Het is haast niet voor te stellen, maar ooit leken de VS bang voor Japan. In de jaren tachtig en negentig werd de Amerikaanse markt overspoeld door Japanse auto’s, elektronica en kapitaal. Dat leidde tot het nodige gesomber. Amerikaanse arbeiders zouden ofwel werkloos raken, of zich moeten schikken aan de Japanse bedrijfscultuur - dus hup met alle werknemers onder het oog van de directeur ochtendgymnastieken. Vooruitziende Amerikanen gingen Japans leren. En in de populaire cultuur werd geregeld aan Japan bashing gedaan. In Robocop 3 (wie heeft dit pareltje der cinematografie niet gezien?) schiet agent Murphy bijvoorbeeld Japanse robots aan flarden.

Chinese draak

In de Amerikaanse pers wemelt het de laatste tien jaar weer van de paniekverhalen. China koopt massaal staatsschuld op (nu ruim 1 biljoen dollar, ruim acht procent van de totale schuld). Wat als China die schuld verkoopt? Of weigert nieuwe schuld te kopen? Wat als de VS en China in conflict komen over Taiwan? Ik herinner me een KAL-cartoon uit de Economist uit 2007. een stuwmeer van Amerikaanse staatsschuld en een dam met een schuif waar het water al onderdoor sijpelt. De Chinese draak dreigt de schuif open te trekken. Uncle Sam staat naast de dam en probeert de draak te kritiseren. Die vraagt op zijn beurt of Uncle Sam wel zijn zwembroek heeft meegebracht.

Terechte zorgen

Op het eerste gezicht lijken deze zorgen terecht. Wie betaalt, bepaalt immers vaak. Maar er is steeds meer bewijs dat China zijn financiële macht beperkt kan inzetten voor politieke doeleinden. Althans tegen de VS.

Vorig jaar kreeg het Pentagon opdracht van het Congres om de risico’s van China’s rol als financier van Amerikaanse tekorten in te schatten. De conclusies zijn duidelijk: Een agressieve financiële daad zou China meer kwaad .

Ten eerste probeert China de koers van de nationale munt, de renminbi, laag te houden. Dat is moeilijk want China heeft met vrijwel alle landen, maar vooral met de VS een handelsoverschot. Daarnaast investeren buitenlandse bedrijven meer in China dan andersom. De regering kan de koers alleen laag houden door massaal dollars te kopen, liefst in de vorm van risico-arm maar wel renderend staatsschuldpapier. Als China die schulden dumpt, zal de koers van de renminbi omhoog schieten en dat zal vermoedelijk tot binnenlandse economische problemen leiden (en dus onrust).

Taiwan

Dat neemt niet weg dat China af en toe wel dreigt. In 2010 bijvoorbeeld adviseerde een aantal Chinese economen om Amerikaanse staatsobligaties te dumpen naar aanleiding van een wapenleverantie aan Taiwan. Dit soort wapenkreten zijn vaker gehoord. Dat neemt niet weg dat China ook de laatste jaren stug Amerikaanse schuld blijft opkopen.

Mocht China toch de schuld dumpen, dan zijn de financiële kosten hoog. De Amerikaanse centrale bank is in staat om die schulden op te kopen. Dat is geen fijn vooruitzicht, maar voor een korte periode voor de VS wel te overzien. Daarnaast zou China door de markten worden afgestraft, want wie wil er zaken doen met zo’n onbetrouwbare partner?

Econoom Daniel Drezner onderschrijft deze conclusies in zijn goed leesbare paper over de Chinese financiële invloed in . Zijn conclusie is dat financiële pressie wel degelijk kan werken. Er zijn genoeg historische voorbeelden waarin financiële druk is ingezet. Denk alleen al aan de Nederlandse terugtrekking uit Indonesië. De VS dreigden delen van het Marshall-plan niet uit te voeren. Maar dit soort instrumenten werken niet tussen twee grote machtsblokken wier economieën in grote mate zijn verstrengeld.

Amerika hoeft dus net als in de jaren tachtig niet te vrezen voor ‘het gele gevaar’. Een volgende vraag is: moet Europa niet banger zijn voor China? 

De Afrikaanse behandeling

François Godement is politicoloog en China-kenner en werkt ondermeer voor de European Council on Foreign Relations. Volgens hem en zijn medeauteurs maakt China optimaal gebruik van de eurocrisis om haar politieke en economische macht te vergroten. Europa krijgt in zijn woorden ‘de Afrikaanse behandeling’: Chinese bedrijven kopen met behulp van de staat Europese bedrijven op, nemen deel aan grote infrastructurele projecten en de Chinese staatsbanken kopen staatsschuld op van kwakkelende eurolanden. En dat dikwijls tegen bodemprijzen. Griekenland, Hongarije, Ierland, Spanje en Portugal hebben allen rechtstreeks een beroep gedaan op China om staatsschuld op te kopen die de landen aan de straatstenen niet meer kwijt konden. Ze hadden weinig keus. Op de avond dat er een politiek akkoord kwam over de inrichting van het Stabiliteitsfonds (het Europese bailout-potje waarmee banken gered moeten worden), toog de voorzitter daarvan naar China om miljarden te vragen.

Nu de eurostorm even wat is gaan liggen, is de zorg over de Chinese kooplust ook weggeëbd, zegt Godement in een telefonisch interview. Dat neemt niet weg dat we meer inzicht moeten hebben in het leengedrag van Europese landen en wie die leningen kopen. We hebben op dit moment de instrumenten niet om daar zicht op te krijgen. Alle landen hebben een centrale bank én een ministerie van Financiën dat die centrale bank van informatie kan voorzien. Op Europees niveau missen we dat. ‘De lidstaten lenen veel buiten Europa. Zolang het goed gaat, is dat niet zo´n probleem, maar bij economische problemen kunnen landen tegen elkaar uitgespeeld worden als het er om spant.’

Tot nu toe heeft China steeds publiekelijk de eurozone gesteund en risicovolle staatsobligaties gekocht. De vraag is echter hoeveel staatsschuld daadwerkelijk is aangeschaft en wat China daarvoor terugkrijgt. Volgens Godement zal het waarschijnlijk niet meer zijn dan 20 miljard euro – een schijntje, aldus de politicoloog. Daarvoor heeft China wel meer politieke invloed verworven. ‘Het gevaar voor Europa is dat er een soort Chinalobby ontstaat van kleinere EU-lidstaten’. Die kunnen unanieme besluiten van de unie blokkeren. China heeft de laatste jaren vaak aangegeven meer toegang te krijgen tot de Europese markt.

Europa is volgens hem ‘in een buitengewone staat van onwetendheid over wie de publieke schuld bezit’. Er is volgens hem simpelweg geen manier om erachter te komen hoeveel China bezit.

Geprikkeld door zijn woorden, ben ik met Tabitha Speelman, onze aankomende Correspondent China, een onderzoek begonnen naar het Chinese investeringsgedrag in Europa. We zijn nog druk bezig, dus ik wil niet op conclusies vooruit lopen, maar het beeld lijkt genuanceerder dan Godement voorspiegelt.

Morgen in ieder geval een van mij op De Correspondent over wie de Nederlandse staatsschuld koopt. Ik kan verklappen dat de simpele vraag - wie bezit onze staatsschuld? - tot een lange en ingewikkelde zoektocht heeft geleid.