Stel je voor: staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie, VVD) laat een auto rondjes rijden door de Bijlmer. Op de auto hebben zijn ambtenaren een bord geplakt: ‘Illegaal? Ga naar huis of ga de bak in. Sms HUIS, naar nummer 78070.’ 

Het voorbeeld is niet helemaal denkbeeldig. De regering-Cameron liet eerder dit jaar in Engeland auto’s met deze tekst door wijken rijden. De zogenoemde ‘Go Home-vans’. Na veel kritiek en de dreiging van een rechtszaak moest de minister zijn campagne deze zomer terugtrekken.

Je kunt hier gemakkelijk moreel verontwaardigd over doen. Zo’n auto jaagt mensen die in angst leven ‘alleen nog maar meer angst aan.’ Je kunt ook zeggen, zoals veel anderen doen, dat ze ‘dan maar niet hier hadden moeten komen.’

Dat is ook hoe politici vaak reageren. Ouderwets gepolariseerd, eigenlijk. Rechts rept over ‘gelukszoekers’, die zo snel mogelijk ‘terug naar hun land moeten.’ Links spreekt liever over de mensenrechten van ‘vluchtelingen’, die in detentiecentra of op straat ‘hun lot afwachten’.

 

Een van de Go Home-vans die de regering-Cameron door Engelse wijken liet rijden. Foto: Hollandse Hoogte
Een van de Go Home-vans die de regering-Cameron door Engelse wijken liet rijden. Foto: Hollandse Hoogte
Naar de toekomst

Het politieke debat wordt ook vaak gevoed met schrijnende voorbeelden met een hoge sympathiefactor. Een schattig meisje uit Afghanistan dat klaar is om een Nederlands gymnasium te bezoeken, maar toch terug moet. Een jongen die met zijn Limburgs accent en waterige oogjes de Nederlandse huiskamer (en een minister) inpakt.

Als correspondent Migratie & Asiel wil ik graag vier dingen proberen toe te voegen aan ons begrip van dit thema.

Niet meer opinies, maar de stand van de rechtspraak.

Allereerst, natuurlijk: feiten. Daartoe heb ik de hulp ingeschakeld van deskundigen uit de aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Samen met hen zal ik actuele migratiekwesties in een breder perspectief plaatsen. Dat wil zeggen: niet meer opinies, maar de stand van de rechtspraak. Plus: de verschillende manieren waarop migratierecht valt te interpreteren. Elke twee weken stel ik een “lekenvraag”, die door één van de deskundigen zal worden beantwoord. Ook de vragen die jullie - lezers van De Correspondent - hebben, leg ik graag aan ze voor.

Ten tweede: context. Ik wil daartoe het Nederlandse asielbeleid beschrijven in haar Europese context. Sinds 12 juni 2013 is er een Europees asielsysteem in het leven geroepen. Hoe ziet dit asielsysteem eruit en hoe is het tot stand gekomen? Ik zal naar Schengen, Brussel en het Frontexkantoor in Warschau afreizen om dit verhaal te vertellen. Zo hoop ik het perspectief van de bouwers en bewakers van Fort Europa in kaart te brengen.

Ten derde: de praktijk. Het mantra bij de pogingen tot Europese grensbewaking luidt vaak als volgt: ‘We zijn streng, maar rechtvaardig.’ Ook bekend in deze variant: ‘We zijn een gastvrij continent, maar alleen voor wie het echt nodig heeft, of voor wie echt wat toevoegt.’ Zie Fred Teevens pleidooi om rijke migranten sneller een verblijfsvergunning te geven. Deze visie lijkt een poging om Europese waarden hoog te houden en ondertussen tegemoet te komen aan de vrees voor onbeheersbare migratiestromen. Om de spreekwoordelijke kool en de geit te sparen, kortom. Ik stel bij dit mantra graag de vraag: lukt het, of blijft het een duivels dilemma waar je nooit helemaal uit komt?

En tot slot: alternatieven. Kan het Europese/Nederlandse migratie- en asielbeleid ook anders worden ingericht? Deze vraag is voor mij de belangrijkste reden om me aan te sluiten bij De Correspondent. Want met de ambitie om ‘voorbij de waan van de dag’ te kijken, kom je vanzelf bij de toekomst uit: wat zijn verstandige alternatieven voor dit beleid?

Creatieve bronbescherming

Al deze vragen stel ik zo menselijk mogelijk, zonder vooroordelen en zonder oogkleppen op. Maar niet zonder betrokkenheid bij mijn onderwerp. Ik herken mij zeer in dit citaat uit een opiniestuk van de Britse mediawetenschapper Greg Philo:

‘Natuurlijk mogen we accurate en gebalanceerde berichtgeving van onze journalisten verwachten.Tegelijk mogen ook journalisten menselijkheid in het publieke leven nastreven en opkomen voor het recht van gestigmatiseerde niet-burgers om te worden gehoord.’

Precies om die laatste reden heb ik me afgelopen winter met tal van plaatsgenoten ingezet voor het tijdelijk huisvesten van het ‘Wij zijn hier’-protest in de Vluchtkerk in Amsterdam. Ik weet oprecht niet wat wijsheid is voor deze asielzoekers, maar vond het als journalist van belang dat de groep in vrijheid hun protest kon voortzetten. Creatieve bronbescherming zou je het kunnen noemen, die resulteerde in ruim 300 stukken en tientallen reportages op radio en tv.

Er is zoiets als het recht om de ander een spiegel voor te houden. 

Want ongeacht wat ik zelf precies van hun inhoudelijke agenda vind, is er zoiets als het recht om de ander een spiegel voor te houden. Ook voor mensen die hier ‘maar’ te gast zijn. Zo hielp de Vluchtkerk de onzichtbare wereld van ‘illegale’ migranten zichtbaar te maken.

Ik kijk ernaar uit om dat in deze nieuwe rol te blijven doen. Daarbij ben ik nergens zonder jullie wijsheid en nieuwsgierigheid in de bijdragen onder mijn toekomstige stukken. Met jullie wijsheid kan ik mijn werk beter doen, door jullie nieuwsgierigheid kom ik op nieuwe vragen en invalshoeken.