Het duurde even voor ik met Nigerianen een gesprek kon voeren over migratie. Dat kwam omdat ik een andere taal moest leren.
En dan heb ik het niet over Yoruba, Hausa of Igbo, want het Engels functioneerde prima. Ik heb het over een andere woordenschat – een ander lexicon.
Als ik een Nigeriaan vroeg of hij naar Europa wilde ‘migreren’, kreeg ik een wazige blik als antwoord. En als een Nigeriaan mij vertelde dat hij in Europa wilde ‘opgaan in de menigte’, ontving hij van mij diezelfde blik.
Ik woon nu zo’n drie maanden in Nigeria, het land waar de meeste Afrikaanse migranten op weg naar Europa vandaan komen. Tientallen van die migranten heb ik inmiddels gesproken – Nigerianen die willen vertrekken, die zijn vertrokken, die gedwongen of vrijwillig zijn teruggekeerd.
En langzaam dringt het tot me door: de taal die deze migranten gebruiken om over hun reis te spreken, verschilt radicaal van de taal die wij in Europa gebruiken.
Taal vormt ons denken over migratie
Taal is nooit neutraal – en al helemaal niet als het over een gepolitiseerd onderwerp als migratie gaat.
Over welke woorden we kiezen om over migratie te spreken is de laatste jaren in Europa dan ook veel gediscussieerd. Over het dehumaniseren van migranten door een term als ‘zwerm’ te gebruiken bijvoorbeeld. Over het criminaliseren van vluchtelingen door de term ‘illegale migratie’ te gebruiken. Over het waardeoordeel dat schuilt in het kiezen tussen de woorden ‘immigrant’ en ‘expat’. Of over de angst die gezaaid wordt door woorden als ‘kakkerlakken’, ‘verkrachters’ of ‘terroristen’ op een brede groep migranten te plakken.
Telkens is de conclusie van experts: taal vormt de manier waarop wij denken over migratie, en kan op subtiele wijze het politieke debat over migratie naar links of rechts verschuiven.
Samen met collega Tomas Vanheste ontleedde ik enkele weken terug de taal van het Europees migratiebeleid. Geïnspireerd door jullie enthousiaste reacties op dit lexicon, besloot ik nog een stapje verder te gaan.
Want hoewel er veel wordt gesproken over de taal die wij over migranten gebruiken, hebben we het eigenlijk nooit over de taal die migranten zelf gebruiken.
En hoe meer migranten ik spreek, hoe meer ik overtuigd raak dat ook die taal belangrijk is om te kennen. Woordkeuze leert ons elkaars vertrekpunt begrijpen. En toont ons de plekken waar we consequent langs elkaar heen praten.
Daarom dit kleine woordenboek van migrantentaal. Met elf termen die Nigeriaanse migranten zelf gebruiken om hun reis te omschrijven.
Travel out
Het eerste wat ik hier moest leren, is dat geen enkele doorsnee Nigeriaan de term ‘migratie’ gebruikt. Geen migrant noemt zichzelf een migrant. Geen achterblijver heeft het over familie die ‘gemigreerd’ is.
In plaats daarvan wordt hier gesproken over people who travelled out: mensen die uitgereisd zijn. Op diezelfde manier wordt ook de wens om te migreren uitgedrukt: I want to travel out.
De term migreren – of ‘irregulier migreren’ zoals het beleidsjargon luidt – klinkt voor Europeanen als iets definitiefs: we spreken over migratie om de reis te onderscheiden van een vakantie of een zakenreis. Maar ‘uitreizen’ heeft die definitieve connotatie niet. Een reis heeft namelijk een einde – na een reis kom je weer terug naar huis. Ik heb in Nigeria nog niemand gesproken wiens wens het is om in Europa oud te worden. Het ideaalbeeld is juist: je ‘reist uit’ naar Europa, verdient geld, biedt je kinderen goed onderwijs, en reist daarna weer ‘in’, naar huis.
By land or by air
Voor Europeanen – en in het internationaal recht – is er een belangrijk onderscheid tussen ‘economische migranten’ en ‘vluchtelingen’. Maar daar heeft niemand het in Nigeria over – wellicht omdat meer dan 90 procent van de Nigeriaanse migranten niet op de vlucht is voor een oorlog.
Het onderscheid dat hier veel belangrijker wordt geacht is tussen those who travel by air en those who travel by land.
Wie ‘via de lucht’ kan reizen – en dus een al dan niet vals visum heeft weten te bemachtigen – is rijk, of heeft daar jarenlang voor gespaard. Wie ‘over land’ reist, is armer en wanhopiger. Want over land betekent in een bus naar Niger, in een pick-up door de Sahara naar Libië, en in een bootje de Middellandse Zee over.
Cross
Zegt een Nigeriaan my brother has crossed to Europe, dan weet je dat zijn broer (of vriend, want iedereen is in Nigeria je broer) in een rubberboot de Middellandse Zee is over gevaren. To cross is het subtiele understatement voor die gevaarlijke tocht.
In de verhalen van de mensen die zo’n tocht hebben meegemaakt komt het woord balloon ship ook geregeld terug. Dat zijn de rubberboten die smokkelaars gebruiken om hun menselijke lading de zee over te krijgen.
Travel agent
‘Mensensmokkelaar’ is nog zo’n woord dat ik geen Nigeriaanse migrant heb horen gebruiken. In plaats daarvan gaat het over travel agents, reisagenten. Een neutraler woord is bijna niet te bedenken: voor Nigerianen zijn dit mensen die hun reis faciliteren tegen betaling. Geen criminelen.
Een andere term die veel gebruikt wordt is connection man, ofwel een man met de juiste contacten om je reis te regelen. De lokale term boga wordt ook veel gebruikt. Al deze mensen zouden wij mensensmokkelaars noemen.
Pushermen
Er bestaat een apart woord voor de smokkelaars die boottochten over de Middellandse Zee organiseren. Zij worden pushermen genoemd, misschien het beste vertaald als ‘afduwers’. Je kunt dat ook als werkwoord gebruiken: He pushed my wife, betekent dat de smokkelaar jouw vrouw in een boot de Middellandse Zee op heeft gevaren.
Wederom is de term opvallend feitelijk: iemand die de boot afduwt, daarin schuilt geen enkel waardeoordeel.
UN police
Erg opvallend vond ik ook de term die veel migranten gebruiken om de Libische kustwacht te beschrijven: UN police, ofwel de VN-politie. Dit vereist enige uitleg.
De Libische kustwacht wordt medegefinancierd door de Europese Unie en de Italiaanse regering. Daardoor heeft deze kustwacht – die gerund wordt door plaatselijke milities – de laatste jaren betere boten en betere uitrusting gekregen. En pikken ze dus veel meer migranten op uit zee, om die vervolgens terug naar Libië te brengen.
De migranten hebben deze internationale politieke spelletjes haarfijn in de smiezen. Natuurlijk zijn de Verenigde Naties niet hetzelfde als de EU, maar voor de migranten is dat één pot nat: de internationale gemeenschap (in hun ogen volledig gedomineerd door westerse landen) betaalt de Libische kustwacht om hen te stoppen. Ergo: de VN-politie.
Madames en trolleys
De meeste Nigeriaanse migranten die slachtoffer worden van mensenhandelaars, zijn jonge vrouwen die in Europa worden gedwongen als prostituee te werken. Hun reis wordt voorgeschoten door de mensenhandelaar en zij moeten dit bedrag terugbetalen als sekswerker.
De term die de slachtoffers gebruiken om hun mensenhandelaar te omschrijven, is madame. Deze ‘mevrouwen’ betalen voor de reis en houden de jonge vrouwen in het gareel in Europa. De term laat meteen zien: meestal zijn deze mensenhandelaars vrouwen.
De madames worden in Nigeria geholpen door trolleys: mannen of vrouwen die in Nigeria geschikte meisjes spotten en overhalen met verhalen over mooie banen in Europa. De trolleys hebben een flink takenpakket: ze regelen de reisdocumenten, het vervoer, de traditionele ceremonies en begeleiden de meisjes soms op de reis. Vandaar de naam: zij zijn de ‘karretjes’ of ‘rolkoffers’ waarin de vrouwen worden afgeleverd in Europa.
Papers
Asiel aanvragen, daar gaat het in Nigeria nooit over. Niet dat ze geen kennis hebben van ons asielsysteem – velen weten dondersgoed dat ze moeten zeggen dat ze op de vlucht zijn voor Boko Haram, omdat ze anders geen enkele kans maken om te mogen blijven. Maar de term die Nigerianen zelf gebruiken is papers. Papieren – die moet je zien te bemachtigen in Europa.
Waar in het woord ‘asiel’ de behoefte voor een veilige schuilplaats geborgen zit, is ‘papieren’ een gortdroge term. Deze migranten zijn dan ook niet op zoek naar bescherming, maar naar acceptatie. Naar dezelfde kansen als Europeanen.
Om aan papieren te komen, moet je overigens enige tijd in een camp doorbrengen, weten de meesten. Dat zouden wij een asielzoekerscentrum noemen.
Blend in
Krijg je geen papieren, dan kun je altijd nog in de illegaliteit verdwijnen. Maar ook die term – ‘illegalen’, ‘illegaliteit’ – bezigen Nigeriaanse migranten niet. In plaats daarvan gebruiken zij het prachtige to blend in. Ze kunnen ‘in de menigte opgaan’, om in Europa te blijven.
Ik vind het zo’n mooie term omdat er geen enkele connotatie is van criminaliteit. Het is eerder subtiel positief: je past je aan de Europese maatschappij aan, om niet op te vallen. Het heeft bijna iets weg van inburgeren, of zelfs onzichtbaar worden.
Cruciaal voor het proces van ‘opgaan’ is natuurlijk de aanwezigheid van other blacks, andere zwarten, zoals veel migranten dat zeggen. Door in wijken te gaan wonen waar veel zwarte mensen wonen, kunnen ze ongezien blijven.
Financial buoyancy
Vraag je Nigeriaanse migranten waarom ze naar Europa willen vertrekken, dan hoor je drie termen altijd: geen werk, geen geld, geen kansen. Je hoort ongetwijfeld ook de term suffer – wij lijden hier in Nigeria.
Maar de mooiste term vind ik deze: financial buoyancy, of financiële drijfkracht. Gebruikt als: I am not financially buoyant, ik ben niet financieel drijfkrachtig.
De term buoyancy ken ik uit de duikwereld: onder water wil je precies zoveel lucht in je vest pompen, dat je de perfecte buoyancy creëert. Dan zink je niet, en dan stijg je niet – je zweeft. Gewichtloos en moeiteloos.
Zo vat de term ‘financiële drijfkracht’ voor mij goed samen dat het voor veel Nigeriaanse migranten niet alleen draait om ontsnappen uit de armoede. Het gaat om zekerheid, om aan je toekomst bouwen, zonder steeds bang te zijn dat je elk moment tegen de oceaanbodem kunt botsen. Het is de wens door het leven te willen zweven, in de wetenschap dat er precies genoeg lucht in je vest zit.
Returnee
Returnee zou weleens het Nigeriaanse Woord van het Jaar 2018 kunnen worden. Een returnee, of terugkeerder, is een migrant die op weg naar Europa niet verder is gekomen dan Libië, en die met hulp van internationale organisaties is teruggevlogen naar Nigeria.
Een jaar geleden kende geen Nigeriaan deze term nog, maar nu hoor je hem overal: in talkshows, in columns, in krantenkoppen. Dat komt omdat het aantal returnees gigantisch is gestegen sinds begin dit jaar. Alleen al door de VN-organisatie voor migratie (IOM) zijn inmiddels zo’n tienduizend Nigeriaanse migranten uit Libië teruggevlogen, met financiering van de EU.
De EU hoopt dat deze returnees het ultieme afschrikeffect op potentiële migranten hebben: ze komen namelijk terug met gruwelijke verhalen over hun tijd in Libië. Maar de returnees zelf schamen zich vooral voor hun mislukte reis. En velen willen het dolgraag opnieuw proberen. Maar dan by air natuurlijk.
Geen taal is neutraal
Waar we in Europa met een emotioneel register spreken over migratie – het is illegaal, het is een tsunami, of een crisis – spreken migranten zelf zakelijk, rationeel over hun reis. Ze hanteren een woordenschat die feitelijk is, of zelfs subtiel positief. Soms bijna eufemistisch: want een madame is natuurlijk niet alleen een mevrouw.
Neem de volgende twee zinnen, die in feite hetzelfde zouden moeten betekenen.
Eerst op z’n Europeaans:
Een stroom irreguliere migranten wordt door mensensmokkelaars naar Europa gelokt om tevergeefs asiel aan te vragen en in de illegaliteit te verdwijnen.
Dan op z’n Nigeriaans:
Veel mensen reizen naar Europa met reisagenten, in de hoop papieren te krijgen of anders in de menigte op te gaan.
Woorden zijn nooit neutraal. Ze sturen denken en ze sturen handelen.
Afrikaanse migranten spreken niet over zichzelf als slachtoffer noch als crimineel. Ze spreken simpelweg over een route om vooruit te komen in het leven.
Meer lezen?
De EU speelt een verraderlijk taalspel. En migranten zijn er de dupe van Irreguliere migranten, asielquota, pushbacks, refoulement en compacts – onze regeringsleiders spreken in onbegrijpelijk jargon over migratie. En daarmee verbloemen ze belangrijke problemen. Wie migratie écht wil begrijpen, moet naar de achterblijvers in Afrika kijken Meer dan de helft van alle Nigeriaanse migranten in Europa komt uit één relatief kleine stad: Benin City. Ik ging kijken waarom en trof een stad waar al je denkbeelden over migratie op z’n kop gaan.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!