Als klein meisje had ik grootse toekomstplannen. Later zou ik ontdekkingsreiziger worden, bioloog of piraat. Vanaf een jaar of vier voegde ik daar een disclaimer aan toe: ‘Als ik niet trouw.’
Mijn ouders veinsden onbegrip: ‘Wat heeft dat nou met elkaar te maken?’
Mijn getrouwde moeder maakte immers carrière. Net als mijn vader, trouwens, die bovendien zijn vier dochters naar school stuurde in door hem gebreide kabeltruitjes. Het maakte niets uit met welk geslacht je werd geboren, zeiden mijn ouders stellig.
En dus groeide ik op met het ideaalbeeld van gelijkwaardigheid dat mijn ouders me gaven.
Van dat beeld werden steeds meer hoekjes af geslagen. Op het moment bijvoorbeeld dat een willekeurige voorbijganger me vol in mijn kruis greep. Toen ik vaststelde dat bepoteld worden bij het uitgaan meer norm dan uitzondering was. Of toen ik merkte dat alleen mijn handjevol mannelijke medestudenten het ooit tot studentassistent schopte, laat staan dat er één vrouwelijke professor was.
Langzaam werd ik me ervan bewust dat de volstrekte gelijkwaardigheid waar mijn ouders van uitgingen, buiten onze woonkamer meer wens dan waarheid was.
En dat is precies de reden dat ik nu over feminisme ga schrijven. Dit stuk is de aftrap van mijn nieuwe correspondentschap.
Feminisme is toch niet meer nodig?
Er is een gapende kloof tussen het ideaal van gelijkwaardigheid en de praktijk: dat besef lijkt bij mijn generatie - de twintigers en dertigers van nu - op grote schaal te zijn gedaagd. Het feminisme, decennia doodverklaard, heeft nog veel werk te doen.
Aanvankelijk zorgden de successen van eerdere feministische golven vooral voor optimisme: Nederlandse vrouwen hadden eindelijk formele gelijkwaardigheid waarvoor jaren was gevochten. In 2003 zei onze toenmalig minister van Sociale Zaken Aart Jan De Geus zelfs dat de emancipatie van vrouwen was ‘voltooid.’
Het feminisme, decennia doodverklaard, heeft nog veel werk te doen
Mijn generatie heeft het wellicht beter dan vorige generaties, maar de verwachtingen wat betreft gelijkwaardigheid zijn ook veel hoger. Velen zijn net als ik grootgebracht met het idee dat gelijkheid al een feit was, en dat kwalijke zaken als seksisme en racisme iets uit de geschiedenisboekjes waren, uitgeroeid tegelijkertijd met tyfus en de pokken.
Valt dat even tegen.
Seksisme is nog geen verleden tijd
Vrouwen worden in Nederland niet meer wettelijk gediscrimineerd. Maar als je de letter van de wet aanpast, verander je niet direct de cultuur waaruit die wet is voortgekomen. En in die cultuur zijn mannen en alles wat we met traditionele macho-mannelijkheid associëren nog altijd overheersend, met alle gevolgen van dien.
Zo kan het na #metoo weinigen ontgaan zijn dat seksueel geweld een groot probleem is: 45 procent van de Nederlandse vrouwen maakte al eens fysiek en/of seksueel geweld mee, 73 procent is ooit seksueel geïntimideerd.
Onderzoeksbureau Rutgers publiceerde vorige week de resultaten van onderzoek onder 17.000 Nederlanders. Daaruit bleek dat 22 procent van de vrouwen te maken heeft gehad met seksueel geweld; reken je zoenen en seksueel aanraken tegen de wil mee, dan kom je zelfs op 53 procent. 11 procent van de vrouwen is verkracht, tegenover 1 procent van de mannen.
Dan is er de economische ongelijkheid. Zo zijn sectoren zoals de horeca en de zorg, waarin vrouwen oververtegenwoordigd zijn, slechtbetaald en vallen ook de onbetaalde zorgtaken voornamelijk aan vrouwen toe.
Zij besteden namelijk meer tijd aan huishoudelijk werk dan mannen, terwijl mannen meer betaald werk doen. De loonkloof is dan ook nog altijd zo’n 20 procent, en 46 procent van de Nederlandse vrouwen heeft te weinig geld om zichzelf te onderhouden.
Met het doorbreken van het glazen plafond wil het ook nog niet erg lukken: het aantal vrouwelijke bestuurders in de top van het Nederlandse bedrijfsleven loopt al twee jaar terug, naar een schamele 6 procent. En hoewel er meer vrouwen dan mannen afstuderen, stromen ze moeilijk door naar de academische top: 18 procent van de hoogleraren is vrouw.
En dan is er nog een groot gebied dat zich niet laat becijferen en slecht laat benoemen. Waarom lijken meisjes en vrouwen bijvoorbeeld minder zelfvertrouwen te hebben, en zijn het zo vaak jongens en mannen die het gesprek domineren in de klas of de vergaderzaal? Waarom is seksuele vrijheid stoer voor jongens en ‘sletterig’ voor meisjes? Waarom is ‘mooi’ nog steeds het eerste en belangrijkste compliment dat we een vrouw geven?
Ook voor mannen is er ruimte voor verbetering
Feminisme gaat over vrouwen, zou je denken. Maar in feite gaat het over gelijkwaardigheid ongeacht gender. Feminisme is de overtuiging dat je geslacht je keuzes en kansen niet zou moeten beperken. En dat geldt net zo goed voor vrouwen als voor mannen of anderen.
Ook rond mannelijkheid gelden er regels die beperkend kunnen zijn. Daarbij kun je denken aan het schamele vaderschapsverlof, maar ook aan onuitgesproken regels over hoe ‘een echte man’ zich moet gedragen. Permanent succes en dominantie uitstralen, ga er maar aan staan.
Mannen gaan niet alleen eerder dood, ze zijn ook fysiek én geestelijk ongezonder dan vrouwen
Mannen en mannelijkheid worden ook kritischer bekeken. Vastgesteld kan worden dat de man in zijn huidige versie geen toonbeeld is van fysieke of mentale gezondheid. Zo schrijft genderwetenschapper Linda Duits: ‘Mannen gaan niet alleen eerder dood, ze zijn ook fysiek én geestelijk ongezonder dan vrouwen. Ze gebruiken twee keer zoveel alcohol en drugs.’
Mannen zijn trouwens niet alleen aan de top goed vertegenwoordigd. Ze worden vier keer vaker verdacht van een misdrijf dan vrouwen, maken 94 procent van de gedetineerden uit en plegen twee keer zo vaak suïcide.
Ook voor mannen is er dus ruimte voor verbetering.
Goed nieuws: feminisme leeft
Het aantal inschrijvingen voor genderstudies neemt sinds jaren weer toe. Er zijn groeiende Facebookgroepen zoals ‘The Feminist Club Amsterdam,’ ‘Groningen Feminist Network’, ‘Feministisch Verzet’ of - iets voorzichtiger - ‘Ambitieuze meisjes.’ Precies vijftig jaar na de oprichting van Dolle Mina en Man Vrouw Maatschappij broeit er weer vanalles.
Campagnes zoals Stem op een Vrouw of ‘wildplasgate’ haalden in heel Nederland de voorpagina’s. Er verschijnen voortdurend boeken met titels als het F-boek. Feminisme van nu in woord en beeld; Feminisme. Terug van nooit weggeweest (door tweede-golf-icoon Anja Meulenbelt) of Dolle mythes. Een frisse factcheck van feminisme toen en nu (door genderwetenschapper Linda Duits).
Online laten jonge vrouwen als Hadjar Benmiloud - met haar vrolijk oneerbiedige opiniesite Vileine - en ‘de Stellingdames’ (fervente twitteraars Justine van de Beek en Anne Ardon) van zich horen. OneWorld lanceerde onlangs Harlot, een ‘platform voor seksuele vrijheid’ en bij online medium Vice is er Broadly ‘voor vrouwen die hun plek kennen’.
Een nieuwe golf dus - in de telling van westerse feministen al de vierde. Hoewel er zoveel feminismes als feministen (m/v/*) zijn, zal ik toch proberen om een aantal kenmerken van deze golf te beschrijven.
Wat kenmerkt de vierde feministische golf?
1. Celebrities en commercie
Het is een golf die haar zichtbaarheid voor een deel dankt aan beroemdheden als actrice Emma Watson en zangeres Beyoncé. Die laatste sprak zich in een essay in niet mis te verstane bewoordingen uit: ‘We moeten ophouden met maar geloven dat de emanicipatie voltooid is. We zijn er nog lang niet.’
Dior bracht T-shirts op de markt met de tekst ‘We should all be feminists’, à 700 euro
En nadat Beyoncé optrad met als decor de meer dan manshoge letters van het woord FEMINIST, was dat versleten woord in een klap weer hip.
Zo hip dat modemerk Dior T-shirts op de markt bracht met de tekst ‘We should all be feminists’, à 700 dollar. De goedkope kopietjes kun je nu in elke koopgoot oppikken, als je tenminste niet wakker ligt van de vraag onder welke omstandigheden die T-shirts gemaakt zijn, doorgaans door vrouwen in arme landen.
Naast de celebrity en de commercie is er de hashtag. Hoewel het makkelijk is om te smalen over het ‘click-activisme’ van deze nieuwe golf, hebben campagnes als #zeghet, #metoo en #nomorepagethree ontegenzeggelijk concrete gevolgen.
2. Een veelkleurig feminisme
Vergeleken met eerdere feministische golven is de huidige opvallend veelkleuriger. Een goed voorbeeld is de podcast Dipsaus, ‘door en voor vrouwen van kleur,’ waarin feminisme verweven is met de discussie over andere vormen van ongelijkheid, met name racisme.
De makers signaleren, en zijn deel van, een opleving van zogenoemd intersectioneel feminisme: feminisme dat ook oog heeft voor discriminatie op basis van bijvoorbeeld ras, geaardheid, klasse of beperking.
‘Steeds meer jonge vrouwen van kleur laten hun stem horen,’ zeggen de vrouwen van Dipsaus. ‘Vaak op hun eigen platforms, zoals The Glow Up van Charlene Hiwat-Kortstam en Rowan Blijd of I Am Shero van Hélène Christelle Munganyende.’
Dat moet haast wel op eigen platforms, want op sleutelposities in de media - zoals hoofdredacties - ontbreken deze stemmen nog enorm.
Een erkenning van het belang dat antiracisme binnen het nieuwe feminisme heeft, was het recente uitreiken van de Joke Smit-prijs - een oeuvreprijs voor feminisme - aan emeritus hoogleraar Gloria Wekker vanwege haar langdurige strijd voor de verbetering van de positie van zwarte vrouwen in Nederland.
3. Beginnend politieke kracht
Er klonk tot nu toe wat schampere kritiek op de huidige golf. Die zou weinig georganiseerd zijn en nog nauwelijks politiek. Het gesprek gaat voornamelijk over representatie en te weinig over een herverdeling van rijkdom, werk en macht.
Het gevaar is dat zulk (a-politiek) feminisme blijft steken bij bewustwording. Of bij een soort ‘Lean In-feminisme,’ vernoemd naar de zelfhulpbestseller van Facebook-baas Sheryl Sandberg.
Zulk feminisme gaat er vooral over hoe ik succesvoller kan zijn in de ratrace - waarbij ‘ik’ de hoogopgeleide middenklassevrouw is die aan haar glazen plafond krabbelt. Zulk feminisme heeft geen oog voor de vrouw die intussen de vloer poetst en nooit bij dat plafond in de buurt komt.
Maar dit a-politieke karakter lijkt te veranderen.
Zulk feminisme heeft geen oog voor de vrouw die intussen de vloer poetst en nooit bij dat plafond in de buurt komt
Neem de massale Women’s Marches van januari 2017 in reactie op de verkiezing van Donald "grab-’em-by-the-pussy" Trump. Wereldwijd gingen miljoenen mensen (vrouwen, mannen en alle anderen: trans, intersekse, queer) de straat op.
Angela Davis, éminence grise van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging en het feminisme, gaf een speech die raakt aan de kern van het protest. Ze refereerde aan racisme, xenofobie, islamofobie, vrouwenhaat en kapitalistische excessen die ten koste gaan van een levensvatbare planeet.
‘Women’s rights are human rights all over the planet’: feminisme gaat voor Davis over sociale rechtvaardigheid - en rechtvaardigheid verdient die naam alleen als ze voor iedereen geldt. Bovendien wil Davis’ feminisme grote structuren aanpakken, een politieke wens.
Of dat dan nog wel feminisme is? De mars keerde zich tegen alle vormen van discriminatie, en die inclusieve opvatting is juist de definiërende eigenschap van deze golf.
‘Iets doen,’ hoe pak je dat aan?
Terwijl al deze initiatieven zich ontplooiden, keek ik vanaf de zijlijn toe. Ik kende de cijfers, zag en ervoer sommige van de problemen. En hoewel ik me informeerde en me feminist noemde, ‘deed’ ik niets.
Ik voelde me machteloos: waar te beginnen, en wat zou ík nou helemaal kunnen doen?
Dat gevoel duurde tot ik op een avond een lezing bijwoonde van een bekende feministe, Naomi Wolf. Zij sloot haar lezing af met een oproep: het was tijd dat onze generatie het stokje overnam.
De zaal klapte luid en welgemeend, en begon prompt naar tas en jas te zoeken, klaar om weg te gaan.
Op dat moment dacht ik: we klappen, maar wanneer gaan we dan iets doen? Waarom verzamelde niemand bijvoorbeeld e-mailadressen, als basis voor verdere actie?
Ik besloot het zelf maar te doen. Ik ging ‘iets doen,’ al had ik geen idee wát.
Maar ‘iets doen,’ hoe pak je dat aan? Ik zou er heel graag een handboek Praktisch Feminisme voor hebben, maar bij gebrek daaraan schrijf ik dat handboek zelf, beetje bij beetje, naarmate ik door schade en schaterlachen, wijzer word.
Het verhaal van wat ik deed met de lijst e-mail-adressen van die avond, biedt het ruwe materiaal voor dit correspondentschap.
Een feministisch dagboek
Als correspondent Nieuw Feminisme zal ik schrijven over de huidige opleving van het feminisme. Ik wil begrijpen wat deze golf beweegt: de kwesties die er spelen, uitpluizen, geleid door jullie vragen en nieuwsgierigheden. En daarbij wil ik natuurlijk graag praten met en leren van anderen: mensen van elke mogelijke achtergrond, kleur en gender.
Ik vertolk maar één van de vele perspectieven
Maar er staat geen muur tussen wat ik schrijf en hoe ik leef. Soms zal mijn insteek dus ook heel praktisch zijn: feminisme, hoe doe je dat? En als ik de titel ‘feminist’ naar me toe trek, welke consequenties verbind ik daar dan aan in de keuken, de studeerkamer, de slaapkamer, de kroeg?
Het resultaat zal een feministisch dagboek zijn waarin ik mijn eigen vallen en opstaan als nieuwe feminist opteken, en waarbij mijn eigen ervaring als miniatuur dient om een groter thema te bespreken.
Dat wil zeggen dat ik niet beoog ‘de stem’ van het nieuwe feminisme te zijn. Ik vertolk maar één van de vele perspectieven en ervaringen die samen de nieuwe feministische golf inkleuren. Juist daarom is mijn verslaglegging persoonlijk: ik vertel over één ervaring, de mijne, in de context van de opleving van het feminisme.
Wil je met me in gesprek?
Nu weet ik heus wel dat feminisme een onderwerp is dat snel vonken geeft. Ik wil dus graag een paar stelregels geven voor de reacties onder dit stuk. Het is mijn ervaring dat een persoonlijk getoonzet stuk reacties ad feminam uitlokt - daar ga ik niet op in. Heb je zin om te schelden, zoek een spiegel op.
Maar wil je inhoudelijk en op een redelijke manier met me in gesprek: graag.
De vierde feministische golf zwelt aan. Waar ze heen gaat, en wie ze optilt, valt nog te bezien, en mede te bepalen. Denken jullie mee?
Correctie 29-01-2018: Een eerdere versie vermeldde dat het CBS de loonkloof tussen mannen en vrouwen wijt aan seksisme. Dit klopt niet. Het CBS noemt het ‘een voorzichtige indicatie van ongelijk loon voor gelijkwaardig werk.’ Dit is aangepast in het artikel.
Lees ook:
Durf jij de confrontatie met je eigen vooroordelen over uiterlijk aan? Mensen met overgewicht worden door anderen, vaak onbewust, veroordeeld of buitengesloten. Kunnen we daar wat aan doen? Ik ging op zoek naar manieren om van mijn vooroordelen af te komen. De beach body treitert ons allemaal (m/v) Je druk maken over je uiterlijk, echt een vrouwending. Of niet? Het verschil tussen mannen en vrouwen hierin wordt kleiner - en dat is geen goed nieuws. Want ook voor mannen wordt het lichaam een bron van onzekerheid.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!