Het is een klein wonder! Alle politieke partijen in Nederland van links tot rechts zijn het in de kern eens: something is rotten in the state of the European Union. De EU moet of een toontje lager zingen – beperktere bevoegdheden krijgen, minder regels opleggen – of een ander lied vertolken – democratischer, groener, socialer. Naar enthousiastelingen die de EU zoals ze nu is machtig mooi vinden en hoogstens wat schoonheidsvlekjes ontwaren is het met een lampje zoeken.
Hoe anders of minder? En sluit wat ze nu in campagnetijd roepen eigenlijk aan bij wat ze in de afgelopen jaren hebben gedaan? Eerst een beknopt overzicht van de visioenen in de verkiezingsprogramma’s van de acht grootste partijen in de Kamer, dan van hun daden in de afgelopen tijd. En tot slot de vraag: wat moeten we nu stemmen?
‘Voor Nederland liggen de grootste economische kansen in de landen om ons heen. We zijn daarom groot voorstander van een vrije markt in Europa,’ opent de
VVD
haar korte passage over Europa. Let op het daarom. In zoverre de VVD de EU ziet zitten, is het omdat de markt Nederland voordeel brengt. Voor de rest is de partij een koele minnaar van de EU. Ze wil dat de EU zich concentreert op ‘grensoverschrijdende kernzaken.’ Daaronder verstaat ze vooral wat de economie soepel doet draaien en de vluchtelingenstroom indamt. Met militaire bewaking van de buitengrenzen van de EU en opvang in de regio wil de VVD ‘asielaanvragen in Europa overbodig maken.’ Wie zegt dat politieke partijen niet meer utopisch durven te denken?
Ook
de PvdA
vindt dat de EU zich op ‘cruciale zaken’ moet richten. Alleen verstaan de sociaaldemocraten daar iets anders onder dan hun huidige coalitiepartners. De EU is er nog ‘te veel voor de markt, te weinig voor de mensen.’ Ze moet zich naast ‘het beheersbaar maken van het vluchtelingenvraagstuk’ vooral focussen op het bevorderen van goed werk en het bestrijden van belastingontwijking. De PvdA maakt zich zorgen over de geloofwaardigheid van de EU, aangezien de eigen waarden op het gebied van mensenrechten onder druk zouden staan. De partij staat dan ook pal voor het VN-vluchtelingenverdrag. Zegt ze.
De kritiek van de
SP
klinkt een toontje schriller. ‘Waarom dendert de Europese Unie almaar door en wordt onze tegenstem bij referenda genegeerd?’ is de openingszin van de passage over Europa. De SP wil geen Brusselse dwang meer, maar bepleit een nieuwe EU, die de zelfstandigheid van de aangesloten landen versterkt en ze meer eigen bevoegdheden geeft.
Op de andere flank roept de
PVV
‘minder, minder, minder.’ ‘Nederland weer onafhankelijk. Dus uit de EU,’ stelt de partij kort en kernachtig in het verkiezingsprogramma van één A4’tje.
In het hart van het politieke spectrum probeert het
CDA
zich als de gulden middenweg te presenteren: kritisch over het huidige functioneren van de EU, doordrongen van het belang van de Europese samenwerking. Net als voor de VVD zijn veiligheid en economie voor de christendemocraten de kerntaken waarop de EU zich moet focussen. Verder bepleit de partij dat kopgroepjes op bepaalde terreinen intensiever kunnen gaan samenwerken. Maar wat dit alles precies betekent, heeft zij nog niet uitgedacht. ‘In de komende periode voegen we de daad bij het woord en komen we met ideeën voor het herijken van de taken van de Europese Unie.’ Beetje laat.
Van de school ‘anders’ is
D66.
De partij ‘is ervan overtuigd dat Europa veel beter kan. Veel beter moet. Veel beter verdient.’ D66 pleit onomwonden voor méér Europa, minder Nederland. En voor de liberalen betekent meer ook meer vrije markt en handel. De partij is voorstander van de vrijhandelsverdragen met Canada
(CETA)
en de VS
(TTIP).
Daar is
GroenLinks,
van oudsher de andere Europa-gezinde partij, dan weer tegen. Dat verzet zich juist tegen het Europa van markt en munt. In de ogen van de partij moet de EU een groener, socialer, en democratischer gezicht krijgen. Opmerkelijk bij GroenLinks, voortgekomen uit onder meer de Pacifistisch-Socialistische Partij, is het voorstel dat Nederland het voortouw neemt bij het toewerken naar een Europese defensiemacht.
De
ChristenUnie
volgt dan weer de lijn ‘minder.’ Ze wil de ‘sluipende, frustrerende en niet te stoppen Europese integratie’ een halt toeroepen en een Europa van samenwerkende, soevereine staten opbouwen. Tegelijkertijd bepleit ze ‘een sterke Europese Unie dat (sic) met één mond spreekt’ ten aanzien van ‘de grote thema’s van migratie, klimaat en energie, (vrij)handel en veiligheid.’ Hoe ze de spanning tussen de soevereiniteit van 28 nogal verschillende landen en het krachtig en eendrachtig optreden denkt op te lossen, vertelt de ChristenUnie niet.
En de daden dan?
Afhankelijk van je eigen politieke voorkeuren zijn het blij- dan wel treurigstemmende standpunten. Maar zeggen ze eigenlijk ook iets over wat de politieke partijen feitelijk doen? Sluiten ze aan bij de verrichtingen uit de afgelopen jaren?
Nu kun je zeggen: die daden zijn verleden tijd, in een verkiezingsprogramma legt een partij vast hoe de wereld er in haar ogen straks uit moet komen te zien. Toch zou het merkwaardig zijn als er een groot contrast zou bestaan tussen daden uit het recente verleden en beloften voor een nabije toekomst, zónder dat een partij zegt een koerswijziging in te zetten. Bij de oppositiepartijen is daar dan ook nauwelijks sprake van.
Oppositiepartij PVV heeft in de afgelopen jaren systematisch de overdracht van bevoegdheden aan de EU afgewezen, wijst een blik op het stemgedrag uit. Ook als het om het bewaken van de Europese grenzen gaat. En dat terwijl vluchtelingen buiten houden de PVV toch een lief ding is. Maar daartoe herstelt ze liever de Nederlandse grenzen in ere dan de Europese buitengrenzen te bewaken.
Anders is het voor de regeringspartijen. Wie regeringsverantwoordelijkheid draagt moet zich niet alleen in enigerlei mate voegen naar de wensen van de coalitiepartner, maar zich ook schikken naar de realiteit. In een Europa van 28 lidstaten kun je niet altijd binnenhalen wat je zelf voor ogen hebt.
VVD wijkt volop af van de eigen koers
Opmerkelijk is alleen dat de VVD ook als het gaat om wat ze zegt heel wezenlijk te vinden, afwijkt van de marsrichting. Zo ziet zij de bewaking van fort Europa als een van de kerntaken van de EU. Maar in 2015 stemde zij juist nog tegen
een motie
om de oprichting van een Europese grens- en kustwacht tot een prioriteit van het Nederlandse voorzitterschap van de EU te maken.
Voor opvang in de regio pleit de VVD al tijden. Nu schrijft de partij dat die zo goed moet worden, dat asiel zoeken in Europa overbodig is. Maar diep in de buidel wil ze daarvoor niet tasten. Een voorstel van de ChristenUnie dat steun kreeg van coalitiepartner PvdA om daar 2 miljoen extra voor uit te trekken, vanwege ‘het tekort aan humanitaire hulpverlening aan vluchtelingen in en rondom conflictgebieden,’ wees de VVD af.
Wie regeringsverantwoordelijkheid draagt moet zich voegen naar de wensen van de coalitiepartner en naar de realiteit
Tussen woord en daad gaapt ook als het gaat om andere thema’s nog weleens een kloof bij de volkspartij. De minnaars van vrijheid en democratie vinden marchanderen met door Brussel vastgestelde regels verboden. Daarbij hebben ze vooral de begrotingsregels in gedachten. Maar als het gaat om thema’s waar ze minder warm voor loopt, mag de VVD de regels zelf graag plooien. Zoals natuurbescherming. Volgens de Europese regels had Nederland voor december 2010 alle Europees beschermde Natura 2000-gebieden moeten aanwijzen. Maar de VVD stemde tegen, toen de Kamer in januari 2013 in een motie constateerde dat Nederland jaren achterloopt en de regering aanmaande nu echt vaart te maken.
Het wonderlijke bij de VVD is dat deze ongerijmdheden niet eens voortkomen uit het feit dat zij deel uitmaakt van een coalitieregering. Je zou kunnen denken: nogal wiedes dat er een kloof gaapt tussen woorden en daden. Want als partij die deelneemt aan een kabinet moet je nu eenmaal altijd water bij de wijn doen. Maar dat de VVD geen extra geld wil uittrekken voor opvang in de regio heeft daar niets mee te maken. Want coalitiepartner PvdA wil dat wél. Dat geldt evengoed voor het tempo maken met het aanwijzen van natuurgebieden.
Europese thema’s waarbij de VVD anders handelt dan ze eigenlijk wil ómdat ze concessies heeft moeten doen aan de PvdA, heb ik niet kunnen ontdekken. Fijn als wie daar wel een voorbeeld van weet zich meldt!
De PvdA wringt zich in bochten
Andersom lijkt de PvdA wél te zwichten voor de druk van de VVD. Neem kernwapens. PvdA-minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders onthield zich in november 2016 bij een stemming over een VN-resolutie over nucleaire ontwapening, terwijl zijn
eigen partij en ook de meerderheid van de Tweede Kamer
een voor-stem hadden verwacht. Al ontkent de regering dat natuurlijk, het laat zich raden dat zijn onthouding het gevolg is van
de wil
van coalitiepartner VVD.
De retoriek op papier van de sociaaldemocraten en de daden als lid van het kabinet botsen wel vaker. Neem de stelling dat het VN-vluchtelingenverdrag voor de PvdA heilig is. In dat verdrag staat dat vluchtelingen alleen teruggestuurd mogen worden naar een land waar ze doorheen zijn gereisd, als dat land veilig is en een deugdelijke asielprocedure heeft. Maar de PvdA steunde de deal met Turkije, die volgens mensenrechtenorganisaties als Amnesty International van geen kanten deugt. Onlangs gaf Lodewijk Asscher zijn steun aan zeer omstreden, vergelijkbare afspraken met Libië.
Opmerkelijk is ook dat de PvdA zich opstelt als de kampioen in de strijd tegen belastingontwijking. Terwijl de partij toch een rijke geschiedenis heeft in het bijdragen aan het feit dat Nederland een belastingparadijs is voor buitenlandse brievenbusmaatschappijen. Recentelijk stemde de PvdA tegen een motie die de regering opdroeg te bewaken dat het Anti Tax Avoidance Package van de Europese Commissie niet zou worden afgezwakt. Toen het pakket maatregelen in juni 2016 definitief werd aangenomen, zeiden critici dat het flink was uitgekleed. Maar PvdA-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem was juist dik tevreden.
Op een ander, voor de sociaaldemocraten zeer belangrijk terrein is de partij dan wel weer consistent: de strijd tegen verdringing op de arbeidsmarkt. Minister Asscher heeft systematisch uitgedragen dat dit voor hem van wezenlijk belang is, zowel in de Tweede Kamer als in het Europees Parlement maken volksvertegenwoordigers van de PvdA zich hiervoor hard.
En wat moeten we nu stemmen?
Al zijn er in de wereld respectabele kranten die zich aan een stemadvies wagen, zelf zie ik het meer als de opdracht van de journalistiek feiten en argumenten aan te dragen op basis waarvan de lezer zelf zijn afweging kan maken. Bovendien ben ik niet eens in staat om een advies te geven. Want, ik zal het maar bekennen, ik zweef nog.
Voor wie van de school minder is, zijn er tal van mogelijkheden . Op links de SP en ook de Partij voor de Dieren, die de bevoegdheden van de EU sterk willen inperken en hameren op de onafhankelijkheid van Nederland. In het midden en wat rechts daarvan het CDA en de VVD, die allebei een EU voor zich zien die zich in hoofdzaak bezighoudt met economie en veiligheid. En op de flank de PVV, die wil dat Nederland er helemaal uitstapt.
Ik zou het juist een verademing vinden als er eens een politicus zou opstaan die ten overstaan van een stadion opgewonden kiezers zou vragen: ‘Willen we meer of minder Nederland?’ waarop de menigte zou scanderen: ‘Minder, minder, minder!’
Want de grote uitdagingen waar we voor staan - zoals het in goede banen leiden van de migratiebewegingen en het intomen van de klimaatverandering - zijn alleen op transnationaal niveau echt aan te pakken. Een daadkrachtig beleid vraagt er daarom om dat we onze nationale soevereiniteit - de macht zelf, op eigen houtje beslissingen te nemen - deels opgeven. Om maar een klein voorbeeld te geven: de door velen bepleite Europese CO2-belasting om de uitstoot van broeikasgassen te beteugelen betekent dat we het idee opgeven dat belastingen een puur nationale bevoegdheid zijn. Het werkt niet als elk land op zijn eentje mag beslissen welke belasting het heft en, als het liever de eigen kolencentrales draaiende wil houden, kan besluiten om aan die CO2-belasting maar even niet mee te doen.
Bovendien is nationalisme zelden heilzaam, sluipt er in de trots op het vaderland al snel de gedachte ‘mijn land is beter’ en een dedain voor andere volkeren. In de morele opdracht van een Verenigd Europa om dit geborneerde nationalisme te overwinnen, geloof ik nog steeds.
Wie de noodzaak onderschrijft van een sterk Europa dat niet alleen in dienst staat van economie en veiligheid en vooral een andere EU nastreeft - democratischer, groener, socialer - heeft eigenlijk maar drie keuzemogelijkheden: D66, PvdA en GroenLinks. Maar alle drie zijn in mijn ogen verre van perfect.
D66: te positief over zegeningen van de vrije markt
D66 heeft van alle partijen de minste schroom voor een sterk Europa te pleiten. Het woord soevereiniteit valt in het partijprogramma van D66 één keer, in combinatie met ‘schijn’: ‘Wij kiezen voor een verbindend en democratisch Europa. En waar dat nodig is geven wij onze eigen schijn-soevereiniteit op.’ Dat je dat opschrijft, vind ik moedig. Maar zelf ben ik dan weer minder gecharmeerd van het geloof van de liberalen in de zegeningen van de vrije markt. In mijn ogen is D66 niet kritisch genoeg over vrijhandelsverdragen als CETA, waarvan ze de economische voordelen te gunstig inschat en de bedreigingen te weinig wil zien.
PvdA: kloof tussen retoriek en daden
Dat geldt ook voor de PvdA. Hoewel er bij de sociaaldemocraten in het Europees Parlement
grote twijfels
bestaan over CETA heeft de fractie in de
Tweede Kamer
ermee ingestemd. In het verkiezingsprogramma constateert de partij dan weer, nadat ze haar zegen eraan heeft gegeven, dat de macht van het internationale bedrijfsleven door handelsverdragen als CETA steeds groter wordt. Het is symptomatisch voor de kloof tussen retoriek en daden in de partij en de permanente zwabberkoers die voortkomt uit de strijd tussen idealen en het verlangen naar politieke macht.
GroenLinks: matige uitwerking, traditie bij grofvuil
GroenLinks wil een democratischer, groener en socialer Europa. Deze denkrichting is mij sympathiek. Alleen is de partij minder grondig in de uitwerking van ‘democratischer’ dan D66. Fundamentele stappen zet GroenLinks niet. Denk bijvoorbeeld aan de door D66 bepleite verkozen voorzitter van de Europese Commissie en de vorming van een
Europese kieskring.
Bovendien heeft GroenLinks haar pacifistische traditie naar mijn inzicht te snel bij
het grofvuil
gezet. Als Nederland ergens het voortouw bij moet nemen in de Europese Unie, is de vorming van een defensiemacht niet het eerste waar ik zelf aan denk.
Van Kooten en De Bie speelden bij Keek op de Week ooit typetjes die aan de nieuwe ziekte Meningnietes leden. Het angstzweet brak hun uit, als ze een positie moesten innemen. Met deze typetjes voel ik nu enige verwantschap: als de standpunten over Europa mijn richtsnoer zijn, weet ik werkelijk niet op welke partij ik moet stemmen.
Goede argumenten die me over de streep kunnen trekken? Ik hoor ze graag!
Dit verhaal is onderdeel van een serie op De Correspondent waarin verschillende correspondenten campagnebeloften vergelijken met stemgedrag. Voor de research maken we gebruik van de zoekmachine Wat stemt het parlement.
Eerder verscheen er al een analyse over wat partijen hebben gestemd over privacy. Er volgen nog artikelen over onder meer klimaatverandering, zorg en cultuur.
Lees ook:
Welke partij heeft zijn beloftes over privacy het meest waargemaakt? We hebben alle moties, amendementen en wetten sinds 1995 doorzoekbaar gemaakt. Daarmee krijgen we eindelijk inzicht in wat partijen waarmaken van wat ze beloven. We trappen af met privacy. Wat hebben partijen beloofd in 2012 en wie beschermt ons het beste? Verkiezingscampagnes draaien om woorden. Helpen jullie mee partijen af te rekenen op hun daden? Met de Universiteit van Amsterdam hebben we alle moties, amendementen en wetten sinds 1995 doorzoekbaar gemaakt. Daarmee krijgen we eindelijk inzicht in wat partijen waarmaken van wat ze beloven. Help jij ons dat in kaart te brengen? We moeten nu in verzet komen tegen Geert Wilders. Mijn vader liet me zien waarom Veel Nederlanders denken dat het wel meevalt als Geert Wilders wint op 15 maart. Ik denk het niet: hij radicaliseert rap én heeft Nederland al veranderd. Steeds meer mensen zijn bang voor moslims en Marokkaanse Nederlanders. Daar moeten we tegen in opstand komen, voor er een nieuwe Donald Trump aan de macht komt.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!