In een serie gesprekken met Shellmedewerkers onderzoek ik hoe het is om bij de olie- en gasgigant te werken en wat het bedrijf kan doen tegen klimaatverandering. Vandaag een medewerker die vertelt dat hij heilig in een technologische oplossing voor klimaatverandering gelooft, maar betwijfelt of die op tijd komt om de opwarming binnen de perken te houden. ‘Het wordt leven met de gevolgen.’
We spreken elkaar twee keer in Amsterdam, waar hij woont. Hij is begin dertig, heeft een jaar voor Shell in Gabon gewerkt en is nu gestationeerd bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij in Assen. Binnenkort rondt hij een intern studieprogramma af, maar hij weet niet of hij daarna een baan krijgt. Er moeten op zijn afdeling, die over boringen en putten gaat, veel mensen weg vanwege de lage olieprijs. Over zijn toekomst maakt hij zich geen zorgen, hij kan zijn vaardigheden ook inzetten voor een duurzame energievoorziening.
(Hieronder zijn volledige verhaal. Weinig tijd? Klik dan door naar de korte analyse.)
‘Ik geloof niet dat alles wat Shell aanraakt goud is’
‘Ik ben een echte Delftenaar, ik geloof heilig in techniek. Aanvankelijk dacht ik niet dat ik ooit bij Shell zou gaan werken. Het bedrijf stond bekend als bureaucratisch, bijna als vergane glorie. Later kwam ik erachter dat het vooral vriendjes waren die door Shell waren afgewezen die dat zeiden. Vriendjes die er wel werkten, gaven toe dat Shell bureaucratisch is, maar dat er ook van alles mogelijk is. Ik heb na mijn studie werktuigbouwkunde een beroepskeuzetest en een aantal stages gedaan en toen bleek dat Shell goed bij mij paste.’
‘Ik ben aangenomen voor een trainingstraject van drie tot vijf jaar. Je loopt dan een tijd mee in het veld, zit een tijd in een supervisierol en een tijd op kantoor. Ik zit nu in mijn vierde jaar en heb een functie bij de NAM in Assen. Alles wat ik doe is verbonden met Shell: mijn e-mailadres, de databases die ik gebruik, de veiligheidsvoorschriften die ik moet volgen. De NAM wordt volledig geoperate door Shell. ExxonMobil, de andere aandeelhouder, is alleen betrokken bij grote beslissingen.’
‘Exxon is een heel ander bedrijf, het experimenteert bijvoorbeeld veel minder dan Shell. Exxon gaat dingen alleen aan als zeker is dat ze gaan renderen. Exxons medewerkers zijn veel beter in wat ze doen dan wij. Shell is in verhouding wat klungeliger, minder efficiënt. Exxon houdt mensen op hun plek, tot ze heel goed zijn in één ding. Het gevolg is dat deze mensen een heel beperkte skillset hebben.’
‘Ik heb nu bijvoorbeeld al drie totaal verschillende functies in vier jaar tijd gehad, omdat dat het beste is voor mijn ontwikkeling. Maar ik ben daardoor niet de beste persoon op die baan. En de jongen die mij opvolgt evenmin. Het is allemaal niet zo efficiënt. Dus er zat een kern van waarheid in wat sommige studiegenoten zeiden: Shell is inderdaad een bureaucratie. We proberen efficiëntieslagen te slaan. Onze operationele kosten bij de NAM moeten bijvoorbeeld lager zijn dan vorig jaar - hoeveel precies, dat is interne informatie.’
‘Het werk is fantastisch, echt een droombaan. Een mooie mix tussen in het veld zijn en engineering. Er wordt heel veel gestoken in je ontwikkeling. Maar ik blijf wel met beide benen op de grond. Als je bij Shell gaat werken word je ondergedompeld in de rood-gele saus: zie ons, hoe fantastisch we zijn. Er zijn mensen die daar helemaal in meegaan, die echt vinden dat alles wat Shell aanraakt goud is. Ik denk dat niet. Op Shell als entiteit kun je best wat aanmerken. Maar de mensen die er werken zijn allemaal individuen, die de aarde echt niet willen verwoesten.’
‘Ik werkte in een oliedorpje in Gabon waar alle inkomsten om Shell draaien’
‘Ik heb een jaar op rotatie gewerkt voor Shell in Gabon, in een vissersdorpje in het hart van de jungle dat eigenlijk een oliedorpje is geworden. Daar is een tentenkamp van 450 man, voor een heel groot deel aanleveranciers - contractors die diensten leveren voor Shell. Je werkt daar twaalf uur per dag, soms als een put bijna af is veertien of zestien uur. En je werkt 28 dagen op, 28 dagen af. Dus in totaal heb ik dat jaar zes maanden in Gabon gewerkt en ben ik zes maanden vrij geweest.’
‘Vond ik het leuk? Ja, het was heel cool en technisch uitdagend. Ik werkte daar op een rig, dat is een boorplatform op land. Het bestaat uit dezelfde onderdelen als een boorplatform op zee, maar dan over een veel groter oppervlak verspreid. De rig is een heel apart ecosysteem. Dit was er een van een Chinese operator, Sinopec, dus de helft van de crew was Chinees en de andere helft Gabonees. Het officepersoneel bestond uit Shellers van over de hele wereld. Ik was een van de weinige Nederlanders.’
‘Wat daar allemaal bij komt kijken, dat is voor buitenstaanders bijna niet te beseffen’
‘Ik werkte daar als assistent drilling supervisor en als completion & well engineer. Dat valt allebei onder de afdeling wells engineering, die is verantwoordelijk voor het afmaken en onderhouden van een boorput. Als ik aan het werk ga, is er een heel groot gat geboord door de drilling engineers. Daarin zijn metalen buizen bevestigd met cement eromheen om te voorkomen dat het instort. Ik ben verantwoordelijk voor een tweede behuizing, die in de eerste hangt en wordt bevestigd aan de bovenkant (en soms ook aan de onderkant) van de boorput. Door deze buis wordt de olie omhoog gepompt. Ik werk daar dan met tien of twaalf man aan, overdag maar ook ’s nachts, want we gaan 24 uur per dag door.’
‘Je kunt zo’n operatie niet continu aan de praat houden, maar dat proberen we wel. Wat daar allemaal bij komt kijken, dat is voor buitenstaanders bijna niet te beseffen. Soms ben je met z’n drieën een hele dag bezig om een koppelstuk voor verschillende buizen te vinden bij de reserveonderdelen. Je staat dan altijd onder druk, ja. Ik kan als Delftenaar nooit zeggen dat ik de operatie volledig onder controle heb. Maar veiligheid staat voorop, dat is het enige waar je continu mee bezig bent.’
‘Gabon is niet mijn eerste keus voor de toekomst, nee. Het is een beetje een raar land hoor. Het is ongeveer het welvarendste land van Afrika, maar ze hebben daar niets. Ik denk dat al het geld is uitgegeven aan dure villa’s in Europese hoofdsteden. Mensen zijn heel erg zwaarmoedig over de toekomst. Ik vind dat best moeilijk om te zien. Eigenlijk is iedereen er voor zichzelf. Als je genoeg geld hebt, ga je weg. Dat maakt het ook best moeilijk om daar te opereren.’
‘Zijn ze blij met de olie? Ja, voor hen is het een godsgeschenk. Alle inkomsten van het hele dorp draaien om Shell. Ik heb niemand gesproken die daar niet blij mee was.’
‘Het is bizar, hoe je daar midden in de jungle leeft’
‘Als je op de rig slaapt, dan deel je met twee of vier mensen een container om in te slapen. In het hoofdkamp had ik een eigen container. Met airco, maar die trilde ’s nachts zo hard dat ik hem uit moest zetten. Soms was het onbehaaglijk. Bijvoorbeeld als onze containers uitgerookt moesten worden tegen de kakkerlakken. Het ergste geval met kakkerlakken was toen er een van het plafond op m’n schouder was gevallen. Dan word je echt heel arelaxed wakker.’
‘Het eten was niet altijd denderend. Ik zat daar met veel Chinezen, die leveren een deel van hun salaris in zodat ze Chinees eten kunnen importeren. Als ze iets overhadden, at ik met hen mee. Maar meestal eet je een beetje wat de pot schaft. Bijvoorbeeld een Gabonees spinazieprutje met aardappelen en iets wat op vlees leek.’
‘Je krijgt een hardship allowance als je daar zit, een vergoeding voor het feit dat je zo ver uit de bewoonde wereld bent. Het internet werkt de helft van de tijd niet. Ik kon mijn vriendin alleen bellen vanuit het kantoor.’
‘Ik heb nog wel contact met de medewerkers in Gabon. Het is bizar, hoe je daar zit, in de middle of nowhere, dat schept wel een band. Er zijn zoveel facetten die zo’n operatie belemmeren. Kijk bijvoorbeeld naar de reserveonderdelen. Dan heeft er iemand in zijn wijsheid besloten dat er een x-aantal rubberen o-ringen reserve liggen. En dat blijken er veel te weinig te zijn. Dan importeer je nieuwe. Maar die worden vervolgens vastgehouden bij de douane, dan moet je eerst de juiste mensen omkopen voordat ze er komen. En Shell weigert dat. Dus dan ligt een operatie die enkele tonnen per dag kost bijna helemaal stil omdat Shell daar niet aan meedoet. Uiteindelijk is er iemand vanuit de VS op het vliegtuig gezet om vijf van die ringen mee te nemen in z’n handbagage. Ik heb gehoord dat andere olie- en gasbedrijven dan gewoon links en rechts wat mensen omkopen. Anders krijg je het niet gedaan.’
‘Soms botsen de culturen. Er was in ons kamp een telefoon gestolen, toen werd er een medicijnman uit het dorp bij gehaald om te bepalen wie de dader was.’
‘Shell voert een plan pas uit als vijf mensen hun handtekening hebben gezet’
‘Werken bij de NAM is heel anders dan Gabon, ja! Hier eet je normaal en is het werk totaal anders. Daar was ik 90 procent van de tijd buiten, hier zit ik vooral op kantoor.’
‘Ik schrijf nu programma’s voor bijvoorbeeld een coiled tubing cleanout. Dat is een manier om een gas- of olieput schoon te maken. Ik schrijf dan het stappenplan voor de uitvoering van die operatie. Verder moet je bijvoorbeeld de logistiek goed regelen, de aanrijdroutes - je kunt niet hebben dat er acht vrachtwagens door een dorp denderen, dat kun je die mensen niet aandoen.’
‘Er gaan vier of vijf man door het plan dat ik schrijf heen, zij moeten het allemaal goedkeuren. Dat maakt het soms wat log. Je kunt zeggen: we doen te veel checks, iedereen moet z’n zegje over zo’n plan doen. Maar iedereen aan wie je het plan laat zien, gaat over een specifiek deel iets zeggen. Ik denk dat al die checks en informatiesystemen die we gebruiken een noodzakelijk kwaad zijn.’
‘Toen ik het las dacht ik: oh my god, weer een nieuwe managementfilosofie’
‘Een operator of een well service supervisor voert het plan uit. Als er wijzigingen nodig zijn, dan moeten die ook weer door iedereen goedgekeurd worden. Alles ter bescherming van werknemers, materiaal en milieu. Veel procedures zijn erop gericht dat de milieu-impact zo laag mogelijk is. De hele bedrijfsvoering is erop gericht om lekken zo veel mogelijk tegen te gaan. Kijk, het gaat om geld verdienen, maar alleen als het veilig kan, anders niet. Bij alles wat je doet zit veiligheid in je hoofd. Minimaal de helft van de trainingen is daarop gericht.’
‘Voor veiligheid hebben we maar één target: Goal Zero - geen ongelukken. De nieuwste manier om dat te bereiken is met een Hoshin, dat is een concept uit Japan geloof ik, een soort mantra: the knowledge that we can produce safely and securely. Toen ik het las dacht ik: oh my god, weer een nieuwe managementfilosofie. Maar goed, het omschrijft het streven wel goed. De Hoshin is gericht op de integriteit van onze putten en dat we zonder lekkages kunnen produceren. Het doel is dat we niet als cowboys te werk gaan en onze license to operate behouden.’
‘In Nederland zijn we nooit cowboys geweest zoals in Amerika’
‘In Nederland zijn we volgens mij nooit cowboys geweest zoals in sommige delen van Amerika. We merken in ons werk wel heel erg dat het draagvlak is geërodeerd. De bodembeweging in Groningen heeft echt invloed op mijn werk. Sommige activisten proberen de boorplatforms te saboteren. Dan ben je niet goed wijs. Kijk, ik geef toe, als je twintig mensen van mijn leeftijd bij een veiligheidscursus van Shell ziet, en je ziet ons allemaal de reling vasthouden op de trap, dan is dat een beetje overdreven. Maar wat die activisten doen, dat is zo link. Er is een reden dat je niet bij zo’n boorplatform mag komen, want als het misgaat, gaat het daar mis. Ik begrijp wel dat sommige activisten extremer worden. Verandering gaat langzaam. Maar zelfs als we nu zouden stoppen met boren in Groningen, dan zijn we nog veertig jaar bezig om alle putten in Nederland dicht te maken. Dus voor de NAM is er voorlopig nog werk.’
‘In juni ben ik klaar als graduate. Waar ik daarna ga werken? Dat weet ik niet. Het hangt onder meer af van of Shell wat biedt. De olieprijs heeft daar zeker invloed op. Dat merk je aan alles. Er zijn nu minder opties voor mij om te solliciteren. De lage olieprijs heeft een grote impact op de wells-afdelingen bij de NAM en wereldwijd. Je merkt dat vooral aan de hoeveelheid geld die beschikbaar gesteld wordt. Er zijn minder projecten dus minder werk. Er wordt dan meer gewerkt aan projecten voor op de plank, die dan al klaar zijn als er een mogelijkheid is om ze uit te voeren.
‘Op onze afdeling werken zo’n 250 tot 300 man en daarvan moet een aanzienlijk deel weg. Ik maak me niet zo heel ongerust, de vertrekregeling voor de mensen die losgelaten worden is vrij uitgebreid en het biedt voor mij ook weer perspectief. Ik kreeg van een recruiter op LinkedIn een aanbod om in Kazachstan te gaan werken, maand op maand af. Misschien kan ik daar nog op terugvallen. Of dat vergelijkbaar zal zijn als Gabon? Nou, ik hoop minder kakkerlakken.’
‘We kunnen voorlopig niet zonder gas’
‘Mijn afdeling gaat nu over het echte produceren van olie en gas, de core business. De wells-afdeling zegt van zichzelf: ‘Wij zijn de jongens waar het om gaat.’ De helft van de kapitaaluitgaven gaat naar wells. Het zou kunnen dat dat geld in de toekomst meer naar duurzame energie gaat. Ik kan me dan wel aanpassen. De skills die ik nu opbouw kan ik bijvoorbeeld ook gebruiken voor het plannen van een groot windmolenpark. De kracht van Shell zit in zijn mensen en de focus op hun ontwikkeling.’
‘Voordat we alle gasleidingen hebben vervangen en alle huizen op warmtepompen hebben gezet, zijn we twintig jaar verder’
‘Ik denk oprecht: als er een olie- en gasbedrijf is dat er over dertig jaar nog is, dan is het Shell. We zijn echt bezig met innovatie. Ik heb het er met collega’s over gehad en het valt me op dat de algemene tendens is dat men verwacht dat Shell op een gegeven moment een transitie zal maken naar ‘groene’ energiebronnen. Wanneer die zal plaatsvinden, weet niemand precies, maar niemand verwacht grote veranderingen in de olie-industrie de komende tien jaar.’
‘We zetten echt in op gas, zie de Prelude, dat grote schip dat we bouwen, eigenlijk een drijvend boorplatform en fabriek voor vloeibaar aardgas. En kijk naar de overname van BG. Dat is een heel, heel grote stap naar gas. Daar is echt goed over nagedacht. Olie wordt minder en minder, gas is echt nog nodig. Voordat we alle gasleidingen hebben vervangen en alle huizen op warmtepompen hebben gezet, zijn we twintig jaar verder. En alle huizen moeten in de tussentijd verwarmd worden.’
‘Hetzelfde gaat op voor elektrisch rijden. Een accu maakt je auto niet meteen groen. Als we massaal elektrisch gaan rijden, dan zijn gascentrales vooralsnog een van de schoonste manieren om de stroom op te wekken. Gas is niet helemaal groen, maar de hele filosofie erachter, dat we een transitie tegemoetgaan en dat gas een grotere rol gaat spelen, daar geloof ik wel in.’
‘Shell gaat niet uit zichzelf overstappen’
‘Of Shell doorgaat met groen? Dan is de vraag: valt er geld mee te verdienen? Als zonnepanelen geld opleveren, dan zal Shell daar in stappen en verandert Shell in een energieleverancier, in plaats van een leverancier van olie en gas. Maar Shell stapt niet zomaar over. Er moet geld mee te verdienen zijn. We kunnen miljarden pompen in nieuwe technieken, maar dat gaat geen corebusiness worden als er geen geld mee te verdienen valt.’
‘Mijn vriendin vindt dat een heel sombere gedachte - zij vindt het principe dat alles om geld draait verschrikkelijk. Maar er is niet echt een alternatief. Het overgrote gedeelte van ons leven wordt gestuurd door geld. Shell kan nu niet al zijn winst investeren in duurzame energie omdat er dan geen Shell meer overblijft. Dus gaat het geleidelijk: eerst de transitie van olie naar gas, dan steeds meer duurzame energieprojecten. Aardgas is niet echt de oplossing. Maar totdat die oplossing er is, hebben we ook niet echt iets anders.’
‘Voor Shell zou mijn voorstel zijn: halveer het dividend dat je normaal uitbetaalt aan aandeelhouders, investeer dat in duurzame energie. Dan bied je aandeelhouders ook echt toekomstperspectief. Maar nee, ik vermoed niet dat ze dat gaan doen. En ik zie de paradox: we erkennen dat het een groot probleem is dat we olie en gas verbruiken, en ondertussen gaan we door met olie en gas. Ik denk dus dat Shell er zo in staat: als het anders kan, doen we het allemaal anders, maar voorlopig gaat dat niet gebeuren. We worden geen marktleider in duurzaamheid, maar we gaan zo goed en zo kwaad als het gaat mee. Shell heeft een enorm kapitaal aan mensen en aan geld. We gebruiken dat bijvoorbeeld voor sponsoring van start-ups vanuit het Technology Centre Amsterdam. De vraag is: hoe is de balans in hoeveel we bijdragen aan de maatschappij en is dat genoeg?’
‘Als ik merk dat Shell struisvogelpolitiek bedrijft, dan hou ik ermee op. Als Shell iets zou doen zoals dat waarvoor Exxon nu wordt aangeklaagd, namelijk op grote schaal tegen klimaatwetenschap lobbyen terwijl duidelijk was wat er aan de hand was, dan zou ik daar echt veel moeite mee hebben. Maar dat Shell lid is van het American Petroleum Institute en dat die tot op zekere hoogte tegen klimaatactie lobbyen, daar zit ik dan weer niet zo mee - het is bijna onmogelijk om daar niet lid van te zijn. Het blijft een grijs gebied en het is moeilijk te zeggen wanneer voor mij de bodem bereikt zou zijn. Zeker niet alles wat Shell doet is goed.’
‘Kijk naar Shells activiteiten in Nigeria. Daar vormen de lekkages een enorm probleem en zijn ook zeker in het verleden dingen gebeurd die onacceptabel zijn. De moord op activisten bijvoorbeeld. Ik denk niet dat Shell daar direct verantwoordelijk voor was, maar zonder de operaties van Shell daar was het waarschijnlijk niet gebeurd.’
‘Het is ook al een tijd geleden. Ik denk dat Shell nu heel anders zou reageren. Voor mij is de vraag: hoe gaat Shell nu om met de situatie in Nigeria? Hoe wordt er nu gereageerd als er iets fout gaat? Shell neemt wel zijn verantwoordelijkheid door niet weg te gaan uit Nigeria, zoals veel andere oliebedrijven, en door te proberen onderdeel te zijn van de oplossing. Doet Shell genoeg om die problemen op te lossen? Tsja, dat is de vraag. Het blijft een bedrijf dat geld moet verdienen. Als ik het vergelijk met hoe bedrijven als Sinopec of Perenco geld verdienen, dan is daar nog echt een wereld van verschil tussen.’
‘Ik vind in ieder geval van mezelf dat ik een redelijk uitgesproken moraal heb en ik ga er dus van uit dat ik wel zou weten wanneer het te ver gaat. En mocht ik ooit twijfelen, dan zorgt mijn vriendin er wel voor dat ik die fout inzie. ’
‘Energie is de uitdaging van onze generatie’
‘Ik woon doordeweeks in Groningen en met twee huisgenoten heb ik het er vaak over: de impact van Shell en de olie- en gasindustrie, of het bedrijf er over twintig, dertig of vijftig jaar nog is. Of Shell duurzaam wordt en hoe dan. De jongere garde is hier veel meer mee bezig. Kort door de bocht: de oude garde van de NAM denkt: ach ja… Die hebben hun hele leven voor de NAM gewerkt, zijn er opgevoed, mee vergroeid. Het is hun leven. Zij zijn veel meer bezig met zo goed mogelijk hun werk doen en zo veel en zo veilig mogelijk gas produceren.’
‘Ik vind het goed dat er activistische groepen zijn die iedereen scherp houden. Ik denk dat het argument van de fossielvrijcampagne, ‘hou het in de grond,’ niet dé oplossing is. Een betere focus voor het debat zou zijn: we moeten zuinig omgaan met de grondstoffen die we nog hebben. Voorlopig kunnen we niet zonder olie en gas voor bijvoorbeeld plastic, medicijnen - heel veel mensen weten dat niet. We hebben ook nog staalproducenten die heel hoge temperaturen nodig hebben, die nog niet gehaald kunnen worden met duurzame energiebronnen. Vliegtuigen kunnen nog niet vliegen op groene energie. Dus fossielvrij kan nog niet. Alle energie CO2-neutraal opwekken zou wel kunnen.’
‘Word ik er moe van dat ik mezelf moet verdedigen? Nee, helemaal niet’
‘Er wordt ook wel gesproken van een koolstofbudget. Maar als dat op is, zullen mensen zeggen: de wereld is er nog. Dus of dit perspectief veel toevoegt, weet ik niet. Iedereen is het erover eens dat er iets moet veranderen. Als we zo doorgaan, hebben we binnenkort geen water meer, geen grondstoffen, niks. Ik begrijp dus wel dat activisten extremer worden, want de verandering gaat heel langzaam.’
‘Ik merk ook dat ik er anders naar kijk. Ingenieurs kijken veel feitelijker naar de wereld, dat heb ik wel gemerkt. We voeren het gesprek met minder emotie. Meer realistisch. We vragen altijd: als we dat doen, wat heeft dat dan voor gevolgen? Ik weet dat mensen zeggen: Shell is slecht, want het levert olie en gas. Dan zeg ik: Ja oké, maar wat is het alternatief? Stel je haalt Shell weg en een ander bedrijf neemt het over in Gabon. Denk je echt dat die net als Shell de rig een dag stilleggen als er olifanten komen kijken? Dat is gebeurd toen ik daar was. Wij mogen ze niet wegjagen met licht- of geluidssignalen. Ik denk dat bijvoorbeeld Sinopec dat gewoon wel zou doen. Deze problemen zijn niet zo zwart-wit.’
‘Word ik er moe van dat ik mezelf moet verdedigen? Nee, helemaal niet. Ik weet waarom ik dingen doe. Maar ik kan er heel slecht tegen als mensen Shell bij voorbaat slecht vinden. Daar ga ik niet meer mee in discussie, daar ben ik wel mee opgehouden. Ik heb een keer gepraat met een vriendinnetje van mijn zusje, die was heel erg tegen Shell. Zij is een die hard vegetariër, met duurzaamheid bezig en met het opzetten van een weeshuis voor kleine kinderen in Sulawesi. Aan het eind van de avond zei ze: ‘Oké, ik begrijp wel waar je vandaan komt.’ Om vervolgens te zeggen: ‘Maar het blijft Shell.’
‘Ik kan het beleid van Shell niet bepalen’
‘Energie is de uitdaging van onze generatie. Als het allemaal misgaat, overleeft de wereld het wel. Wij niet. Dat inzicht vertaalt zich wel een beetje naar mijn werk bij Shell. Ik heb me inmiddels aangesloten bij de Future Energy Lions. Maar uiteindelijk heb ik geen positie bij Shell waarbij ik het beleid kan bepalen.’
‘In mijn persoonlijke leven hou ik er ook rekening mee. We proberen bijvoorbeeld twee keer per week vegetarisch te eten. Mijn vriendin gaat daar wat verder in dan ik. Ik carpool meer, we zijn overgestapt op een groene energieleverancier. We hebben vorig jaar een huis gekocht en hebben overal dubbel glas in laten zetten. Maar mijn hele huis energieneutraal, dat kan ik op dit moment niet betalen. Dat moet van de overheid komen. Maar ik vrees dat dat nooit gaat gebeuren zolang de VVD daar zit. Voor hen is economische groei heilig. Ze denken dat maatregelen om de overstap te realiseren misschien onze economische positie te veel aan zouden tasten. Ik zou zeggen: bullshit. Hef een extra belasting. Het gaat ons gewoon geld kosten, maar minder als we het nu oplossen.’
‘Voor mij als Delftenaar: een oplossing moet effectief en efficiënt zijn. Een belasting op CO2 is dan een goed idee. Die zou ingevoerd moeten worden. Dan zou CCS, de afvang en opslag van CO2, ook rendabel worden want dan is daar een prijsprikkel voor. Of zorg dat autorijden echt duurder wordt, dat raakt iedereen. Maar dat gaat ‘m niet worden, omdat zoveel mensen het er eerst over eens moeten worden. Voor een CO2-belasting is geen politieke wil. In deze context zijn de mogelijkheden van Shell beperkt. Het is een economisch bedrijf.’
‘Dat Shell meer aan de transitie kan doen, is sowieso waar. We investeren nu in projecten voor de energievoorziening in arme landen en we zijn bezig met de transitie naar gas. Kan er nog meer gebeuren? Ja, zeker. De hele infrastructuur moet anders. Ik vind het een uitstekend idee om over te stappen op elektrische toepassingen zodat we minder fossiele brandstoffen gebruiken. Maar als we dat allemaal tegelijk doen, elektrisch rijden en ons huis elektrisch verwarmen, dan kunnen we die extra stroomvraag helemaal niet opvangen met duurzame energie. Dus er zijn radicale veranderingen nodig.’
‘Een wereldwijde duurzame energievoorziening zou fantastisch zijn. Maar dat is nu nog niet mogelijk, met de hele derde wereld en Azië die nog op stoom moeten komen met hun energiegebruik. En in de westerse wereld is er vooralsnog onvoldoende wil om te veranderen. Als je mensen vraagt: wil je van de olie af, dan zeggen ze ‘ja.’ Als je ze vraagt: wil je minder autorijden, dan zeggen ze ‘nee.’’
‘De vraag is of we niet al te laat zijn’
‘Ik ben techneut, ik ben er heilig van overtuigd dat techneuten de oplossing gaan bieden. Zoals mijn vader zou zeggen: daar zijn we arrogant genoeg voor. We hebben het tot nu toe altijd met techniek opgelost, zei hij. Nou, dat is misschien nu niet zo. Misschien vinden we de juiste oplossing wel tien jaar te laat. We moeten in ieder geval heel veel meer doen, niet gaan treuzelen nu.’
‘Het gaat nu in ieder geval niet snel genoeg voor het klimaat. De vraag is of we niet al te laat zijn. De planeet redt zich sowieso wel. Het is voor ons vooral vrij prettig om boven water te kunnen wonen. Als meer mensen bereid zijn iets te doen, zie ik wel een stroomversnelling op gang komen. Kijk naar het Klimaatverdrag van Parijs en de klimaatzaak die is gewonnen door Urgenda.’
‘Maar of we nu te snel stoppen met olie en gas of als we onvoldoende ingrijpen, in beide gevallen krijg je schaarste, conflict, oorlog en in het slechtste geval stort de economie in. Dat is nu gelukkig nog ver weg. Maar als de zee veel meer dan twee meter stijgt, dan is Nederland weg. En wij wonen hier met 17 miljoen man. De Duitsers hebben net honderdduizenden Syriërs opgenomen en daar hadden ze al redelijk wat moeite mee.’
‘Vorig jaar werd bekend dat Shell niet denkt dat de opwarming tot twee graden beperkt blijft, dat het eerder vier graden zal worden. Ik geloof dat ook. Ik denk dat we met de huidige ontwikkelingen de grens van twee graden al over zijn. Het wordt nu leven met de gevolgen.’
‘Hoe ik me daarbij voel? Ik doe net zo goed mee aan dit systeem. Ik doe dan die groene energieleverancier en carpoolen en twee dagen per week vegetarisch eten, maar ik weet ook dat ik daarmee het verschil niet ga maken. Wat kan ik dan wel doen? Met een bord voor het Parlement gaan staan? Hoe je het ook wendt of keert: het blijft aanmodderen.’
‘Ik denk dat er een grote discrepantie is tussen wat we willen en wat we kunnen bereiken. Zonder sterke impuls gaat het zeker niet gebeuren. De vraag is: hoe bereik je die impuls? Dat iedereen zegt: daar gaan we wat aan doen? Kunnen we dat democratisch oplossen?’
‘Als je Shell de prikkels geeft om zich aan te passen, dan zal het wel lukken. Maar als je dat niet doet, tsja, het is een bedrijf. En die dynamiek gaat ook op voor personen. Die zeggen: ik wil niet te veel comfort opgeven. Zeker niet als ik de eerste ben. Dus we hebben genuanceerde ideeën nodig. Sommige dingen kun je zelf, voor andere dingen heb je de overheid nodig.’
‘Niemand binnen Shell denkt: we gaan vandaag lekker het milieu verneuken. Als iemand komt met een optie om de olie overbodig te maken, laten we die dan vooral gebruiken.’
Waarom de Shellmedewerkers die aan het woord komen op De Correspondent anoniem blijven De Shellmedewerkers in deze serie doen op persoonlijke titel mee en spreken niet formeel namens het bedrijf. Hier geef ik een toelichting bij de keuze om hen anoniem op te voeren. De Shelldialogen (4): Shell is bureaucratisch en log Ik korte analyses noteer ik telkens welke inzichten ik opdeed en welke vragen dat oplevert voor toekomstige gesprekken. Hier vind je een samenvatting en analyse van bovenstaand verhaal.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!