft hij: ‘Het Verenigd Koninkrijk blijft een van ’s werelds grootste machten, dankzij zijn militaire kracht, zijn economische omvang, zijn demografische levendigheid, zijn maatschappelijke en politieke veerkracht en, boven alles, de wereldwijde aantrekkingskracht van zijn constitutionele model.’
Juist als je denkt dat hij zal concluderen dat er geen alternatief is voor samen aanmodderen, neemt zijn betoog een wonderlijke wending
Waar hij zich meer zorgen over maakt, is hoe het met de achterblijvers verder gaat. ‘Wat buiten kijf staat is,’ tekent hij op, ‘dat een chaotisch en ongecoördineerd Brexit een catastrofaal effect op de rest van het continent zou hebben.’ Hij voorziet een gefragmenteerd, angstig en kwetsbaar Europa, waarin de lidstaten naar de uitgang hollen.
Maar juist als je denkt dat hij dus wel zal concluderen dat er geen alternatief is voor samen doormodderen, neemt zijn betoog een wonderlijke wending.
De huidige EU is ‘goedbedoeld, maar stuk,’ betoogt Simms. In de afgelopen jaren is ze niet in staat gebleken alle grote problemen die zich aandienden - de eurocrisis, de vluchtelingencrisis, de Russische annexatie van de Krim en bemoeienis in Oost-Oekraïne - eendrachtig en krachtig aan te pakken.
Het onderliggende probleem is dat de gradualist fallacy, het idee dat een Europese politieke Unie stapje voor stapje gebouwd zou worden en dat politieke integratie vanzelf wel zou volgen uit economische eenwording. Nu hebben we (althans, binnen de eurozone) een gemeenschappelijke munt zonder een gemeenschappelijke politiek die haar stut. De EU is nog steeds vooral een samenwerkingsverband tussen staten in plaats van een federale staat met een bijbehorende democratische vertegenwoordiging.
Het is hoog tijd om te kiezen voor een big bang in plaats van een traag voortetterend proces, vindt Simms. Het is tijd om de ‘Verenigde Staten van Europa’ te stichten. Of althans, de Verenigde Eurostaten van Europa. De eurozone moet naar zijn overtuiging de EU verlaten - een ‘euro-exit’ - en dan een federale eurozonestaat stichten.
Net als u waarschijnlijk begon ook ik te sputteren. Ik dacht: dit is toch volstrekt onrealistisch? Evenmin als de Britten voelen veel Nederlanders of Fransen zich immers bereid hun nationale soevereiniteit verder op te geven. Maar aan wie zich beroept op de nationale eigenheid van de Europese lidstaten, stelt de Ierse historicus het Verenigd Koninkrijk ten voorbeeld. Dat wist binnen een unie van vier naties - de Engelsen, de Schotten, de Ieren en de Welsh - een gemeenschappelijke Britse identiteit en democratie te smeden.
Simms stelt voor in referenda te beproeven of landen het echt niet willen. Elk land kan voor zichzelf met een simpele meerderheid besluiten over toetreding. Zijn, naar mijn gevoel wat wilde, voorspelling is dat het Verenigd Koninkrijk ‘waarschijnlijk de belangrijkste, misschien de enige staat zou zijn die niet ja stemt.’
Uit die formulering spreekt de suggestie dat EU-landen buiten de eurozone ook kunnen toetreden tot de eurozonestaat. Vreemd genoeg expliciteert hij dat nergens en gaat hij niet in op het lot van niet-eurolanden als Polen en Zweden.
Hoe het ook zij, het is een uitdagend gedachte-experiment. Als het werkelijkheid wordt, is zowel het Verenigd Koninkrijk als de Europese Unie beter af, gelooft Simms. Een volledige federale unie van de eurozone is zeer in het Britse belang, denkt de historicus. ‘Het zou de eurocrisis oplossen, en de Britten redden van het gevaar van economische besmetting na de instorting van de gemeenschappelijke munt of eindeloze deflatie door bezuinigingsbeleid.’
Van een Brexit met een euro-exit wordt naar zijn overtuiging iedereen blij. De Britten zijn af van de vervelende rol van eeuwige dwarsligger en de angst dat ze hun soevereiniteit te veel kwijtraken als ze niet met Europa leven maar erin. De overige EU-landen zijn af van die eeuwige spelbreker en hebben een kans eindelijk de grote sprong voorwaarts te maken.
Waarom zie ik deze posters? Duitse fotograaf Wolfgang Tillmans is bang dat de Britse jongeren zich niet registreren om te stemmen. Daarom deze poster-campagne, de teksten maken Tillman's standpunt wel duidelijk. Door de posters vrij beschikbaar te maken hoop hij jonge stemmers in beweging te krijgen. Nieuwsgierig geworden? Brendan Simms - Britain's Europe. A Thousand Years of Conflict and Cooperation. Penguin, 352 bladzijden. Wil je op de hoogte blijven van mijn Brusselse zoektocht? Elke zondag om 10.00 uur publiceer ik een nieuwsbrief waarin ik verslag doe van mijn pogingen het spel in Brussel te doorgronden en initiatieven voor een mooier Europa in kaart te brengen. Die verschijnt op de site, maar kan je ook in je mailbox ontvangen.
Meer over de grote sprong voorwaarts:
De blijvende Europese boodschap van de man die Volkswagen wél durfde aan te pakken Eén Europees politicus waagde het Volkswagen te straffen met de hoogste boete die de Europese Commissie ooit had uitgedeeld. Karel Van Miert was zijn naam, en over deze oud-eurocommissaris verschijnt vandaag een biografie. We kunnen nog veel van hem leren. Sterf Europese Unie, leve de Europese Republiek Door de vluchtelingencrisis en het Griekse drama is Europa opnieuw diep verdeeld. Nu wreekt zich dat we nooit Europees hebben leren spreken en een halfbakken unie hebben gebouwd. Hoe moet het dan wel? Een vergeten geschiedenis biedt inspiratie voor een nieuw Europees elan.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!