Daar ging ik dan, correspondent Europa, naar de Nederlandse première van een theatervoorstelling over ‘de houdbaarheidsdatum van solidariteit in Europa.’ De folder van theatergezelschap beloofde een ‘jacht op originele perspectieven en pan-Europese vergezichten.’ 

Als scepticus over de huidige EU die de Europese gedachte een warm hart toedraagt, was ik daar natuurlijk wel benieuwd naar. En een in de krant De Morgen had bij mij de verwachting gewekt dat dit een voorstelling was die voor mij niet te hoog gegrepen was. Want de boodschap zou er duchtig ingeramd worden. Met de subtiliteit van een sloophamer zou De Warme Winkel zich afzetten tegen ‘eigen kunst eerst,’ tegen xenofobie en nationalisme.

We are your friends is juist een voorstelling die alle zekerheden en alle boodschappen ondergraaft

Niets van dit alles bleek waar. We are your friends is juist een voorstelling die alle zekerheden en alle boodschappen ondergraaft.

In een van de eerste scènes spreekt het toneelgezelschap het publiek vanaf een groot videoscherm toe. Het heeft een Europese subsidie gekregen om rond te toeren met een voorstelling over een brandende kwestie: het sterven van de solidariteit in Europa. Maar de theatermakers hebben besloten thuis te blijven.

Ze willen geen belastinggeld verspillen aan vliegreizen en hotelkamers. ‘Wie zijn wij om jullie de waarheid over Europa te vertellen?’ vragen ze zich af. ‘Wie zijn wij om in jullie riool te schijten?’ In plaats van rond te trekken langs Brussel, Lissabon, Toulouse en Praag zetten ze de subsidie in om in deze steden lokale kunstenaars de kans te geven hun performances op te voeren. Want local is the new global zeggen ze, de Brusselse beleidsmakers op hun wenken bedienend met het type holle slogan waar ze zo dol op zijn.

Rietje in de reet

In Amsterdam mag als eerste Olaf Royé optreden, ‘een van de meest veelbelovende artiesten van zijn generatie.’ Maar de vrijheid die hij krijgt om zijn lokale talenten te laten zien, blijkt uiterst beperkt. Vanaf het videoscherm krijgt hij steeds dwingender regie-aanwijzingen. Langzamerhand wordt hij gedwongen zich te ontkleden.

Als hij aarzelt voor hij zijn onderbroek uittrekt, zegt de commentator zalvend: ‘Je moet het doen omdat je het zelf wil, niet omdat ik het zeg.’ In zijn blootje krijgt hij de opdracht acht gekleurde rietjes uit te kiezen en er zelf een kleurencompositie van te maken door ze in elkaar te steken. Het ene uiteinde in zijn mond te nemen. En het andere in zijn anus te frutten. ‘Very good Olaf, I’m there with you,’ luidt het bemoedigende commentaar als Olaf na lang aarzelen het rietje in zijn reet stopt. Daarna mag hij op de rietjes de hoornpartij blazen uit Wagners Walkürenritt, de martiale lievelingsmuziek van de nazi’s.

Het is een onbeschrijflijk hilarische scène. Maar langzamerhand vergaat het lachen je. De vernedering van Olaf wordt steeds pijnlijker als hij gedwongen wordt intieme details over vrouw en kinderen prijs te geven. Dat hij uiteindelijk de regie-aanwijzingen negeert en in een soort delirium aan het fantaseren slaat over een oord van liefde en licht waarin alle mensen broeders zijn, kan nauwelijks nog verlichting brengen.

Wat heb ik gezien? Is het wortel- en stokspel dat de commentator met Olaf speelt een metafoor voor de Europese Unie die landen als Griekenland in de bezuinigingsmal dwingt en ze vernedert? Is dit een aanklacht tegen een wereld waarin de privacy steeds verder wordt uitgehold? Is de boodschap dat pan-Europese dromen over broederschap, fantasieën van verwarde geesten zijn?

Op de trein naar Auschwitz 

Zeker is dat in de voorstelling onbeschrijflijk grappige taferelen telkens weer uitmonden in hoogst ongemakkelijke situaties. Neem de Roma Stanka en Fifi. ‘Let niet op hun armoede, zie hun innerlijke rijkdom,’ zegt de commentator, voor ze als ‘culturele ruggengraat van Europa’ een vierhonderd jaar oud lied met mechanisch en hemeltergend gezang en gefluit ten gehore brengen. Fifi paait het publiek met clichés als ‘je moet goed voor je familie zorgen, dan zorgt je familie goed voor jou,’ terwijl hij de toeschouwers zijn bloemen in de maag splitst.

Maar als ze niet willen dokken, ontaardt alles. ‘Denk je mij te kunnen pakken omdat ik een minderheid ben?’, schreeuwt hij. En: ‘Je zette haar vader op de trein naar Auschwitz. En nu probeer je mij op het vliegtuig naar Pristina te zetten.’ Echt grimmig wordt het als hij mensen in het publiek vrij hardhandig met de bloemen om de oren slaat en een telefoon uit de handtas van een dame rooft. En dat met slachtoffers die niet in het complot zitten en zich duidelijk werkelijk ongemakkelijk voelen.

‘Dat de Roma de pioniers worden genoemd van het Europese vrije verkeer is mooi gevonden,’ schreef De Morgen, ‘maar hun uitzetting uit diverse landen gelijkstellen aan de Holocaust’ vond de recensent wat te ver gaan.

Ik geloof dat ik een andere voorstelling heb gezien. Want De Warme Winkel maakt het juist bijzonder lastig sympathie op te brengen voor Stanka en Fifi. Ze misbruiken hun positie als minderheid en als toeschouwer bekruipt je juist woede over de goedkope verwijzing naar de Holocaust.

Spel met clichés

De scene met Stanka en Fifi is een spel met clichés. De clichés waarmee wij West-Europeanen naar Roma kijken. De clichés waarvan zij zichzelf ook bedienen. In We are your friends ontsnapt niemand aan de holle taal.

In de voorstelling zit ook een briljante persiflage op een Ted-talk-achtige redevoering over cultuur als bruggenbouwer tussen de Europese volkeren. En een even lege rede van een welwillende buitenstaander die ons Nederlanders waarschuwt dat we onze mooie traditie van tolerantie niet overboord moeten gooien.

Het is wat de voorstelling eerst zo grappig en uiteindelijk zo beklemmend maakt: niemand heeft nog het vocabulaire om invulling te geven aan de Europese solidariteit

Het is wat de voorstelling eerst zo grappig en uiteindelijk zo beklemmend maakt: niemand heeft nog het vocabulaire en het gevoel om echt invulling te geven aan iets als Europese solidariteit. We are your friends is niet een statement van verzet tegen xenofobie en nationalisme, maar een demonstratie van hoe iedereen - van nationalist tot eurofiel, van onderdrukte minderheid tot machtige elite - gevangen zit in lege beelden en woorden. Al hebben zelden zo veel tranen van het lachen over mijn wangen gebiggeld bij een toneelvoorstelling, zelden ook verliet ik een theaterzaal zo treurig.  

Deze week is We are your friends nog te zien in Frascati, Amsterdam, volgende week in Theater Kikker, Utrecht. Zie:

De speellijst Informatie van De Warme Winkel over 'We are your friends', met de speelijst.