Zo dacht ik er ongeveer over: de staalindustrie is de vieze, oude man van Europa. Ze draait op kolen, de fossiele brandstof waar we zo snel mogelijk vanaf moeten om de opwarming van de aarde niet uit de klauwen te laten lopen. Ze stoot niet alleen gigantische hoeveelheden broeikasgassen uit, maar ook fijnstof, een bron van vele gezondheidsklachten en vroegtijdige doden. En het recht al die vuile stoffen uit te spuwen krijgt ze van de EU. Bepaald geen prikkel om in rap tempo de productie schoner te maken.

Had ik even geluk, ik kon mijn woede ook nog op iets dicht bij huis projecteren: staalfabriek ArcelorMittal. is verantwoordelijk voor driekwart van de CO2-uitstoot in mijn stad. Op die de luchtkwaliteit in Vlaanderen laat zien, kleuren het havengebied, het centrum en de straat waarin ik woon rood, wat voor een belangrijk deel aan de staalfabriek is te wijten.

En toen las ik een bericht over een revolutionair plan van ArcelorMittal. Het wil het gas dat de fabriek uitstoot afvangen en vergisten tot biobrandstof. Het goedje met de naam Steelanol zou maar liefst 87 procent minder CO2-uitstoot opleveren dan benzine. Een vermaledijd afval omzetten in een schone brandstof, dat klinkt toch als het ei van Columbus?

Zal wel een sterk staaltje greenwash zijn, zei een cynisch stemmetje in mijn hoofd meteen. Die brandstof belandt wel in een tank en de wagen die erop rijdt stoot de CO2 uiteindelijk wel uit, vulde de rationalist in mij aan.

Maar mijn nieuwsgierigheid was wel geprikkeld, ook omdat de Europese Unie in een flinke zak geld heeft uitgetrokken voor het project en het presenteert als een stap op weg naar de

Dat past in het verlangen van de EU naar een industriële renaissance. De industrie is, de Europese Commissie, nog steeds de ruggengraat van de Europese economie. Ze is verantwoordelijk voor 80 procent van de Door haar weg te jagen van ons continent en haar over te laten aan nieuwe grootmachten als China die nu nog vaak veel vuiler produceren, bewijzen we noch onszelf noch de planeet een dienst. Wat beter is: staal in Europa zo efficiënt en schoon mogelijk te produceren en zo de weg te wijzen naar de circulaire economie.

Even wennen, het idee dat de staalindustrie in het plaatje van de kringloopeconomie past. Om het met eigen ogen te zien, bezocht ik ArcelorMital en sprak er met Wim Van der Stricht, technologiestrateeg van het bedrijf.

En ik begon erin te geloven: staal is, hoe onwaarschijnlijk dat ook klinkt, in vergelijking met andere materialen vaak de milieuvriendelijkste optie en de op het oog vuile industrie is hard bezig schoner te worden.

De grauwe werkelijkheid zoals die nu is

Op een grauwe dag rijd ik met Van der Stricht over het immense terrein van ArcelorMittal. Ben je bevattelijk voor de schoonheid van industriële landschappen, dan kun je hier je hart ophalen. De zwarte bergen kool en ijzererts. De wolken stoom die je bijna het zicht benemen. De karretjes met die omhoog klimmen om in de ovenmond gekieperd te worden.

Daarin zal onder zeer hoge temperatuur een mengsel van cokes en poederkool de zuurstof uit de ijzererts halen. ‘Een onvermijdelijk fysisch proces,’ zegt Van der Stricht. ‘Er is nog geen andere manier om efficiënt en op grote schaal nieuw staal te maken.’

De gassen gaan door een stofzak, door een reeks watersproeiers en worden dan in een gascentrifuge drooggezwierd

De ovengassen stijgen op en worden bovenaan opgevangen. Ze gaan door een stofzak, door een reeks watersproeiers en worden dan in een gascentrifuge drooggezwierd.

Het van stof en zware metalen gezuiverde gas stroomt daarna in een grote oranje buis die kilometers lang over het terrein loopt naar een energiecentrale.

De verbranding van het afvalgas in de centrale levert energie op die het bedrijf weer inzet bij het productieproces. De kringloop is dus nu al voor een stukje gesloten.

Hoe de fabriek uit afval biobrandstof wil maken

Dat neemt natuurlijk niet weg dat er een hoop broeikasgassen uit de pijp van de energiecentrale komen.

Dicht bij de centrale zit nu op de oranje buis een aftakking. Die moet straks leiden naar de bioreactor die gebouwd wordt op een braakliggend terreintje tegenover de energiecentrale.

De zijtak mondt eerst uit in een installatie waarin het gas wordt gezuiverd, tot vooral koolmonoxide overblijft. Want daar zijn de dol op.

In de bioreactor borrelt het gas door fijne structuren heen waar de microbe in zit. ‘Vergelijk het met wijnmaken,’ zegt Van der Stricht. ‘Daarbij zet een microbe de suiker uit de druif om in alcohol. Onze microbe zet koolmonoxide om in ethanol, onze biobrandstof.’

Die microbe, clostridium, leeft normaal gesproken op de bodem van de zee. Een Amerikaans technologiebedrijfje heeft een kolonie getraind die de koolmonoxide zo efficiënt mogelijk omzet. Niet door genetische modificatie, maar door telkens opnieuw de microbes eruit te pikken die zich de monoxide het beste lieten smaken.

Hoe dat tot 10 procent minder uitstoot moet leiden

De bioreactor moet straks, vanaf 2019, jaarlijks 65.000 ton Steelanol gaan produceren. Daardoor zal de CO2-uitstoot van ArcelorMittal met 2 procent dalen. En als het goed blijkt te werken, wil het bedrijf meerdere van die reactoren erbij zetten, zodat de uitstoot wel kan teruglopen.

Volgens de nieuwe norm moet in de benzine die je nu aan de tank koopt minimaal 10 procent biobrandstof bijgemengd worden. Daar kan je Steelanol voor benutten. Maar je kan er ook groene polyethyleen van maken, een veel schoner alternatief voor plastic uit olie. Dat heeft bovendien als voordeel dat de CO2 veel langer vastzit.

Biobrandstoffen hebben een slechte pers. Berucht is het spul op basis van palmolie. De productie ervan leidt tot grootschalige ontbossing en verlies van biodiversiteit. Biobrandstoffen op basis van landbouwgewassen pikken veel kostbare grond in en leiden tot

Maar Steelanol is gemaakt van afval. Tot grote blijdschap van ArcelorMittal is in de voor duurzame energie die de Europese Commissie november vorig jaar presenteerde de categorie advanced biofuels opgenomen, biobrandstoffen gebaseerd op afval. de categorie waar wij in vallen,’ zegt Van der Stricht. ‘In de huidige richtlijn is onze biobrandstof nog niet duidelijk erkend.’

Waarom ze bij ArcelorMittal de Europese regels zo lastig vinden

Over hoe de machtige lobby van het bedrijfsleven in Brussel regelgeving in het eigen voordeel weet te plooien, heb ik aardig wat verhalen geschreven. Onlangs nog betoogde ik dat de CO2-prijs veel te laag blijft doordat de industrie, waaronder de staalfabrikanten, weet te zorgen dat het systeem voor gatenkaas blijft. En daardoor blijft de prikkel de uitstoot terug te dringen te zwak.

Dat verhaal staat, vind ik nog steeds, als een huis. Toch is het machtig interessant om je in te leven in de positie van de andere kant.

‘Het is een utopie om in Europa geen staal meer te produceren, maar het aan te kopen in China’

‘Andere werelddelen hebben helemaal geen systeem voor emissiehandel,’ zegt Van der Stricht. ‘In Europa stoten we gemiddeld 1,8 ton CO2 uit per ton staal. In China zit je rap aan 3 ton. Het is een utopie om in Europa geen staal meer te produceren, maar het aan te kopen in China. Het gevolg is dan dat de mondiale CO2-uitstoot sterk toeneemt. Als je hier de CO2-uitstoot zwaar belast, verschuift de productie naar een ander deel van de wereld.’

In mijn stuk over het Europese systeem voor emissiehandel (ETS), noemde ik carbon leakage - het verhuizen van de industrie naar een ander deel van de wereld waar ze juist meer gaan uitstoten - het mantra van de industrie. Ik wees op een studie waaruit bleek dat zelfs een sterke stijging van de CO2-prijs weinig effect zou hebben op de concurrentiekracht van de zware industrie. Toch de CO2-kosten voor de staalindustrie door ETS flink oplopen, wat bij de keiharde concurrentie op de wereldmarkt wel degelijk kan tellen.

Van der Stricht wijst op nog een probleem met het ETS. ‘Onze CO2-emissies worden berekend aan de hand van hoeveel kool we binnenkrijgen. Wat we er daarna mee doen, wordt niet verrekend. Als wij de CO2 omzetten in een ander product, telt dat niet voor het systeem van emissiehandel.’ Als ArcelorMittal dus straks Steelanol maakt en minder CO2 uitstoot, verandert dat dus niets aan de hoeveelheid CO2-rechten die het nodig heeft.

Voor de opslag van CO2 onder de grond heeft Europa wel al iets voorzien, maar voor het gebruik ervan nog niet. Terwijl dat precies is waar ArcelorMittal op wil inzetten.

Maar zijn er dan geen alternatieven voor staal?

Maar vecht ArcelorMittal niet de vorige oorlog uit? Waarom nog staal produceren met als we ook staal uit schroot kunnen maken in een elektro-oven? Wanneer je de daarvoor benodigde elektriciteit duurzaam opwekt, is dat vele malen schoner.

‘Daarmee kan je niet de hoge kwaliteit maken die je in een hoogoven haalt,’ werpt Van der Stricht tegen. ‘Dat staal kan je bijvoorbeeld niet voor gebruiken. Onze visie is dat er de komende vijftig jaar meer staal nodig zal zijn dan je kan halen uit het recycleren uit schroot. In bijvoorbeeld Afrika zal veel nieuw staal nodig zijn.’

De voorspelling is inderdaad dat de tot 2050 nog sterk zal toenemen. Die groei kan opgevangen worden met gerecycled staal uit schroot. De vraag naar nieuw staal uit ijzererts zal tot die tijd ongeveer constant blijven. Het tijdperk van stalen uit kool is dus nog niet voorbij.

Of toch? Zijn er nieuwe, natuurlijke materialen op komst? Van vezels uit vlas, jute en hennep zijn met een verbindende hars ijzersterke en vederlichte materialen te maken. Dergelijke biocomposieten zijn het duurzame alternatief voor staal, is hier en daar

Van der Stricht is sceptisch. Hij stuurt me een levenscyclus-analyse van allerlei materialen. Er blijkt uit dat over de hele levensduur de CO2-impact van staal tien keer zo laag is als van koolstofvezels, soms ook geprezen als

Staal als materiaal met een onverslaanbaar lage CO2-voetafdruk

ArcelorMittal meent dat staal heeft. Toen ik dat las, was mijn eerste reactie: zijn ze gek geworden? Je kunt toch niet met droge ogen beweren dat een goedje waarvan de productie zoveel kolen vergt het schoonste van de wereld is? Mijn volgende gedachte was: dit is gewoon een sluwe rekentruc, want de gekozen maat is CO2 per ton. Staal is veel zwaarder dan koolstofvezel. Van het laatste heb je dus veel minder nodig om hetzelfde product - neem een auto - te maken.

Dat bevestigt de Leuvense hoogleraar Joost Duflou, die met zijn onderzoeksgroep intensief werkte aan vergelijking van koolstofvezelgebaseerde composieten en staalstructuren. Het heeft geen zin om een kilo van beide materialen te vergelijken, schrijft hij in een mailbericht. Het hangt af van hoeveel van het materiaal je nodig hebt om hetzelfde doel te dienen.

Staal is voor bruggen en gebouwen een milieuvriendelijke oplossing

Hij deed vergelijkend onderzoek naar verschillende ontwerpen van een Volkswagen Lupo, van staal en koolstofvezelcomposieten. De milieu-impact van de productie van de laatste was aanzienlijk hoger. Maar doordat de wagen lichter was en daardoor tijdens zijn leven minder brandstof gebruikte, werd die achterstand gedurende zijn leven goedgemaakt. Vanaf 132.000 kilometer op de teller was de auto van koolstofvezel juist schoner.

Maar daaruit blijkt wel, schrijft Duflou, dat staal als constructiemateriaal voor statische toepassingen - denk aan bruggen en gebouwen - een milieuvriendelijkere oplossing is.

En de biocomposieten van gewassen als vlas dan? Van der Stricht is sceptisch. ‘Ze zullen niet alle toepassingen van staal kunnen vervangen. Ook qua benodigde productievolumes lijkt me de impact van de vlasproductie zeer hoog. Ik vermoed dat dit landteelt is en dit een gigantische hoeveelheid oppervlak nodig zal hebben.’

Wetenschapper Duflou schrijft hetzelfde in wat voorzichtigere bewoordingen. Vlasvezels zijn zeker niet in alle gevallen een alternatief voor staal. In sommige toepassingen kan het gunstig uitpakken. Maar de winst mag je vooral niet overschatten: ‘Vlas verbouwen en voorbereiden als vezels voor gebruik in composietproductie vergt ook nogal wat inzet van materialen en energie.’

Kan dit de staalfabriek van de toekomst worden?

We kunnen dus wel dromen van prachtige nieuwe materialen die staal overbodig maken, maar intussen is het wellicht wijzer te zorgen dat het staalmaken zo schoon mogelijk is. En daar zijn we dicht bij huis, in Gent en elders in Europa, harder mee bezig dan in Azië.

ArcelorMittal neemt veelbelovende initiatieven. Dat vindt zelfs het Gentse Milieufront, de club die vorig jaar nog tegen de milieuvergunning voor de staalfabriek. Desgevraagd laat het Milieufront weten: ‘We vinden het in elk geval een interessant experiment en we hopen ook dat het succesvol is, zodat het verder uitgebreid kan worden.’

10 procent reductie van de CO2-uitstoot acht het bedrijf door het plaatsen van meerdere bioreactoren haalbaar. Bovendien wordt voor Steelanol de koolmonoxide waar de microben dol op zijn gescheiden van de kooldioxide. Die CO2 wordt vervolgens naar de centrale teruggevoerd. Maar omdat het teruggestuurde gas door de voorafgaande bewerking al vrij zuiver is, is het ook meteen al geschikt om onder de grond op te slaan. En als je dat doet, is één bioreactor al genoeg voor 10 procent minder uitstoot.

En naast Steelanol is ArcelorMittal allemaal andere manieren aan het onderzoeken om kooldioxide nuttig te maken. ‘Bijvoorbeeld door CO2 te gebruiken om beton te harden,’ vertelt Van der Stricht. ‘Dat is precies wat er in het aardoppervlak gebeurt. CO2 wordt heel langzaam geabsorbeerd in steen. Dat proces willen wij nu veel sneller imiteren.’

Het einddoel is de zero emission steel plant of the future. ’We willen alle koolstof die we produceren recyclen voor andere toepassingen,’ zegt de technologiestrateeg van ArcelorMittal.

Voorlopig klinkt dat nog wat utopisch. Met Steelanol legt het staalbedrijf op zijn best de eerste vier kilometer van de marathon af. Maar de richting is goed en als hij de finish haalt, heeft de vieze, oude man van Europa zich waarlijk heruitgevonden als een frisse, groene koploper.

Wil je op de hoogte blijven van mijn Brusselse zoektocht? Elke zondag om 10.00 uur publiceer ik een nieuwsbrief waarin ik verslag doe van mijn pogingen het spel in Brussel te doorgronden en initiatieven voor een mooier Europa in kaart te brengen. Die verschijnt op de site, maar kan je ook in je mailbox ontvangen. Schrijf je hier in

Lees ook:

Van dé oplossing voor het klimaatprobleem wordt vooralsnog alleen de industrie beter Bedrijven kunnen het recht om CO2 uit te stoten verhandelen. Alleen verdienen ze miljarden euro’s aan deze handel, terwijl het klimaat er nog niet beter van wordt. Daarom wordt er in Europa druk onderhandeld over hoe het wél kan. Wat er op het spel staat in tien getallen. Meer over het systeem van emissiehandel. Hoe Brussel foute vrienden blijft maken in de strijd tegen tabakssmokkel Sigaretten zijn het meest gesmokkelde goed ter wereld. De EU loopt er 11 miljard euro aan belastingen door mis. En dus wil de Europese Commissie een systeem invoeren om sigaretten te markeren en te volgen. Een probleem: het systeem dat de Commissie overweegt komt vreemd genoeg uit de koker van de tabaksindustrie zelf. Wat hoopt deze lobby hiermee te bereiken? Ik kreeg een intern document in handen dat hier een bijzonder licht op werpt. Meer over de gevoeligheid van de Europese Commissie voor de lobby van het bedrijfsleven, in dit geval de tabaksindustrie Elon Musk creëert de banen die Donald Trump wil hebben. En die zijn groen Fabrieksbanen. Ruimtereizen. Energieën en industrieën van morgen. Drie ideeën uit de inaugurele rede van Donald Trump die Amerika weer groot moeten gaan maken. Laten dat nou net drie dingen zijn waar één Amerikaanse ondernemer nu al heel groot in is. Lees het verhaal van Thalia hier terug