Het had veel van een provocatie. Op 12 maart tweette Eurocommissaris Viviane Reding dat het Europarlement haar plannen had omarmd om ‘het vrije verkeer nog vrijer te maken.’ Een overweldigende meerderheid van 84 procent van de Europarlementariërs had die dag ‘ja’ gezegd tegen de voornemens in haar EU Burgerschap Rapport 2013.
Daarin kondigde ze aan ten strijde te trekken tegen alles wat burgers belemmert in de uitoefening van hun recht waar ze maar willen werk te zoeken binnen de Europese Unie. De eerste actie die ze zei te zullen ondernemen: zorgen dat wie in de jacht op een baan naar een ander land trekt niet de huidige drie, maar zes maanden recht heeft op een uitkering.
Redings bericht was een sneer naar David Cameron. In november 2013 had de Britse premier in een geruchtmakend stuk in de The Financial Times juist betoogd dat het ‘vrije verkeer minder vrij moet.’ Cameron schreef dat het ‘massale bevolkingsstromen in beweging heeft gezet, gedreven door enorme verschillen in inkomen.’ Immigranten uit Oost- en Zuid-Europa zouden in Engeland de eigen arbeiders wegconcurreren en zorgen voor overlast in wijken die toch al onder spanning stonden.
Ook onze eigen minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) had dezelfde boodschap al enkele maanden eerder gebracht op de opiniepagina van een Britse krant. ‘Door zoveel immigratie lopen de Europese dijken het gevaar door te breken’ luidde de kop boven een stuk van Asscher en David Goodhart, directeur van de Britse denktank Demos. Ze waarschuwden voor het ontwrichtende effect van het vrije verkeer van personen op de armere en minder hoog opgeleide burgers van landen als Nederland en Engeland.
Terwijl Cameron en Asscher nog bezig waren het geschut in gereedheid te brengen, zetten de Zwitsers frontaal de aanval in. Zwitserland is weliswaar geen EU-land, maar heeft wel een verdrag met de EU gesloten dat het meedoet aan het vrije verkeer van personen. Het kwam in Brussel dan ook hard aan dat de meerderheid van de Zwitserse bevolking in februari in een referendum besloot dat er immigratiequota voor EU-burgers moeten komen.
Het vrije verkeer ligt, kortom, van alle kanten onder vuur. Maar de Europese Commissie en het Europarlement zijn vastbesloten er pal voor te staan. Het zoveelste bewijs dat ze in Brussel doof zijn voor kritiek? Of stellen ze terecht dat het vrije verkeer een niet onderhandelbaar basisprincipe van de Europese Unie is? Zorgt het werkelijk voor verdringing aan de onderkant van de arbeidsmarkt? En als dat zo is, ligt dat dan aan de regels voor het vrije verkeer zelf, of aan de gebrekkige manier waarop de lidstaten fraude en misbruik tegengaan?
Een onderzoek naar vijf kritiekpunten op het vrije verkeer. Die voor een deel ongegrond blijken, maar zeker niet helemaal.
1. Ze komen hierheen om van onze uitkeringen te profiteren
Premier David Cameron sprak smalend van ‘uitkeringstoerisme.’ Hij wilde een duidelijke boodschap afgeven aan al wie dacht naar Engeland te kunnen komen om sociale bijstand te claimen. En om te laten zien dat het hem menens was, kondigde hij strenge maatregelen aan. Stap één: een EU-immigrant die werk zoekt, heeft de eerste drie maanden geen recht op een uitkering.
Alleen: wat Cameron voorstelde, staat al lang in de Europese regelgeving. In de richtlijn over het vrije verkeer uit 2004 is te lezen dat het gastland de eerste drie maanden, zo nodig langer, niet verplicht is sociale zekerheid te verschaffen aan werkzoekenden uit andere EU-landen. Een Pool die naar Nederland komt om hier werk te zoeken, heeft zelfs helemaal geen recht op een Nederlandse uitkering.
‘Het aandeel niet-actieve EU-migranten is zeer klein en hun impact op de nationale budgetten voor sociale zekerheid is zeer laag’
En die uitbreiding dan van drie naar zes maanden die Eurocommissaris Reding wil om deze Poolse werkzoekende een kans te geven hier emplooi te vinden? Dat slaat op de verplichting van Polen, niet van Nederland, om zijn uitkering door te betalen.
Dan kom je toch gewoon hierheen, behoud je drie maanden je Poolse uitkering en vraag je dan een Nederlandse aan? Nee, ook zo werkt het niet.
Volgens de Europese regels heb je alleen het recht hier langer dan drie maanden te verblijven als je voldoende middelen hebt om in je eigen bestaan te voorzien en geen last bent voor de sociale zekerheid. Als je na drie maanden een bijstanduitkering aanvraagt, meldt de gemeente dat aan de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) en kan de IND je verblijfsrecht intrekken. Pas als je langer dan een jaar in Nederland hebt gewerkt, onvrijwillig werkloos bent en je als werkzoekende hebt ingeschreven, kan een beroep op de bijstand geen reden meer zijn om je eruit te knikkeren.
Het is dan ook logisch dat een recent onderzoek tot deze conclusie komt: ‘Het aandeel niet-actieve EU-migranten is zeer klein en hun impact op de nationale budgetten voor sociale zekerheid is zeer laag.’
2. Ze zorgen voor overlast in onze wijken
In het voorjaar van 2012 opende de PVV het meldpunt overlast Midden- en Oost-Europeanen. Dat leidde tot enorme ophef. Het Europarlement riep de Nederlandse regering in een resolutie op het meldpunt te veroordelen, omdat het zou aanzetten tot discriminatie. Premier Rutte weigerde dat. Aan het eind van dat jaar bleken er drie keer zoveel boze reacties over het meldpunt te zijn binnengekomen dan klachten over ‘dronkenschap van Oost-Europeanen, parkeerproblemen en het inpikken van banen.’ Intussen is de site gesloten.
Maar zoals vaker voelde de PVV het volksgevoel goed aan. Recent onderzoek laat namelijk zien dat twee derde van de Nederlanders vindt dat er te veel Oost-Europeanen in Nederland zijn. Bijna de helft van de bevolking onderschrijft de stelling dat de ongeveer 340.000 arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa die nu in Nederland wonen overlast in wijken en op straat veroorzaken. Slechts 12 procent is het daar mee oneens, de rest is neutraal of weet het niet.
PvdA: ‘Door per 12 vierkante meter maximaal één bewoner per woning toe te staan voorkomen we overbewoning en huisjesmelkerij’
Ziet de bevolking het goed? Harde cijfers over overlast van Oost-Europeanen in Nederland zijn er niet. Wel deed het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie een kwantitatief onderzoek. Zeker was er overlast, door excessief drankgebruik en overbewoning van gehorige panden. Daarbij tekent het wel aan: ‘Vrijwel alle gesproken politie- en gemeentefunctionarissen benadrukten tijdens het interview dat het met de meeste arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa goed gaat.’ Slechts een klein deel van hen zou overlast veroorzaken.
Het belette de PvdA niet in een vorige week gelanceerd actieplan te schrijven dat er in steden en dorpen vaak woonoverlast van arbeidsmigranten wordt ervaren. Daarom wil de PvdA overbewoning voorkomen. ‘Er is niets mis met een Poolse buur, wel met vijftien Poolse buren in een eengezinswoning. Door per 12 vierkante meter maximaal één bewoner per woning toe te staan voorkomen we overbewoning en huisjesmelkerij.’
Dat klinkt als een nobel streven: zoals Joop den Uyl vroeger vond dat iedere socialist een auto en een biefstuk in het weekend verdiende, vindt de PvdA van nu dat iedere arbeidsmigrant recht heeft op 12 vierkante meter. Maar waarom geldt dat dan niet voor iedere burger? Ook veel studenten op een kluitje of daklozen in een opvanghuis kunnen overlast veroorzaken. Door de formulering wekt de PvdA de indruk dat er met Polen iets bijzonders aan de hand is. Volgens de Europese richtlijn voor het vrije verkeer hebben alle EU-burgers recht op gelijke behandeling. Dit voorstel is daarmee in strijd.
3. Ze verdringen onze werknemers op de arbeidsmarkt
‘Economen in Nederland en elders komen steeds weer tot de conclusie dat arbeidsmigratie per saldo uiteindelijk nauwelijks tot verdringing leidt.’ Dat schrijft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Dat de Polen, Portugezen, Bulgaren en Roemenen, die sinds het begin van dit jaar ook onder het vrije verkeer vallen, de banen van Nederlanders inpikken, is dus een onterechte vrees.
Want, zoals correspondent Rutger Bregman ook al eens betoogde in zijn stuk ‘Waarom we alle grenzen moeten openzetten’: de arbeidsmarkt is geen stoelendans. De instroom van productieve arbeidskrachten leidt tot meer consumptie, meer vraag en dus meer werkgelegenheid.
Bovendien doen de migranten vaak werk waar wij onze neus voor ophalen. In de tuinbouw bijvoorbeeld. ‘Werkgevers zetten vorig jaar een groots experiment op om Rotterdamse en Haagse werklozen aan het werk te krijgen in het Westland,’ vertelt Erik Snel, wetenschappelijk onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Ze brachten ze met bussen naar de kassen. Maar het project mislukte nogal. Uiteindelijk leverde het slechts een handjevol banen op.’
Ook klopt het beeld niet dat de migranten uit Oost-Europa veelal laag opgeleid zijn. Snel werkte mee aan het onderzoek ‘Arbeidsmigratie in vieren.’ Daaruit bleek dat maar liefst 90 procent van de Poolse werknemers in Nederland hoog opgeleid is. Al doen ze niet zelden laaggeschoold werk, het zijn vaak goed gekwalificeerde vakmensen.
Alleen moeten we de woorden ‘per saldo’ van de WRR hier niet negeren. In bepaalde sectoren zoals bouw en transport kan er zeker verdringing optreden.
Daar kunnen ze in Groningen over meepraten. Het is na Flevoland de provincie met de hoogste werkloosheid. In de afgelopen jaren werden in de Eemshaven twee grote energiecentrales gebouwd. ‘In Groningen was er de hoop dat dit een flinke impuls, op zijn minst aan de tijdelijke werkgelegenheid zou geven,’ vertelt Hermen Pol van de afdeling Groningen van vakbond FNV. Op het hoogtepunt van de bouw liepen op de werven vijfduizend bouwvakkers rond. Pol schat dat 70 tot 80 procent van hen Oost-Europeanen en Portugezen waren.
Neem de honderden steigerbouwers: allemaal Oost-Europeanen, zegt Pol. ‘De klus was zeker mogelijk geweest met Nederlandse steigerbouwers. Die zijn er heus wel te vinden. Maar de bedrijven zochten alleen maar in het buitenland. Zo konden ze het werk goedkoper aan de aannemers aanbieden.’
4. Het vrije verkeer leidt tot oneerlijke concurrentie
Goedkope buitenlandse krachten die tot oneerlijke concurrentie leiden: hoe kan dat eigenlijk? In de Europese regels staat immers dat buitenlandse werknemers recht hebben op een gelijke behandeling. Inderdaad, dat geldt als ze hier in dienst zijn bij een Nederlandse werkgever.
Maar veel buitenlandse werknemers zijn gedetacheerd. Als een Pool die in dienst bij een Pools bedrijf hier tijdelijk een klus komt klaren, valt hij niet onder het vrije verkeer van personen maar van diensten. In dat geval blijft hij, wanneer de periode korter is dan twee jaar, formeel in Polen gevestigd en betaalt zijn werkgever Poolse sociale verzekeringspremies. En die liggen een stuk lager dan de Nederlandse. Vandaar dat hij goedkoper is.
Als een Pool die in dienst bij een Pools bedrijf hier tijdelijk een klus komt klaren, valt hij niet onder het vrije verkeer van personen maar van diensten
‘We hebben eigenlijk niet zoveel problemen met het vrije verkeer van werknemers,’ zegt Catelene Passchier, de vice-voorzitter van de FNV in een Amsterdams café. ‘Maar zodra een Roemeen via een Pools uitzendbureau naar Nederland komt, hebben we de poppen aan het dansen. Want dan heet hij geen werknemer meer, maar een dienst.’
Passchier werkte tussen 2003 en 2010 in Brussel bij het Europees Verbond van Vakverenigingen. Ze zat er met de neus boven op, toen oud-VVD-leider en Eurocommissaris Frits Bolkestein in 2004 zijn voorstel deed voor een dienstenrichtlijn. Die moest vastleggen wat de regels zijn als een werknemer zich niet in een ander land vestigt en daar bij een lokale werkgever in dienst treedt, maar uitgezonden door een buitenlands bedrijf hier een tijdelijke klus komt klaren.
‘De invalshoek van Bolkestein was dat je het dienstenverkeer grensoverschrijdend moet liberaliseren,’ vertelt ze. ‘Dat kon je het beste doen door te zorgen dat, wanneer je als dienstverlener naar een ander land gaat, je geen last hebt van de regels daar, maar gewoon volgens de eigen regels kunt werken. Met vereende krachten van vakbeweging en Europees Parlement hebben we daar een stokje voor kunnen steken. Maar de ingewikkelde regels die gelden voor werknemers die als dienst de grens overgaan, maken nog steeds oneerlijke concurrentie mogelijk.’
Om misbruik van het vrij verkeer van diensten voorkomen, is in de jaren negentig ook een detacheringsrichtlijn gemaakt. Die legt een aantal minimumeisen vast voor wat een werknemer uit een ander land moet ontvangen. Maar tussen dat minimum en wat een normale werknemer krijgt, zit nog steeds behoorlijk wat ruimte.
Zo besliste het Europese Hof van Justitie in de geruchtmakende zaak Rüffert versus Nedersaksen dat de Duitse deelstaat in een aanbestedingsprocedure voor een bouwklus niet mocht eisen dat een Poolse aannemer zijn personeel volgens de in Nedersaksen geldende CAO betaalde. Want die CAO was niet algemeen verbindend verklaard, en de detacheringsrichtlijn accepteert alleen toepassing van het wettelijk minimumloon of een algemeen verbindend verklaard CAO-loon.
Ook blijken uitzendbureaus en onderaannemers op grote schaal de vastgelegde regels te ontduiken. Daarom is er nu in Brussel nog een richtlijn in de maak. Hou je vast: een handhavingsrichtlijn op de detacheringsrichtlijn. Maar die is wel nodig, legt Passchier uit. ‘Als een Bulgaars bureau met Oekraïners in Nederland rondloopt en iets niet goed doet, moet je zorgen dat de Bulgaren ook actief zijn in het opsporen van wat er mis gaat. Je moet boetes grensoverschrijdend kunnen opleggen.’
Alleen is de nieuwe handhavingsrichtlijn in de ogen van de FNV een ‘tandeloze tijger.’ ‘In diensten gaat het allemaal om tussenconstructies,’ licht Passchier toe. ‘Het is een warboel van intermediairs, uitzendbureaus en onderaannemers.’ En die verzinnen allemaal listen om de loonkosten te drukken. Zoals wurgcontracten, waarbij mensen de helft van hun loon moeten afdragen voor huisvesting en reiskosten.
Als je daar echt iets tegen wil doen, moet je de hoofdaannemer kunnen aanspreken op wat die hele warboel doet. Dus als bedrijf List firma Bedrog inhuurt en Bedrog op zijn beurt weer het bedrijf Gesjoemel inschakelt, moet je bij List kunnen aankloppen als Gesjoemel de regels overtreedt. Maar in de handhavingsrichtlijn staat nu dat je alleen de eerstvolgende schakel in de keten mag aanspreken, en niet de top. ‘Dan weet je wat er gaat gebeuren: de keten wordt steeds langer,’ voorspelt Passchier.
Dit soort toestanden leidt dus wél tot oneerlijke concurrentie. Bovendien vindt de FNV-bestuurder het te simpel te zeggen dat migranten hier het werk opknappen dat wij niet meer willen doen. ‘Stel dat de Nederlandse grenzen dicht zaten voor werknemers. En we moesten iets doen met de bollen en de paprikaplantjes. Dan gingen de lonen omhoog en werden de arbeidsomstandigheden verbeterd. Omdat we altijd wel een blik buitenlanders kunnen opentrekken, blijft het heel onaantrekkelijk werk met slechte arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden.’
5. Het vrije verkeer is een heilig huisje dat omver moet
Het is dus niet voor niets dat Volkskrant-columnist en PvdA-denker René Cuperus onlangs schreef: ‘Wil de EU de steun van de Europese bevolking niet verder verliezen, dan moet het heilige beginsel van het vrijpersonenverkeer op de helling, volgens de logica van het Zwitsers referendum.’
Toch is het de vraag of hij zijn pijlen niet de verkeerde kant op schiet. Ook volgens de FNV zit het probleem niet in het vrije verkeer van personen, maar in dat van diensten.
En kun je het vrije verkeer eigenlijk wel zomaar aantasten? ‘We moeten niet vergeten dat het al in het Verdrag van Rome (1957) een centraal uitgangspunt was,’ zegt wetenschappelijk onderzoeker Erik Snel. Het is een vrijheid waar wij ook volop van profiteren: er werken evenveel Nederlanders in België, Duitsland en Engeland als er in totaal Oost- en Midden-Europeanen in Nederland zijn.
‘Het vrije verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten zijn fundamentele rechten,’ zegt ook Neelie Kroes, die aan de vooravond van Vrouwendag in het Amsterdamse debatcentrum de Rode Hoed is. ‘Die vier vrijheden zijn de basis van het hele Europese huis,’ vindt de Nederlandse Eurocommissaris. ‘Dat is een heel stevig huis geworden, door velen buiten de Unie met jaloerse ogen bekeken. Het heeft ons grote welvaart gebracht, meegeholpen te bouwen aan economische groei en banen.’
Er werken evenveel Nederlanders in België, Duitsland en Engeland als Oost- en Midden-Europeanen in Nederland
Kroes snapt wel dat een bouwvakker die zijn baan is kwijtgeraakt, wijst naar alle Oost-Europeanen die hier werken. ‘Ik zit te lang in de politiek om te ontkennen dat emoties meespelen. Maar we moeten wel de goede cijfers en feiten geven. Het wordt voorgesteld alsof de mensen in enorm grote aantallen binnenkomen. En dat is niet waar. Het zijn allemaal kleine percentages.’
Toch zijn er ook sectoren als bouw en transport waar mensen echt hun banen verliezen. ‘Er zijn altijd voorbeelden zijn te vinden, waar je kunt zeggen: dat is van au,’ geeft Kroes toe. ‘Maar we zullen ons ook moeten realiseren dat andere banen elders voor onze mensen beschikbaar komen. We hebben afgesproken met elkaar dat we een interne markt met de vier vrijheden hebben. Dan moeten we niet, als het ons in bepaalde gevallen niet uitkomt, zeggen: dat kan niet.’
Catelene Passchier begint te zuchten, geconfronteerd met die woorden. ‘Dat is de typische reactie die je ook altijd van Rutte hoort: onze bedrijven hebben zoveel voordeel van het vrije verkeer.’ Daar is geen woord van gelogen, erkent de vicevoorzitter van de FNV. ‘Maar het is niet óf óf. We moeten én open grenzen hebben én een stevig antwoord op oneerlijke concurrentie die tot steeds slechtere arbeidsvoorwaarden leidt. De Europese Commissie zegt: kom niet aan het vrije verkeer. Wat ze eigenlijk moet zeggen is: wij zijn zo voor het vrije verkeer, dat we gaan zorgen dat aan de voorwaarden is voldaan waaronder het kan groeien en bloeien.’
Het grootste deel van de Nederlanders heeft helemaal geen last van de schaduwzijden van het vrije verkeer, zegt Passchier. ‘Maar een willekeurige Nederlandse vrachtwagenchauffeur weet dat hij en zijn collega’s allemaal hun werk aan het kwijtraken zijn aan de Bulgaren. En in Brussel hoor je nooit: wij maken ons hier zorgen over, we gaan hier iets aan doen. Ik vind het heel erg dom dat Europa en de regeringen die daar de macht hebben niet zien dat de steun voor het Europese project heel erg afkalft door het allemaal zo lapzwanzig te regelen.’
Waarom we alle grenzen moeten openzetten De wereld is plat, behalve voor mensen. Goederen, diensten en kapitaal vliegen de hele wereld over. Maar als je in een ander land wilt werken, blijken de grenzen vaak potdicht. En zo lopen we biljoenen mis. En aan die grenzen, hoe gaat het daar? Europa schendt voortdurend mensenrechten bij het bewaken van haar grenzen. Dat kan anders. Tot besluit van onze drie maanden lange reis langs de randen van Fort Europa: de tien beste ideeën voor een humaan asielbeleid.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!