Nederlanders eten niet duurzaam genoeg. Ze eten te veel vlees en verspillen te veel voedsel. Ze moeten meer groente en andere plantaardige producten consumeren. Voorlichting over de schadelijke gevolgen van vlees en een vleestaks zijn manieren om onze gezondheid en het milieu niet nog meer te laten lijden onder ons eetgedrag.
Lezers van mijn artikelenreeks – waarin de zoektocht naar een duurzame voedselvoorziening centraal staat – wisten dit al. Maar nu staat het ook allemaal keurig in een lezenswaardig rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat eerder deze week verscheen.
Nieuw onderzoek bevat het rapport niet, maar het is daarom niet minder interessant. Opvallend is bijvoorbeeld dat het RIVM de vleestaks (accijnzen en extra belastingen op vlees) noemt als middel om mensen minder vlees te laten eten.
Ik ben een voorstander van de vleestaks, maar ik kan me niet voorstellen dat het op een meerderheid in de Tweede Kamer kan rekenen. Weinig Nederlands zullen blij zijn met een extra belasting op vlees (‘eerst pakken ze Zwarte Piet af, en nu ook mijn lapje vlees,’ omschreef reclameman Aad Kuijper in een van mijn stukken het te verwachten sentiment) en helaas zijn de meeste Haagse politici in deze verkiezingstijden bang voor boze of morrende burgers.
Dat is onverstandig en onverantwoordelijk, want of we het nu leuk vinden of niet: de ecologische voetafdruk van de Nederlandse carnivoor is disproportioneel groot, en Nederlanders moeten alleen daarom al minder vlees eten.
Vandaag vindt in Den Haag de Nationale Voedseltop plaats, waarvoor ‘een coalitie van vier ministeries de meest invloedrijke beslissers uit de Nederlandse voedselwereld uitnodigt, om samen concreet invulling te geven aan het voedselbeleid van de toekomst.’ Ruim 150 vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen nemen deel. Dit rapport van het RIVM zal ongetwijfeld op tafel liggen.