Als ik me in China voorstel als buitenlands journalist is het altijd even spannend. Verandert de blik van mijn gesprekspartner van geïnteresseerd in afwerend? Soms hangt iemand gelijk de telefoon op. ‘Ik hoop dat je snapt waarom,’ voegde een medewerker van een non-gouvernementele organisatie er laatst nog aan toe. Dat was een signaal dat hij wel wilde praten, maar dat het niet mag van zijn baas.

Buitenlandse media zijn iets om mee op te passen in China. Onder president Xi Jinping is de vrijheid van meningsuiting weer gekrompen. Ook zouden westerse media als doel hebben een negatief beeld van China te schetsen. Net als Chinese media het glorieuze verhaal van de eenpartijstaat moeten vertellen. Elke Chinese mediaorganisatie moet ‘partij’ als achternaam hebben, stelde Xi in afgelopen februari. Omdat buitenlandse media ‘China’s verhaal’ zo slecht vertellen, investeert de Chinese regering jaarlijks miljarden in de expansie van Chinese media in het

Gelukkig is er ook een andere kant. Vooral mensen buiten het enorme staatsapparaat, waar ook scholen en sociale organisaties onder vallen, staan me vaak graag te woord. Ze willen hun verhaal kwijt of – bekend met de Chinese censuur – zien buitenlandse media juist als relatief betrouwbaar.

Een vergelijkbare tweedeling loopt door mijn werk. Want welk ‘China-verhaal,’ of liever verhalen, vertel ik? Focus ik op wat er hier niet kan, of wat wel?

Het liefst schrijf ik over China als een divers, spannend én normaal land. Maar als journalist zie ik ook een regime dat informatie controleert, onschuldige mensen oppakt en van rechters marionetten maakt. Anders dan mijn Chinese collega’s kan ik over deze misstanden schrijven. Dat is belangrijk. Maar welke informatie hebben Nederlandse lezers verder nodig om dit land beter te begrijpen? Schets ik een beeld dat mensen zouden herkennen als ze hier morgen uit het vliegtuig

In mijn twee jaar als Chinacorrespondent schreef ik zo’n 140 artikelen. En telkens weer liep ik tegen het dilemma aan: welk verhaal wil ik vertellen? Focus ik op wat er hier niet kan, of wat wel? Belangrijk, want het verhaal dat ik vertel, beïnvloedt hoe lezers China zien.

Om een beeld te krijgen: via vijf verhalen kort een paar van de dilemma’s die ik tegenkwam.

1. Wil je een verhaal verkopen? Begin over smog

Twee weken terug was het weer zover: het eerste ‘rode alarm’ in Beijing (en andere delen van Noord-China) van deze winter. Vijf dagen lang leefden 400 miljoen mensen in een dichte giftige mist. Kinderen bleven thuis van school, taxichauffeurs genoten van de lege wegen: slechts de helft van Beijings auto’s mocht per dag de weg op. En was het ook een prominent verhaal op de websites van ’s werelds bekendste

Terecht? Ja en nee. De luchtvervuiling is een enorm probleem, waar de Chinese bevolking erg onder lijdt. De aandacht die de smog krijgt, lijkt echter ook te maken te hebben met de extreme die erbij kunnen. ‘We houden van makkelijk te begrijpen dingen, visueel dramatische dingen, dingen die er freaky uitzien,’ zei bekend China-fotograaf Sim Chi Yin in een recent interview. In China zijn de grootste verhalen echter vaak minder zichtbaar. Sim Chi Yins werk over vergeten mijnwerkers die ernstig ziek werden van hun werk in vervuilde goudmijnen is een goed Maar die verhalen zijn moeilijker te maken én verkopen minder goed.

Niet elk Chinees ‘rood alarm’ verdient enge voorpaginafoto’s

Een correspondent die zowel in China als in India werkte, laatst dat de Indiase smog, een net zo ernstig probleem, tot nu toe veel minder aandacht krijgt in de buitenlandse pers. Die ziet de Chinese vervuiling als een falen van een autoritair regime. India als democratie. Toch is de Chinese regering proactiever in het aanpakken van het probleem. Onder publieke druk sluit ze fabrieken en

Dus is China’s smog wel of geen nieuws? Wel, zou ik zeggen, net als die in India. In China is het een van de weinige onderwerpen waarop je overheid en maatschappij zo duidelijk in gesprek ziet. Maar niet elk Chinees ‘rood alarm’ verdient enge voorpaginafoto’s wereldwijd. Liever af en toe een verhaal over tegen de ernstige gezondheidsrisico’s van modernisering bijvoorbeeld. Of over mijnen.

2. Schrijf je over internetbeleid? Dan noem je het ‘orwelliaans’

‘Orwelliaans’ is een van de meestgebruikte termen om een nieuw plan van de Chinese overheid te beschrijven. Volgens dat – nog verre van duidelijke – plan wil de regering meer online data over burgers gaan verzamelen en die koppelen aan een score. Voor zo’n burgerscore zouden dingen als je online consumptiegedrag kunnen bepalen of je een uitkering of lening kunt krijgen. Misschien zullen uitspraken op sociale media er ook onder vallen.

Hoewel iedereen het erover eens is dat dit ‘sociaal kredietstelsel’ in de kinderschoenen en Chinese burgers zich er nog amper is er de laatste maanden een golf van buitenlandse berichtgeving over geweest. Zelfs de beste stukken, zoals een verhaal van The Wall Street Journal dat vertelt hoe in testzone Hangzhou zwartrijden je een aantekening bij de gemeente kan opleveren, moeten het vooral hebben van zijn ronduit hijgerig. Ze illustreren hoe dit verhaal wel heel erg mooi in een buitenlands beeld van China als onderdrukkende – en inderdaad orwelliaanse – maatschappij past.

Of iets in zo’n beeld past, is vaak een goede voorspeller van of het in de krant komt. Een collega bij een Engelstalige krant vertelde me dat zijn eindredacteuren per land hooguit vier of vijf kaders voor verhaallijnen tegelijk hanteren. Anders wordt het te ingewikkeld voor de lezer. Dus: China’s afzwakkende economie, de vervuiling, politieke regressie, een groeiende rol op het wereldtoneel. Dingen die daarbuiten vallen of er tegenin gaan hebben het moeilijker.

Wereldwijd is de greep van bedrijven en overheden op persoonlijke data een probleem. De nauwe samenwerking tussen die beide partijen in China is notoir. In de gaten houden dus. Maar elke keer als ik over online ontwikkelingen in China schrijf is het ook een uitdaging. Hoe maak ik duidelijk hoe repressief én creatief het Chinese web is?

3. Een casus die voor Chinezen veel zegt, wordt in het Westen vaak als incident afgedaan

Afgelopen mei overleed de 29-jarige Lei Yang in een politieauto. De werknemer van een milieuorganisatie, met een diploma van een van China’s beste universiteiten, had kort daarvoor zijn huis verlaten om een paar vrienden van het vliegveld op te halen. Wat er zich precies heeft afgespeeld? Dat is nooit Afgelopen 23 december maakte de rechtbank in Beijing bekend dat de vijf agenten die bij de zaak waren betrokken niet worden

De uitkomst leidde tot veel publieke onder China’s middenklasse, die zich meer met ‘goede jongen’ Lei Yang identificeert dan met de problemen van mensen uit lagere sociale klassen. ‘Ik weet niets van recht. Is iemand doden een misdaad?,’ schreef iemand in mijn online vriendengroep. De reacties op het bericht waren al even cynisch. ‘Hangt ervan af wie je bent.’ Al snel werden de kritische commentaren gecensureerd. Onder druk - en in ruil voor 1,7 miljoen dollar - besloot de familie van Lei de agenten niet opnieuw aan te klagen.

Tenzij het leidt tot grote protesten hebben redacteuren meestal geen ruimte voor een enkel falen van een buitenlands rechtssysteem

De zaak is kenmerkend voor de onder president Xi. Te vaak blijkt het recht een instrument van de Zo werden honderden activisten, advocaten, geestelijken en professoren de laatste jaren opgepakt in naam van nieuw aangenomen wetten tegen onder andere ‘het in gevaar brengen van de staatsveiligheid’ of ‘het opruien van de publieke opinie.’ Die gevallen liggen in China ‘gevoelig’ en krijgen relatief veel aandacht in buitenlandse media.

Over Lei werd in de buitenlandse pers niet veel geschreven, ook niet door mij. Het is ook moeilijker te zien waarvoor zijn geval staat. Tenzij het leidt tot grote protesten, zoals bij Black Lives Matter in de Verenigde Staten, hebben redacteuren meestal geen ruimte voor een enkel falen van een buitenlands rechtssysteem. Maar juist zaken als de zijne leven in China.

4. De verhalen liggen op straat, maar hoe weet je welke straat je kunt betreden?

In Centraal-China ontstonden in de vijftiende eeuw scholen voor moslimvrouwen, waarin zij konden leren over hun geloof, dat dreigde verloren te gaan na een periode van onderdrukking. Later volgden speciale vrouwenmoskees. Wereldwijd zijn die erg zeldzaam. Voor Trouw ging ik langs bij een aantal, en bij de inspirerende vrouwen die ze nog altijd leiden. Het artikel introduceerde een vrij onbekend stuk China, terwijl het ook actueel is: ook China’s moslims hebben last van de invloed van terrorisme. Steeds vaker hebben ze te maken met ongelijke

Het was voor mij de eerste keer dat ik een reportage maakte over moslims in China, en ik dacht dat het lastig zou zijn met mensen te spreken. Dat was het niet. Het deed me denken aan wat een professor communicatiewetenschappen en voormalig journalist me laatst vertelde: ‘Jonge journalisten zijn te lui. Als ze de mensen die ze willen interviewen niet gelijk op sociale media kunnen vinden, vinden ze hun werk al ‘moeilijk’.’ Ik voelde me aangesproken. In de praktijk blijkt het moeilijk te voorspellen wanneer verslag doen in China moeilijk zal zijn.

De reacties op het stuk waren positief. Dat zijn ze vaak als het gaat om sociale verdiepingsstukken. Wat dat betreft heb ik geluk. Het is een goede tijd om over China te schrijven, nu door het economische belang van het land ook de belangstelling in het land als geheel is

Dat geldt gelukkig ook voor redacteuren - als ze plek hebben. Maar die verhalen moeten ook gemaakt. China is enorm, en voor de meeste verhalen moet je de deur uit. Te vaak blijven Chinacorrespondenten achter hun bureau in Beijing en Shanghai zitten. Ook lezers vinden dat

5. Het laatste filter: een gebrek aan context bij het publiek

Nieuws wordt veelal gedomineerd door soundbytes, stereotypes en clichés, staat in het van De Correspondent. Dat is nog wel het meest van toepassing op nieuws over verre landen, waar je als lezer door alleen het nieuws te volgen nog minder over de normale gang van zaken weet.

Voor China geldt dat zeker ook. Qua economie is het land Amerika aan het inhalen, maar veel context die een Nederlandse lezer automatisch invult als het over de VS gaat, ontbreekt in het beeld van China. Een voorbeeld: bij Texas hebben we allemaal associaties. Misschien zijn ze vaag en algemeen (of zelfs fout), maar ik denk onmiddellijk aan cowboys, Bush, Republikeinen, geweren en Austin als progressief baken. Maar waar denk je aan bij de binnen China net zo markante provincie

Dat soort context, die vaak op een basaal niveau begint, doen we op via eigen ervaringen, of via films en series. Als mijn dagelijkse observaties in de krant zouden komen, zouden die positiever zijn dan je misschien zou denken. China staat bekend als een samenleving met weinig onderling vertrouwen. De beelden van overreden mensen die niet worden gered door voorbijgangers zijn notoir (en

Maar als ik iemand de weg zie zoeken, 10 of 100 kuai zie laten vallen, of als er een pakketje bijna van een bagagedrager valt, zie ik vrijwel altijd mensen toeschieten. Ook de energie van miljoenen migrantenwerkers die de steden waar ze gemarginaliseerd worden maken tot wat ze zijn, is moeilijk te missen. Het zijn de dingen waardoor ik me dagelijks realiseer waarom ik hier ben. In de krant zal het niet snel komen, maar ook in de buitenlandverslaggeving verdient meer

Een beeld als een röntgenfoto

Een uurtje rekenen levert de realisatie op dat ongeveer de helft van de 140 stukken die ik de afgelopen twee jaar schreef iets doet aan het verbreden van beeldvorming over China. De andere helft vind ik meer standaardnieuwsverhalen, waar eindredacteuren koppen als ‘Xi trekt de teugels weer strakker aan’ boven plaatsten. Destijds nieuws, maar niet iets om nog eens rustig te herlezen.

In een zei de Chinees-Amerikaanse schrijver Jiayang Fan, die voor tijdschrift The New Yorker over China schrijft, laatst dat veel van de buitenlandse verslaggeving over China haar doet denken aan wat je ziet op een röntgenfoto. Alle botten staan erop, en op de goede plekken. De feiten kloppen. Maar het beeld is statisch, en wat staat er ook vreselijk veel niét op aan spieren, zenuwen en organen.

Fans metafoor is zo goed, omdat hij aangeeft hoe nodig ook de botten zijn. Eerlijke, ongecensureerde informatie is de basis. Ook dan nog kun je twisten over de positie van de röntgencamera, maar nieuws en context hebben elkaar nodig. Er zit niets anders op dan blijven proberen om de complexiteit van China over te brengen.

Lees hier mijn Chinaverhalen terug

In de ogen van een Chinees doen wij vrijwel niets met onze smartphone We doen alles met onze smartphone. Denken we. Maar als je aan een Chinees vertelt wat wij allemaal met ons mobieltje doen, zegt hij waarschijnlijk: ‘Echt, zo weinig?’ Lees mijn verhaal hier terug Wat je van Chinezen over censureren kunt leren Geen land ter wereld heeft zo’n omvangrijk systeem voor online censuur als China. Wij zochten uit: wat kunnen we van de successen en mislukkingen van dit systeem leren? Lees het verhaal van Dimitri en mij hier terug