Beste,

Zo, hier is ’ie weer.

Na meer dan anderhalf jaar doodse stilte, blaas ik vandaag deze nieuwsbrief nieuw leven in.

In augustus sloot ik mijn tijdelijke hoofdredacteurschap van De Correspondent af en sindsdien ben ik weer vol aan het schrijven, onderzoeken, denken, praten en lezen. Ik vind het heerlijk.

In deze nieuwsbrief zal ik weer verslag doen van mijn journalistieke zoektochten en -tochtjes, mijn observaties en ideeën delen (als ik meen dat die deelbaar zijn) en jullie gidsen langs de mooiste en belangrijkste journalistiek die ik lees, hoor en zie.

Maar bovenal is deze brief een manier om met jullie – lezers, leden, volgers – in contact te staan. Jullie reacties, mails, tips en (signal)berichten zijn goud waard. Om nog maar te zwijgen over de vele kopjes koffie die uit deze nieuwsbrief zijn voortgekomen. Blijf dus reageren, wees kritisch, hou me scherp.

Goed, daar gaan we. Eerst vijf onderwerpen die mij interesseren, dan een aantal lees- en luistertips en een paar berichten over De Correspondent. Het is wat veel tekst geworden – noem het een nieuwsbrief extraordinaire, maar dat mag ook wel na zo’n lange afwezigheid.

1. Waarom blijven de grote techbedrijven ons toch verbazen?

Onze relatie met Facebook en Google is als een rituele dans die via perfect voorspelbare pasjes verloopt. Eerst doen Facebook of Google iets schandaligs. Vervolgens is daar verbazing en #ophef over. Waarop Facebook en Google reageren met: sorry, we zullen het niet meer doen. En we weer verder dansen. Een-twee-drie, een-twee-drie, een-twee-drie.

De schandalen lijken steeds grotesker te worden. Gedoe met de grote techbedrijven is nu structureel. Afgelopen week dat het concern slachtoffer was geworden van een megahack. Het is nog niet exact duidelijk wat er gebeurd is, maar het gaat om data van minstens 50 miljoen gebruikers waar de hackers bij konden. Een paar dagen eerder dat Facebook telefoonnummers van gebruikers voor advertenties misbruikte.

De week ervoor werd duidelijk dat Google de locatie van gebruikers die dit expliciet verboden Kort daarvoor bleek aan een gecensureerde zoekmachine voor de Chineze markt, ook al bezwoer het bedrijf eerder dit om morele redenen niet te zullen doen. De lijst is langer, veel langer.

Ik sprak met Siva Vaidhyanathan, een Amerikaans academicus die goede boeken schreef over en Hij legde uit dat bijna alles wat we de laatste jaren leren over deze techbedrijven geen fouten zijn van het systeem. Integendeel.

Natuurlijk zijn megahacks niet de bedoeling, maar ze zijn het logische gevolg van de manier waarop Facebook werkt en geld verdient. Zoals de virale verspreiding van nepnieuws en massasurveillance ook een logisch gevolg is van Facebooks verdienmodel. En zoals het breken van beloftes en het voorliegen van klanten een bijna logisch gevolg is van het belangrijkste doel van deze bedrijven: winsteisende aandeelhouders tevredenstellen.

Als we willen begrijpen hoe deze bedrijven te temmen, moeten we tot in de kern doorgronden hoe ze werken. Anders blijft het bij dansen.

2. De Nederlandse politie, het datamonster

‘Ziet iemand welk datamonster de Nederlandse politie aan het worden is? Een geheime dienst likt er z’n vingers bij af.’ Dit journalist Huib Modderkolk in reactie op het dat volgens een voorgestelde wetswijziging de Nederlandse politie onder meer het ‘ras’ en de etniciteit mag registreren van wie een wapenvergunning aanvraagt.

Nu is dit voorstel heel veel discussie waard – ik zeg: niet doen – maar los daarvan snijdt Huib een belangrijk onderwerp aan. De Nederlandse politie mag heel veel en ook steeds meer. En gezien de taken van de politie, zijn daar ook heus wel redenen voor.

Alleen: de politie heeft geen goed track record van hoe zij met al die data omgaat. Zo twee weken terug de politie nog een dwangsom op wegens structurele privacytekortkomingen bij een belangrijke politiedatabase. toenmalig minister Van der Steur dat de privacyproblemen bij de politie structureel waren en de komende jaren niet allemaal zouden verdwijnen.

In discussies over nieuwe bevoegdheden van de politie is het essentieel om óók te weten wat zij wel en niet aankan. Ik wil me de komende tijd in dit onderwerp verdiepen. Wordt vervolgd.

3. Hield het kabinet bewust een rapport tegen?

Deze woensdag debatteert de Kamer over de vraag of bewust een kritisch rapport over de inlichtingendiensten heeft tegengehouden. vlak voor Prinsjesdag dat een relevant rapport van de een paar dagen ná het referendum over de zogenoemde ‘Sleepwet’ werd geopenbaard, terwijl het al eerder klaarlag. De suggestie is dat het ministerie dit bewust heeft gedaan om de uitkomst van het referendum te beïnvloeden.

Ik ben door alle gegaan en vond geen sluitend bewijs dat Ollongren de openbaring traineerde vanwege het referendum. Maar ze heeft wel de schijn tegen. De eerste versie van het rapport was al maanden klaar en de partnerdiensten hadden het al vanaf eind november in hun bezit.

Hoofdargument van de minister voor het uitstel was dat de diensten van andere landen het rapport niet op tijd hadden kunnen inzien. Wat me opviel in de geopenbaarde documenten was dat dit argument daar nauwelijks wordt genoemd. Dit kan ook komen doordat er zoveel onleesbaar is gemaakt (‘gewit’) in de documenten. Maar dan kun je je weer afvragen waarom dit argument dan onleesbaar zou zijn gemaakt. Ik hoop dat Kamerleden de minister hiernaar zullen vragen en ben benieuwd hoe jullie tegen deze kwestie aankijken.

4. Hoe betrouwbaar zijn de cijfers van Facebook eigenlijk?

Cijfers zijn cruciaal voor Facebook. Facebook kan er adverteerders en gebruikers mee laten zien hoe vaak er naar Facebookposts wordt gekeken en hoe vaak er op advertenties wordt geklikt. Maar wat nu als die cijfers niet betrouwbaar zijn?

In de VS hebben meer dan honderd partijen tegen het bedrijf. Hun klacht: Facebook misleidt organisaties die via het platform willen adverteren.

Facebook vertelt mogelijke adverteerders wat het potentiële bereik is van een advertentie en het bedrijf van Mark Zuckerberg lijkt dit getal steevast stevig op te pompen. Zo belooft Facebook dat het in Chicago 1,9 miljoen mensen in de leeftijdscategorie 18-35 kan bereiken. Dat is knap, want er wonen slechts achthonderdduizend mensen van die leeftijd in die stad.

Volgens de klagers biedt Facebook dit soort fake data over alle steden in de VS aan. In Australië zijn al eerder Daar zei het platform 1,7 miljoen méér Australiërs onder de 39 te kunnen bereiken dan er in werkelijkheid bestaan.

Er wordt met hagel geschoten, terwijl Facebook zegt met scherp te kunnen schieten

In wordt de effectiviteit van de advertenties in twijfel getrokken. Volgens de klagers belooft Facebook dat 89 procent van het gewenste publiek bereikt wordt, terwijl dit percentage in werkelijkheid veel lager ligt. Er wordt, met andere woorden, met hagel geschoten terwijl Facebook zegt met scherp te kunnen schieten.

Ik vind dit machtig interessant. Het is niet overdreven om te stellen dat hele takken van industrie afhankelijk zijn van de cijfers die Facebook aanlevert. Twee jaar geleden gaf Facebook zelf toe fouten te hebben gemaakt met sommige metrics.

Het probleem is natuurlijk dat Facebook de enige partij is die toegang heeft tot deze informatie en dus zelf de regie kan voeren over wat er naar buiten komt. Als iemand een idee heeft hoe je dit kunt onderzoeken: ik hou mij aanbevolen.

5. Privacyschendende partijen die privacycongressen financieren.

Een groep academici tegen de sponsoring door het Amerikaanse bedrijf Palentir van de Dit is een van de voornaamste privacycongressen ter wereld, dat eind deze week begint. Databedrijf Palantir is zo ongeveer het tegenovergestelde van een privacyminnend bedrijf, dus ik snap de weerstand van de wetenschappers.

Ik juicht het ook toe dat zij op deze manier de paradoxale werkelijkheid van conferenties proberen aan te kaarten. Die paradox is: er zijn steeds meer goed georganiseerde privacycongressen met belangrijke sprekers, maar bijna elk congres wordt gesponsord door een techbedrijf met dubieuze privacypraktijken.

Dat leidt soms tot surrealistische zaken, zoals bij het aankomende congres van de Daar wordt Mark Zuckerberg op het podium geïnterviewd door... de ‘Vice President & Privacy Officer’ van Facebook, Erin Egan. En ook Sundar Pichai, de CEO van Google, geeft acte de presence. Hij wordt geïnterviewd door... Kent Walker, ‘Senior Vice President’ van Google. Juist.

Onbegrijpelijk vind ik dat de academici niet van de gelegenheid gebruikmaken om zich uit te spreken tegen een andere sponsor van hetzelfde congres, Google. Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar ik vermoed dat Google in vergelijking met Palantir minstens het tienvoudige uitgeeft aan sponsoring van privacycongressen.

En je kunt rustig zeggen dat Google, vanwege de hoeveelheid gebruikers en data, een tien keer zo grote privacyschender is als Palantir. Waarom wordt dit niet benoemd? Ik weet dat een paar ondertekenaars van de open brief deze nieuwsbrief lezen, dus voordat ik ga speculeren: hopelijk lichten ze dat toe per mail of in de bijdragen.

Wat ik verder las, zag of luisterde

  1. Ik ben fan van danah boyd (ja, zonder hoofdletters!) en het werk van haar instituut Daar wordt echt mooi onderzoek gedaan naar de gedataficeerde (kent iemand een beter woord?) samenleving. In van het huidige media-ecosysteem en de rol van journalisten. Echt een aanrader.
  2. Sinds vier dagen luister ik naar de podcastserie en ik ben verslaafd. Het is ronkend, het is Amerikaans, maar wow, wat is het spannend en goed gemaakt. De maker, Rukmini Callimachi, blijkt niet alleen een geweldig journalist maar ook een bezwerende meesterverteller van dit verhaal over ISIS en hoe je daar als journalist mee om moet gaan.
  3. Twee nieuwsbrieven die ik kan aanraden. verstuurt een vrij volledige dagelijkse mail met nieuws over databedrijven en democratie. En – buiten mijn bubbel – collega Tomas Vanheste schrijft vanuit het politieke epicentrum van Europa, Brussel.

Ten slotte nog vijf dingen over of van De Correspondent:

  1. Als je wilt weten wat ik als hoofdredacteur heb gedaan,
  2. Als je wilt lezen hoe De Correspondent begon, dan raad ik je aan.
  3. We hebben met De Correspondent en hier leggen wij uit hoe
  4. Met collega Dimitri schreef ik een hoofdstuk voor dat boek – over de noodzaak om privacy als een collectief goed te gaan beschouwen –
  5. En hier kun je

Tot zover! Volgende keer hou ik het korter, beloofd.