Dat Nederland een wietland is, komt mede door Wernard Bruining (67). Hij is bekend geworden met het oprichten van de Mellow Yellow, en zou daarna constant blijven pionieren en van grote invloed zijn op de cannabiscultuur.

Zo kweekte Bruinings team voor het eerst wiet zonder zaden, had hij de eerste growshop van Europa, vond hij een nieuwe lamp uit om beter wiet onder te kweken en maakte hij na het verzinnen van het woord ‘mediwiet’

Die hype is nog steeds niet ten einde en begon toen Bruining in 2009 de Stichting Mediwiet oprichtte. Die organisatie verkoopt niet alleen wietolie, maar organiseert ook cursussen om mensen zelf cannabisproducten te laten maken.

‘Mij kunnen ze pakken,’ zegt Bruining over de mogelijkheid dat cannabisolie ooit bestreden gaat worden. ‘Maar als ik deze kennis met duizenden mensen heb gedeeld, is deze beweging niet meer te stoppen.’

De cannolator van boven. Foto’s: Niels Blekemolen (voor De Correspondent)

De Nederlandse cannabisgoeroe sprak ik voor het eerst in 2015. Toen maakte ik Hij zei iets wat me altijd is bijgebleven: ‘Mensen hebben nooit nieuwe rechten gekregen door er netjes om te vragen, maar altijd door eerst de wet te overtreden en daar uiteindelijk toestemming voor te krijgen.’

Dat probeert hij dus nu ook met cannabisolie. Bruinings daarover heeft meer dan een miljoen views en staat vol met patiënten die positieve verhalen vertellen over de olie, aangevuld met tips om haar zelf te maken.

De stoffen die in cannabis zitten, zouden helpen bij het verlichten van klachten rondom kanker, het verzachten van pijn en zouden bij tal van andere klachten een meerwaarde hebben. Wetenschappelijk onderbouwd zijn deze claims niet.

Dat mag de populariteit niet drukken, zag ik kort geleden bij een cursus in Haarlem. Patiënten leerden er om wietolie te maken met een product dat Bruining heeft bedacht om het patiënten makkelijk te maken eigen olie te maken. De grondstoffen voor de zogenoemde CBD-olie zijn illegaal - wiet kweken is wereldwijd verboden en dus ook in Nederland.

Ik bezocht hem op de cursusdag om erachter te komen wat we kunnen leren van zijn levenswerk.

Tijdens een cursusdag wietolie maken. Foto: Niels Blekemolen (voor De Correspondent)

De hype van de cannabisolie

Wat is volgens jou de medicinale waarde van cannabis?

‘Wietolie is geen geneesmiddel, net als dat Ritalin geen geneesmiddel is voor adhd. Maar cannabis is wel een zelfgeneesmiddel. Het is niet de wietolie, maar je eigen weerstandsysteem dat de genezing helpt. Daar kan eigenlijk niemand op tegen zijn, zou je zeggen.’

‘Ons lichaam produceert zelf honderdtachtig cannabidoïden. Een stuk of zestig komen ook voor in de cannabisplant. Ze zijn slaapverwekkend, rustgevend, pijnverzachtend, eetlustopwekkend, enzovoorts. Als je die isoleert en er bijvoorbeeld olie van maakt, kun je je lichaam beïnvloeden.’

‘Het is niet de wietolie, maar je eigen weerstandsysteem dat de genezing helpt’

Hoe moeten mensen die dan gebruiken?

‘Op dit moment is het in de zorg: wat erg voor u, we gaan er alles aan doen om u beter te maken. Dan denk je als patiënt: ‘Ik kan niks doen, ik ben overgeleverd aan hun kunde.’ Dat wil ik veranderen.’

‘Dus heb ik een systeem bedacht waarmee mensen zelf wietolie kunnen maken: de cannolator. Ik heb ooit lampenkappen ontworpen voor de wietteelt, hebben ze honderden miljoenen keren nagedaan, nooit een cent van gezien, haha. Maakt niet uit, maar ik dacht: laat ik die cannolator dan maar wel patenteren.’

Hoe groot is je bedrijf inmiddels?

‘Ik weet niet hoeveel personeel ik heb, maar er staan nu 30.000 klanten in mijn bestand. We doen verder de mediwietmarkt, in Druten, daar komt 450 man. En ik heb het bedrijf Medi W, dat de olie en de cannolator maakt. En dan doe ik deze cursussen in Haarlem, waar ik mensen leer de olie zelf te maken, zodat ze het niet meer van me hoeven te kopen.’

Tijdens een cursusdag wietolie maken. Foto: Niels Blekemolen (voor De Correspondent)

De hype van de eerste coffeeshop

Iets verder terug dan. Hoe ben je ooit met coffeeshop Mellow Yellow begonnen?

‘Toen ik voor het eerst ging blowen, was ik negentien. Je kon toen hasj kopen bij thuisdealers of publieke gelegenheden waar blowers bij elkaar kwamen. Dan was er altijd wel een dealer aanwezig. Nou, op een gegeven moment ging je meedoen: kocht je 50 gram, verkocht je die een beetje door zodat je een klein beetje winst maakt en zo kon je een paar jaar gratis blowen.’

‘In die jaren was een koffiehuis een horecagelegenheid zonder alcohol, meestal iets voor arbeiders, waar wat kranten op tafel lagen. Nou, in die regelgeving gingen we mee, alleen verkochten we er ook hasj. We openden in 1973 en noemden het ‘theehuis Mellow Yellow,’ want ik had bedacht: als we het een theehuis noemen in plaats van koffiehuis, snapt iedereen direct dat er meer aan de hand

‘Dat bleek. We zijn in de vijf jaar daarna alleen maar bezig geweest om te voorkomen dat we plat werden gelopen. We gingen op een gegeven moment zelfs korter open, want we hadden het liever rustig dan dat we veel geld verdienden.’

Als je het niet voor het geld deed, waarom deed je het dan?

‘Zodat ik gratis kon blowen natuurlijk! En om niet bij een uitzendbureau te hoeven werken, dit was veel leuker. Dat we de hele dag konden tafelvoetballen was ook mooi meegenomen.’

‘En, vergeet niet: we vonden dat wiet op een nette, makkelijke manier beschikbaar moest zijn. We wilden een voorbeeld stellen. Na drie jaar kwam er het gedoogbeleid, dat ons gedoogde maar de teelt en aanlevering van de wiet niet.’

‘Maar hoe groter het werd, hoe grover de wereld waar je de hasj en wiet uit moest halen. Klaas Bruinsma woonde om de hoek. Dat was een aardige kerel in het begin, maar ik zag ‘m steeds harder worden. ‘Ik moet me wel wapenen,’ zei hij tegen me. ‘Ik heb te maken met Chinezen die je anders rippen’.’

Cursisten maken zelf wietolie. Foto’s: Niels Blekemolen (voor De Correspondent)

Dus op een gegeven moment ben je ermee opgehouden.

‘Er was brand geweest in Mellow Yellow, we hadden al drie of vier invallen gehad en het werd me gewoon te veel gesodemieter. We hadden wat geld, een paar ton, dus ik ging naar Amerika en zag hoe ze daar wiet verbouwden. Zaadloos, lekker, niet te droog, je werd er higher van. Dat bestond nog niet in Nederland.’

‘Goed, ik wilde dat wel met die Amerikanen gaan verbouwen in Nederland, maar alleen onder de voorwaarde dat we ons geheim zouden delen met anderen. Dan zouden we de tegenstanders van wiet op achterstand zetten. We wilden van Nederland het Jamaica van Europa maken.’

Dat lijkt gelukt.

‘Ik denk het wel ja, haha. In 1980 hadden we onze eerste oogst, daarna breidden we uit naar allerlei locaties. Vijftig planten in de tuin bij die, honderd bij die, in vijf jaar werd ons team steeds groter. En die Amerikanen bleven maar zeggen: meer, groter, beter! Tot ze met een kas van vijfduizend vierkante meter aan kwamen, met de ambitie er vijf te openen. Dat wilde ik niet meer. Ik wilde geen boeffie worden.’

‘Met de zaden ben ik doorgegaan. Ik had alleen geen tuin, en had gehoord over het kunstlicht dat in Amerika werd gebruikt. Prima, ging ik planten kweken voor de zaden onder lampen en lampen importeren voor de wiet die anderen teelden. En zo had ik de eerste growshop van Europa én mijn eigen lamp bedacht.’

‘Maar toen kwam ik erachter dat minstens de helft van mijn verkoopwaar weglekte. Mijn personeel bleek het grootste gedeelte gewoon te stelen en door te verkopen. Ik ging failliet in 1997 en had 1,5 miljoen gulden schuld.’

En nu?

Hoe ben je toen bij medische wiet uitgekomen?

Het woord ‘mediwiet’ heb ik ooit ‘s nachts bedacht. Ik werd wakker met een zinnetje in m’n hoofd: ‘Mediwiet of anders niet’.’

‘Maar ik was nog tien jaar aan het rondklooien. Ik kende de wietolie van Canadees Rick Simpson, maar die was echt veel te sterk. Ik maakte een dunnere variant, zodat de olie makkelijker te doseren is en je er niet zo apestoned van zou worden. Ik gaf de inkomsten gewoon op bij de Belastingdienst. En toen kwamen de patiënten.’

Wernard Bruining (midden) tijdens een cursusdag wietolie maken. Foto’s: Niels Blekemolen (voor De Correspondent)

Verdiende je daar zelf ook wat aan?

‘Geld dat in grote hoeveelheden binnenkomt, bewijst dat iets een goed idee is. Ook voor de overheid trouwens: wij waren de eersten die eerst via de coffeeshop zorgden dat er belastinggeld binnenkwam voor wiet, vervolgens via de growshop op het kweken ervan.’

‘Maar om het geld is het me nooit gegaan, daarom trek ik er ook elke keer de stekker uit. Zoals bij wietolie waar THC in zit. Dat is nog altijd verboden, ook al hebben sommige patiënten haar nodig.’

‘Dat ging zo. Ik begon met het verkopen van flesjes wietolie met THC à 60 euro per stuk, want zoveel kost dat. Het moet allemaal illegaal geproduceerd. Ik dacht: als dat naar de buitenwereld toe bekend wordt, dan krijg ik daar problemen mee. Dus ben ik tegen m’n patiënten gaan zeggen: ‘Sorry, ik moet er weer mee gaan stoppen’.’

‘Maar ik vertelde ze: ‘Jullie moeten gaan leren om de olie zelf te maken.’ En dat herhaalde ik de hele tijd. En dat ben ik nu in Haarlem aan het doen met de CBD-olie. Want als ik in m’n eentje hier een vuurtje aan het branden ben, kan iemand het komen doven. Als ik het vuurtje uit elkaar schop, dan steek ik alles aan. Een tal van kleine vuurtjes zijn niet tegen te houden.’

Ben je nooit bang dat je nu mensen aanzet tot het overtreden van de wet?

‘Individuele vrijheid is het hoogste dat er is. Wij hebben het als mensen in ons om dingen te scheppen die nog niet bestaan. Dat is een kwaliteit die altijd aan God werd toegedicht, maar wij mensen zijn juist degenen die een nieuwe werkelijkheid kunnen scheppen.’

‘Bij Stichting Mediwiet vinden we dat mensen die niet geholpen zijn met reguliere middelen het recht hebben alles te proberen om hun levenskwaliteit te verhogen. En weet je, die war on cannabis, die gaan wij uiteindelijk winnen. De overheid leeft van het ontnemen van burgervrijheden en het vergroten van de eigen macht, maar deze geest krijg je niet meer terug in de fles. En wie de olie niet wil gebruiken: prima.’

Hoe gaat dit verder?

‘De overheid wil de olie verbieden en de medische industrie wil haar naar zich toe trekken. We moeten voor die tijd zo veel mogelijk duidelijk maken dat mensen cannabis zélf kunnen telen. Want dat is de volgende stap. Als 100.000 mensen zelf aan het telen zijn, dan wordt de staat opnieuw uitgelachen.’

‘Kijk, toen we in 1973 begonnen met Mellow Yellow was het nog helemaal illegaal. Het gedoogbeleid kwam er uiteindelijk niet omdat dat zinvolle regelgeving was, maar omdat de staat de strijd opgaf. De staat heeft geprobeerd de plant te verbieden, maar dat is niet gelukt. Cannabis valt niet uit te roeien.’

Foto: Niels Blekemolen

Lees ook:

We blijven het lastig vinden, cannabis voor medische doeleinden Wietolie is een hype, maar de grondstof verboden. Steeds meer zorgverzekeraars vergoeden medicinale wiet niet meer. En drie mensen maakten afspraken met hun gemeente om zélf cannabis te mogen verbouwen. Dit is de stand van medicinale wiet in Nederland. Lees hier de update Hoe werkt de nieuwe wietwet? Als de Tweede Kamer volgende week de wet aanneemt die probeert een einde te maken aan de strijd tegen wiet, dan is dat waarschijnlijk met een kleine meerderheid. De wet die D66 voorstelt, is vrij vooruitstrevend. In deze explainer beantwoord ik er de belangrijkste vragen over. Lees de explainer hier Ik probeerde de strijd tegen wiet te visualiseren. Dus kijk hier waar cannabis allemaal gevonden wordt De cijfers zijn onvolledig, gedateerd en onduidelijk. Maar als je kijkt wát er bekend is over politie-invallen bij wietplantages, valt een aantal interessante dingen op. Bijvoorbeeld dat Drenthe minder moeilijk doet over vijf planten. Lees het verhaal hier