Reclame van het Nederlands Zuivelbureau. Beeld: collectie ReclameArsenaal

In Silicon Valley wordt niets voor onmogelijk gehouden. Neem de jonge bio-ingenieur Ryan Pandya (25) uit San Francisco. Toen hij twee jaar geleden veganist werd, kreeg hij een inval: wat als hij via micro-organismen – waar hij indertijd medicijnen mee maakte – die smakeloze veganistische kaas eindelijk eens kon vervangen door een kaas die wel goed smaakte?

En zo geschiedde: in 2014 waren de eerste samples diervrije melk een feit, ontwikkeld met biotechnoloog Perumal Gandhi, waar hij ook de mee oprichtte. Dit vanuit de overtuiging: als je het dier uit de voedselketen haalt, is er minder dierenleed en boek je winst op het vlak van klimaat en milieu. Echt ‘melk’ kun je het dus niet noemen: die moet uit melkklieren voortgekomen zijn.

Maar - en nu komt het – de in het laboratorium ontwikkelde gisten die nodig zijn om deze ‘melk’ te produceren, zijn verkregen via genetische technologie. Dit is een hedendaagse vorm van biotechnologie waarbij het DNA direct wordt aangepast.

Problematisch? Pandya vindt van niet. ‘Onder wetenschappers heerst er meer discussie over het al dan niet opwarmen van de aarde, dan over de schadelijke effecten van genetisch gemodificeerde organismen,’ betoogt hij.

Moeten we dit wel willen?

Door de koe uit het productieproces te halen, mag zijn ‘melk’ dan schoner en diervriendelijker zijn dan die van koemelk, vrij van dilemma’s is het goedje niet. Gentechnologie is immers een gevoelig onderwerp. Angst voor het onbekende is vrijwel geen mens vreemd. En in dit geval wellicht gegrond, aangezien degelijk onderzoek naar de langetermijngevolgen van genetische modificatie ontbreekt.

Natuurlijke voeding hoeft niet bij voorbaat gezond te zijn, en gentechproducten niet per se ongezond

‘Die gisten kunnen ongewenst in het milieu terechtkomen, en dan kun je ze niet meer terugroepen,’ zegt campagnevoerder Dana Perls van de Amerikaanse milieuorganisatie Friends of the Earth. Ze twijfelt dan ook aan het duurzaamheidsgehalte van dit soort producten. ‘We weten niet wat de impact en onbedoelde consequenties zijn van dit soort organismen met kunstmatig DNA op het milieu of onze gezondheid.’

‘We weten van een heleboel voeding het langetermijneffect niet,’ stelt Dirk Stemerding, senior onderzoeker Technology Assessment bij het Rathenau Instituut. ‘Of het nou gaat om gentechproducten of niet. Neem koffie: de ene keer lees je dat het mogelijk kankerverwekkend is, de andere keer lijkt het mee te vallen.’

Volgens Stemerding hoeft natuurlijke voeding niet bij voorbaat gezond te zijn, en zijn gentechproducten niet per se ongezond. Toch speelt ‘natuurlijkheid’ een cruciale rol in de keuze van de consument. Stemerding refereert aan het bedrijf Ecover, dat in 2014 een schoonmaakmiddel op basis van genetisch gemodificeerde algen ontwikkelde en felle kritiek kreeg van de milieubeweging. En dat terwijl het schoonmaakmiddel betrof, geen stof die in het lichaam belandt.

Want hoe wordt de ‘melk’ geproduceerd?

Reclame van het Nederlands Zuivelbureau. Beeld: collectie ReclameArsenaal

Het is sowieso de vraag of genmelk aanslaat. Want als je geen zuivel consumeert omdat je het onnatuurlijk vindt dat voor de melkproductie kalfjes direct na de geboorte bij hun moeder worden weggehaald, dan zal het sleutelen aan genetisch gemodificeerde gisten met DNA van de koe ook tegen je natuur indruisen.

‘Wij richten ons niet enkel op veganisten, maar op een breder publiek,’ vertelt Pandya wanneer ik hem dit voorjaar ontmoet in Amsterdam. Als duurzame ondernemer presenteert hij de innovatie aan geïnteresseerden in de Green Challenge, een initiatief van de Nationale Postcode Loterij waarbij Muufri dit jaar naar huis ging met de runner-up-prijs van 200.000 euro.

Toen Pandya en Gandhi de chemische structuur van melk wisten te ontcijferen, konden ze deze kopiëren, waardoor ze in staat waren de melksmaak te evenaren. Hun toverformule daarbij is gist. ‘Onze gisten hebben dezelfde blauwdruk als melkkoeien,’ zegt Pandya, ‘maar we maken ze zonder ook maar iets uit de koe te halen.’

Toegevoegde vetzuren halen ze uit avocado’s en kokosnoten. Additioneel zijn ook voedingswaarden als calcium, kalium en B12, een vitamine die je van oorsprong enkel in dierlijke producten terugvindt. De basismelk is klaar, maar de bio-techneuten experimenteren nog met melksuikers, oftewel lactosevrije melk waarmee ze tegemoet willen komen aan de omvangrijke groep die kampt met lactose-intolerantie: in de VS is dat bijvoorbeeld driekwart onder volwassen Afro-Amerikanen.

Waarom is dit nodig?

Dat dit soort voedselinnovaties in de schijnwerpers staat, is niet gek. Met het oog op de groeiende wereldbevolking - volgens 9,6 miljard in 2050 - en de verwachte toename van de mondiale zuivelconsumptie, rijst de vraag: hoe straks alle monden te voeden?

‘Bij onze diervrije melk gebruiken we 98 procent minder water, 91 procent minder land, is er 84 procent minder uitstoot van broeikasgassen’

Nu al legt waar de melkveehouderij onderdeel van is, een immense druk op de planeet. De sector is een belangrijke oorzaak van het wereldwijde kappen van oerwoud en ander bos en beslaat één derde van alle (niet-ijs)grond van onze planeet. En volgens berekeningen van het Water Foodprint Network is er voor één glas melk gemiddeld 255 liter water nodig.

De veesector is bovendien verantwoordelijk voor 14,5 procent van alle broeikasgasemissies, 20 procent van het totaal komt van melkvee, aldus de VN-voedsel- en landbouworganisatie Ook de mest en de daarmee gepaard gaande lucht- en grondwatervervuiling vormen serieuze milieuproblemen.

‘Bij onze diervrije melk gebruiken we 98 procent minder water, 91 procent minder land, is er 84 procent minder uitstoot van broeikasgassen en 65 procent minder energieverbruik,’ beweert Pandya.

Waarom geen soja?

Reclame van het Nederlands Zuivelbureau. Beeld: collectie ReclameArsenaal

Ook bij de productie van soja, gebruikt als ingrediënt voor plantaardige yoghurt of kaas, is de milieuwinst in vergelijking met dierlijke melk aanzienlijk: een reductie van 44 procent aan broeikasgassen, zo berekende consumentenorganisatie Milieu Centraal.

Bovendien verbruiken boeren minder water, energie en land. Dat zit ‘m vooral in het feit dat de soja direct in het drankje gaat, en niet eerst in de maag van de koe belandt. En die koe consumeert veel meer dan wanneer de mens de peulvrucht opdrinkt als sap. De meeste soja krijgt dan ook de bestemming: veevoer. In feite vormen vlees, melk en andere zuivel de hoofdoorzaak voor de jaarlijks miljoenen hectares gekapt woud in Latijns-Amerika.

En toch vond Pandya het nodig om zijn Muufri-melk te ontwikkelen: ‘Plantaardige varianten zoals sojadrank komen qua smaak niet in de buurt van echte koemelk,’ verklaart Pandya. ‘Sojakaas bijvoorbeeld, smaakt echt nergens naar.’ Muufri-melk smaakt naar eigen zeggen wel naar koemelk.

Intussen is Pandya bezig met het perfectioneren van zijn melk. Eind volgend jaar komt Muufri op de markt, denkt hij, te beginnen in Californië. Misschien in melkvorm, maar het kan ook nog kaas of yoghurt worden.

Hoe dan ook, waarschijnlijk duurt het nog even voordat Muufri hier in het schap ligt. De Europese regelgeving voor genetisch gemodificeerde organismen is strikt: Muufri dient eerst grondig uit te zoeken of het product de Europese markt op kan. Tot die tijd kan de burger zich nog eens grondig bezinnen over de vraag of deze bio-techuitvinding daadwerkelijk de witte motor is voor de toekomst.

Lees ook:

Redden we de wereld als we geen dierlijke producten meer eten? In de zoektocht naar een duurzame leefstijl ligt de consumptie van dierlijke producten als vlees, kaas en eieren steeds meer onder vuur. Moeten wij veganist worden om de wereld te redden? Lees het stuk van Merel Deelder hier terug Zijn insecten een duurzaam alternatief voor vlees? In een reeks verhalen check ik claims over voedsel en duurzaamheid. Vandaag: zijn insecten duurzamer dan vlees? Lees het verhaal van Evert Nieuwenhuis hier terug Kun je de wereld voeden en tegelijk de natuur redden? Ecomodernisten stellen dat intensieve landbouw beter is voor de planeet dan biologische. Want door bepaalde stukken land heel intensief te gebruiken, kunnen andere delen geheel aan de natuur teruggegeven worden. Geen populair standpunt, maar: klopt het? Lees het verhaal van Hidde Boersma hier terug