Het is leeg en stil in de trainingshal van boksschool Mesa Sport in Schiedam waar Nouchka Fontijn op een knop drukt. Om de twee minuten zal er een harde zoemer afgaan.
KRRRRRAAAANNNGG!
Ze zucht even, en begint dan, onder het toeziend oog van metershoge geschilderde portretten van Muhammad Ali en Lucia Rijker, met touwtjespringen – hard en foutloos.
KRRRRRAAAANNNGG!
‘Dit is het moeilijkste,’ zegt ze. ‘Je in het zweet werken als je de enige in de zaal bent. Als niemand kijkt.’
Na de warming-up, enkele KRRRRRAAAANNNGG!s later, stapt ze de boksring in. Op het programma: een training tegen een imaginaire tegenstander, die een amalgaam is van drie boksers ineen - een derde Russisch, een derde Canadees, en een derde Braziliaan.
Een potentiële Hollandse heldin
Heel bekend is Fontijn (28) - die woensdagavond om 20:15 uur Nederlandse tijd haar eerste partij bokst, tegen de Britse Savannah Marshall - bepaald niet. Maar dat zou heel snel kunnen veranderen.
Ten eerste omdat ze een grote kanshebber op een medaille is. Fontijn is Europees kampioen in haar klasse, ze staat tweede op de wereldranglijst. Voor brons is winst tegen Marshall al genoeg. Maar de verwachting is dat ze aanstaande zondag de finale bokst tegen de Amerikaanse wereld- en Olympisch kampioene Claressa ‘T-Rex’ Shields, van wie ze in mei de WK-finale verloor.
‘Dit kan zomaar de enige kans zijn’
Ten tweede omdat ze zeer mediageniek is - ze praat open, geestig, fanatiek, geconcentreerd en razendsnel, met een Rotterdamse tongval. Een gouden medaille zou haar een bekende Nederlander en publiekslieveling kunnen maken.
Niet dat ze voor dat laatste veel ambitie heeft. De media kunnen haar gestolen worden. De enige focus die zij en haar vriend en coach Abdul Fkiri in Rio hebben: het toernooi. ‘Deze kans komt misschien wel nooit meer,’ zegt Fontijn.
Boksen is niet knokken, boksen is ontregelen
Dat is voor Fontijn geen loos sportcliché. De Spelen van Londen van 2012 miste ze op een haartje, na een jaar lang in een vreemde strijd te zijn verwikkeld met de boksbond.
De bond dwong haar eind 2011 te breken met Fkiri, die trainer die haar in 2006 had ontdekt en die later haar geliefde werd (en is). De bond vond dat ze moest trainen bij de bond, op trainingscentrum Papendal. Fontijn wilde met Fkiri trainen in hun thuishaven Schiedam.
De bond drukte door, met een bizarre situatie tot gevolg: op belangrijke buitenlandse toernooien werd ze in de ring begeleid door trainers van de bond; op haar hotelkamer nam ze met Fkiri de tactiek door, via Skype. Ze wil naar de één luisteren, ze moet naar de ander luisteren. Fontijn probeert er op bewonderenswaardige wijze het beste van te maken, zoals te zien is in de prachtige documentaire over Fontijn, Nous vs. Nous.
Pas in 2014 kregen Fkiri en Fontijn uiteindelijk hun zin. Met hard werken - in sportschool Mesa Sport, in een fietstunnel die dienst doet als vaste trainingslocatie, en bij krachttrainer Hans Kroon - kwalificeerde ze zich in mei de Spelen van Rio. Fysiek sterker dan ooit, tactisch beter dan ooit en eindelijk overal begeleid door Fkiri, de man die haar leerde boksen.
‘De eerste keer dat ik haar zag,’ zegt Fkiri, ‘was ze niet aan het boksen, ze was aan het knokken. Maar ze bleef maar gaan. Ik zag dat ze een goed hart had. Ik schoot haar aan en zei: ’Zou je beter willen worden? Zou je iemand in elkaar willen rammen, en zelfs niks tegen willen krijgen?’’
De kunst is uit het vizier van de tegenstander te blijven, klappen te ontwijken, te ontregelen
Dat wilde ze. Fkiri leerde haar uit het vizier van de tegenstander te blijven, om klappen te ontwijken, maar ook om tegenstanders niet eens de kans te geven klappen te maken - kortom, om de tegenstander te ontregelen.
Fkiri: ‘Dan wordt zij gek. Ze denkt: het lukt niet, maar ik weet niet waarom. Daar kan ik echt van genieten. Als we iets hebben voorbereid, en dat de tegenstander er he-le-maal geen raad mee weet.’
De rationele paranoia van een coach
De voorbereiding is gaande sinds Fontijn zich in mei plaatste voor Rio. Over de details van die voorbereiding willen Fontijn en Fkiri niet veel, maar wel wát prijsgeven. Wel wat, omdat Fontijn en Fkiri over boksen nauwelijks uitgepraat kunnen raken. Niet veel, omdat de vijand meeleest.
Tenminste, als die doet wat Fkiri doet - wat neerkomt op ‘alle informatie, alles, alles, alles verzamelen over iedereen’. Video’s, blogs, krantenartikelen - Fkiri zoekt alles op over Fontijns tegenstanders. En zo gulzig als hij is in het verzamelen van informatie, zo gierig wil hij zijn in het weggeven ervan. Want Fkiri gaat ervan uit dat de vijand is zoals hij.
‘Wanneer wil je dit publiceren?’ vraagt Fkiri dan ook, terwijl Fontijn in de ring aan het schaduwboksen is.
‘Kort voor haar eerste gevecht.’
‘Kan het ook heel kort ervoor?’
Fkiri’s competitieve paranoia is begrijpelijk. Er doen maar twaalf vrouwen mee aan het bokstoernooi in het middengewicht (tot 75 kilo). Dat betekent dat iedereen de tijd heeft om alles te lezen over elkaar, zelfs als het in een andere taal geschreven is. Zoals Fkiri dus zelf ook doet.
Met Google Translate? ‘Ja.’
Focussen op kleine dikkerdjes
Die informatie is van nut zodra Fontijn haar exacte tegenstander weet. Dat weet ze pas de dag van tevoren.
Tot die tijd wil Fontijn zo specifiek mogelijk trainen. Maar hoe? Op alle elf mogelijke tegenstanders kun je je niet voorbereiden, dat is te veel. Daarom hebben Fontijn en Fkiri de tegenstanders ingedeeld in vijf types, die op een vergelijkbare manier boksen.
Op een whiteboardje aan de muur bij de ingang van de bokszaal van Mesa Sport staan de vijf types in blauwe markeerstift geschreven.
Rus
Canadees
Laurell
Marokkaan
Tai Pei
Braziliaan
Chinees
Dariga
Shields
Panamees
Vandaag is de focus op het groepje ‘Rus, Canadees’ - en eigenlijk hoort de Braziliaanse er ook bij. Of, zoals Fontijn hun type na de training bijna liefkozend noemt, ‘kleine dikkerdjes’. Fontijn vecht niet graag tegen ze. Of beter gezegd: ze vocht niet graag tegen ze. Inmiddels weet ze wat ze tegen zulke tegenstanders moet doen, maar het duurde even.
De kleine dikkerdjes doen niet veel, zegt ze, en toch zijn ze er steeds weer. ‘Ze blijft stormen en komen. Als een soort parasiet. Echt de hel. Je geeft een klap, denkt haar even kwijt te zijn, en daar staat ze alweer. Zonder dat ze zelf veel doet. Ze geven voortdurend schijnbewegingen.’
De Canadese Ariane Fortin – ook deelnemer in Rio, maar al uitgeschakeld – is een goed voorbeeld. Vijf keer heeft Fontijn van haar verloren, en nog steeds weet ze nauwelijks waarom.
‘Als je erin trapt, als je een steek laat vallen, en ze geeft een goede pets, dan kan dat het zijn. Over’
‘Ik keek dat een paar keer terug op video. Ze doet amper iets, echt een schaakspel is het. Ik dacht: ben ik eigenlijk wel aan het boksen? Schijnbeweging, schijnbeweging, schijnbeweging, con-ti-nu. Maar als je erin trapt, als je een steek laat vallen, en ze geeft een goede pets, dan kan dat het zijn. Klaar. Over.’
Niet dat ze dan knock-out gaat. ‘Maar als zij je eenmaal goed raakt, waar je hoofd goed zichtbaar van achteroverslaat, dan onthouden juryleden dat toch meer.’
Het recept: jab – lean back - jab
En dus heeft ze apart getraind op deze tegenstanders. Dit jaar is ze met Fkiri naar Ierland gegaan om te trainen, met trainers van de nationale ploeg van dat land. Ze trainde daar al eerder op haar techniek - met name schijnbewegingen.
Dit jaar trainde ze in Ierland op iets dat ze tegen de kleintjes zal doen. In boksjargon: jab, lean back, jab.
‘Dus, een jab [een veelgebruikte stoot met gestrekte arm, die vaak vooraf gaat aan een krachtiger stoot, MdH] geven en dan naar achteren leunen, vooral met je hoofd snel naar achter. Of met beide voeten achteruit, dat kan ook. Dan kan ze er niet eens bij. Bij die kleinere tegenstanders is zo’n lean back echt een key point. Op afstand houden met jabs, ze laten komen, snel weg leunen, en dan - bam! - eroverheen.’
Zoals ze voordoet in deze latere training, met Vladislav Jashkul, een Letse sparringpartner.
Het is een techniek die past bij haar en haar boksstijl - met haar lange armen kan ze, in elk geval in theorie, elke tegenstander op afstand houden en domineren.
Soms doet Fkiri het voor wat hij van Fontijn wil zien, in gebaar en geluid: pa-pa-pa-daah, pa-pa-pa-daah, pa-pa-pa-daah! En dan doet Fontijn het minutenlang na, tegen een van de vijf types tegenstander.
In Rio komen de details per specifieke tegenstander, zodra bekend is wie het is. Dan is het schaduwboksen, video kijken, mentaal inprenten.
Fontijn: ‘Stel, de opdracht is: je geeft eerst een linkse, zij komt, en dan vang ik haar op. Dat relatief simpele plan prent ik dan in, zodat het diep zit. Dat doe ik dan, de rest van het gevecht is intuïtie. Maar het plan blijf ik herhalen-herhalen-herhalen, omdat ik wil dat het diep zit.’
Een levend schilderij
De training is bijna afgelopen, als er opeens twee vrouwen de bokszaal inkomen, beide in trainingstenue. Een van hen spreekt Nederlands en Engels met een Amerikaans accent.
‘Olympic gold in Rio, right there!,’ roept ze. ‘Nouchka! Olympic gooooold.’
Het is Lucia Rijker, ongeveer vijf keer zo klein als het geschilderde portret van haarzelf aan de overkant van de zaal, ongeveer twee keer zo jong ogend als haar leeftijd.
‘Woooo,’ roept Rijker nog eens, met een mooie, brede glimlach.
Heel eventjes geeft Fontijn een groet, want ze bewondert Rijker, maar gaat weer verder waar ze mee bezig was: het bevechten van een imaginair klein Chinees-Russisch-Canadees dikkerdje, dat maar blijft komen en komen.
Meer lezen?
Waarom vrouwen wel boksen, maar mannen niet aan zumba doen De man bevindt zich in een identiteitscrisis. Alles waarvan hij dacht dat het mannelijk was, blijkt net zo goed bij vrouwen te kunnen passen of wordt sociaal niet meer geaccepteerd. Wij schreven dit pleidooi om de mannelijke mystiek van ons af te schudden. Achter het Olympisch feest schuilt een land in diepe nood Dit voorjaar reisde ik door Brazilië. Ik wilde weten waar de bevolking van het land waar de Spelen plaatsvinden zich zoal druk over maakt. In deze leeswijzer vat ik mijn belangrijkste inzichten voor je samen. Dankzij deze denktank zwemt Kromowidjojo in Rio de race van haar leven Deze week komt Ranomi Kromowidjojo in actie op het WK zwemmen in het Russische Kazan. Het is het begin van haar Olympische seizoen, dat uiteindelijk moet uitmonden in de perfecte race, in Rio de Janeiro. Ik mocht over haar schouder meekijken en leerde hoe een hoek van 23 graden al een tiende van een seconde kan schelen.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!