Voor filmmakers moeten het inspirerende tijden zijn. Met dagelijks nieuws over Donald Trump, Brexit, #MeToo, racisme, klimaatellende, graaigedrag en algeheel onbehagen liggen de relevante onderwerpen voor het oprapen. Het bioscoopaanbod van 2018 was dan ook opvallend politiek beladen – niet alleen in het filmhuis, maar juist ook binnen de vaak zo veilige mainstreamcinema.
De meest uitgesproken politieke bioscoopfilm van het jaar is een documentaire: Fahrenheit 11/9 van Michael Moore. Een vervolg op zijn filmpamflet Fahrenheit 9/11 uit 2004, waarin president George W. Bush het moest ontgelden. Ditmaal staat natuurlijk Trump centraal. Moore opent met beelden van diens overwinning en vraagt zich in de voice-over af: ‘How the fuck did this happen?’ De analyse die volgt is typerend lomp, maar vaak ook meeslepend, en zelfs onthutsend wanneer Moore zijn teleurstelling in Obama uit de doeken doet.
Al even genadeloos is de docu The King, die in eerste instantie een vrolijke lofzang op het leven van Elvis Presley lijkt. Gaandeweg wordt de carrière van de zanger echter een metafoor voor de Amerikaanse geschiedenis. Met de dikke, verslaafde Las Vegas-Elvis als symbool voor het Trump-tijdperk.
Ook de grote Oscarfilms zitten vol kritische verwijzingen naar de actualiteit
Ook de grote Oscarfilms van het afgelopen jaar zitten vol kritische verwijzingen naar de actualiteit. Neem de pikzwarte komedie Three Billboards Outside Ebbing, Missouri (zeven Oscarnominaties), waarin Frances McDormand een furieuze vrouw speelt die de strijd aanbindt met racistische agenten, seksistische rednecks en hypocriete priesters. En dat alles in een fictief stadje dat doet denken aan Ferguson, Missouri, waar in 2014 hevige rassenrellen uitbraken naar aanleiding van politiegeweld.
In het griezelsprookje The Shape of Water (dertien nominaties) begint een schoonmaakster die niet kan praten een geheime relatie met een onderzeewezen, geassisteerd door een homoseksuele buurman en een zwarte vriendin. Deze ode aan onderdrukte outsiders speelt zich af in 1962, en dat is geen toeval, vertelt regisseur Guillermo del Toro in een interview: ‘Als Amerikanen zeggen: “Let’s make America great again!” dromen ze van 1962, een tijd die in hun fantasie een magische gloed heeft. (…) Alles was toen geweldig – als je tenminste een witte, protestantse Amerikaan was. Voor minderheden was het juist erg zwaar.’
En dat is nog steeds zo, wil Mexicaan Del Toro maar zeggen: ‘In politiek opzicht is er niets veranderd: het racisme, het seksisme, het heerst nog steeds.’
Krantendrama The Post (twee nominaties) memoreert hoe de Amerikaanse regering in 1971 The Washington Post aanklaagde wegens een reeks publicaties die president Nixon niet beviel. Regisseur Steven Spielberg heeft de film nadrukkelijk bedoeld als kritisch statement. Hij zette de opnames van een andere film zelfs op pauze om The Post in recordtempo te kunnen maken, zo vertelde hij in The Guardian: ‘Ik voelde een enorme haast om te reageren op het beleid van de huidige regering, die de pers demoniseert en de waarheid afdoet als onzin.’
De Britse Churchill-biografie Darkest Hour (zes nominaties) verscheen zo’n anderhalf jaar na het Brexitreferendum, en kan moeilijk los van die context worden gezien. In een cruciale, compleet fictieve scène reist Churchill (een sublieme Gary Oldman) een stukje met de metro om de mening van het volk te peilen – een opvallend diverse en erudiete dwarsdoorsnede van Londen. ‘Moeten we het met de nazi’s op een akkoord gooien?’, vraagt de premier. ‘Nooit!’, schreeuwen de reizigers eensgezind. ‘We zullen blijven strijden!’
Brexiteers zullen ervan smullen: een soeverein Groot-Brittannië, en het volk mag het zeggen.
En dan nog een film die pas na de Oscaruitreiking verscheen, maar volgend jaar geheid een beeldje wint (voor de fraaie hoofdrol van Glenn Close): The Wife. In dit huwelijksdrama speelt Close een vrouw die altijd in de schaduw heeft gestaan van haar autoritaire echtgenoot, een gevierde romanschrijver. Wanneer hij de Nobelprijs ontvangt, besluit ze zichzelf niet langer weg te cijferen. De film begint subtiel, maar de feministische thematiek wordt ten slotte keer op keer benoemd. ‘Geef het op’, krijgt een jonge schrijfster te horen. ‘Hoe goed je ook bent, de mannen zullen je nooit hun aandacht schenken.’
Wat is de impact van dit soort films?
Dat de mainstreamcinema politieker wordt, lijkt me een logisch gevolg van de tijdgeest. Bijna iedereen spreekt zich tegenwoordig uit over de actualiteit; filmmakers bereiken alleen een wat groter publiek dan de gemiddelde twitteraar. Interessanter dan de oorzaak vind ik het gevolg van al die politiek getinte films. Wat dragen ze nu uiteindelijk bij aan het maatschappelijke debat? Verrijken ze het filmlandschap?
Laten we BlacKkKlansman als casus nemen, een film waarvan de verbolgen toon niet onderdoet voor die van Fahrenheit 11/9. Regisseur Spike Lee doorspekt de bizarre maar waargebeurde thriller, over een zwarte agent die in de jaren zeventig infiltreert bij de Ku Klux Klan, met verwijzingen naar Amerikaans racisme in heden en verleden, en sluit af met nieuwsbeelden van de extreemrechtse protestbijeenkomst in Charlottesville, waar volgens Trump ‘some very fine people’ aan meededen.
Ik vond BlacKkKlansman een onderhoudende en stijlvolle film, even geestig als pijnlijk, maar ook wel karikaturaal en prekerig. Daarin stond ik niet alleen, al schreven veel recensenten dat ze Lee’s botte stijl in deze tijd wel gepast vonden, of zelfs onvermijdelijk.
‘In BlacKkKlansman wordt niet zomaar geknipoogd naar de actualiteit, je wordt ermee om de oren geslagen’, schrijft Anthony Lane in The New Yorker. ‘Lee zou vast beargumenteren dat de nuchtere aanpak niet meer voldoet, dat het huidige tijdperk te dronken is van z’n eigen gekte. Hij heeft een punt.’
Misschien moeten filmmakers zich in schreeuwerige tijden niet te bescheiden opstellen
Dat Lee’s aanpak aanslaat, kan ik uit eerste hand bevestigen. Ik zag BlacKkKlansman tijdens een voorpremière in een stampvolle zaal in de Bijlmer, met een multicultureel publiek dat er opvallend uitgelaten op reageerde: er werd hard gelachen, gejoeld, geapplaudisseerd. Tot die laatste beelden, toen kon je een speld horen vallen.
Ik had die ervaring niet willen missen, de film kreeg in deze opzwepende context een zeldzame urgentie. Misschien klopt het wel, dacht ik, misschien moeten filmmakers zich in schreeuwerige tijden niet te bescheiden opstellen.
Toen kreeg ik tegengas van IDFA-directeur Orwa Nyrabia
Kort daarop werd die gedachte toch weer gerelativeerd. Voor de VPRO interviewde ik Orwa Nyrabia, de nieuwe, Syrische directeur van het International Documentary Festival Amsterdam (IDFA). In ons gesprek toonde hij zich sceptisch over films met een activistisch karakter: ‘Ik denk dat zulke films ons een goed gevoel geven omdat ze ons geweten aanspreken. Alleen al door ernaar te kijken lijken we goed bezig te zijn, ons steentje bij te dragen aan het verbeteren van de wereld. Maar dat is natuurlijk schijn.’
Fahrenheit is 11/9 amusant en uitdagend, maar bevestigde wat ik al vond – dat Trump een gevaarlijke eikel is, in dit geval
‘De films die ons echt kunnen veranderen, die ons aan het denken zetten over de wereld en onze rol daarin, verwijzen meestal niet heel direct naar politieke thema’s. Het zijn films die the human condition onderzoeken, met een heel oprechte, subjectieve blik die ons bewust maakt van onze eigen subjectiviteit.’
Nu doelde Nyrabia specifiek op documentaires, en moet elke film uiteraard op z’n eigen merites worden beoordeeld. Zo past BlacKkKlansman in een activistische traditie, waarvan Spike Lee zelf een belangrijke vertegenwoordiger is. En ik wil zeker niets afdoen aan de oprechte emoties die ik waarnam in die bioscoop in de Bijlmer.
Toch herken ik iets van Nyrabia’s analyse als ik dit soort films bekijk. Ik had het dit jaar vooral bij Fahrenheit 11/9: tijdens het kijken ging ik er zo in mee dat ik me achteraf een beetje bekocht voelde. Jawel, de film was amusant en uitdagend, maar had me toch bovenal bevestigd in wat ik al vond – dat Trump een gevaarlijke eikel is, in dit geval.
Knap gemaakt, maar een diepe, blijvende indruk?
Ook de eerdergenoemde Oscarfilms hebben geen van alle een diepe, blijvende indruk op me gemaakt. Ze zijn stuk voor stuk knap gemaakt, kijken soepel weg, zien er mooi uit en zitten vol goede acteurs. Maar inhoudelijk vertelden ze me weinig nieuws. Journalistiek is belangrijk (The Post). We leven in een mannenwereld (The Wife). Minderheden hebben het zwaar (The Shape of Water). Op het Amerikaanse platteland wonen veel gewelddadige halvegaren (Three Billboards Outside Ebbing, Missouri).
Dat laatste is natuurlijk een bedenkelijk vooroordeel, dat ik dan ook liever ontkracht had zien worden. Ik vond Three Billboards een prettig eigenzinnige film met een paar ijzersterke scènes, maar stoorde me nogal aan de stereotyperingen – hoe ironisch die vast ook zijn bedoeld. Dat regisseur Martin McDonagh zelf geen Amerikaan is maar een Ier, maakt zijn blik op ruraal Amerika er ook niet sympathieker op.
Welke films maakten dit jaar dan wel een blijvende indruk? Dat waren stuk voor stuk producties met een heel persoonlijk, niet nadrukkelijk politiek karakter, precies zoals Nyrabia het zegt.
Producties met een heel persoonlijk, niet nadrukkelijk politiek karakter maakten een blijvende indruk
Maar liefst drie van die films zijn intieme, verraderlijk luchtige portretten van gezinnen die in armoede leven, maar wel over liefde beschikken: een samengeraapt zooitje oplichters in het Japanse drama Shoplifters, een tienermoeder en haar dochtertje in The Florida Project, en een getraumatiseerde ex-militair en zijn puberdochter in Leave No Trace.
Deze films haalden mijn vooroordelen wél onderuit
Al deze films wisten mijn vooroordelen over maatschappelijke randfiguren wél onderuit te halen. Zo speelt Leave No Trace zich deels af in een trailerpark – vol Trump-stemmers wellicht – waar iedereen vriendelijk en behulpzaam is. Behoorlijk wrang dat zoiets een eyeopener kan zijn.
Fijn dat er ook in schreeuwerige tijden nog genoeg filmmakers zijn die gewoon lekker blijven fluisteren
Dan Lady Bird, oppervlakkig gezien een conventionele coming-of-agefilm, maar zo warm en scherpzinnig uitgevoerd dat de clichés ver worden ontstegen. Regisseur Greta Gerwig putte royaal uit haar eigen jeugd, en dat voel je. Wat mij vooral trof is de haat-liefdeverhouding van de hoofdpersoon met haar suffe woonplaats en katholieke school. Als ze ten slotte naar New York verhuist, beseft ze pas wat ze heeft achtergelaten. En hoe belangrijk wortels en tradities zijn. Bepaald geen irrelevant onderwerp momenteel.
Een heel stuk grimmiger is het intense Israëlische drama Foxtrot, over een echtpaar dat een zoon verliest op het slagveld. De film heeft een paar onthutsende wendingen die je dwingen na te denken over schuld en de willekeur van het lot – en indirect over het geweld in Israël en Palestina.
Maar mijn favoriete film van 2018 is Roma. Waarin regisseur Alfonso Cuarón (Children of Men, Gravity) terugblikt op zijn jeugd in Mexico-Stad, vanuit het perspectief van het kindermeisje dat hem verzorgde. De film is visueel overdonderend, inhoudelijk zo rijk als een literaire roman, en loopt over van liefde voor de hoofdpersoon: een verlegen inheemse vrouw, kansarm opgegroeid en voor de buitenwereld volstrekt anoniem.
Roma behandelt thema’s als ras, geslacht en klasseverschillen, en is daarmee dus hartstikke politiek. En dat gaat ook op voor de andere favorieten die ik hier noem. Wat deze films echter met elkaar gemeen hebben, is dat de thematiek niet wordt voorgekauwd of expliciet benoemd. Tijdens het kijken mag je helemaal zelf ontdekken – of zelfs verzinnen – waar de verhalen over gaan.
Toch fijn dat er ook in schreeuwerige tijden nog genoeg filmmakers zijn die gewoon lekker blijven fluisteren.
Roma is te zien op Netflix, maar ook in Eye en vanaf januari in diverse bioscopen in het land. Het grote scherm verdient absoluut aanbeveling. De meeste andere films die in dit stuk worden genoemd zijn inmiddels te zien via online videotheken.
Meer lezen?
Waarom het verschil tussen sexy en seksistisch in films niet altijd herkenbaar is De laatste jaren is er veel discussie over seksisme in de filmindustrie, met de rel rond Bernardo Bertolucci’s Last Tango in Paris als recentste voorbeeld. Hoe om te gaan met de male gaze die de filmwereld domineert? De eerste succesvolle superheldenfilm met een vrouw (en meer films die 2017 tekenden) Wie eens stevig wilde reflecteren op de actualiteit, kon het afgelopen jaar goed terecht in de bioscoop. Het filmaanbod van 2017 was opvallend kritisch en beschouwend, en nog artistiek bevredigend ook.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!