Het begint met de Boeddha. Nog vóór de proloog van lezen we een kort verhaal, toegeschreven aan de Boeddha. Een gelijkenis met een gelukkig niet al te scheurkalenderachtige levensles. Iets om je even aan het denken te zetten, iets wat voor een korte frons en een glimlach zorgt.

Ruim zeshonderd pagina’s later komen we hetzelfde verhaaltje tegen, maar dan niet meer als losse gelijkenis. Het is een krachtige verbeelding geworden van misschien wel de grootste worsteling van de hoofdpersoon. En dan zorgt hetzelfde verhaaltje niet meer voor een glimlach of een frons: je mond valt ervan open, je voelt het in je maag, of waar de grote gevoelens ook zitten, je moet het boek even wegleggen om het aangrijpende inzicht volledig tot je door te laten dringen.

Dat is het effect van een krachtig verbeeld, groots opgezet verhaal: het wijze, puntig geformuleerde inzicht is niet abstract meer. We beleven het van binnenuit, door de ogen, de geest, van Faye Andresen. We beleven de wijsheid alsof we haar zelf ontdekken en belangrijker nog: we beleven de lange, pijnlijke weg ernaartoe. Het is geen wijze les meer, het is een aangrijpende ervaring geworden.

Het inzicht: Iedereen bestaat uit meerdere personen

Die ervaring, Fayes worsteling, is in grote lijnen dezelfde als die van Harry Haller, de hoofdpersoon van Faye en Haller hebben dezelfde blinde vlek, lijden aan hetzelfde waanbeeld: dat er één authentieke versie van henzelf bestaat, een diepste kern, hun enige echte zelf – en dat alle andere versies nep zijn, hun echte persoonlijkheid geweld aandoen en naar de achtergrond verdringen.

‘Onszelf duidelijk zien is het project van een mensenleven’

Het grote inzicht is in beide boeken dat iedereen uit meerdere personen, meerdere zelven bestaat, die allemáál authentiek zijn. In De steppewolf komt Harry zelf tot die conclusie. De – op dat moment naamloze – verteller van De nix laat in het midden of Faye zich ooit echt bewust wordt van haar blinde vlek: ‘Zal ze dit ooit begrijpen?’ Het antwoord volgt meteen: ‘Wie weet. Onszelf duidelijk zien is het project van een mensenleven.’

De invulling: Naar buiten gericht zelfonderzoek

De worsteling, het inzicht en misschien ook de boeddhistische trekjes, daar komen De steppewolf en De nix sterk in overeen. De invulling van die worsteling en de wijsheden zijn totaal anders – en niet alleen omdat er in De steppewolf een stuk minder orks en elven voorkomen. Hesses roman is het verslag van één innerlijke zoektocht, De nix is een verzameling zoektochten van allerlei personages.

Illustratie: Klaus Kremmerz

Al die zoektochten zijn ook nog eens sterk naar buiten gericht. Harry Haller duikt vooral in zijn eigen geest – een zoektocht die hij, een tikje oneerbiedig gezegd, ook vanuit de luie stoel had kunnen ondernemen. Faye, haar zoon, haar vader en een paar andere personages reizen niet alleen door hun herinneringen en gevoelens, maar ook ver weg van hun vertrouwde omgeving.

Fayes project brengt haar, vrij letterlijk, naar het einde van de wereld, en weer terug. Een ander personage reist naar Irak, om te vechten in de laatste oorlog – wat hem beter bevalt dan thuis te vechten tegen zijn grootste trauma’s. Samuel, Fayes zoon, reist elke dag opnieuw naar ingebeelde werelden vol elven, orks en draken, werelden die langzamerhand leefbaarder worden dan de realiteit.

Dit is misschien allemaal een wat uitgebreide manier om te zeggen dat De nix een nogal ambitieuze roman is – een nogal ambitieuze debuutroman. Een roman die drie generaties beslaat, die soms hartbrekend, soms hartverwarmend, onderzoekt hoe familietrauma’s van vader op dochter en van dochter op zoon worden doorgegeven – en hoe die vloek doorbroken kan worden.

De romanwereld: Veelzijdig, veelstemmig en overtuigend

Schrijver Nathan Hill zet meerdere, stuk voor stuk overtuigende tijdsbeelden neer. Hij beschrijft de protestgeneratie van de jaren zestig en de preutse jaren die daaraan voorafgingen van binnenuit en vanuit meerdere perspectieven. Niet alleen vanuit het perspectief van Faye en haar entourage in het Chicago van 1968 – ook dichter en hippie-icoon Allen Ginsberg en tv-legende Walter Cronkite komen aan het woord.

Daarnaast beschrijft hij de protestgeneratie anno 2011, in het bijzonder de Occupy-beweging, iets meer van buitenaf – maar nog wel van zo dichtbij dat we beide protestgeneraties met elkaar kunnen vergelijken.

Die enorme veelzijdigheid, de vele verschillende stemmen, stijlen en werelden – dat is een van de sterkste punten van De nix

Hill maakt daarbij vooral de protestgeneraties belachelijk, soms vlijmscherp, meestal goedmoedig, zonder smalend te worden. Hij prikt hippiemythes en -idealen door - vrije, ongebonden liefde, collectief zoeken naar het nirvana - maar doet dat zonder cynisch te worden.

Aan de andere kant laat hij indirect, onder andere via een cynisch geworden ex-rebel, zien dat naïeve idealen nog altijd te prefereren zijn boven cynisme. Engagement, hoe belachelijk ook, boven onverschilligheid.

Het goede is: ook de cynische tirades van de ex-rebel zijn verrukkelijk – temeer omdat ze vaak een kern van waarheid bevatten en vrijwel altijd raak geformuleerd zijn. Zoals hier (in de vertaling van Dennis Keesmaat):

‘Voor het geval het je nog niet was opgevallen, heeft de wereld het oude idee uit de verlichting waarbij de waarheid wordt opgebouwd met waargenomen data zo goed als opgegeven. Daar is de werkelijkheid te ingewikkeld en eng voor. In plaats daarvan is het makkelijker om alle data te negeren die niet bij je vooroordelen passen en alle data te geloven die er wel bij passen. Ik geloof wat ik geloof, en jij gelooft wat jij gelooft, en we zijn het erover eens dat we het oneens zijn. Liberale tolerantie ontmoet het op z’n middeleeuws ontkennen van bewezen feiten. Dat is momenteel heel erg hip.’

Die enorme veelzijdigheid, de vele verschillende stemmen, stijlen en werelden, die stuk voor stuk vermaken en overtuigen – dat zijn de sterkste punten van De nix. Maar misschien heeft Hill nog één groter talent.

De stijl: Alles komt tot leven

Hij leeft zich in elke situatie, elke locatie, elk personage in - tot in de kleinste details. Ook een ruimte die nauwelijks een rol speelt in het verhaal, een indrukwekkende hal waar Samuel een paar minuten doorbrengt, wordt raak neergezet: ‘Binnen lijkt alles ontworpen om bezoekers zich klein te laten voelen - wat betreft afmeting, intellect en portemonnee.’ Hill behoudt constant aandacht voor inrichting, geuren, geluiden - en hij laat al die details bijdragen aan de sfeer van het moment, of de stemming van de hoofdpersonen.

Illustratie: Klaus Kremmerz

Ook de bijpersonages krijgen stuk voor stuk een paar onderscheidende, fascinerende trekjes – bijvoorbeeld de hilarische advocaat van Faye, die elke tien minuten naar de wc gaat en zich chronisch kapot zweet (‘een heel vochtige man,’ concludeert Faye, licht geamuseerd).

Alles wat Hill beschrijft komt tot leven. Daar is een sterk inlevingsvermogen voor nodig, een krachtige verbeelding – en heel veel werk en doorzettingsvermogen. Nooit genoegen nemen met een simpele, kleurloze beschrijving, altijd zoeken naar het kleurrijke detail.

Zoals Hills hoofdpersonen, Faye en Samuel, uiteindelijk inzien dat ze hard moeten werken om hun crises te overwinnen, dat de makkelijke weg uiteindelijk naar nog veel diepere ellende leidt, en de moeilijke weg naar verlossing – zo lijkt hun schepper zich te realiseren dat, hoe harder hij werkt, hoe verder hij zoekt naar een nóg betere, nog beeldendere formulering, hoe meer zijn werk tot leven komt. Elke zin opnieuw.

Schrijf je in voor de boekenclub Wil je meelezen? Meediscussiëren? En als eerste horen welk boek we komende maand gaan lezen? Schrijf je deze week in voor de boekenclub, en ontvang het nieuws en de updates in je mailbox.
Naar het aanmeldformulier
Dit is de boekenclub van De Correspondent in dertien veelgestelde vragen De veellezer klaagt dat hij hoogstens één roman per week leest. De weiniglezer klaagt dat hij alleen nog maar op vakantie leest. Voor beide groepen ben ik de leesclub van De Correspondent begonnen. Ruim 2.700 lezers werden al lid. Lees je mee? Lees het verhaal van Dries hier terug

Eerder over De nix:

Om je te helpen met lezen: tien vragen over De nix, ons Boek van de Maand Een politiek boek van een voormalig journalist die vergeleken wordt met John Irving. Dat en meer lees je in dit stuk over ons Boekenclubboek: De nix van Nathan Hill. Lees het verhaal hier terug De nieuwe John Irving. De nieuwe Charles Dickens. Dit is ons Boek van de Maand De overeenkomsten met Donald Trump zijn opvallend. De satire over modern Amerika beangstigend. De ambitieuze opzet en schrijfstijl om in je handjes te knijpen. Ik presenteer ons Boek van de Maand: De nix, van Nathan Hill. Lees het stuk hier terug