Beste,

Eindelijk, eindelijk, eindelijk, mocht ik te gast zijn in de beste mediapodcast van Nederland - van Correspondentuitgever Ernst-Jan Pfauth en Blendlebaas Alexander Klöpping. Een verjaardagscadeautje, want op de dag van de opname werd ik

Ernst-Jan was uit op vuurwerk en dat kreeg hij: een klein halfuur deden Alexander en ik een potje vrij worstelen over de vraag hoe neutraal de NOS nu eigenlijk is - en moet zijn. Een korte samenvatting van het gesprek:

Alexander: ‘Ik word hier echt een beetje boos van.’ *stroopt mouwen op*

Ik: ‘Wát?? Dit kun je niet menen? Ben je serieus??’ *raapt zichzelf van de vloer op*

Afijn: hier vind je

Geen reclame meer op de publieke omroep: goed idee!

Het betere medianieuws dan: langzaam maar zeker begint het idee van een reclamevrije publieke omroep ook in Hilversum serieus genomen te worden. NTR-baas Paul Römer in De Telegraaf: ‘Als je de commerciële druk eraf haalt, zou NPO1 meer kunnen experimenteren.’

Zelf pleitte ik ook al eens voor in ieder geval één publieke zender zonder reclameblokken. Ik probeerde daarbij weg te blijven van de eindeloze en eeuwig wederkerende discussie over de tegenstelling tussen ‘inhoud’ versus ‘populariteit.’ Waarom, opper ik, geen drie radicaal van elkaar verschillende zenders uitproberen?

Nu zit de publieke omroep namelijk gevangen in een soort niemandsland: hij heeft een ‘publieke functie’ waar vooral niet te veel belang mag worden gehecht aan kijkcijfers, terwijl hij tegelijkertijd wordt afgerekend op het bereiken van zoveel mogelijk mensen. Een onmogelijke spagaat.

Mijn suggestie: maak van één zender Lab 1, waar reclames én kijkcijfers in de ban worden gedaan; creëer daarnaast Relevant 2, waar de inhoud de dienst uitmaakt en alleen maatschappelijke instellingen mogen adverteren en maak, tot slot, van Amusant 3 de commerciële vrijplaats, waar het niet uitmaakt hoe plat het is als het maar scoort. Boer zoekt Vrouw, de voetbalcompetitie, de laatste ingeving van John de Mol - alles mag.

Aanslagen opeisen, is dat niet native advertising?

Tot slot: terrorisme en media, het blijft een ingewikkelde combinatie. Die gedachte drong zich wederom bij mij op toen ik de mediakaravaan weer aan mij voorbij zag trekken na de trieste aanslag in Barcelona. Je kunt het niet goed doen, concludeerde ik eerder al eens in een want de media-aandacht zelf is de brandstof waar groeperingen als IS op draaien.

Maar daarom is reflectie op de manier waarop aanslagen worden verslagen des te belangrijker. Al eerder pleitte correspondent David Van Reybrouck analoog aan de regels die media hebben voor berichtgeving over zelfmoorden.

Ik zou daar een kleine suggestie aan willen toevoegen: beschouw het ‘opeisen’ van aanslagen, zoals IS steevast doet, als een propagandatechniek, niet als zomaar een feit dat moet worden gemeld. Immers: als IS een bedrijf was geweest, had dat opeisen gewoon ‘reclame’ geheten,

Tot de volgende!

Rob

PS: Een prachtig staaltje life hacking: een tubaspeler die neonazi’s in Amerika plots verandert in Levensechte satire op z’n best!

Schrijf je hier in voor mijn wekelijkse nieuwsbrief! In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van mijn laatste media-analyses en kritische noten over de journalistiek, geef ik je kijkjes achter de schermen bij De Correspondent (zoals onze plannen om The Correspondent op te richten) en tip ik het beste lees-, kijk- en luistervoer dat ik die week ben tegengekomen. Hier kun je je aanmelden voor mijn wekelijkse mail