‘Ik werk aan een essay,’ vertel ik een correspondent op de redactie. ‘Over waarom wereldmuziek moet worden afgeschaft.’ Hij kijkt me vragend aan. ‘Onze associatie ermee,’ licht ik toe.

‘Gaap,’ antwoordt mijn collega. ‘Daar is de lezer toch niet benieuwd naar? Als ik dat hoor denk ik aan Afrikaanse djembés.’

‘Dat is het punt,’ zeg ik. ‘Als het om wereldliteratuur gaat, denk je niet aan ‘obscuur en Afrikaans,’ maar aan grote romans van overal. Wereldmuziek is een bedekte term voor niet-westers.’

‘Zal wel,’ zucht hij, ‘maar ik heb er niks mee en de lezer ook niet.’

‘Door globalisering raken culturen meer dan ooit vervlochten, maar bij muziek doen we alsof het niet zo is. Ook als niet-westerse stijlen in geluid en historie sterk verbonden zijn aan onze popmuziek, ervaren we ze als ongerelateerd en buiten onze geschiedenis. Kijk maar naar bubbling.’

‘Bubbling?’

‘Bubbling is een van de hoekstenen van dancemuziek. Hardwell, jaren Nederlands nummer-één-dj, begon bij bubbling. Wereldhits van zijn er ook op gebaseerd. De bubblingbeat is nu Nederlands trots, maar de Antilliaanse bedenkers ervan zijn na 25 jaar nog onbekend bij het grote publiek. We nemen hun stijl over én distantiëren ons van ze.’

‘Kijk, dáár wil ik meer over weten.’

Illustratie: Brian Elstak (voor De Correspondent)

Maak kennis met Moortje en Pester

Wanneer ik aankom in het backstagekamertje, is Moortje al aanwezig. Pester komt er iets later bij. Vanavond is de première van een documentaire over het ontstaan van bubbling, waar Moortje en Pester een hoofdrol in spelen. Ik weet niet wat ik moet verwachten, in een bleken de twee niet met elkaar door één deur te kunnen.

Vandaag escaleert het gesprek niet. Wel hebben ze wat weg van een stel dat na een lang huwelijk elkaars pijnpunten snel weet te vinden. Pester is het gros van de tijd aan het woord, Moortje geeft vooral sceptisch commentaar op diens verhaal. De basis van hun conflict is de vraag wie bubbling heeft bedacht. Was het Moortje, of was het een gezamenlijke ontdekking?

Pester: ‘Als je een groep bent, moet je heel sterk zijn om bij elkaar te blijven. Er wordt veel gepraat. Men houdt ervan een kink in de kabel te brengen.’ ‘Hmm,’ mompelt Moortje. De tweede of derde keer dat Moortje ‘hmm’ mompelt, vraag ik of hij ook iets wil zeggen.

Moortje: ‘Bubbling heeft twee geschiedenissen. Pester heeft zijn historie. Hij heeft taboes doorbroken met zijn zingen. En ik had die speedy-bubbling verzonnen.’

‘Ik pakte de microfoon, zag een paar meisjes en dacht, ‘shit, laat ik nog grappiger zijn’’

Bubbling begint eind jaren tachtig, wanneer dj Moortje een dancehall-lp versneld op 45 toeren afspeelt en zo creëert. ‘Ik zocht een goede beat. Toen had ik die beat gevonden, maar ik was bang het te laten horen. Ik draaide ’m eerst drie maanden alleen thuis, met een koptelefoon.’

Op een gegeven moment waagde hij het erop. Pester was portier in discotheek Voltage in Den Haag, waar Moortje optrad. ‘Ineens speelde Moortje daar,’ vertelt Pester in de documentaire. ‘Ik pakte de microfoon, zag een paar meisjes en dacht, ‘shit, laat ik nog grappiger zijn.’’

Baila sanka,’ riep Pester, Papiaments voor ‘schud je billen.’ Er ontstond een danswedstrijd, bubbling was geboren. ‘Ik volgde Eddy Murphy en Richard Prior,’ vertelt Pester mij. ‘Bij ons was het taboe om vieze woorden te zingen in een discotheek. Dat taboe verbrak ik met comedy.’

In de daaropvolgende periode maken Moortje en Pester samen drie cassettebandjes: bandje 48, 50 en 56. De eerste 47 en de tussenliggende bandjes maakte Moortje zonder Pester. Bandje 64, waar de docu zijn naam aan ontleent, moest hun vierde sessie samen worden. Maar gaandeweg kregen de twee ruzie en het bandje werd niet afgemaakt.

Illustratie: Brian Elstak (voor De Correspondent)

Halverwege de jaren negentig neemt de populariteit van bubbling af. Tot een nieuwe generatie dj’s als Chuckie en Afrojack de beat nieuw leven inblaast. Dj Hardwell maakt aan het begin van zijn carrière een reeks Bubbling Beats-remixes. In Bandje 64 vertelt Hardwell dat hij bubbling nog steeds in veel van zijn muziek verwerkt.

Alleen, en dat is typisch voor hoe wij met wereldmuziek omgaan, de meeste mensen hebben geen idee meer waar het vandaan komt. ‘Mensen betichtten ons destijds van van alles,’ vertelt Pester mij. ‘Criminele muziek, vieze woorden,’ noem maar op. Nu zitten we in de fase waar mensen eindelijk het mooie zien van het kunstwerk dat we toen aan het maken waren.’

Wel moet volgens Pester de strijd om erkenning bij het publiek nog gevoerd worden. ‘Want wij zelf hebben niks daarvan gekregen.’

‘Het gevaar,’ waarschuwt musicoloog Wayne Marshall in Bandje 64, ‘is die geschiedenis te verliezen waarin immigranten en kinderen van immigranten hun eigen danscultuur hebben heruitgevonden op een nieuwe en vreemde plek, op zo’n krachtige manier dat het het geluid en karakter van die plaats heeft veranderd.’

De mensen zonder geschiedenis

Het verhaal van Moortje en Pester doet me denken aan het eerste (en voor mij indrukwekkendste) boek dat ik moest lezen als student culturele antropologie: Europe and the people without history. Daarin beschrijft Eric Wolf hoe we op school en daarbuiten leren dat er zijn.

Het niet-westen zien we voornamelijk als een veelheid aan afgebakende, minder ontwikkelde culturen, betoogt Wolf. We leren daarbij weinig oog hebben voor de invloeden tussen niet-westerse culturen, laat staan van het niet-westen op het westen.

Wat dit met muziek te maken heeft? Zoals Talking Heads-leadzanger David Byrne jaren geleden ‘Witte mensen moesten zien om het gevoel te hebben dat ze the real thing kregen. [...] Ze willen hun Cubaanse muzikanten oud en lief, hun Oosterse en Aziatische artiesten ‘spiritueel.’’

Het is de mythe van authenticiteit: als muziek uit een andere cultuur komt, zien we haar als een geïsoleerde traditie, als wereldmuziek. Bij de première van Bandje 64 sprak ik Wayne Marshall, de musicoloog die waarschuwde voor het gevaar de geschiedenis van bubbling te vergeten. Volgens hem valt het werk van Moortje en Pester duidelijk onder dit genre.

Volgens mij ook, mits je wereldmuziek definieert als muziek die we incorporeren in de mainstream terwijl we de bedenkers buitenspel zetten.

Illustratie: Brian Elstak (voor De Correspondent)

Weten ze wel dat het kerst is?

Je kunt je afvragen hoe kwalijk dit is. Iedereen doet toch aan hokjesdenken? Maar soms zijn de superioriteitsgevoelens van de westerse muziekindustrie wel érg schrijnend.

In 1984 schreven Bob Geldof en Midge Ure het lied Do they know it’s Christmas.’Ze wilden geld inzamelen tegen hongersnood in Ethiopië. Misschien dachten ze dat de kerstman gelijk wat voedselpakketten zou droppen als Ethiopiërs voldoende in Hem geloofden.

‘Geldof lijkt niet geïnteresseerd in Afrika’s krachten, alleen in Afrika op zijn knieën’

Nog een voorbeeld: in 2005 organiseerde Geldof een serie benefietconcerten voor Afrika. Alleen, merkten sommigen op, er waren nauwelijks Afrikaanse artiesten gevraagd. Een reageerde dat er wel degelijk een ‘urban element’ zou zijn. Onder meer Snoop Dogg en Ms. Dynamite werden aan de line-up toegevoegd.

Om verdere kritiek te voorkomen, organiseerde Geldof bovendien een apart evenement met Afrikaanse acts, tegelijk met het hoofdconcert. Wel op een andere locatie, dus veelal buiten beeld. Radiohost ‘Geldof lijkt niet geïnteresseerd in Afrika’s krachten, alleen in Afrika op zijn knieën.’

In 2014 werd Do they know it’s Christmas weer eens van de plank gehaald. Ditmaal om geld op te halen tegen ebola. Onder meer Ed Sheeran, Sam Smith en Emeli Sandé zongen mee. Toch blijft het origineel uit 1984 mijn favoriet. Vooral die iconische zin waarin Bono reflecteert op het leed in Verweggistan: ‘Well tonight thank God it’s them instead of you.’

Illustratie: Brian Elstak (voor De Correspondent)


Wat zit hierachter?

Wie de supporters van deze bekeringsdrang zijn? Dezelfde mensen die Lead Belly in gevangeniskledij willen zien. Die hun Cubaanse muzikanten oud en lief willen, hun Oosterse artiesten spiritueel en hun rappers ‘echt.’ De fakkeldragers van deze paternalistische mentaliteit zijn wij.

We omarmen rock ‘n roll als Elvis Presley het doet, blues wanneer we The Rolling Stones zien, ‘Chan Chan’ als Ry Cooder meespeelt en Zuid-Afrikaanse muziek wanneer Paul Simon Graceland uitbrengt.

Dit selectieve geheugen leidt tot armoede. Financiële armoede voor pioniers, culturele voor muziekliefhebbers. Om naar bubbling terug te keren: grote namen als Hardwell erkennen Moortje en Pester als grondleggers. Moortje en Pester uiten op hun beurt waardering voor de generatie die bubbling naar de mainstream bracht.

Nu moeten wij nog erkennen dat we al lang iets met ‘wereldmuziek’ hebben.

Vanavond tijdens Museumnacht wordt Bandje 64 non-stop gescreend in Stadsarchief Amsterdam.

Lees ook:

De echte winnaars van de muziekindustrie zie je nooit. En dat heeft een reden Je leest vaak over platenlabels als TopNotch en zelden over muziekuitgeverijen als Imagem. Maar iedere keer dat je luistert naar ‘Oops!... I Did It Again,’ ‘Uptown Funk,’ ‘Get Lucky’ of ‘The Sound of Music,’ verdient dit machtige bedrijf geld. Tijd het te leren kennen. Lees het verhaal hier terug Vier hardnekkige misverstanden over hiphop waar we maar eens mee op moeten houden 2015 was een goed hiphopjaar. Reden voor de Volkskrant om daar een groot artikel aan te wijden. Vier hardnekkige clichés over hiphop vallen daarin op. Een voorzet voor een andere visie op de muziek. Lees de column hier terug