Onze schoenzolen zuigen zich vast in de klei van de Noordoostpolder. Het lege, vlakke boerenland strekt zich voor ons uit, terwijl de wind motregen in ons gezicht blaast.
Tot zes jaar geleden stond deze akker bij het dorp Kraggenburg, een paar kilometer ten zuidoosten van Emmeloord, nog vol brandnetels. Eén miljoen stekjes had Bob Crébas geplant op vijf velden, 33 hectare groot – min of meer op de plek waar hij in 1951 geboren was en waar zijn ouders een akkerbouwbedrijf hadden. Kwam je hier in de zomer van 2012 dan keek je op tegen een twee meter hoge muur van brandnetels.
Mooi, vond Crébas, die rijk was geworden met de verkoop van Marktplaats.nl in 2004. Hij genoot ervan de stekjes te zien uitgroeien tot een metershoog gewas, waarin kleurrijke vlindersoorten als de dagpauwoog en de atalanta zich ontpopten. En dan de grootse gedachte dat de netels, die doorgaans als irritant en nutteloos onkruid worden gezien, misschien zouden uitgroeien tot dé nieuwe grondstof voor kleding.
Het idee leek haalbaar: brandnetels zijn zeer geschikt om er kleding van te maken, Crébas mocht er zelfs bij DWDD over vertellen
Met zijn vrouw en twee zonen begon Crébas in 2005 aan het brandnetelavontuur. Het uitgangspunt: een duurzaam alternatief ontwikkelen voor het vervuilend katoen om zo een steentje bij te dragen aan een schonere wereld. Zijn agrarische achtergrond – hij groeide op in een boerengezin als zoon van een aardappelteler – was daarbij mooi meegenomen.
Het idee leek haalbaar: brandnetels groeien in Nederland als kool, de vezels zijn zeer geschikt om er kleding van te maken, er is een berg geld om het te financieren en de media-aandacht was groot: Crébas mocht er zelfs bij De Wereld Draait Door uitgebreid over vertellen.
Maar nu zijn de brandnetels verdwenen. De akker is verkocht aan een boer die er suikerbieten, aardappelen en tarwe op verbouwt.
‘Ik voelde me geroepen’, begint Crébas. ‘Ik dacht: juist wij kunnen hier iets goeds mee doen. Dat we de brandnetelkleding niet van de grond kregen... We zijn er flink ziek van geweest.’
Brandnetels als belofte
Het brandnetelidee kwam van Crébas’ vrouw, Carla Wobma. In 2004 hoorde ze van Jacques Volckman, een bevriende modeontwerper, over textiel gemaakt van brandnetels, waarbij uit de stelen van de plant de vezels worden gewonnen. Het zou een zeer schone en duurzame vezel zijn. Zo heeft het gewas nauwelijks tot geen bestrijdingsmiddelen of extra water nodig.
Het idee prikkelde Crébas’ gezin, die een paar maanden daarvoor met vier mede-eigenaren Marktplaats.nl aan eBay had verkocht voor 224,5 miljoen euro, ruim 800 keer meer dan de 600.000 gulden die ze in 1999 betaalden voor de overname van de site voor tweedehandsgoederen.
De familie Crébas hield zelf 78 miljoen euro over aan de verkoop van Marktplaats, maar rentenieren zagen Crébas en zijn gezin niet zitten
De familie Crébas hield zelf 78 miljoen euro over aan de deal, maar rentenieren zagen Crébas en zijn gezin niet zitten. Hij is een dromer, een idealist. Altijd al geweest. Met al dat geld kon hij zijn idealen in de praktijk brengen. ‘Rijkdom is het vermogen iets mogelijk te maken. Zo konden we iets bijdragen.’
Via Volckman kwam Crébas erachter dat in Duitsland nog een stoffenfabrikant zat die claimde te weten hoe je van brandnetels textiel kon maken: Heinrich Kranz.
Deze Duitse ondernemer vertelde hem bij een bezoek in 2005 al een tijd bezig te zijn brandnetelstof te ontwikkelen. Het is moeilijk en kostbaar, zei Kranz, hij had geld nodig. Crébas’ investeerde tonnen in Kranz’ onderneming. Zijn enthousiasme over brandneteltextiel was inmiddels flink gegroeid. Hunebedbouwers, had hij gelezen op internet, droegen al kleding van brandnetelvezels. En ook in de middeleeuwen werd er textiel van de plant gemaakt.
Het goedkope en makkelijk te oogsten katoen uit India had de brandnetel langzaam maar zeker verdrongen. De kennis over hoe je van brandnetels textiel maakt, was grotendeels verloren gegaan. Kranz beweerde die oude kennis wel te hebben.
Met behulp van een biologische boer, eveneens uit Flevoland, begon Crébas brandnetelstekjes te planten, afkomstig van Kranz. Binnen twee jaar zouden de eerste stengels rijp zijn voor de oogst.
Fraude door de Duitse partner
Omdat het nog een tijd duurde voordat er van de in Nederland geteelde brandnetels kleding kon worden gemaakt, kocht Crébas de stof voor de eerste collecties van Brennels, zoals de onderneming in het begin heette, bij de Duitse leverancier in. Het idee was dat ze op den duur zelf de netels zouden telen, waarna Kranz er stoffen van zou maken.
Maar na verloop van tijd begonnen ze bij Brennels steeds meer te twijfelen. Aanleiding was een uitzending van de Keuringsdienst van Waarde eind 2005.
De journalist van het programma wilde duurzame T-shirts laten maken van brandnetel. Tijdens zijn bezoek aan Crébas en zijn collega’s liet hij een lapje stof zien dat ze van Kranz hadden gekregen. De mensen van Brennels voelden zich belazerd. Ze werkten op dat moment al een jaar met de Duitse leverancier samen, maar nog nooit hadden ze zo’n fijne stof van hem ontvangen. Ze laten de stof testen in een laboratorium. Het blijkt niet van brandnetel gemaakt te zijn, maar van katoen.
Voor de eerste modecollectie besluiten ze bij Brennels de stoffen ook te laten onderzoeken, met onduidelijk resultaat. Er bleken bastvezels in te zitten, maar of die van brandnetels afkomstig was, bleef ongewis. Crébas wilde inzicht krijgen in het proces, maar dat weigerde Kranz. Strikt geheim, claimde de Duitse ondernemer. Ze waren niet welkom in zijn fabriek.
Een gang naar de rechter leek de logische tegenzet, maar Crébas besloot geen zaak tegen Kranz te beginnen. ‘Het zou ons nog meer tijd en geld kosten en ook leiden tot negatieve verhalen rondom de brandnetel. Je moet je verlies dan maar nemen. De werkelijkheid is nu eenmaal vaak minder mooi dan de waarheid.’
Het voorval stelt Crébas en zijn team voor een drastische keus: stoppen of doorgaan met brandnetelkleding. Ze kiezen voor dat laatste. ‘We raakten er steeds meer van overtuigd dat kleding maken van netels een topidee was. Vanwege de mooie eigenschappen van de netelvezel en omdat we er sterk in geloofden dat brandnetel een alternatief voor het vuile katoen kon zijn.’
Van bijstandstrekker tot multimiljonair
Dat Crébas zijn geld zette op een materiaal waar nauwelijks iemand in geïntereseerd was, typeert hem. Crébas is tegendraads, wil het laten zien dat dingen ook op een andere manier kunnen. Noem het eigenwijs, eigenzinnig. Hij heeft het altijd gehad.
Tot rond zijn dertigste leefde Crébas deels van een uitkering. Af en toe heeft hij een baantje via uitzendwerk: van ’s nachts aardbeienbakjes stapelen in een fabriek tot doodgraver, bosarbeider en boontjes doppen in een conservenfabriek. Maar het duurde nooit lang.
Crébas: ‘Werken was iets voor de dommen, zei ik altijd.’ Muziek maken, voor zijn kinderen zorgen en protesteren tegen kernenergie: dat vond hij nuttig in het leven. ‘Mijn bijstandsuitkering beschouwde ik als een basisinkomen.’
In de tijd dat hij niet werkte, voerde hij actie tegen kernenergie. Met zijn vrouw en een paar anderen richtte hij in 1977 de Werkgroep Kernenergie Noordoostpolder op. Ze hielden voorlichtingsavonden over de gevaren van kernenergie en voerden actie.
Crébas ging managementbladen en boeken lezen om erachter te komen hoe hij zo veel mogelijk mensen kon bereiken. ‘Bij actievoeren en ondernemen draait het om dezelfde vaardigheden.’
Maar begin jaren tachtig was Crébas klaar met actievoeren. ‘Altijd maar overal tegen te zijn, is vermoeiend’
Maar begin jaren tachtig was Crébas er klaar mee. ‘Altijd maar overal tegen te zijn, is vermoeiend.’ Hij en zijn vrouw Carla Wobma, die hij rond zijn twintigste had leren kennen op de dansvloer van een café in Arnhem, waren toe aan iets positiefs.
Toen Crébas door mede-actievoerder Johan Ottens werd gevraagd een werklozenproject te helpen opzetten, was hij meteen enthousiast. Met een groepje baanlozen – baanloos is wat anders dan werkloos, vindt Crébas – begonnen ze met subsidie in 1982 een kringloopwinkel in Emmeloord, genaamd Goedzooi. ‘We zien onszelf als het maatschappelijk afval van de economie, dat het fysieke afval van anderen opruimt’, schreef hij daarover in zijn autobiografie Iedere dag vrij.
Van de gemeentesubsidie kochten ze een auto plus aanhangwagen, gereedschap (voor reparaties) en huurden ze een geschikte locatie. Crébas en de andere baanlozen wilden laten zien dat hergebruik normaal is en niks om je voor te schamen.
In de kringloopwinkel in Emmeloord groeide de liefde voor kleding en textiel. Door tweedehands kleding te sorteren, leerden ze veel over kwaliteit van kleding, materiaalsoorten, wat wel of niet verkoopt en hoe je kleding in de markt zet.
De tweedehandszaak groeide uiteindelijk uit tot een van de grootste kringloopbedrijven van Nederland, onder de nieuwe naam Het Goed. De winkels verkochten jaarlijks bijna een miljoen kledingstukken.
Toen in de jaren negentig internet steeds belangrijker werd, zag Crébas dat een website naast de fysieke winkels, waar mensen tweedehandsspullen kunnen verkopen en kopen, een mooie toevoeging kon zijn. Zijn oog valt op Marktplaats.nl, vanwege de uitstraling en overzichtelijkheid van de site. Hij koopt de site, met nog vier anderen, uiteindelijk voor 600.000 gulden – en verkoopt hem vier jaar later voor 224,5 miljoen euro aan eBay.
Het geld besluiten ze te investeren in iets waar ze dan al 25 jaar lang indirect mee bezig zijn: het verduurzamen van de kledingmarkt.
Grootse ideeën over de natuur
We zijn de motregen ontvlucht, met moddervoeten stappen we in Crébas’ zilverkleurige Audi A6. Na vijf minuten rijden we tussen de weilanden een oprit op. We passeren een groot bord met ‘Netl, De Wildste Tuin’. Die ‘tuin’, het eigendom van zijn gezin, is negentig voetbalvelden groot. ‘Een van de grootse ideeën die we hadden, was een natuurgebied aanleggen, waar mensen de oorsprong van de brandnetelstof konden ervaren.’
Een bosrijke omgeving met bloemrijke akkerranden, met dieren en vrije natuur waar je met je vingertoppen de brandnetels kon aanraken: Crébas ziet het – ook vijf jaar later – nog helemaal voor zich.
Crébas en zijn gezin waren trots op de brandnetels en het proces om van vezel tot stof te komen – dat verdiende het om gezien te worden
Het ging om de beleving rondom de plant en mensen laten genieten van het buitenleven, vertelt Crébas. Als je mensen de natuur laat beleven, gaan ze zich vanzelf daar ook verantwoordelijk voor voelen, was de gedachte. En verder waren Crébas en zijn gezin natuurlijk ook gewoon trots op de brandnetels, en het hele proces om van vezel tot stof en kleding te komen; dat verdiende het om gezien te worden.
Het park werd in twee jaar tijd uit de grond gestampt: een grote waterplas omringd met riet, kleine beekjes die tussen de heuvels en bomen door kronkelen, een metershoog bamboebos met smalle paadjes en grasveldjes vol fruit- en notenbomen. In de zomer worden er nog altijd trouwerijen en feesten gegeven en het park is ook de plek waar elk jaar het muziekfestival Wildeburg plaats heeft.
We lopen via een smal grindpad langs metershoge bamboe, in de richting van een grote schuur. Hoewel er van de brandnetelplantages in het park niets meer over is, een paar verdwaalde stengels daargelaten, ligt deze schuur nog vol spullen uit de tijd van het bedrijf Brennels.
Zodra de lichten in de schemerige schuur aanknippen, zie je grote balen met gedroogde brandnetels liggen. De schuur ruikt naar stro. Een paar meter van de deur aan de rechterkant staat de zogheten biovergistmachine, waarmee de vezels uit de stengels van de brandnetel werden onttrokken. Aan de andere kant van de machine liggen nog wat wollige hoopjes brandnetelvezel.
Na een jaar kon al stof van de vezels worden gemaakt
Stof maken, dat lukte uiteindelijk. In het team van Crébas, dat in vijf jaar tijd was uitgegroeid tot een team van vijftien mensen, waaronder textieldeskundigen, modeontwerpers, agrariërs en marketingmensen, zaten twee knappe koppen die het proces ontwikkelen.
Het waren Jeroen Bos, voorheen productontwikkelaar bij Nike, en Ellen Atema, een jonge net afgestudeerde textielingenieur. Zodra Bos de brandnetelstengels zag, was hij verkocht, zegt hij aan de telefoon. ‘Ik plukte de steel en keek in de bast van de plant: er zaten van die glanzende vezeltjes in. Het leek op zijde. Prachtig mooi.’
Het lukt Bos en Atema om de vezels uit de brandnetels te onttrekken. Dat bleek nog een hele klus te zijn. Door de brandnetels na het maaien te laten liggen op het land, gaan de stengels snel rotten. De glanzende vezels veranderen in dof, stug materiaal. Hier gaat Bob geen mooie dameskleding van maken, ziet Bos.
‘Ik plukte de steel en keek in de bast van de plant: er zaten van die glanzende vezeltjes in. Het leek op zijde. Prachtig mooi’
Door toeval stuit Bos op een mogelijke oplossing: in plaats van de stengels op het land te laten, bedenkt hij een manier om dit proces via een soort biovergisting na te bootsen. Het lukt hem, maar het proces is kostbaar en tijdrovend, mede doordat hij brandnetels dan nog niet in grote hoeveelheden kan verwerven en verwerken.
Daarvoor hebben ze een grote partij nodig die bereid is te investeren en die de brandneteltextiel wil afnemen. Diverse modebedrijven tonen interesse; uiteindelijk gaat Brennels samenwerken met het Nederlandse merk G-Star Raw. In 2010 brengt G-Star een collectie spijkerbroeken uit met brandnetelgarens erin verwerkt. Maar ook dit merk haakt volgens hen uiteindelijk af.
Frouke Bruinsma, corporate responsibility director bij G-Star, laat weten dat ze hebben gekeken of brandnetel een goede duurzame vervanger voor katoen kon zijn, maar dat ze uiteindelijk geen realistisch businessmodel konden ontwikkelen om brandnetelvezels in denim stof te verwerken.
Het percentage brandnetel in de stof kregen ze moeilijk hoger dan 10 procent, er waren moeilijkheden in het productieproces en de hoge kosten van de vezel speelden mee. ‘Het was een combinatie van factoren’, zegt Bruinsma. ‘Maar de duurzame aspecten van de vezel blijven interessant.
Volgens Bos speelde inderdaad mee dat G-Star de prijs van de brandnetelvezel te hoog vond. Het prijsverschil was dan ook enorm: een kilo brandnetelvezels kostte tussen de 25 en 35 euro, een kilo katoen 1,5 euro. Om de brandnetel concurrerend te maken, was opschaling noodzakelijk, maar zonder afnemers zou dat nooit lukken.
Tegenwind in De Wereld Draait Door
De lichten in de schuur gaan uit, de deur weer op slot. Een paar meter verderop staat de winkel van Brennels. Een houten gebouw, waar een deel van de brandnetelkleding werd verkocht, evenals kleding van andere verantwoorde merken. Een andere winkel van Brennels, die in 2006 in Arnhem werd geopend, ging al na vier jaar dicht wegens gebrek aan klandizie.
Crébas loopt langs de rekken met kleren die niet zijn verkocht . Rokken, jurken, truien, T-shirts en leggings. ‘We hebben jarenlang geprobeerd het te laten lopen. We stonden op beurzen in Parijs, Berlijn en Kopenhagen, trokken professionele fotografen aan en verlaagden de prijzen met bijna de helft. Maar zelfs toen bleven de mensen weg.’
Crébas pakt een oranjekleurige trui van de stapel uit het houten rek en houdt het met uitgestrekte armen voor zich uit. ‘Het is gewoon mooie, goede kleding’, zegt hij beslist.
Maar niet iedereen was het daarmee eens.
De Volkskrant deed een jurk van brandnetelstof af als ‘een hobbezak’ in auberginepaars of courgettegroen. Jan Mulder noemde de kleding ‘vormloos’
Een jurk van brandnetelstof werd in de Volkskrant afgedaan als ‘een hobbezak’ in auberginepaars of courgettegroen. Tijdens een uitzending van De Wereld Draait Door in januari 2009 gebeurde hetzelfde: daar was het Jan Mulder die de kleding ‘vormloos’ noemde en het vergeleek met ‘een zak’.
Volgens Crébas praatte Mulder de Volkskrant na en lag het noch aan hun kleding of brandnetels, maar aan het negatieve imago dat om duurzame kleding en duurzaamheid in het algemeen hing.
Uit de tekst die Crébas stuurt – hij heeft de uitzending uitgeschreven – blijkt dat hij zich behoorlijk liet gaan en vol de confrontatie met Mulder aanging. Na de uitzending vroeg Crébas zich af of hij zich niet te veel op de kast liet jagen. ‘Mijn zoon Frank, die ook aan tafel zat, wilde me tijdens de uitzending al op een ander spoor te zetten, maar zijn voeten konden me niet bereiken onder de grote tafel’, analyseert hij.
De verkoopcijfers namen toe, toch ging het mis
Een PR-debacle was het niet te noemen. Na de uitzending groeiden de verkoopcijfers. Waarom ging het uiteindelijk toch nog mis? Volgens Jeroen Bos was schaalvergroting noodzakelijk om de concurrentie met katoen aan te gaan. ‘Het is een prachtige, schone vezel met enorm veel potentie, maar we konden het niet alleen. We hadden een gevestigd bedrijf of merk nodig, met distributiekanalen en goede afzetmogelijkheden.’
Natuurlijk heeft Crébas zelf er ook over nagedacht waarom het mislukte. Alles waar het kan zijn misgelopen is hij nagegaan. Waren ze te vroeg? Lag het aan het slechte imago van de brandnetel? Had het te maken met de kritische noten in de media? Zijn verklaring: mensen zaten gewoon niet te wachten op verantwoorde (brandnetel)kleding. ‘Het negatieve imago van duurzaamheid was het grootste probleem.’
Wat ook niet meehielp was de crisis van 2008: winkels kochten nauwelijks nieuwe merken in, sloten de deuren of betaalden hun rekeningen niet. Het resultaat: na acht jaar proberen en een paar miljoen euro te hebben geïnvesteerd, was zijn bedrijf nog altijd niet winstgevend.
En dat terwijl de kledingbedrijven – naast G-Star Raw ook C&A en We Fashion – wel degelijk oog hadden voor de brandnetelstof. Jan Mulder mocht ecologische kleding misschien wegzetten als geitenwollensokkenmode, grote kledingmerken wisten toen al dat ze moesten verduurzamen. Waarom niet met de brandnetels van Crébas?
Het is aannemelijk dat de prijs van brandnetelstof de doorslaggevende factor moet zijn geweest. Die kwam nog niet in de buurt van de katoenprijs op de wereldmarkt – en dat in een competitieve industrie als kleding, waarin het letterlijk gaat om elke cent.
Ruimte voor innovatie is er dan nauwelijks of niet. Kuyichi, een ander duurzaam Nederlands merk dat rond dezelfde tijd als Brennels op de markt kwam, concludeerde ook al dat ‘het lanceren van een nieuw kledingmerk in een zeer competitieve markt heel moeilijk was’. En dan had Brennels nog de barrière dat het met een totaal nieuw materiaal werkte. Crébas: ‘Het gaat allemaal om de winst, de laagste prijzen. Hoe verklaar je anders het succes van de Primark?’
Toch ziet hij geld niet als de kern van het probleem. Dat was het gebrek aan ambitie van de modebedrijven. ‘Merken kunnen bijvoorbeeld beginnen met 1 procent brandnetel. In een spijkerbroek van 500 gram zit dan 5 gram netelvezel. Dat kost je, zeg, 12,5 cent per broek.’ Voor de prijs hoefden de merken het niet te laten, wil hij maar zeggen. ‘De bereidheid en wil was er gewoon niet.’
Vechten tegen de bierkaai
Toen begin 2013 Milieu Centraal constateerde dat synthetische vezels duurzamer zijn dan natuurlijke, was dat voor Crébas de druppel. ‘De organisatie stelde dat brandnetelteelt, net als de teelt van andere natuurlijke grondstoffen, veel beslag legt op landbouwgrond, wat slecht zou zijn. Dat synthetische kleding bijdraagt aan de plastic soep is totaal genegeerd.’
‘Als zelfs milieuorganisaties je duurzame product afvallen, hoe overtuigen wij dan nog een bewuste consument? Het werd vechten tegen de bierkaai.’ In mei 2013 trokken ze de stekker eruit. ‘We hadden er zo’n lol in met z’n allen. We hebben alles geprobeerd. Maar als je de wereld wilt verbeteren, moet je dat niet met kleding doen.’
Een paar dagen na mijn bezoek aan Crébas, stuurt hij me drie documenten. Spreadsheets vol cijfers, percentages, rekensommen. De zoektocht naar de beste grond, hoeveel water ervoor nodig is, hoe je de plant uit de grond haalt, hoe je de vezel van de stengel krijgt. Acht jaar aan kennis en werk in één overzicht.
Hij heeft het niet voor niets gedocumenteerd. Hijzelf begint er niet aan, maar mocht zich een serieuze partij melden, die écht verschil wil maken ‘met alle rotzooi’, zoals hij het verwoordt, dan stelt hij zijn kennis graag ter beschikking. ‘Natuurlijk hoop je dat er op een dag iemand komt die er verder mee wil. Ik geloof er nog steeds in.’
Meer lezen?
Heet, heter, onleefbaar: de zomer van 2018 dwingt ons tot actie Vroeger konden we over extreem weer praten zonder het klimaat te noemen. Dankzij de voortschrijdende klimaatwetenschap weten we: de extreme hitte van deze zomer is het gezicht van wereldwijde opwarming. Volgens een nieuw scenario kunnen we afglijden naar een onleefbaar hete aarde. Gratis af te halen bij Marktplaats: persoonsgegevens van derden Wie zijn gegevens opvraagt bij Marktplaats, krijgt niet alleen inzage in de eigen transacties, maar ook in de persoonsgegevens van derden. Ik kreeg van 32 gebruikers zomaar het IP-adres toegestuurd en van 14 het mobiele telefoonnummer. Dat is in strijd met de privacyvoorwaarden van de site zelf en waarschijnlijk ook met de wet. En het blijkt geen incident, maar een structureel probleem bij de grootste koopjesmarkt van Nederland.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!