Op conferenties over journalistiek die ik bezoek, stelt Aron Pilhofer vaak Pilhofer - de afgelopen jaren een bij de digitale activiteiten van The New York Times en The Guardian - vraagt:

Wat als nieuwsorganisaties elk onderdeel van hun werk in dienst zouden stellen van vertrouwen?

Niet van snelheid, winst of prijzen, maar van vertrouwen. Hoe zou zoiets eruitzien?

Mijn antwoord: het zou veel lijken op De Correspondent.

De Correspondent werd in 2013 in Nederland gelanceerd als een volledig door leden gefinancierd platform. De 56.000 Correspondent-leden betalen 60 euro per jaar of 6 euro per maand, omdat ze geloven in het soort journalistiek dat de 21 vaste correspondenten en 75 freelancers bedrijven. De oprichters van de site willen binnenkort uitbreiden naar de VS en in New York.

Deze week werd bekendgemaakt dat ik ze daarbij ga helpen. Met 515.000 dollar van ga ik een onderzoeksproject op New York University opzetten dat Amerikaanse nieuwsorganisaties moet helpen met een lidmaatschapstrategie, en dat de kans moet vergroten dat de Atlantische oversteek van De Correspondent een succes wordt.

Ik word bovendien de eerste ambassadeur van De Correspondent op de Engelstalige markt. Dat betekent dat ik ze ga helpen hun model te introduceren bij mensen die kunnen bijdragen, al dan niet met geld.

Zoals je misschien al doorhebt, geloof ik sterk in wat deze jonge Nederlandse journalisten aan het doen zijn. Ik denk dat ze heel goede ideeën hebben over het opbouwen van een duurzame nieuwsredactie. Maar waar ik echt van onder de indruk ben, is wat ik eerder zei: hoe ze in hun werk alles in dienst stellen van vertrouwen. In dit stuk zal ik:

Alles staat in dienst van vertrouwen

Waarom vind ik dat een nieuwsorganisatie die alles in dienst stelt van vertrouwen veel weg heeft van De Correspondent? Daarvoor heb ik vier hoofdredenen:

Reden 1: Geen advertenties. Geen targeting

Ken je de uitdrukking ‘als je niet betaalt voor een product, dan ben je het product’? De boodschap ervan wordt soms overtrokken en sommige mensen vinden het een maar er zit een kern van waarheid in over commerciële mediabedrijven. Je kunt er niet blind op vertrouwen dat media volledig aan de kant van hun publiek staan, omdat ze rekening moeten houden met een andere groep klanten: adverteerders.

Zelfs als mediabedrijven volledig integer worden bestuurd en nooit zouden toegeven aan eisen van adverteerders, is er een risico op subtiele vervorming. Het bekendste voorbeeld: clickbait. Minder voor de hand liggend: zakken met advertentiegeld (voor eten, vastgoed, auto’s) die verschijnen als redactionele producten (neem sites als

Zulke vormen zijn niet per se corrupt. Het is een systeem waarmee een hoop goed werk kan worden betaald. En elke financieringsvorm heeft nadelen - lidmaatschappen niet uitgezonderd. Maar als je journalistiek bedrijft in het algemeen belang en probeert alles in dienst te stellen van vertrouwen, dan helpt het enorm om niet mee te hoeven doen aan de koehandel in aandacht. Dat had De Correspondent meteen al door. Daarom is het platform volledig advertentievrij en heeft het geen commerciële sponsors.

Het helpt geweldig om niet mee te hoeven doen aan de koehandel in de aandacht van mensen

‘De Correspondent hoeft niet na te denken over doelgroepen, of haar inhoud geschikt te maken voor, zeg, welgestelde lezers tussen de 25 en 40,’ zeiden de oprichters tegen me. ‘De site ziet haar lezers als nieuwsgierige individuen die je niet kunt reduceren tot demografische categorieën. Dat principe vormt ook de basis voor ons privacybeleid, dat voorschrijft dat we De belangrijkste kenmerken:

  • De Correspondent verzamelt alleen data die wettelijk verplicht zijn of die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het platform;
  • De Correspondent verkoopt die informatie niet aan derden;
  • het doel van welke dataverzameling dan ook moet duidelijk worden uitgelegd aan de leden;
  • leden moeten, waar mogelijk, zeggenschap hebben over hun data.

Natuurlijk kun je kreten als ‘waar mogelijk’ ruim interpreteren. De Correspondent maakt gebruik van diensten van derde partijen als YouTube, Vimeo en SoundCloud en kan daarom niet tegen haar lezers zeggen: jullie zullen nooit worden getrackt. Maar De Correspondent kan wel zeggen: dit zijn de diensten die we gebruiken, en wel hierom. Dit is wat we doen om het probleem te minimaliseren. Ze leggen uit wat ze doen, bijvoorbeeld

Reden 2: Weg van de 24-uurs-nieuwscyclus

De Correspondent noemt zichzelf een ‘dagelijks medicijn tegen de waan van de dag.’ Als je je niet continu in allerlei bochten hoeft te wringen om een unieke invalshoek te vinden voor een verhaal waar alle andere media ook mee bezig zijn, is het makkelijker om clickbait te vermijden - want dat holt het vertrouwen uit. Niet achter het sappigste verhaal van de dag aanrennen is misschien slecht voor je bezoek, maar als je geen bezoek verkoopt (omdat je geen adverteerders hebt), blijft de schade beperkt.

Een ander gevaar is de relevantie: als je niet over de onderwerpen schrijft waar iedereen al tot vervelens toe over leest, word je dan niet overbodig en wereldvreemd? De Correspondent heeft daar een antwoord op: ‘We schrijven niet over het weer, maar over het klimaat.’ Het is een uitdrukking die de redacteuren gebruiken om zichzelf scherp te houden. Het betekent: negeer de dagelijkse oprispingen, focus je op de onderliggende patronen. ‘Niet het weer, maar het klimaat’ is maar een slogan. Je moet het waarmaken, en dat is altijd moeilijk. Maar het is de juiste slogan als je alles in dienst wil stellen van vertrouwen. En als je het kan waarmaken, dan kom je helemaal niet wereldvreemd over. Dan word je juist onontkoombaar.

Reden 3: Auteurs staan centraal en krijgen alle ruimte

In de tijd van de gedrukte media werd vaak de term ‘auteurskrant’ gebruikt (The Village Voice werd in zijn gouden tijdperk in de jaren zestig en zeventig een ‘auteurskrant’ genoemd). Dat betekent dat de ideeën voor de artikelen worden bedacht door de mensen wier naam bij de artikelen staat. Ze krijgen alle ruimte. Daar tegenover staat wat ook wel een ‘hoofdredactiekrant’ wordt genoemd (zoals Time tijdens zijn beste jaren). Daar krijgen de auteurs minder vrijheid.

Het is dan wel geen gedrukt product, maar De Correspondent is een auteurskrant. De 21 fulltime correspondenten worden aangemoedigd om hun eigen werkveld te kiezen en te schrijven over onderwerpen die hen fascineren en die ze willen begrijpen vind je een lijst met alle correspondenten en hun onderwerpen). De aanpak lijkt op het Bij De Correspondent hoeven journalisten niet te zijn, maar net zo min staan ze in dienst van bepaalde belangen.

Geen partij-ideologie. Geen geforceerde objectiviteit. De auteurs kunnen conclusies trekken en laten zien dat ze overtuigd zijn, maar ze moeten daar tot in het extreme bewijs voor aanvoeren. En als het bewijs ze daartoe dwingt, passen ze hun overtuigingen aan en met hun lezers. Correspondenten zijn nooit bezig met ‘hij zegt/zij zegt’-journalistiek, maar eerder met ‘ik zei eerst dat, nu zeg ik dit’-journalistiek.

In mijn optiek is dat de juiste manier om vertrouwen in de auteurs op te bouwen.

Reden 4: De journalist als gespreksleider

In ruil voor de vrijheid die correspondenten krijgen in het kiezen van hun onderwerpen en het schrijven over hun passies, worden ze geacht te investeren in waardevolle interacties met hun lezers. Daarin hebben ze geen keuze: het hoort bij hun werk. Dit onderdeel is cruciaal voor het vertrouwensmodel van De Correspondent - en haar financiële model. De hoofdredactie ‘de journalist als gespreksleider.’ Het is een belangrijk kenmerk van de site: je kunt individuele auteurs volgen, degenen van wie je de projecten het interessantst vindt.

Van auteurs wordt verwacht dat ze permanent met hun volgers en lezers delen waar ze mee bezig zijn. Ze stellen vragen en als ze nieuwe projecten lanceren: wat ze willen onderzoeken, de expertise die ze nodig hebben om dat goed te doen, wat voor soort hulp ze ook maar willen van lezers. Soms vormen de lezers

De auteurs zijn ook actief in de discussies - die niet ‘reacties’ worden genoemd, maar ‘bijdragen’ - waarbij ze waardevolle toevoegingen uitlichten en nuttig materiaal gebruiken voor een volgende stap in hun doorlopende verhaal. Alle correspondenten hebben wekelijkse nieuwsbrieven waarin ze hun volgers bijpraten over waar ze mee bezig zijn van de nieuwsbrief van Thalia Verkade, correspondent Mobiliteit).

Deze werkwijze lijkt op de aanpak van David Fahrenthold van The Washington Post tijdens de presidentsverkiezingen van 2016. Zoals ik

Fahrenthold legt uit wat hij doet terwijl hij het aan het doen is. Hij laat de lezers van zijn werk zien hoe zorgvuldig het in elkaar zit. Hij laat zich helpen door lezers met bepaalde kennis. Mensen die hem volgen kunnen zien hoeveel werk hij in zijn verhalen stopt, waardoor ze er waarschijnlijk meer vertrouwen in hebben (en Trumps aanvallen erop wantrouwen - zie je hoe dat werkt?) Hij is ook nog eens menselijk, nederig, benaderbaar, en heel, heel vastbesloten. Hij gaat nooit voorbij aan de feiten, maar noemt iets gerust bullshit als het dat is - op basis van de feiten. De resultaten van zijn werk zijn zo indrukwekkend dat ik de hele tijd van mensen hoor dat ze alleen al om Fahrenthold een abonnement hebben genomen. Hij vormt niet ‘de oplossing’ voor het vertrouwensprobleem, maar hij draagt er zeker aan bij.

Fahrenthold kwam op eigen houtje tot deze manier van werken en kreeg er Van journalisten bij De Correspondent wordt vereist dat ze op deze manier opereren. En het werkt. (en de mensen die zij weer kennen): ‘Beste Shell-medewerkers, laten we praten.’ En dit was het resultaat:

In 1999 kwam mijn vriend Dan Gillmor - die op dat moment werkte als Silicon Valley-columnist voor de San Jose Mercury news, maar ook al vroeg actief was als blogger - tot een belangrijk ‘Mijn lezers weten meer dan ik.’ Na vijftien jaar heeft eindelijk een mediabedrijf Gillmors belangrijke inzicht over internetjournalistiek in zijn businessmodel ingebakken. Het volgende komt uit over de groei van De Correspondent, een citaat van mede-oprichter en uitgever Ernst-Jan Pfauth:

De filosofie van De Correspondent is dat 100 artsen meer weten dan één zorgverslaggever. Dus als die zorgverslaggever een verhaal aan het voorbereiden is, meldt hij aan zijn lezers wat hij van plan is te gaan schrijven en vraagt hij aan mensen met directe ervaring met de kwesties - van artsen tot patiënten - die te delen. ‘Op deze manier krijgen we beter geïnformeerde verhalen omdat we meer bronnen van een grotere groep mensen hebben,’ zegt Pfauth tegen The Drum. ‘We spreken niet alleen maar opiniemakers of woordvoerders, maar mensen op de werkvloer. En natuurlijk heeft dat ook zakelijke voordelen omdat die lezers zo loyaler worden. Als ze meedoen, leidt dat tot een sterkere band tussen de journalist en de lezer.’

Precies! Dat is dus hoe je via oprechte lezersbetrokkenheid vertrouwen maximaliseert - en kwaliteitsjournalistiek produceert.

De puzzelstukjes vormen samen een geheel

Kijk hoe alle puzzelstukjes samenvallen. Als je geen adverteerders hebt, is er niets waarover je moet schrijven omdat het bezoek oplevert of het juiste umfeld creëert voor advertenties. Als je niet gebonden bent aan de 24-uurs-nieuwscyclus - en geen adverteerders hebt - hebben je auteurs meer creatieve vrijheid. Dit helpt op zijn beurt weer om talent aan te trekken. Interactie met lezers en lezers gebruiken als bron van kennis maakt de journalistiek niet alleen beter (omdat het een bredere basis heeft), het bindt de lezers ook aan de auteurs, geeft hun een belang in het uiteindelijke product omdat ze eraan meegewerkt hebben. En daarom zullen ze het werk ook eerder delen met anderen en hun lidmaatschap verlengen.

Ik moet hier even iets uitleggen over hoe het ‘betaalmodel’ van De Correspondent werkt. Als je naar de homepage gaat en bij de inhoud probeert te komen, word je gevraagd betalend lid te worden. Maar dat is de enige vorm van een ‘betaalmuur’ die De Correspondent heeft. Stuit je op internet of via e-mail op een link naar een stuk van De Correspondent, dan kun je er altijd gratis bij. Leden kunnen in hun netwerk onbeperkt links delen, en die links zullen altijd werken. Niemand krijgt ooit een bericht als: Je hebt nu 9 van de 10 gratis artikelen gelezen waar je deze maand recht op hebt… Leden betalen niet voor toegang tot iets waar de rest van de wereld niet bij kan - zo werkt het niet. Maar zo werkt En zo werkt ook. De Correspondent wil dat haar werk gratis wordt verspreid. En ze willen ook dat je lid wordt. Ze weigeren daar enige contradictie in te zien.

Wederom: dit is volgens mij de juiste manier om maximaal vertrouwen te bouwen in een ‘betalende lezers’-model.

The Membership Puzzle Project

Zoals ik heb geprobeerd duidelijk te maken, vind ik dat De Correspondent een goed model heeft. Maar tot dusver heeft het zich alleen bewezen op de Nederlandse markt (17 miljoen mensen). De Amerikaanse markt (325 miljoen mensen) is anders: veel groter en enorm veel competitiever. Het zou naïef zijn om te denken dat De Correspondent simpelweg overgezet kan worden naar de VS en daar tot bloei kan komen. Door leden betaalde journalistiek bestaat in de VS al heel lang, voornamelijk bij de publieke radio, maar En er zijn buiten de journalistiek ledenorganisaties die misschien bruikbare inzichten hebben.

Tegelijkertijd weet De Correspondent dingen waar lokale, non-profit en gespecialiseerde nieuwssites in de VS van kunnen profiteren als ze zich richten op steun van hun lezers. Kennis moet beide kanten op stromen: van Amerikaanse sites naar De Correspondent, en van De Correspondent naar Amerikaanse journalistiek, als de Nederlandse site zijn model naar de VS brengt. Hier begint het werk van Dat is opgezet om de volgende vragen te beantwoorden.

  1. Wat kan de Amerikaanse journalistiek leren van het succes van De Correspondent met het ontwikkelen van een ledenmodel ten dienste van journalistiek in het algemeen belang?
  2. Nu De Correspondent de overstap maakt naar New York en de Amerikaanse markt, wat moet de site weten over de manier waarop lidmaatschap wel of niet heeft gewerkt in de VS?
  3. Als lezers journalistiek in het algemeen belang gaan ondersteunen door er direct geld aan te geven, hoe ziet het sociale contract tussen hen en de journalistiek er dan uit? Wat zijn de bewezen successen waarmee je die relatie sterk en bloeiend kan houden?

Het project gaat proberen die vragen te beantwoorden op deze manieren:

  • Uitzoeken hoe lidmaatschap heeft gewerkt - en waar het heeft gefaald - voor Amerikaanse nieuwsorganisaties die ermee hebben gewerkt. Dat betekent langs de gaan, ervaren deelnemers interviewen, documenten en statistische gegevens verzamelen, om zo een verzameling van best practices en succeservaringen samen te stellen.
  • Met vergelijkbare methoden onderzoeken wat de ervaringen met lidmaatschap zijn die De Correspondent sinds 2013 heeft opgedaan, en daar de lessen uit trekken voor de Amerikaanse journalistiek.
  • Evenementen organiseren waar mensen met kennis en ervaring op dit gebied dit met elkaar kunnen delen en van elkaar kunnen leren.
  • Het delen van de resultaten van dit onderzoek in een serie verslagen en artikelen, zodat het beschikbaar is voor de journalistieke gemeenschap en andere onderzoekers, met een sterke focus op het sociale contract dat tussen journalisten en lezers moet bestaan als die laatste direct betrokken zijn bij het werk van de journalist.

Waarom steun ik De Correspondent?

Omdat ik denk dat ze weten waar ze mee bezig zijn. Omdat ze de juiste prioriteiten hebben. Omdat de Amerikaanse journalistiek zich moet openstellen voor invloeden uit het buitenland. Omdat de productie van journalistiek in het algemeen belang niet werkt zonder het vertrouwen te herstellen in de mensen die die journalistiek produceren.

Omdat Aron Pilhofer een heel slimme vraag stelde: Wat als nieuwsorganisaties elk onderdeel van hun werk in dienst zouden stellen van vertrouwen? Omdat Donald Trump sneller wantrouwen creëert dan journalisten in staat zijn het publieke vertrouwen in hun werk te herstellen. Omdat we weinig tijd hebben, beste mensen. Omdat lezers, kijkers, luisteraars de urgentie inzien en klaar zijn om echte journalistiek te steunen met echt geld - maar alleen als het sociale contract wordt vernieuwd. Omdat je niks hebt aan een academische reputatie als je niet bereid bent die op het spel te zetten voor iets waar je heel erg in gelooft.

Dit artikel verscheen eerder in het Engels op de sites van De vertaling is van Hans Pieter van Stein Callenfels.

Meer lezen?

Groot nieuws: Over een jaar kun je (hopelijk) ook The Correspondent lezen De beste Engelstalige journalistiek op een onafhankelijk, advertentievrij podium met wereldwijd bereik: die droom willen we vanaf vandaag werkelijkheid proberen te maken. In dit artikel praten we je bij over wat dat allemaal betekent. Lees het verhaal van Ernst-Jan en Rob hier terug Maak kennis met de nieuwe adjunct-hoofdredacteur van De Correspondent: Rosan Smits Verheugd zijn we met onze allernieuwste aanwinst op de redactie: vanaf maandag 3 april verwelkomen we Rosan Smits (35) als nieuwe adjunct-hoofdredacteur. Lees het verhaal van Rob hier terug Zo verslaan we Donald Trumps aanval op de democratie Nieuws produceert dagelijkse verontwaardiging, maar zelden duurzaam verzet. Nu Donald Trump een regelrechte aanval op de democratie heeft ingezet, zal de journalistiek fundamenteel anders te werk moeten gaan. Laat journalisten de historici voor zijn en de geschiedenis opschrijven voordat zij zich herhaalt. Lees het verhaal van Rob hier terug