Beste,

Kritisch zijn op goededoelenorganisaties - heeft dat zin?

Op rechts is het koren op de molen van antihulpcommentators en het ‘zie je wel, hulp werkt toch niet’-denken.

Op links is het nieuws dat niemand wil horen, want het strookt niet met een romantisch beeld van mensen die de wereld verbeteren.

Toch denk ik dat het belangrijk is ook Niet kritischer dan bedrijven of overheden, maar net zo goed: kritisch.

Want goede bedoelingen alleen zijn niet genoeg.

Het gaat ook om goede daden. Dat doelen doen wat ze beloven. Dat ze handelen volgens de principes die ze zelf hooghouden. Dat ze openstaan voor verbetering, en dus voor kritiek.

Dit is de reden dat ik in over de Nederlandse organisatie Free Press Unlimited, die zich wereldwijd inzet voor vrije media.

Door interne documenten, mailwisselingen, rapporten en interviews met betrokkenen kwam ik erachter dat Free Press Unlimited (FPU) de journalisten van het Zuid-Soedanese radiostation Radio Tamazuj had gecensureerd.

De reden? Tamazuj had kritisch bericht over een geldschieter van Free Press Unlimited.

Alle tips die volgden

Na publicatie nam de een na de ander contact met me op. Oud-medewerkers van Free Press Unlimited, consultants die met de organisatie werkten, medewerkers van andere projecten.

De gemene deler? Verhalen over intimidatie en het niet kunnen leveren van kritiek op de directie van FPU.

Ik vond het lastig. Waren dit niet gewoon vervelende arbeidsconflicten? En zou je zulke verhalen niet bij elke organisatie kunnen vinden?

Waren dit niet gewoon vervelende arbeidsconflicten? En zou je zulke verhalen niet bij elke organisatie kunnen vinden?

Er zat een patroon in, kon ik wel zeggen na bijna twintig mensen te hebben gesproken. Maar zit niet aan elk verhaal een andere kant?

Datzelfde dilemma had ik toen twee redacteuren van het Zuid-Soedanese Radio Tamazuj contact zochten na publicatie van mijn artikel. Zij zeiden door Free Press Unlimited onder druk te zijn gezet om een verklaring over mijn artikel te tekenen.

Ik vond hun verhaal relevant omdat het paste in het patroon: FPU staat niet open voor kritiek.

Het bleek onmogelijk hun verhaal hard te maken met documenten. Van gesprekken waarin ze onder druk waren gezet, was geen verslag.

Toch verstuurden ze in december, toen ze ontslag namen bij de radio, een persbericht waarin ze FPU beschuldigen van intimidatie en censuur.

De reactie van Free Press

Free Press Unlimited zegt dat deze journalisten liegen. Ze zouden gefrustreerd zijn omdat ze geen leidinggevende posities kregen bij Tamazuj.

Twee dingen vallen op aan deze uitleg. Het eerste: de journalisten uitten hun kritiek al in gesprekken met mij in september, vóórdat de interne sollicitatieprocedures waar FPU op doelt begonnen.

Oók als de vier journalisten liegen over de intimidatie en de censuur, dan nog is dat een patroon waar Free Press serieus aandacht aan zou moeten besteden

Het tweede: deze twee journalisten zijn niet de eersten die op deze manier opstappen bij Radio Tamazuj. In een jaar tijd zijn er vier journalisten-van-het-eerste-uur opgestapt, allen met hetzelfde verhaal.

Niet om iemands gelijk aan te tonen. Maar omdat het hoe dan ook een patroon is om serieus te nemen.

Want óók als alle vier de journalisten liegen over de intimidatie en de censuur, dan nog is dat een patroon waar Free Press serieus aandacht aan zou moeten besteden.

Er kwam onder mijn verhaal kritiek op mijn werkwijze: ik zou maar één kant van het verhaal willen horen.

Dit klopt niet. Alle partijen hebben uitgebreid de kans gehad hun verhaal toe te lichten en ik heb hun meningen verwerkt in dit verhaal.

Ik nam bovendien niet ‘klakkeloos’ de beschuldigingen van de journalisten van Tamazuj over, zoals sommigen mij verweten.

Telkens schreef ik: dit is hun verhaal. Dat ze de noodklok luiden is een feit. Dat ze zeggen dat ze geïntimideerd zijn, ook.

Wat ik hiermee probeer te bereiken, is een open discussie. Over vragen als:

  • Waarom luiden deze vier journalisten de noodklok?
  • Zijn er genoeg waarborgen om te voorkomen dat de financiële belangen van Free Press Unlimited journalistieke integriteit in de weg zitten?
  • Wie roept hulporganisaties ter verantwoording?

Vragen die ik niet stel om Free Press ‘kapot te maken,’ zoals sommigen denken.

Maar juist om Free Press beter te maken. en het belang van onafhankelijke nieuwsvoorziening in Zuid-Soedan.

Foto: Charles Lomodong voor De Correspondent.
Foto: Charles Lomodong voor De Correspondent.

Drie interessante vervolgvragen

stelde in de discussie onder mijn artikel drie interessante vervolgvragen.

Ik zet ze hier op een rij, met enkele gedachten. Willen jullie meepraten? Doe dat dan vooral hieronder.

  • Verbeek schrijft: ‘[Wat is] het verschil tussen censuur in enge zin - het tegenhouden of verwijderen van concrete stukken - en censuur in brede zin - manieren waarop de onafhankelijkheid van journalisten wordt ingeperkt?

De reden dat ik dit een goede vraag vind, is dat Free Press Unlimited telkens dit argument gebruikt: de artikelen van Tamazuj die ter discussie stonden (over de geldschieter van FPU) zijn niet verwijderd van de website. Ze staan nog steeds online. Ergo: er is

Dit is het vasthouden aan een enge definitie van censuur, die ik niet vind passen bij een vrijepersorganisatie. Wat mij betreft is een bredere definitie relevanter: het bemoeien met redactionele inhoud (bijvoorbeeld het sturen van waarschuwingsbrieven) zorgt ervoor dat de redactie niet meer vrij kan werken. Ook dat is censuur, al is het in brede zin.

Overigens: de redactie werd ook toegang tot hun eigen website ontzegd. Dat lijkt me dan weer passen bij een enge definitie van censuur.

  • Zijn tweede vraag: ‘De spanning tussen onafhankelijkheid en fairheid als journalistieke waarden. FPU rechtvaardigt hun ingrepen met een beroep op fairheid, terwijl de journalisten (zowel bij De Correspondent als bij Tamazuj) wijzen op redactionele onafhankelijkheid. Die waarden kunnen botsen. Wat staat er op het spel in die botsing?

Free Press Unlimited zegt inderdaad dat de artikelen van Tamazuj niet fair waren richting hun donor. De journalisten van Tamazuj vonden juist dat het niet fair was richting de Zuid-Soedanese bevolking om deze verhalen achter te houden.

Wat er volgens mij op het spel staat in deze botsing is de kern van journalistieke integriteit. Bij een klassieke media-organisatie staat niet voor niets directie en hoofdredactie apart van elkaar: de hoofdredactie bewaakt de journalistieke waarden, de directie zorgt dat het bedrijft goed loopt en zichzelf kan bedruipen. Wanneer die twee gaan mengen, riskeer je als journalist afhankelijk te worden.

  • Dit haakt aan op het derde punt van Verbeek: ‘De spanning tussen onafhankelijkheid en financiering. Als je voor je voortbestaan afhankelijk bent van één of enkele geldschieters (nb dit kan zowel gelden voor een redactie als voor een NGO), wat doet dat dan met je manier van werken? Wat zijn consequenties van structurele afhankelijkheid en onzekerheid mbt geld? Welke checks en balances kunnen hier bescherming bieden?’

Juist vanwege deze spanning is het cruciaal dat er een soort ‘scheiding van machten’ in deze organisaties is. Dat ging lange tijd ook goed: hoewel Radio Tamazuj een project is van Free Press Unlimited, is in het redactiestatuut vastgelegd dat zij redactionele activiteiten vrij en onafhankelijk uitvoeren. FPU is verantwoordelijk voor de financiering en levert de radiodirecteur, de hoofdredactie van Tamazuj zorgt voor de inhoud. Het moment dat deze twee ‘machten’ gaan mengen, is wanneer het project in gevaar komt.

Tot slot...

...wil je de stukken delen met niet-Nederlands-sprekende vrienden of collega’s? Dat kan! Ze zijn ook in het Engels verschenen.

gaat over de censuur, over waarom ik kritisch wil zijn op hulporganisaties en over het opstappen van de vier journalisten.

Wil je deze updates liever in je inbox? Dat kan! Schrijf je in en ik houd je tweewekelijks op de hoogte van alles wat ik schrijf, lees, zie en hoor over migratie en ontwikkeling. Meld je hier aan