Rwanda wordt wel ‘het Singapore van Afrika’ genoemd: in de kwart eeuw sinds de genocide (1994) heeft het land zich niet alleen hersteld, maar ook voortvarend ontwikkeld.

De bereikte stabiliteit en welvaart hebben ook schaduwkanten. In Rwanda zelf, én pal over de grens, in de Democratische Republiek Congo.

Voor aflevering 4 van de documentaireserie De Brug (KRO-NCRV) reisden wij naar de zuidoever van het Kivumeer, waar de gammele Rusizi I-brug de grens vormt tussen beide landen.

Wat is de prijs van de Rwandese vrede en voorspoed?

De aflevering kun je hier terugkijken (maar dat is niet noodzakelijk om verder te lezen).

NPO

Maite bezocht de Democratische Republiek Congo, Frank het aangrenzende Rwanda. Bekijk hier aflevering 4 van de documentaireserie De Brug op NPO Gemist.

Want in Brieven over de Brug gaan wij verder waar De Brug stopt - al schrijvend. Vandaag de laatste aflevering: Rwanda en Congo.

Ha Maite,

Niet eerder bezocht ik een Afrikaans land als Rwanda. Wat is het er aangeharkt, netjes en schóón. Plastic tasjes zijn er verboden en nergens zie je zwerfvuil. Ik heb er zo veel ‘on-Afrikaanse’ taferelen gezien.

Brommertaxi’s die keurig op een rij staan te wachten op hun standplaats, elke chauffeur met een extra helm aan de arm voor de passagier (maximaal één!), Rwanda’s spreekwoordelijke mille collines, die duizend heuvels met hun theeplantages, die zijn zowat gekamd.

Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)
Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)

Achter die façade houdt het buitengewone niet op. Ik was te gast bij een socialetherapiesessie in een bergdorp. Onder een oud stuk zeildoek zaten twee dozijn dorpelingen te praten over de verschrikkingen van de genocide: die honderd dagen van razernij die uitbraken daags nadat het vliegtuig met de toenmalige president uit de lucht werd geschoten, op 6 april 1994.

Rond de 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s zijn in drie maanden tijd afgeslacht, met machetes vooral - door opgezweepte, furieuze Hutubendes.

Onder het zeildoek draaide alles om spijtbetuiging en vergeving. In de kring zaten ex-gevangenen, Hutu’s die naar eigen zeggen ‘slechts’ hadden geplunderd. Er zaten ook slachtoffers met gruwelverhalen over familieleden die voor hun ogen waren vermoord.

Wie er ook sprak, hij of zij predikte verzoening. ‘Ik ben veranderd.’ ‘Tegenwoordig ben ik niet meer bang.’ ‘Ik heb de moordenaars van mijn familie vergeven.’ En dan samen dansen, zingen, klappen en elkaar omhelzen.

Voor een buitenstaander is het allemaal moeilijk voor te stellen. Is dit welgemeend en doorleefd, of een toneelstukje? Dit laatste is me een te makkelijk oordeel. Ik zou het sowieso aanmatigend vinden om Rwanda na een bezoekje van een week ‘de maat te nemen.’ Dit laat onverlet dat ik heb geprobeerd met een kritisch oog te kijken.

Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)
Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)

Want natuurlijk is het óók een vertoning: de manier waarop president Paul Kagame, die sinds zijn Tutsirebellen de Hutubendes verdreven de teugels strak in handen houdt, zijn land als een succesverhaal naar voren schuift.

Met bizarre simplificaties tot gevolg. De genocide heet voluit: ‘the 1994 genocide against the Tutsi’s’ -, wie het preciezer formuleert riskeert een boete of erger.

Voor nuance is er onder Kagame geen plaats. Hutu is dader, Tutsi is slachtoffer. Gevolg is dat de gematigde Hutu’s die ook het slachtoffer zijn geworden geen erkenning krijgen.

En zo zijn er meer taboes: de rol van de huidige regering staat boven elke kritiek. Er is in Rwanda geen vrijheid van meningsuiting en dus ook geen democratie.

En toch: ik heb diep ontzag voor wat ik heb gezien en gehoord. Ga er maar eens aan staan: een land opbouwen waar één op de vijf inwoners is afgeslacht. Waar te beginnen? Hoe voorkom je in godsnaam dat je in een cirkel van wraak en vergelding belandt?

Vooralsnog lijkt Rwanda die dans ontsprongen. Op de lijstjes met ontwikkelingsdoelen van de grote internationale gooit het land hoge ogen: het is er veilig, er is weinig corruptie, kinderen gaan goed gevoed naar school, de gezondheidszorg is hoogstaand (in Cyangugu, waar wij verbleven, staat een nierdialysekliniek), de hiv-besmettingsgraad is fors omlaag gebracht.

Petje af, zou ik zeggen.

Blijft over de vraag: is dit staaltje ‘wonderbaarlijke herrijzenis’ een teken van werkelijke heling, of is het van hogerhand voorgeschreven recept niet meer dan symptoombestrijding en blijft Rwanda onderhuids een verziekte, explosieve samenleving?

Groeten, Frank

Dag Frank,

Wat je nog helemaal niet hebt genoemd, is de brug. De reden dat we in Rwanda waren. Jij bleef aan de Rwandese kant, ik stak over.

En daar schuurt wat mij betreft het ontzag dat jij hebt voor Rwanda. En zit misschien ook wel de reden verscholen dat het beleid van Kagame op de lange termijn niet gaat werken.

De brug in kwestie is de Rusizi I - over de Rusizi-rivier, aan de monding van het Kivumeer - die Rwanda verbindt met de Democratische Republiek Congo. De lengte van de brug zal niet meer zijn dan dertig meter - je kunt een steen naar de overkant gooien.

Steek je de houten planken over, soms schots en scheef, dan ben je in een andere wereld. Want daar stoppen de verharde wegen. Het beetje asfalt dat er ligt, is bijna meer gat dan weg. De elektriciteit is onbetrouwbaar, water uit de kraan al helemaal.

Steek je de houten planken over, soms schots en scheef, dan ben je in een andere wereld

Deze stad, Bukavu, heeft meer inwoners dan Amsterdam, maar de meeste huizen zijn niet meer dan krotten. Na zonsondergang wordt het afgeraden nog de straat op te gaan.

De stad is een oranje eilandje in een zee van rood reisadvies - rebellengroepen maken de dienst uit in de groene heuvels rondom de stad.

Ook de cijfers liegen er niet om. Kindersterfte in Congo ligt bijvoorbeeld op 94,3 per 1.000 baby’s, in Rwanda op

Nu zul je misschien denken - oké, Congo is een zootje vergeleken met Rwanda. Wat dan nog? Arme en rijke landen naast elkaar, dat komt wel vaker voor. Maar de chaos in Congo is eigenlijk niet los te zien van de situatie in Rwanda. In Congo vind je de keerzijde van de stabiliteit, vrede en opgeruimdheid die jou in Rwanda zoveel bewondering inboezemden.

Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)
Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)

Want na de genocide van 1994 vluchtten zo’n onder wie de genocidaires (daders), massaal richting uit angst voor vergeldingen van Kagame en zijn Tutsistrijdkrachten. Over de Rusizi I-brug gingen op het hoogtepunt meer dan

Met die vluchtelingenstroom, werd de Rwandese burgeroorlog eigenlijk geëxporteerd naar Congo. De genocidaires gebruikten de Congolese vluchtelingenkampen als uitvalsbasis, om Rwanda opnieuw aan te vallen.

En zo kwam het dat het Rwandese regime besloot Congo binnen te vallen. De eerste keer (1996-1997) De tweede keer (1998) ontstond er een regionale oorlog waarin negen landen betrokken raakten - een oorlog die het dodelijkste conflict werd

Het punt dat ik wil maken wordt misschien het beste geïllustreerd door een VN-rapport uit 2010, dat de mensenrechtenschendingen in Congo tussen 1993 en 2003 onderzocht. Daarin beschrijven de VN-onderzoekers in detail hoe de Hutu-vluchtelingenkampen in 1996 werden ontmanteld en hoe honderdduizenden Hutu’s dieper Congo in vluchtten, achternagezeten door het Het rapport schrijft dat ‘the apparent systematic and widespread attacks [...] could be characterized as

Een genocide na de genocide dus. Wie is er dan nog slachtoffer, en wie dader? Welk land is dan nog stabiel en welk land niet?

Nog altijd zijn er 235.000 Ik sprak met een vluchteling die nu al sinds 1994 hier in Congo woont. Hij is doodsbang om terug te keren naar Rwanda, uit angst voor vergelding.

Hij zegt zelf dat hij geen mensen heeft vermoord tijdens de genocide. Als ik hem vraag waarom hij dan toch zo bang is terug te gaan, zegt hij dat een familielid wél mensen heeft vermoord en dat dat hem ook wordt aangerekend.

Ik heb natuurlijk geen manier om zijn verhaal te controleren. Maar ik kan niet anders dan medelijden hebben met deze man. Hij kan zijn geboorteland zien liggen vanuit zijn huisje in een stijle sloppenwijk aan de overkant van het meer. En toch kan hij niet terug.

Groeten, Maite

Ha Maite,

Nou, dat laatste is de vraag. Hij kan wél terug. Dat zegt niet alleen de Rwandese regering, die daartoe een speciaal terugkeerprogramma runt, dat zeggen ook de terugkeerders die ik aan mijn kant van de brug sprak.

Het hangt ervan af hoeveel bloed er aan je handen kleeft.

Voor de fanatiekste aanstichters van de genocide, de grootste massamoordenaars, wachtte het speciale Rwandatribunaal van de VN in Arusha, Tanzania, dat in totaal 62 verdachten veroordeelde en in december 2014 zijn laatste vonnis velde.

President Kagame zag al gauw in dat hij er daarmee niet was. Zijn kleine land telde domweg te veel daders - ‘genocidaires’ (alleen het woord al!), verklikkers, plunderaars, medeplichtigen.

Daarom is gekeken naar het voorbeeld van de onder leiding van bisschop Desmond Tutu in post-apartheid-Zuid-Afrika. De zogeheten ‘gacaca’s’ zijn daar de Rwandese variant van geworden: volkstribunalen, vaak op dorpsniveau, waar daders absolutie kunnen krijgen in ruil voor een schuldbekentenis.

Mijn vraag of ze het gebrek aan vrijheden in Rwanda dan geen punt vond, voelde bijna pervers aan. Over welke vrijheden had ik het?

Naar schatting 1,2 miljoen daders en medeplichtigen zijn tussen 2005 en 2012 door ruwweg 12.000 van deze tijdelijke gacaca’s berecht. Vaak zijn gevangenisstraffen omgezet in maatschappelijke dienstverlening - nog overal zie je brigades werklui in oranje hesjes de bermen wieden.

Tot slot is er voorzien in terugkeer in de samenleving, met als nazorg de niet-gouvernementele socialetherapiesessies - waarvan ik me heb laten vertellen dat er momenteel 1.800 actief zijn.

Ik sprak met de voormalige ‘baas van de brug,’ een inmiddels gepensioneerde Tutsi wiens taak het was om terugkeerders op te vangen, te ondervragen en in te delen in categorieën. De eerste stroom, vertelde hij, bestond uit Tutsi’s die voor Hutubendes waren gevlucht en die het in Congo zwaar te verduren kregen, vooral in de vluchtelingenkampen waar het wemelde van de genocidaires.

Daarna keerden ook Hutu’s terug. Het was aan ‘de baas van de brug’ om een eerste selectie te maken tussen onschuldigen en schuldigen - naar eigen zeggen voerde hij die taak uit op gewetensvolle manier. Maar ik heb geen enkele mogelijkheid om na te gaan hoe zorgvuldig dit in zijn werk ging.

Daarna sprak ik Charlotte, een alleenstaande moeder in de stad Cyangugu, een Tutsi die op haar veertiende in 1985 met de dood op haar hielen de Rusizi I-brug was overgestoken. Eenmaal in een vluchtelingenkamp in Congo moest ze opnieuw voor haar leven vrezen.

Ze vertelde in detail hoe ze als Tutsi was gebruikt als menselijk schild: de gevluchte genocidaires, die inderdaad door troepen van Kagame werden opgejaagd en waar mogelijk afgeslacht, verscholen zich achter jonge vrouwen als Charlotte. Ze wilden haar absoluut niet laten gaan, maar ze was toch ontsnapt en gevlucht, opnieuw de brug over, weg uit die Congolese hel.

Mijn vraag of ze het gebrek aan vrijheden in Rwanda dan geen punt vond, voelde bijna pervers aan. Over welke vrijheden had ik het? Individuele?

Charlotte verkoos Rwanda. Hier in Cyangugu heerste rust en veiligheid, de apotheek had medicijnen, het hospitaal functioneerde. En niet te vergeten: haar kinderen konden naar school.

Groeten, Frank

Ha Frank,

Die ontwikkeling die je schetst aan de Rwandese kant - het onderwijs, de zorg - die komt voor een groot deel voort uit een tafereel dat ik in een achterafsteegje in een van de meest drukke wijken van Bukavu aantrof. Een man of tien, met platte schalen, zeven en vergieten, naast wat op eerste gezicht leek op kleine bergjes zand.

Als een van de mannen, me een beetje zand in de hand drukt, en ik het door mijn vingers laat gaan, zie ik het: de schittering. Dit zand bevat piepkleine beetjes tin, tantaal, wolfraam, coltan - allemaal grondstoffen die wij in het Westen maar al te graag kopen om onze mobieltjes te kunnen fabriceren.

Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)
Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)

Het merendeel van de grondstoffen in Oost-Congo wordt met de hand gemijnd. Joseph en zijn maten zijn handelaren - ze kopen deze hoopjes zand van mijnwerkers, zeven ze en verkopen ze door.

Aan wie? ‘Vooral aan handelaren in Rwanda,’ zegt Joseph.

Laat het duidelijk zijn: deze vorm van grondstofhandel is illegaal. De stoffen komen uit gebieden die gecontroleerd worden door rebellengroepen. Zij verdienen aan het belasting heffen op de mijnwerkers.

Ook Rwanda profiteert van deze shady business. Het exporteren van deze grondstoffen - die binnenkomen via zowel legale als illegale handelaren als Joseph - is een van de belangrijkste manieren voor Rwanda om

Wat begon als een oorlog om de genocidaires terug te dringen, is nu verworden tot een ordinaire grondstofroof. Rwanda profiteert van de chaos aan de overkant van de brug - de door hen gesteunde rebellengroepen kunnen de handel controleren en de prijzen voor grondstoffen laag houden.

De internationale gemeenschap is allang blij dat er een Afrikaans succesverhaal is

Loochi Muzaliwa, een conflictanalist in Bukavu, vertelde me op zijn kantoor: ‘Congo wordt niet rijk van zijn eigen grondstoffen - Rwanda wordt er rijk van.’

Bernard, de Hutuvluchteling uit mijn vorige brief, zei tegen me: ‘Ik stel mezelf keer op keer de vraag: waarom doet de internationale gemeenschap niets?’ Als iedereen wéét dat Rwanda de chaos in Congo in stand houdt, redeneert hij, waarom zégt niemand daar dan iets over?

Het antwoord is deels: Het is moeilijk Kagame af te vallen, omdat hij de genocide stopte,

Plus: de internationale gemeenschap is allang blij dat er een Afrikaans succesverhaal is. De schaduwzijde belichten is in niemands voordeel. Rwanda kun je maar beter te vriend houden.

Dat merkten we toen we probeerden te filmen in een Congolees kamp waar Huturebellen zich kunnen overgeven. Wanneer ze spijt betuigen en meedoen met een heropvoedingstraject, zullen ze mogen terugkeren naar Rwanda. Het kamp wordt gerund door de

Na dagen steggelen krijgen we uiteindelijk geen toestemming van het lokale MONUSCO-hoofd om in het kamp te draaien. De persofficier mompelde: ‘Rwanda zou dat niet waarderen als je de Hutustrijders aan het woord laat.’

Groeten, Maite

Ha Maite,

We hebben echt twee verschillende kanten gezien. Jij the dark side of the moon. Het beeld dat zich opdringt: de stabiliteit in Rwanda en de stabiliteit in Congo zijn twee zijden van dezelfde medaille. De een bestaat bij de gratie van de ander.

In Rwanda heb ik geprobeerd om me niet te laten verblinden door de in het oog springende netheid en tekenen van voorspoed. Onder het dunne en broze laagje normaliteit en stabiliteit schuilt, vrees ik, een demon.

Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)
Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)

Ik kan dit het beste illustreren aan de hand van mijn bezoek aan een van de vele herdenkingscentra. Een gloednieuw gebouw op een heuveltop. Geelgesausde muren, een wand van spiegelglas.

En: een weeë lijkengeur. Een indringende zoete walm die je de rest van de dag bijblijft.

Hier in verschillende vertrekken werden stapels uit massagraven omhoog gehaalde lichamen uit 1994 van hun kleding ontdaan. Aan de hand van DNA-onderzoek werd er geprobeerd het gebeente te identificeren. Lukt dat, dan werden ze in een kist bijgezet in de (moderne) catacomben van het herdenkingscentrum.

Deze grafkelder bezochten we met een twintigtal nabestaanden. Iedereen was doodstil, aanvankelijk. Daarna begon het bidden. Eerst nog gemurmel, daarna luider. Er werd geweeklaagd, soms met luide uithalen.

Toen we weer buiten stonden, zonderde een van de bezoeksters zich af. Ze stond een kwartier of langer stokstijf, met afgewend gelaat. Toen we voorzichtig naderbij kwamen om te informeren of het wel goed ging, stortte ze letterlijk in, raakte in trance, begon te huilen en te kronkelen.

We hebben dit (uiteraard) niet gefilmd. Maar waarom ik het toch beschrijf: er broeit waanzin onder de oppervlakte, hier in Rwanda. Het trauma is zo groot, zo collectief ook, dat ik me afvraag of hier wel een medicijn tegen is opgewassen.

Mijn indruk: de regering van Paul Kagame kiest voor een onorthodoxe aanpak. Ze onderwerpt de Rwandezen aan een strenge kuur, mét bijwerkingen, waarvan de zwaarste voor mij de onzichtbaarste zijn, aan jouw kant van de brug in Congo.

Groeten, Frank

Ha die Frank,

In een sloppenwijk aan de Rusizi-rivier, waar je kunt zwaaien naar de Rwandezen aan de overkant, woont Hij is niet één, maar twee keer gevlucht uit Rwanda. De eerste keer direct na de genocide, toen de Tutsitroepen van Kagame Hutu’s als hij over de brug joegen.

De tweede keer een paar jaar later: Rwandese veiligheidsdiensten hadden hem in Congo opgepakt voor het meewerken aan de genocide, ze namen hem mee terug naar Rwanda, hij werd berecht, maar uit angst voor vergelding vluchtte hij opnieuw.

Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)
Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)

Jonathan wil alleen spreken in de beschutting van zijn hut, nauwelijks 2 bij 2 meter groot, en bloedheet. Want ook hier in Congo vreest hij voor de oren van de Rwandese veiligheidsdienst.
Hij zegt me wat er aan jouw kant van de brug niet gezegd mag worden: die verzoening tussen Hutu’s en Tutsi’s in Rwanda is ongeloofwaardig.

Hij moet lachen als ik hem vertel over de socialetherapiesessies die jij hebt bijgewoond. Een bittere lach. ‘Iedereen is bang iets te zeggen dat tegen het officiële verhaal van Kagame ingaat. En dus roept iedereen dat alles vergeven is. Maar ondertussen broeit het.’

Dat mensen ook in Congo niet het achterste van hun tong kunnen laten zien, merken we ook als we in de buurt van de brug een kruier proberen te interviewen. De man tilt dagelijks goederen, van matrassen tot kippen tot pannen tot tomaten, de brug over, en doet dat al sinds de jaren negentig.

Als we in de beschutting van een huisje met hem praten, vertelt hij wat hij in 1994 zag gebeuren op de brug: Tutsitroepen die Hutukinderen uit de vluchtelingenstroom plukten, vermoordden en in de rivier gooiden. Dit gaat lijnrecht in tegen het officiële verhaal in Rwanda.

We wilden graag dat hij dit verhaal op camera vertelt, maar zodra we die aanzetten komen er mensen om ons heen staan. Nieuwsgierig. De kruier kijkt schichtig rond.

Ik begin: ‘Kun je me vertellen wat je destijds op de brug hebt gezien, toen er zoveel vluchtelingen kwamen?’
De kruier: ‘Het verliep allemaal zeer geordend.’
Ik ben even van mijn à propos. ‘Was er geen geweld?’
De kruier: ‘Nee, geen geweld, helemaal geen geweld.’

Het is een bizarre ervaring iemand plotseling zo angstig te zien.

Onze tolk legde later uit: in die groep nieuwsgierigen kon zomaar een Rwandees staan. Of een Congolees die wat wilde bijverdienen door ‘genocide-ontkenners’ aan te geven bij de Rwandese inlichtingendiensten. Iedereen kan een informant zijn.

Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)
Stills uit aflevering 4 van ‘De Brug’ (KRO-NCRV)

We merkten ook dat we zelf moesten opletten wat we zeiden - óók in Congo. Zo mag je van het Rwandese regime niet meer spreken van Hutu’s en Tutsi’s - onder het mom van ‘we zijn allemaal Rwandezen’ zijn deze termen van staatswege afgeschaft. Om achterdochtige blikken te voorkomen ontwikkelden we een soort geheimtaal. We spraken aan de ontbijttafel dan maar over H’s en T’s.

Echte verzoening kan volgens mij alleen plaatsvinden als je eerlijk bent - over wat er gebeurd is, over wat je voelt, over of je spijt hebt, over of je iemand kunt vergeven, en onder welke voorwaarden. Deze door Kagame opgelegde vorm is dat niet.

En dus broeit het door. Niet alleen in Rwanda, zoals jij zag, maar ook aan de Congolese kant van de brug, waar Bernard en Jonathan als paria’s leven. 235.000 mensen - sommigen met een duister verleden - die niemand ziet, die in angst leven en die officieel geen vluchtelingen meer zijn. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR liet begin dit jaar hun status

Groeten, Maite

Ben je na het lezen van deze brieven nieuwsgierig naar de aflevering? Die kun je hier terugkijken.

Wil je op de hoogte blijven van dit project? Dat kan! Schrijf je in voor mijn tweewekelijkse nieuwsbrief, en volg zo alle uitzendingen, artikelen en discussies. Meld je hier aan.

Eerder in Brieven over de Brug:

Kijk & lees: Zo houdt Amerika de schijn van beschaving op Als orkaan Katrina 12,5 jaar geleden iets blootlegde, was het wel hoe gesegregeerd New Orleans is. Wij bezochten de Amerikaanse stad en zagen dat er nog steeds weinig veranderd is. Volgens de rijken is dat een kwestie van geld, volgens de armen een kwestie van ras. Aflevering 3 van Brieven over de Brug. Lees het verhaal van Maite en Frank hier terug Als Catalonië een land wordt, splijt dit dorp in tweeën Als Catalonië onafhankelijk wordt van Spanje, loopt de grens dwars door het dorp San Rafael del Río. Wat doet die spanning met de vijfhonderd inwoners? Voelen zij zich speler of speelbal? Aflevering 2 van Brieven over De Brug. Lees onze briefwisseling hier terug Een documentaire draaien in Congo: stempels, nepinterviews en Fanta’s De making-off aflevering 4 van De Brug, in woord en beeld. Lees het verhaal van Maite hier terug