In de documentaire die ik met anderen maak over genetische modificatie vragen we onze Amsterdamse vrienden hoe hun ideale voedselsysteem eruitziet. Bijna allemaal komen ze met hetzelfde ideaal: kleinschalig, lokaal, het liefst in eigen tuin, de natuur haar werk laten doen.
‘In de ideale wereld heb je meer tijd, leg je zelf een moestuin aan, om vervolgens alles in de zon lekker langzaam te groeien,’ zegt er een. ‘Als bij ons in de tuin een boom valt, laten we die liggen, zodat andere organismen daarvan kunnen leven. Ons voedselsysteem zou ook zo’n onderdeel van de cirkel van leven en dood moeten zijn,’ zegt de ander.
Na even nadenken ziet een aantal vrienden wel in dat er problemen zijn met hun ideaal. ‘Ik heb geeneens een tuin, dus dat wordt wel een probleem. En ik heb ook geen groene vingers, dus ik zou een hele studie moeten doen.’
In hun hang naar eenvoud en hun verlangen naar een leven in meer harmonie met de natuur staan ze niet alleen. Ik neem het ook waar in de reacties onder mijn stukken op dit medium. Veel leden lijken het vertrouwen in de vooruitgang verloren. Nieuwe technologieën, als gene-editing en thoriumreactoren worden allereerst met argwaan bekeken, alvorens de kansen worden gezien.
Oplossingen voor de problemen in bijvoorbeeld onze voedselvoorziening worden eerder gezocht in minder technologische vooruitgang, dan in meer. Als wij als mensheid een pas op de plaats doen, en ons meer overgeven aan de natuur, dan komt het wel weer goed met de wereld, is de gedachte. De natuur is intrinsiek goed, en dat wij daarvan zijn afgedwaald, is de bron van alle ellende.
Dit ideaal staat rationele oplossingen voor bijvoorbeeld milieuproblemen in de weg. Het dupeert bovendien ontwikkelingslanden, die in hun ontwikkeling worden geremd.
De romantiek herleeft...
In al deze reacties resoneert de romantiek, een stroming die ontstond als reactie op de verlichting en grofweg duurde van 1795 tot 1850. Tijdens de Romantiek voerden waarden als authenticiteit, intuïtie en individualiteit de boventoon. Het lijkt erop dat het begin van de 21ste eeuw de heropleving markeert van deze waarden in het Westen.
Dat komt voort uit een ongemak dat veel westerlingen voelen met de moderne samenleving. De ketens voor bijvoorbeeld ons voedsel zijn te lang, de democratische instituties te ondoorzichtig en het leven te vertechnologiseerd. De nieuwe romantici voelen zich ongemakkelijk bij de aanblik van klimaatverandering en vervuiling, die ze als onherroepelijk gevolg zien van de moderne, hoogtechnologische samenleving. Ze verlangen terug naar een tijd waarin het leven overzichtelijker was. Waar de romantiek teruggreep op de Middeleeuwen, verlangen neo-romantici vooral naar de tijd van voor de industriële revolutie, toen de wereld in hun nog ogen puur en schoon was.
Romantici voelen zich ongemakkelijk bij de aanblik van klimaatverandering en vervuiling, die ze als onherroepelijk gevolg zien van de moderne samenleving
Alle aantrekkingskracht van het romanticisme komt samen in het boek Walden van Henry David Thoreau uit 1854. In dat boek leeft de schrijver een jaar lang in een hutje in het bos waar hij één hoopt te worden met de natuur om het leven beter te begrijpen. Een simpel, zelfvoorzienend leven, zonder technologie en vooruitgang als ultieme manier van leven. De Amerikaanse schrijver John Updike beschreef Walden later als ‘een totem voor de behoudende, terug-naar-de-natuur en antikapitalistische mindset.’
Het is een gedachtegang die zonder moeite is in te passen in 2016. Het is geen toeval dat de sterk op Walden lijkende film Into the wild, waar een verloren twintiger in zijn eentje Alaska intrekt om te reflecteren op zijn leven, zo populair is. De ironie dat de hoofdpersoon sterft als hij één met de natuur is geworden, lijkt de meeste kijkers te ontgaan.
...in voedsel, gezondheid en opvoeding
De hang naar de romantiek is misschien wel het sterkst als om voedsel en voedselproductie gaat. Het verlangen naar kleinschalige, lokale productie, zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest is een direct verlangen naar hoe wij denken dat voedsel rond 1820 werd geproduceerd, toen nog meer dan de helft van de Nederlandse bevolking in de landbouw werkte en er geen globale voedselketens waren.
Neo-romantici eten hun voedsel bovendien het liefst puur en onbewerkt. Additieven als E-nummers zijn uit den boze. De beroemde schrijver Michael Pollan wakkert in zijn bestseller In Defense of Food de nostalgie aan door te stellen dat we niks zouden moeten eten dat onze oma’s niet zouden herkennen.
Sommige neo-romantici kijken nog veel verder terug voor een gezond eetpatroon: het paleodieet, waarin alleen ingrediënten genuttigd worden die jagers-verzamelaars duizenden jaren geleden aten, mag gezien de legio blogs over dit onderwerp op een grote schare aanhangers rekenen. Alles is gezond, zolang het maar niet besmet is door de moderne maatschappij.
Ook in de gezondheidszorg wint de neo-romantiek terrein. De trend onder hoogopgeleiden om hun kind niet in te enten, is rechtstreeks terug te voeren op het ongemak met de moderne maatschappij. Vaccinaties worden gezien als een uitwas van de industrialisatie, en niet vaccineren is een antikapitalistische uiting.
Homeopathie en aanpalende natuurgeneeswijzen zijn onder dezelfde groep populair omdat ze gebruik zeggen te maken van de kracht van de natuur en van onze natuurlijke kracht. Het zijn geneeswijzen die ‘de verstoorde balans herstellen,’ oftewel: die ons weer terugbrengen naar de natuur, naar onze oerkracht. Als we daar maar naar teruggaan hebben ‘moderne’ ziektes als kanker en autisme geen kans.
Nog een voorbeeld? Onder veel stedelijke moeders is ‘natuurlijk ouderschap’ en ‘attachment parenting’ een hype. Typische karakteristieken zijn permanent lichamelijk contact door het kind zo veel mogelijk in een draagdoek te dragen, langdurige borstvoeding en voeden op verzoek, en co-sleeping: het met het hele gezin in een bed slapen. Natuurlijke moeders volgen hun instinct, niet de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Ze gaan met hun kinderen om zoals onze voorouders dat volgens hen ook deden. En uiteraard hoort zo’n kind ter wereld te komen middels een natuurlijke bevalling, het liefst thuis en zonder enige medische poespas.
Het probleem met de neo-romantiek
Het probleem met de nieuwe romantiek is dat het tijden idealiseert die niet hebben bestaan. Dat romantische ideaal van voedselproductie anno 1820? Toen was 80 procent van de mensen arm. Het werk op het land was uitputtend, terwijl de oogsten maar een fractie waren van de huidige. De levensverwachting lag rond de veertig jaar.
En dan dat lichaam en zijn oerkracht? In 1900, voor de introductie van vaccins (en voor de uitgebreide aanleg van riolering), stierf één op de vijf kinderen voor het vijfde levensjaar. Een ontstoken wond kon je je leven kosten, voor de bioloog Alexander Fleming in 1929 antibiotica ontdekte. Leven in harmonie met de natuur betekende vooral sterven in harmonie met de natuur.
Neo-romanticisme is nostalgie zonder historische basis
En dat bevallen zoals vroeger klinkt heerlijk, als je vergeet dat in de negentiende eeuw bij 700 op de 100.000 geboortes de moeder stierf op het kraambed (nu is dat ongeveer 5 op de 100.000). Het natuurlijke ouderschap grijpt daarnaast terug op de tijd dat vrouwen enkel moeder waren, geen stem hadden in de samenleving en dus alleen maar thuis waren om te zorgen.
Het neo-romanticisme is kortom nostalgie zonder historische basis. De gevoelens leven opvallend sterk juist bij diegenen die het meest geprofiteerd hebben van de moderne maatschappij. Het zijn vooral westerse, hoogopgeleide, stedelijke, witte mannen en vrouwen die zich aangetrokken voelen tot de neo-romantiek.
Dat wordt versterkt doordat een neo-romantische levensstijl een statussymbool is. Het telen van eigen voedsel en het permanent klaarstaan voor borstvoeding zijn tijdrovende klussen, die alleen zijn weggelegd voor klassen die het zich kunnen veroorloven er tijd voor vrij te maken. Neo-romanticisme is een luxe-ideologie.
Welkom in het postfeitentijdperk
Nu zou je kunnen zeggen: laat die mensen lekker zwelgen in hun nostalgie, want wat is nu eigenlijk het probleem? Nu, dat bewezen feiten er niet meer toe doen. Een kenmerk van de romantiek is de herwaardering van intuïtie en emotie. Die herwaardering leidt tot een sterke individualisering van de waarheid. Het gevolg daarvan is weer dat iemands gevoelens eenzelfde waarde krijgen als feiten.
Romantici zijn zo in staat om middels gevoelens doorwrochte feiten in een keer van tafel te vegen. ‘Het kan wel zijn dat wetenschappers zeggen dat vaccins levens redden, maar het voelt niet goed om een naald in mijn kind te stoppen.’ Of: ‘Het kan wel zijn dat wetenschappers zeggen dat genetische modificatie veilig is, maar het voelt niet goed om de natuur aan te passen.’
Neo-romantiek is daarmee inherent anti-wetenschappelijk en staat gefundeerde oplossingen in de weg.
Welkom in het non-conformismetijdperk
Dat wordt versterkt door een andere eigenschap waar neo-romantici prat op gaan: non-conformisme. Neo-romantici noemen zichzelf graag de enige groep mensen die wel nadenkt in een wereld vol schapen. Zij hebben wel de innerlijke kracht om tegen de stroom in te varen.
Om bij dezelfde voorbeelden te blijven: ‘Iedereen loopt achter het RIVM aan, maar wij denken echt na: zijn vaccins eigenlijk wel nodig, en wat verdient Big Pharma eraan?’ En dan gentech: ‘Honderd Nobelprijswinnaars mogen dan oproepen om de tegenstand tegen de techniek op te geven, maar wij trappen er niet in: het is de lobby van Monsanto en BigAg die iedereen manipuleert.’
‘Iedereen loopt achter het RIVM aan, maar wij denken echt na: zijn vaccins eigenlijk wel nodig?’
Dit achterdochtige wereldbeeld zorgt voor sterke polarisering en maakt een constructieve discussie lastig. Zoals milieu-activist en gentechspijtoptant Mark Lynas het in onze documentaire zegt: ‘Ik ken geen enkele moleculair bioloog die er ’s nachts opuit gaat om biologische velden te vernielen, terwijl er aan de andere kant wel mensen met een belang in de biologische landbouw gentechvelden vernielen.’
Die houding is zonde, want het is uiteraard niet zo dat alle ideeën van de neo-romantici onzinnig zijn. Zo maken biologische boeren zeer gewiekst gebruik van natuurlijke bestrijders, iets waar de conventionele landbouw van kan leren. Maar door hun ongefundeerde taboes op kunstmest en gentechproducten en hun onwetenschappelijke scheidslijn tussen biologische en synthetische bestrijdingsmiddelen, verliezen ze geloofwaardigheid.
De arme boer lijdt onder ons ongemak
De grootste schade brengen neo-romantici toe als ze hun westerse ongemak met de moderne samenleving – bewust of onbewust - opleggen aan ontwikkelingslanden, die juist nog veel te winnen hebben de vooruitgang. Op zo’n moment worden romantische waarden inhumaan. Die neiging is het sterkst bij organisaties die het neo-romantische ideaal kanaliseren, zoals milieubewegingen als Greenpeace en non-gouvernementele organisaties als Hivos.
Zo vinden zulke organisaties dat de Afrikaanse landbouw zich moet ontwikkelen zonder kunstmest, bestrijdingsmiddelen en gentechgewassen. Terwijl zulke ontwikkelingen bij ons voor grote voedselzekerheid hebben gezorgd. Het is nostalgie boven ratio, want die laatste leert ons dat de Afrikaanse landbouw sterker wordt tegengehouden door een gebrek aan kunstmest dan aan bijvoorbeeld water. Neo-romantische clubjes proberen zo de ontwikkeling van de armsten tegen te houden.
Eenzelfde dynamiek is zichtbaar op het gebied van energie. Een beleid gebaseerd op kennis zou betekenen dat de wereld alles op alles zet om de 1,3 miljard armste mensen die nu nog zonder elektriciteit zitten daaraan te helpen. Want er zit een direct verband tussen toegang tot elektriciteit en kwaliteit van leven. Maar dat is niet wat bijvoorbeeld Friends of the Earth, de moedervereniging van Milieudefensie, voorstaat. Die club wil dat in 2050 de gemiddelde wereldburger het energieverbruik heeft van een bewoner van India nu, omdat dat volgens hen de manier is om klimaatverandering in te dammen. Dat betekent dat Friends of the Earth wil dat het totale energiegebruik van de wereld nu al te hoog is en moet worden teruggeschroefd, terwijl er nog 2 à 3 miljard mensen bijkomen op deze planeet.
Meer, niet minder wetenschap is nodig deze eeuw
De wereld staat voor enorme opgave: de komende decennia krijgt de aarde nog een 3 miljard extra inwoners te verstouwen, terwijl we de ecologische druk van al die mensen juist willen verlagen om zo de Amazone te behouden en het klimaat binnen de perken te houden. Met meer dan 9 miljard mensen in harmonie met de natuur leven is een recept voor een ramp, vooral voor de natuur.
Daarom: alleen als we massaal dicht op elkaar in de stad gaan, onze landbouw intensiveren en sterk geconcentreerde energievoorzieningen als kernenergie gebruiken, blijft er land over voor de natuur.
Om de uitdagingen die op ons afkomen te lijf te gaan, is het nodig om de wetenschap te omarmen, in plaats van haar terzijde te schuiven als maar een mening, zoals neo-romantici dat doen. De natuur is geen goede raadgever: ze heeft geen richting en kent geen goed of kwaad. De natuur is een constante strijd op leven en dood, en het is juist de kracht van de mens om zich daaraan te ontworstelen. Het is die kracht, die onze welvaart en onze levensstandaard heeft doen stijgen de afgelopen eeuw. Natuurlijk ging dit gepaard met destructie, maar een stap terugdoen, maakt ons minder weerbaar. Het is nu de tijd om met de wetenschap als leidraad, de destructie een halt toe te roepen en zelfs terug te draaien
Het wordt tijd dat we weer vertrouwen krijgen in onszelf en de vooruitgang en de mens weer als kracht voor het goede gaan zien.
Lees ook:
Kan intensieve landbouw de natuur redden? Een reactie op jullie vragen Mijn artikel over intensieve landbouw en zijn waarde voor natuurbescherming riep veel reacties op. Daarom een deel twee, waarin ik uitgebreid op de commentaren inga. Kun je de wereld voeden en tegelijk de natuur redden? Ecomodernisten stellen dat intensieve landbouw beter is voor de planeet dan biologische. Want door bepaalde stukken land heel intensief te gebruiken, kunnen andere delen geheel aan de natuur teruggegeven worden. Geen populair standpunt, maar: klopt het? Waarom minder vlees eten zo moeilijk is Als we het voedselsysteem willen veranderen - zodat het de aarde minder belast - moeten we ons voedselpatroon aanpassen. Maar kunnen we dat wel, minder vlees en chocolade eten?
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!