Twee vliegen in één klap, dachten we bij de start van én mooie journalistieke verhalen over een onderbelichte groep mensen, én cijfers die ons meer inzicht geven in het leven van die nieuwkomers.

De cruciale vraag bij de tweede vlieg: het leven van welke nieuwkomers?

We spreken immers niet álle nieuwkomers in Nederland. Als je dus algemene uitspraken wilt doen - ‘zoveel procent heeft geen huisarts’ - moet je een groep verzamelen die een goede afspiegeling vormt. Je hebt een ‘representatieve steekproef’ nodig.

Al snel bleek: dat is

Waarom niet?

Als we Nieuw in Nederland hadden willen maken, hadden we als volgt te werk moeten gaan:

  1. Een lijst bemachtigen met alle nieuwkomers in Nederland.
  2. Uit die lijst willekeurig een groep selecteren.
  3. Hopen dat genoeg geselecteerde mensen willen meedoen.

Die lijst uit stap 1, daar zit het ‘m. Zo’n lijst is niet openbaar en er was geen enkele mogelijkheid om die te krijgen. Alleen de overheid heeft de gegevens en om privacyredenen delen ze die alleen met onderzoekers die in opdracht van de overheid werken.

En dus hebben we voor een andere methode gekozen, een die berust op zelfselectie: leden melden zich aan en zoeken vervolgens iemand om gesprekken mee te voeren.

Wat zeggen de data?

We kunnen natuurlijk in onze data kijken hoe de groep nieuwkomers eruitziet. Dan zien we bijvoorbeeld dat het overgrote deel in de Randstad woont. En dat de helft een diploma heeft van het

Zulke factoren kunnen de cijfers sturen. Een vluchteling die in de Randstad woont, kan andere ervaringen hebben dan iemand uit Zuid-Limburg. En iemand met een universitair diploma vindt waarschijnlijk gemakkelijker een baan.

Daarom wil je weten: hoe ziet onze groep eruit vergeleken met alle nieuwkomers in Nederland? Te Randstedelijk? Te hoogopgeleid? Dat is het probleem, dat weten we niet. We hebben geen gegevens over alle nieuwkomers, en dus kunnen we het nergens mee vergelijken.

Er zijn wel aanwijzigingen dat onze data niet representatief zijn. Zo zijn gemeentes in principe verplicht om nieuwkomers te vestigen naar rato van het aantal inwoners. Voor Amsterdam zou dat betekenen dat daar zo’n van de nieuwkomers gevestigd zou moeten zijn. In onze steekproef woont zo’n 15 procent van de nieuwkomers in Amsterdam. Dit is een indicatie, want niet alle gemeentes even goed aan hun taakstelling.

Zelfs met gegevens over alle nieuwkomers, hadden we nog niet zeker kunnen weten of onze groep representatief is. Want er zijn altijd factoren waar geen data over bestaan, maar die wel de antwoorden op de vragenlijst beïnvloeden. Persoonlijkheidskenmerken, bijvoorbeeld: hoe open, optimistisch of extravert iemand is.

Juist daarom is het zo belangrijk om willekeurig mensen te selecteren. Als je groep groot genoeg is, heffen die verschillen elkaar op.

Waarom dan toch publiceren?

Die cijfers zijn dus niet representatief. Maar ze zijn wel informatief. Ze vormen namelijk een startpunt.

Ten eerste, een startpunt voor onze journalistiek. Naar aanleiding van de vragenlijsten hebben we al verscheidene reportages gepubliceerd. Neem van Greta Riemersma over twee Syriërs die moeilijk contact krijgen met Nederlanders. Of van Dick Wittenberg over een Syrische vrouw met een karateschool.

De cijfers vormen een startpunt

Nu zijn deze verhalen ontstaan aan de hand van de open vragen die zijn gesteld. Maar ook de cijfers kunnen een startpunt vormen. Zo blijkt uit onze data dat zo’n 15 procent van de deelnemers geen huisarts heeft, en bijna 40 procent geen tandarts. Dat is verrassend: een organisatie als VluchtelingenWerk heeft juist de stelregel dat dit in de eerste drie maanden na vestiging in een gemeente moet zijn geregeld.

Zo’n resultaat vormt voor ons weer een startpunt voor een verhaal: waarom is dit zo en hoe kan het beter? In plaats van analytische verhalen gebouwd op representatieve data, levert dit alsnog veelzeggende, interessante stukken op.

Ten tweede vormen de cijfers een startpunt voor anderen. Voor andere verhalenvertellers, maar ook voor dataverzamelaars. Organisaties als het Sociaal en Cultureel Planbureau, die meer middelen hebben om representatieve cijfers te verzamelen. Naar aanleiding van ons onderzoek zou het SCP bijvoorbeeld een vraag kunnen opnemen over de inschrijving bij een huisarts en tandarts.

Dus: drie geboden voor Nieuw in Nederland

Ook de mensen die dit artikel niet hebben gelezen, moeten de cijfers in Nieuw in Nederland-artikelen in perspectief kunnen plaatsen. Daarom zullen we de volgende drie stelregels volgen:

  1. Altijd een disclaimer: We zullen bij elk artikel duidelijk maken dat de cijfers niet representatief zijn.
  2. Geen komma’s: We zullen nooit rapporteren, maar ze algemeen
  3. Geen clickbait: We zullen geen cijfers in de kop van het artikel gebruiken.

Zo zorgen we ervoor dat onze cijfers de plek krijgen die ze verdienen. Niet in de spotlights, maar als startpunt van een zoektocht.

Deze update is onderdeel van het initiatief Nieuw in Nederland. Zonder financiële bijdrage van was dat niet mogelijk geweest.

Meer lezen over Nieuw in Nederland

Honderden Correspondentleden praten met vluchtelingen over hun eerste jaar in Nederland. Doe je mee? Doe mee met een uniek initiatief. Hoe gaat het verder met vluchtelingen als ze eenmaal hier zijn? De Correspondent mobiliseert honderden leden om dat uit te zoeken. Geef je vandaag nog op. Lees het verhaal van Dick hier terug Zeven antwoorden op de meestgestelde vragen over het initiatief Nieuw in Nederland Tien dagen geleden startten we het initiatief Nieuw in Nederland om Correspondentleden aan vluchtelingen te koppelen en op basis daarvan verhalen te maken. Hoe staat het met de aanmeldingen? En kan je meerdere keren meedoen? Die en andere vragen beantwoorden we in deze update. Lees het verhaal van Dick hier terug