Begin 2005 wilde Rahinah Ibrahim van Maleisië terugkeren naar Stanford University, nabij San Francisco, om haar promotieonderzoek af te ronden. Op de luchthaven in Kuala Lumpur mocht ze het vliegtuig niet in. Haar visum voor de Verenigde Staten bleek ingetrokken. Eerder had ze al te horen gekregen dat ze op een no-fly list stond, een lijst terrorismeverdachten die niet met het vliegtuig de VS in mogen.
Afgelopen week is het Ibrahim gelukt om als eerste niet-Amerikaan haar plaatsing op de no-fly list voor de rechter te brengen. Deze rechtszaak is belangrijk, zeker in het post-Snowden tijdperk, want het toont de willekeur en de rechteloosheid van niet-Amerikanen als zij het land bezoeken.
Waar gaat de zaak over?
Rahinah Ibrahim kwam in 1983 naar de Verenigde Staten om te studeren. Ze trouwde er met een Maleisische-Amerikaan en kreeg in 1987 een dochter. In de jaren negentig keerde ze terug naar Maleisië om daar te werken, maar ze werd rond de eeuwwisseling door de Stanford University (in Stanford, Californië) uitgenodigd om promotieonderzoek te doen in de architectuur.
Eind 2004, vlak voordat ze tijdelijk naar Maleisië zou gaan, kreeg ze bezoek van een aantal FBI-agenten. Die wilden weten of ze betrokken was bij de islamitische verzetsbeweging Jemaah Islamiyah in Maleisië. Dat was ze niet. Ze was wel actief voor een islamitische hulporganisatie, Jamaah Islah Malaysia. Een totaal andere organisatie, met een voor buitenstaanders wellicht verwarrende naam.
Twee weken later vloog ze terug naar Maleisië. Althans, dat probeerde ze. Op de luchthaven van San Fransisco werd ze aangehouden en in bewaring genomen, omdat ze op een no-fly list zou staan. Al snel bleek dit op een misverstand te berusten en werd haar verteld dat ze van de lijst afgehaald zou worden. Ze kon, met een dag vertraging, haar reis vervolgen. Maar daarna mocht ze niet meer terug naar de VS. Het vermoeden is dat ze nog steeds op de no-fly list staat, maar er is geen ambtenaar die het wil of kan bevestigen. Ibrahim eist dat ze alsnog van de lijst wordt gehaald en naar de VS kan terugkeren.
Wat is de no-fly list?
De no-fly list is een van de vele zwarte lijsten die na de aanslagen van 11 september 2001 op het WTC in New York zijn opgesteld. De lijsten komen voort uit de Terrorist Screening Database, beheerd door de FBI, waar inmiddels zeker 875.000 namen instaan van mensen die in verband worden gebracht met terroristische activiteiten. Dat waren er vijf jaar geleden nog 300.000 minder.
Uit deze database wordt ook de no-fly list samengesteld: mensen die niet de VS per vliegtuig mogen betreden of verlaten. Het aantal namen fluctueert. Soms worden er ineens veel namen geschrapt. Het hoe en waarom wordt verborgen gehouden voor de buitenwereld.
Halverwege 2000 stonden er zo’n 45.000 namen op, velen onterecht. Zo stond er een aantal kinderen op de lijst, evenals toenmalig senator Ted Kennedy. Het aantal namen nam vervolgens af tot ongeveer 10.000. Maar met de arrestatie van ‘onderbroekterrorist’ Umar Farouk Abulmutallab eind 2009 zwol de lijst weer aan. In mei van dit jaar rapporteerde persbureau AP op basis van eigen onderzoek dat er 21.000 namen op de no-fly list staan.
Een van de problemen is dat je niet weet of je op de lijst staat. Daar kom je pas achter als je niet mag vliegen en dan nog wordt het je niet verteld door het verantwoordelijke Department of Homeland Security. De enige manier om van de lijst af te komen, is om een klacht in te dienen via de website van het ministerie. Wat er daarna gebeurt, is grotendeels onbekend. Het is wel duidelijk dat er geen onafhankelijke instantie naar de klacht kijkt. Het ministerie onthult ook nooit op basis van welke verdenking en welke bewijslast je op de lijst staat. Daar kom je dus nooit achter.
Hoe verloopt de zaak?
Tot nu toe vrij bizar. De dochter van Ibrahim zou getuigen, maar werd op de luchthaven van Kuala Lumpur de toegang tot het vliegtuig van Malaysia Airlines ontzegd. De advocaten van het Department of Homeland Security ontkenden dat het ministerie hier een hand in had. De dochter zou de vlucht simpelweg hebben gemist.
Gaandeweg het proces bleek echter wel degelijk dat de dochter was weggestuurd. De advocaten van Ibrahim overwegen een klacht bij de Amerikaanse Orde van Advocaten over het gedrag van de tegenpartij. De rechter maakte zich er behoorlijk boos over dat de dochter uiteindelijk niet kon getuigen, zeker omdat ze een Amerikaans staatsburger is. Ibrahim zelf kon er ook niet bij zijn, omdat haar nog steeds de toegang tot de VS wordt ontzegd. Zij getuigde via een videoverbinding.
De rechter heeft een volle week nodig gehad om alle getuigen te horen, maar telkens weer moest de rechtszaal worden ontruimd. Het Department of Homeland Security heeft zich met hand en tand verzet tegen iedere vorm van openbaarmaking en heeft tien advocaten afgevaardigd. Die wilden aanvankelijk bewijs overleggen dat niet door de tegenpartij gezien mocht worden, omdat deze afkomstig was uit inlichtingen. De rechter ging hier niet in mee. Sommige informatie is wel verstrekt aan de advocaten van Ibrahim op voorwaarde dat ze het niet zouden delen met hun cliënt. Het is met recht kafkaesk te noemen: Ibrahim weet niet waar ze precies van beschuldigd wordt en wie daar verantwoordelijk voor is.
Wat maakt deze zaak relevant?
In dit geval weet Ibrahim niet zeker óf ze op de no-fly list staat en zo ja, waarom en door wie ze erop gezet is, op basis van welke informatie en of die informatie klopt. Dat kan in principe iedereen overkomen. We weten niet wat voor informatie de Amerikaanse overheid allemaal over burgers wereldwijd verzamelt, maar sinds de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden weten we wel dat het in ieder geval veel is - en in potentie nog veel meer. Bovendien is er, in het geval dat je op zo’n verdachtenlijst belandt, bitter weinig wat je er tegen kunt doen. Niet voor niets eist de Europese Commissie in de onderhandelingen naar aanleiding van de Snowden-onthullingen dat Europese burgers in de VS juridisch verhaal kunnen halen als ze op basis van hun gegevens zo worden benadeeld. De zaak is dus een belangrijke test-case. De uitspraak is over enkele weken. Daarover zal ik uiteraard verslag doen in mijn tuin.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!