De kleine rookruimte in een van de cafés in het Zuid-Oostenrijkse stadje Villach is vol, iedereen is deze zaterdagavond in weekendstemming.

De 74-jarige Fritz Greiner zit alleen aan het tafeltje naast de ingang, kijkt in zijn koffie verkeerd en zwijgt. Dan begin ik over de komende deelstaatverkiezingen.

‘Op wie ik ga stemmen, vraagt u?’ Greiner schudt zijn hoofd. ‘Op niemand,’ zegt hij, ‘ik ga niet stemmen.’

Hij snuift: ‘Politici, die willen alleen maar geld opstrijken. Als je goed wil verdienen, ga je in de politiek. Je hoeft niks te kunnen, niks te weten en daar krijg je voor betaald.’

Daar blijft het bij.

Praten over politiek in de Oostenrijkse deelstaat Karinthië is moeilijk. Op 4 maart wordt hier een nieuw parlement gekozen, maar de inwoners vermijden het onderwerp liever als ze niet weten met wie ze van doen hebben.

Eerder had ik al weinig succes in een geliefd café in de voetgangerszone van het stadje. ‘We willen hier geen politieke gesprekken,’ zei de ober toen ik hem vroeg of ik aan de stamtafel mocht gaan zitten.

Waarom niet? ‘Bij ons moeten de mensen zich goed voelen, daarom bij ons geen politiek,’ antwoordde hij. En hij verzocht me te gaan.

Om het gezellig te houden, kun je hier beter niet over politiek beginnen. En dat in de bakermat van het rechtspopulisme in Oostenrijk.

Vanuit deze deelstaat groeide Jörg Haiders rechtspopulistische in de jaren negentig uit tot de tweede partij van Oostenrijk met ruim een kwart van de stemmen.

Anno 2018 is de FPÖ stevig ingebed in het Oostenrijkse politieke systeem en werd vorig jaar zelfs bijna de grootste partij.

Ik ben in Karinthië om te begrijpen hoe rechtspopulisme wortel kan schieten. Zoals en

Het dorpscafé van Villach. Foto’s: Borko Vukosav (voor De Correspondent)

Hoe ziet het Oostenrijkse politieke landschap eruit?

Karinthië grenst aan Italië en Slovenië, bestaat voornamelijk uit boerendorpen en is altijd arm geweest.

Jörg Haider leidde hier de deelstaatregering toen in de Oostenrijkse federale regering in het verre Wenen de grote partijen, de sociaaldemocratische en de christendemocratische de macht verdeelden.

Haiders strategie: zich opwerpen als alternatief voor de traditionele partijen. Zijn deelstaat als trotse tegenhanger van Wenen presenteren.

Voor veel mensen in deze plattelandsregio, die zich door Wenen toch altijd al een beetje in de steek gelaten voelden, was dat balsem voor de ziel.

Niemand kon zich in discussies zo goed redden als Haider. Met die brede, typerende grijns zette hij de aanvallen van zijn concurrenten behendig om in tegenaanvallen.

Zo fascineerde de charismatische, sportieve, slagvaardige Haider niet alleen zijn kiezers, maar ook de media.

De grote boulevardbladen, die in Oostenrijk een groter marktaandeel hadden dan in welk ander Europees land ook, werden zijn spreekbuis. De kwaliteitsmedia demoniseerden hem op de voorpagina’s.

Waar Haider dan weer handig gebruik van maakte, volgens de formule: dat de elite tegen mij is, maakt slechts duidelijk dat ik aan jullie kant sta. De kant van het volk.

Landelijk succes liet niet lang op zich wachten. Met de slogan ‘Stop de buitenlandse overheersing! Oostenrijk eerst!’ kwam Haiders FPÖ bij de parlementsverkiezingen van 1999 met 27 procent van de stemmen op de tweede plaats achter de sociaaldemocraten.

Met de slogan ‘Stop de buitenlandse overheersing! Oostenrijk eerst!’ werd Haiders FPÖ bij de parlementsverkiezingen van 1999 tweede

Voor het eerst in lange tijd was een

Toch duurde Haiders eerste periode in het parlement maar kort. Toen hij zich in datzelfde jaar in een toespraak positief uitliet over het ‘deugdelijke werkgelegenheidsbeleid’ van de nationaalsocialisten, hadden de sociaaldemocraten er genoeg van.

Ook de andere partijen in de deelstaatregering zegden hun vertrouwen in Haider op, waarop hij moest aftreden.

Maar de Karinthische kiezers omarmden hem: in 2004 stemde 42 procent tijdens de deelstaatsverkiezingen op de FPÖ, en Haider, die daarvoor als fractievoorzitter in het parlement in Wenen zat, keerde naar Karinthië terug als gouverneur.

Tot hij in 2008 in een oktobernacht zwaar beschonken met 142 km per uur in een 70 km-zone met zijn auto tegen een betonpijler knalde en overleed.

Villach. Foto’s: Borko Vukosav (voor De Correspondent)

Wat was Haiders politieke erfenis?

Na Haiders regeerperiode lag Karinthië in puin. Er waren grote schulden en de democratie functioneerde niet meer, vertelt politicoloog Reinhard Heinisch van de universiteit van Salzburg.

‘Karinthië is het enige voorbeeld in Europa waar een rechtspopulistische politicus de macht kreeg én de belangrijkste controleorganen uitschakelde.’

Haider hield ervan cadeaus uit te delen: hij overhandigde ‘moedergeld’ aan oudere vrouwen, ‘babygeld’ aan jonge moeders, ‘startgeld’ aan jongeren, en liet zich daarbij fotograferen.

Maar het waren niet zozeer de aan burgers geschonken geldbedragen, als wel meerdere miljarden kostende bouwprojecten die de deelstaat diep in de rode cijfers deden belanden. Ondertussen stond ook de deelstaat borg voor het krediet.

De benodigde meerderheden voor deze zeer riskante financiële deals kreeg Haider van de ÖVP en de SPÖ. Ondertussen verhinderde de deelstaat controle door de Oostenrijkse rekenkamer.

Haider was namelijk niet alleen verkwistend, maar ook in hoge mate corrupt. Dat werd duidelijk toen er na zijn dood meerdere gerechtelijke procedures ingesteld werden om de omstreden verkoop van een deel van de Hypo Alpe Adria te onderzoeken.

Aangeklaagde politici bekenden geld te hebben verduisterd. Een van hen zei later dat het hem toen al duidelijk was geweest dat zijn handelen ‘niet in het algemeen belang, maar uitsluitend in Haiders belang was.’

Je zou denken dat de corruptiezaken en het bijna bankroet van de deelstaat de mythe Jörg Haider definitief ontkracht zou hebben.

Villach. Foto: Borko Vukosav (voor De Correspondent)

Hoe kan de FPÖ hier toch weer populair zijn?

Maar niets is minder waar. In oktober 2017, vier jaar na het corruptieschandaal, kiest Oostenrijk een nieuw parlement.

De FPÖ krijgt er 5,5 procent bij en komt heel nipt achter de regerende sociaaldemocraten op de derde plaats. In Karinthië wint de FPÖ nog meer dan elders en wordt de grootste.

De deelstaat die nog steeds knokt om te herstellen van de rampzalige periode Haider, spreekt weer het vertrouwen uit in zijn geestelijke erfgenamen.

Hoe is het mogelijk dat hier, in een regio die nog steeds lijdt onder de gevolgen van rechtspopulistisch beleid, de FPÖ weer verkiezingen wint?

‘De mensen vergeten zo snel,’ zegt Hermann Moser. Moser is een rustige, ietwat verlegen ogende man en is al 22 jaar burgemeester van de mijnbouw- en industriegemeente Weißenstein bei Villach in Zuid-Karinthië.

De 3.000 inwoners tellende gemeente wordt sinds jaar en dag geregeerd door de sociaaldemocraten, ook landelijk stemden de inwoners altijd in meerderheid rood.

Tot oktober vorig jaar, toen de FPÖ de sociaaldemocraten van de troon stootte. De burgemeester zegt het zelf niet te begrijpen. Het gaat de mensen hier toch goed, zegt hij, het ontbreekt ze aan niets. Hij doet niet meer mee aan de volgende verkiezingen.

‘Het gaat de mensen hier toch goed, het ontbreekt ze aan niets’

Weißenstein is inderdaad een buitengewoon levendige gemeente, die bestaat uit twaalf kleine woonkernen langs de rivier Drau.

Er is industrie die voor werkgelegenheid zorgt, er zijn twee zangverenigingen, twee theatergroepen, vijf brandweerafdelingen, twee muziekkapellen, een orkest en talrijke sportverenigingen.

Vrouwen uit de gemeente verkopen op de plaatselijke kerstmarkt zelfgebreide mutsen en pantoffels, schenken koffie, wijn en bier, er zijn liefdevol versierde zelfgebakken taarten en warme gerechten.

Een 34-jarige man in feestelijk klederdracht-gilet nipt aan zijn glas rode wijn. Ja, hij heeft ook op de FPÖ gestemd, zegt hij. Waarom heeft de FPÖ hem overtuigd? ‘Nou ja, het totaalpakket sprak simpelweg het meest aan.’ Wat bijvoorbeeld? ‘Het immigratiebeleid.’ En verder? ‘Verder niks.’

In Weißenstein zijn zo goed als geen migranten. Maar toen in 2015 een ondernemer besloot een leegstaand hotel om te bouwen tot onderkomen voor 45 vluchtelingen, was de stad te klein. Wekenlang werd over niets anders gesproken.

Burgemeester Moser probeert de Weißensteiners gerust te stellen. ‘Ik vraag steeds: is er iets gebeurd rond de opvang? Maar er is niets aan de hand.’

Weißenstein. Foto’s: Borko Vukosav (voor De Correspondent)

Hoe doet de FPÖ dat toch?

Het gaat niet om feiten, verklaart politicoloog Heinisch, maar om een gevoel voor de eigen identiteit. ‘De FPÖ geeft gewoon het beste antwoord op deze identiteitskwestie.’

Zoals alle populistische partijen verdeelt die partij de maatschappij in een frauderende elite en het bedrogen volk, en werpt zich op als verdediger van dat volk tegen vermeende bedreigingen, zoals daar zouden zijn: migranten, moslims, linksdenkenden, feministen.

De andere partijen hebben daar weinig tegenin te brengen. In een poging de opmars van de FPÖ een halt toe te roepen, bedienden ze zich in toenemende mate van rechtspopulistische retoriek, verscherpten de immigratiewetten en beloofden zelfs een ‘totale immigratiestop.’

Maar de FPÖ heeft een troef in handen die de traditionele partijen onmogelijk kunnen afvangen: het tekeergaan tegen de machthebbers die het volk verraden hebben. Ze waren tenslotte zelf jarenlang aan de macht geweest.

Hoe een slachtoffermythe de rechtspopulisten helpt

Het gevoel dat er een kwaadwillende elite bestaat die de massa haar rechten onthoudt, heeft zijn wortels in een diepgaand Oostenrijks minderwaardigheidscomplex: de ooit machtige monarchie staat nu in de schaduw van buur Duitsland.

Tot 2013 was het eerste wat mensen bij een bezoek aan het Oostenrijkpaviljoen in Auschwitz te zien kregen een groot bord met de tekst: ‘Oostenrijk – het eerste slachtoffer van het nationaalsocialisme.’ Het eigen naziverleden wordt nauwelijks onderkend.

Het beeld dat een elite het land in de uitverkoop heeft gedaan, is veel kiezers niet onwelgevallig.

Haider onderhield die slachtoffermythe, en veel Duitstalige Karinthiërs waren hem daarvoor dankbaar.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Sloveense minderheid in Karinthië door Oostenrijkse nazi’s vervolgd, verdreven en vermoord. Het trauma van de vervolging is nog steeds belastend voor veel van de oudere Sloveenstalige inwoners.

Desondanks domineert in Karinthië het verhaal dat het de Slovenen geweest zijn die slachtpartijen aangericht hebben onder de Duitstalige inwoners, niet omgekeerd.

Nog in 2002 liet Jörg Haider een film maken die gewijd was aan de oorlogsgruwelen die de Joegoslavische troepen van Tito de Duitstalige Karinthiërs hadden aangedaan.

De film zou op Karinthische scholen een waarheidsgetrouw beeld van de geschiedenis van Karinthië moeten weergeven.

Om de collectieve identiteit van de Duitstalige Karinthiërs verder te versterken, werden de rechten van de Sloveenstalige Karinthiërs systematisch genegeerd of ter discussie gesteld.

‘Karinthië zal één taal hebben,’ verkondigde Haider. En liet zich door camerateams begeleiden toen hij eigenhandig plaatsnaamborden manipuleerde.

Haider stookte daarmee ook conflicten op. Deels liepen de conflictlijnen dwars door Karinthische families, ook door individuele levens, en terwijl ze tot doel hadden dat de Duitstalige Karinthiërs hun Duitse identiteit zouden versterken, schiepen ze ook een constant gevoel van onveiligheid.

De angst voor de kloof, die dwars door de Oostenrijkse en in het bijzonder de Karintische maatschappij loopt, zit diep.

Het is die angst die verklaart dat er een diepe behoefte is te ontkennen dat er vele culturen samenleven.

Om de collectieve identiteit van de Duitstalige Karinthiërs verder te versterken, werden rechten systematisch genegeerd

En dus kenmerkten de nationale verkiezingscampagnes van ÖVP en FPÖ zich door de belofte een immigratiestop door te voeren.

Alsof Oostenrijk geen deel van de Europese Unie is, en alsof het land niet sterk op migranten aangewezen is om de bedrijven die klagen over een gebrek aan vaklieden het nodige personeel te verschaffen.

Alles draaide om het heimwee naar een gisteren dat nooit bestaan heeft. ÖVP en FPÖ wonnen de verkiezingen. Sinds eind december 2017 regeren ze het land.

Ze zullen, zo beloofde de nieuwe christendemocratische kanselier Sebastian Kurz enkele dagen voor de regeringsbeëdiging, Oostenrijk ‘weer terug naar de top brengen.’

Dit verhaal is vertaald uit het Duits door Hinta Gravenstein. Met dank aan Léonie de Jonge voor het meelezen van een eerdere versie.

Eerder in dit dossier over populisme:

Zes hardnekkige misverstanden over populisme Het populisme is uitgeroepen tot woord van 2017. Toch lijkt het of iedereen er iets anders onder verstaat. De meest voorkomende misvattingen op een rij. Lees hier de explainer van Cas Mudde hier terug Waarom Portugal geen Geert Wilders heeft. Terwijl daar alle redenen voor zijn Mensen zijn laagopgeleid, werkloos - ze verlaten het land zelfs. Je zou verwachten: daar slaat een opportunistisch politicus munt uit. Het tegenovergestelde gebeurt in Portugal. Lees hier de reportage van Cátia Bruno terug