‘Het is zwaar’, zegt Ingrid Vandermotten. ‘De mensen zijn moe, ze hebben niet gegeten, ze slapen op straat, ze hebben geen toilet, er zijn infecties die rondgaan in het Maximiliaanpark. Er zijn altijd veel mensen en je hebt weinig tijd.’

De jonge arts is naast haar dagelijks werk vrijwilliger bij de humanitaire hub op station Brussel-Noord. Daar kunnen die zich ophouden in het nabijgelegen Maximiliaanpark terecht voor medische hulp, kleren, de mogelijkheid hun telefoon op te laden of in het systeem Trace the Face te zoeken naar familieleden die ook op de vlucht zijn.

Op een middag ziet Vandermotten ongeveer twintig mensen. Ze komen bij haar met infecties, verwondingen en psychologische problemen. En dan vraagt zij: wat scheelt er, wat is er gebeurd?

Opvallend vaak vertellen de transitmigranten dan over politiegeweld. Een man die bij Vandermotten langskwam met pijn bij het ademhalen en last van zijn ribben, zei getrapt te zijn door een politieagent. Een minderjarige jongen wiens pols was ontwricht, sprak over een hardhandige arrestatie waarbij zijn armen langdurig op zijn rug waren gehouden.

Dergelijke verhalen vormden voor aanleiding om een onderzoek op te zetten naar geweld tegen de vluchtelingen en migranten die onderweg zijn in België. Woensdag presenteerde de organisatie haar bevindingen.

Wat blijkt: een kwart van de bevraagde migranten zegt geconfronteerd te zijn met politiegeweld. Ruim de helft van die groep was bereid om daar in een langdurig interview verder over te vertellen. Het leverde onthutsende getuigenissen op over wat er gebeurt – niet ver weg aan de Hongaarse grens of in detentiecentra in Libië, maar in Brussel, de hoofdstad van Europa.

Routinewerk op het politiebureau: migranten uitkleden en vernederen

Neem wat een 29-jarige Libiër vertelde over wat hem overkwam toen hij met zes anderen het politiekantoor was binnengebracht:

‘Ik kreeg een harde slag tegen mijn oor, het doet nog altijd pijn. Toen ik hen vroeg waarom ze me als een beest behandelden, sloegen ze me nog meer. Daarna moesten we ons volledig uitkleden en achter elkaar gaan staan, zodat ze ons konden fouilleren. Toen ik dat niet wilde, trokken vier politieagenten hardhandig mijn kleren uit. Ik was daar met vrienden. Wij respecteerden elkaar. Het was vreselijk om elkaar zo te zien. Het was erg vernederend. Er waren ook vrouwelijke politieagenten. Zij deden niets, maar lachten ons uit. Daarna werd ik verschillende uren volledig naakt in een cel opgesloten.’

Migranten getuigden dat ze urenlang naakt of in ondergoed opgesloten werden in ijskoude cellen waar ze niet mochten eten en drinken

‘Naaktfouillering is quasi-routine’, zei Pierre Verbeeren, de directeur van Dokters van de Wereld, bij de persconferentie woensdag. En dat terwijl de politie er volgens de wet alleen toe mag overgaan als er aanwijzingen zijn dat iemand verboden middelen of wapens op zijn lichaam draagt. Ook verwees Verbeeren naar het Istanboel-protocol waarin de Verenigde Naties hebben vastgelegd wat marteling is en hoe het onderzocht moet worden. Daarin wordt ‘gedwongen naaktheid’ genoemd als vorm van marteling.

Veel migranten getuigden dat ze op het politiekantoor urenlang naakt of in ondergoed opgesloten werden in ijskoude cellen waar ze niet mochten eten en drinken. Soms was dit een drukmiddel om ze te dwingen hun vingerafdrukken te laten nemen. Daar verzetten veel transitmigranten zich tegen. Omdat hun vingerafdrukken al eerder in Italië zijn genomen, en ze bang zijn daarheen teruggestuurd te worden. Of omdat ze nog nergens een vingerafdruk hebben gezet, en hopen met een schone lei in het Verenigd Koninkrijk asiel te kunnen aanvragen.

En dan is er nog het afpakken van spullen. Zoals geneesmiddelen. En mobiele telefoons. Voor dat laatste sommige politici in België zelfs. Want zonder mobiele telefoons kunnen de migranten de mensensmokkelaars niet bereiken.

Die telefoon is voor hen van levensbelang, werpt Vandermotten tegen. ‘Daarmee hebben ze contact met hun familie.’

Het is een trauma erbovenop, zegt de arts. ‘Op hun weg hiernaartoe hebben ze vaak vreselijk geweld meegemaakt. Ik zie behoorlijk wat vrouwen die verkracht zijn. Het politiegeweld hier drukt ze nog verder in een isolement. Ze ontwikkelen angst en wantrouwen jegens de autoriteiten. Daar hebben wij ook last van. Sommigen denken dat wij verbonden zijn met de regering.’

Linkse ngo’s mogen alles

Het rapport van Dokters van de Wereld lag in België meteen onder vuur. Theo Francken, staatssecretaris van Asiel en Migratie, ‘De politie gratuit beschuldigen. Bewijslast: 0,0. Linkse ngo’s mogen alles.’ dat het beschreven geweld de boom was waardoor we het bos van het geweld tegen de politie niet meer zagen.

Het Brusselse parket dat er zeven onderzoeken lopen naar geweld tegen transitmigranten. Comité P, de instantie die in België toezicht houdt op de politiediensten, meldde dat de voorlopige conclusies van een eigen onderzoek niet in dezelfde richting gaan als die van Dokters van de Wereld.

Ri De Ridder, de voorzitter van die organisatie, verdedigde bij de persconferentie het onderzoek. Hij beklemtoonde dat er is gewerkt met open vragen en dat in veel onafhankelijke getuigenissen elke keer dezelfde elementen bovenkwamen. Maar dat de feiten zich werkelijk precies zo hebben voorgedaan als de migranten beschrijven, kon hij strikt genomen natuurlijk niet bewijzen.

Dat is ook verdomde moeilijk. De mensen die zeggen slachtoffer te zijn van politiegeweld durven geen klacht in te dienen, omdat ze als ‘illegaal’ gelden. Vaak zijn ze ook alweer vertrokken als justitie onderzoek wil doen. En hoe vind je hard bewijs voor wat achter gesloten deuren, in een politiekantoor of -cel, is voorgevallen?

Dat er wederzijds geweld is, erkende De Ridder. ‘Geweld roept geweld op’, zei hij. Hij constateerde dat de politie onder ongelooflijke druk staat om mensen op te pakken en dat het door de politiek geëiste beleid van repressie en opjagen van de transmigranten tot een escalatie van geweld leidt.

‘We moeten werken aan het politieke discours van declassering van migranten en een gevoel voor de eenheid van de mensheid hervinden’, vulde directeur Pierre Verbeeren gedragen aan.

Wat Brussel kan leren van de Fransen

Of de getuigenissen over politiegeweld allemaal honderd procent kloppen of niet, zeker is dat de Belgische overheid er alles aan doet om transitmigranten op te jagen en te arresteren. Ze komen vaak uit landen als Eritrea, Soedan en Somalië. Terugsturen daarheen lukt maar mondjesmaat. De politie sluit ze voor een of twee nachten op in een cel, geeft ze een bevel het grondgebied te verlaten mee en gooit ze weer op straat.

De Belgische overheid weigert de transitmigranten opvang te bieden. Het zijn in de ogen van de overheid simpelweg illegalen. Intussen zijn die de grootste noden proberen te lenigen.

In Frankrijk krijgen de transitmigranten basale opvang, informatie over wat hun rechten zijn en de kans asiel aan te vragen

Beter doen ze het volgens voorzitter Verbeeren in Frankrijk. Daar heeft de overheid na de ontruiming van de jungle van Calais geïnvesteerd in Centra van Ontvangst en Oriëntatie. Daar krijgen de transitmigranten basale opvang, informatie over wat hun rechten zijn en de kans asiel aan te vragen of na te denken over hoe het anders verder moet met hun migratieparcours.

Maar hebben die centra in Frankrijk dan niet ook als doel de groep te controleren en naar uitzetting te leiden, zoals de Franse filosofe Sophie Djigo

Verbeeren claimde dat in de Franse centra 40 procent van de transitmigranten een asielprocedure begint, 20 procent een andere oplossing vindt zoals familiehereniging of herplaatsing in een ander land, en 40 procent weer ‘in de natuur verdwijnt’ – oftewel zich verbergt in kleine kampen her en der en poogt toch de oversteek te maken naar het Verenigd Koninkrijk.

‘Als 60 procent een oplossing vindt, is dat in onze ogen een grote stap vooruit’, zei hij. Ri de Ridder vulde aan: ‘Wij hebben een groot probleem met de labeling van deze groep als illegaal.’ Een flink deel van deze mensen heeft immers wel degelijk kans op erkenning als vluchteling.

Zeker, je kunt vinden dat deze transitmigranten hun lot aan zichzelf te danken hebben. Omdat ze zijn doorgereisd vanuit Italië en Griekenland en daar niet meteen asiel hebben aangevraagd. Maar is er ook geen ontkennen aan dat dit besluit om verder te trekken samenhangt met de uitzichtloze situatie in de Griekse en Italiaanse vluchtelingenkampen en met het Europese onvermogen om een gezamenlijke migratiepolitiek te vinden.

En of je nu wel of niet vindt dat de transitmigranten ‘illegaal’ zijn, het repressieve beleid van de Belgische overheid lijkt weinig vrucht te dragen. Je zou denken dat het in de hoofdstad van Europa toch mogelijk moet zijn om een groep van een paar honderd mensen basale opvang te bieden, ze te informeren over hun rechten en uit te zoeken of ze voor asiel in aanmerking komen.