Een van de grootste revoluties in het voetbal van de laatste jaren is de invoering van de video-assistent-scheidsrechter (VAR).

Na jarenlang verzet door de FIFA, en met name voorman Sepp Blatter, werd de VAR vorig jaar vrij plotseling ingevoerd bij het WK in Rusland. Dat dit gebeurde was voor een groot deel te danken aan de inzet van de KNVB.

De Nederlandse voetbalbond voerde een lange, geduldige, en intensieve lobby – en schuwde daarbij een klein, maar cruciaal leugentje om bestwil niet.

Te weinig tijd voor het hele artikel? Lees hier de belangrijkste inzichten. De VAR was er nooit gekomen zonder de KNVB – en nog vier inzichten over de video-assistentscheidsrechter Lees de samenvatting hier

De lobby van de KNVB begon op 6 april 2011 toen de ‘werkgroep elektronische hulpmiddelen’ voor het eerst bijeenkwam in vergaderzaal Het Dak van het KNVB-gebouw in Zeist. De conclusie van de werkgroep was al snel – een eerste position paper – dat scheidsrechters moesten worden geholpen door videoscheidsrechters.

In de daaropvolgende jaren zouden ze diverse bezwaren tegen de videoscheidsrechter moeten wegnemen. Een van de voornaamste was dat het spel te vaak en te lang stil zou komen te liggen. De videoscheidsrechter had immers tijd nodig om de herhaling te bekijken en de scheidsrechter op het veld te adviseren. Maar hoeveel tijd? Niemand wist dat.

Om dat te onderzoeken was een officieel experiment noodzakelijk, met goedkeuring van de internationale spelregelcommissie IFAB. Maar als vooraf de inschatting was dat het spel te lang stil zou liggen, was de kans groot dat er nooit een experiment zou komen – want de conservatieve IFAB stond en staat kritisch ten opzichte van verandering.

Hoe was dat de KNVB gelukt? De KNVB had tijdens het lobbyen bij de IFAB, de wereldvoetbalbond FIFA en de Europese voetbalbond UEFA consequent volgehouden dat de videoscheidsrechter nodig had voor een check, blijkt uit interne position papers en presentaties die ik raadpleegde.

In werkelijkheid wisten de Nederlanders dat dit langer zou duren – dat was uit eigen onderzoek wel duidelijk geworden.

Een ‘handige aanname’ met groot effect

‘Hoe zal ik het zeggen?’, zegt Gijs de Jong, nu secretaris-generaal van de KNVB, destijds aanvoerder van de lobby om de VAR ingevoerd te krijgen. ‘Het was een optimistische, politiek handige aanname.’

Het doel van de aanname/het leugentje was duidelijk: als er eenmaal een experiment was gedaan, zouden de voordelen van de VAR zó duidelijk zijn, verwachtten De Jong en consorten, dat de nadelen van tijdverlies die het experiment zou blootleggen, daar niet tegen op zouden wegen.

En aldus geschiedde. In het voorjaar van 2016 stemde de IFAB in met officiële experimenten. De eerste experimenten in de zomer van 2016, en al in 2017 verklaarde de FIFA de VAR op het WK van 2018 te willen gebruiken – zoals inderdaad

De lobby had jaren geduurd, het verzet ertegen was groot (onder meer door FIFA-baas Sepp Blatter, waarover later meer), maar plots was het conservatieve voetbal razendsnel overstag gegaan, precies zoals de KNVB het had bedacht.

De diepste wens van veel voetballiefhebbers: jengelen over de scheidsrechter

De VAR is inmiddels actief in diverse competities, met als hoofddoel om wedstrijdbeslissende fouten van scheidsrechters te voorkomen.

En de VAR voldoet aan de verwachtingen: in slechts maakt een scheidsrechter nog een serieuze fout. Vóór de komst van de VAR was die score 1 op 3. Evidente blunders zoals de van Thierry Henry die Ierland deelname aan het WK of de van Diego Maradona in 1986, zijn verleden tijd.

In Nederland maakten de scheidsrechters, met hulp van de VAR, na 25 speelronden (225 wedstrijden) slechts 9 blijkt uit cijfers die de scheidsrechterscommissie van de KNVB me stuurde. Zonder VAR lag dit cijfer vermoedelijk rond de 75. Immers: in die 225 wedstrijden keken de scheidsrechters op advies van de VAR naar het scherm aan de rand van het veld. Dat zijn dus 75 keer dat de VAR meende dat de scheidsrechter er serieus naast zat – en vrijwel altijd krijgt de VAR gelijk.

De vertraging door de VAR valt ook mee. Gemiddeld kijkt in de Eredivisie 1 keer per 3 wedstrijden een scheidsrechter naar de monitor langs het veld (een ‘on-field review’). De gemiddelde review duurt 64 seconden, wat volgt op gemiddeld die de VAR nodig heeft om de scheidsrechter te adviseren. Voor het perspectief: alleen al door wordt het spel meer opgehouden dan door de VAR.

Je zou, kortom, alom tevredenheid verwachten. Maar, blootgesteld aan de VAR en diens bijna perfecte rechtvaardigheid, zijn vele voorstanders van de VAR ineens niet meer zo erg voor de VAR – zoals het programma liet zien.

Sterker: als collectief – fans, spelers, coaches, media – lijkt de voetbalwereld eerder meer te zijn gaan jengelen over scheidsrechters dan – zelfs nu er nauwelijks nog aanleiding voor is.

Scheidsrechter Dennis Higler merkte vorige maand op dat de VAR de aandacht voor de scheidsrechters ‘eerder heeft laten toenemen’. Scheidsrechter en scheidsrechteranalist Alex ziet dat er minder fouten zijn, ‘maar dat de resterende fouten veel heftiger bekritiseerd worden’.

Kennelijk had Sepp Blatter een punt, toen hij in 2010 dat ‘discussiëren over de scheidsrechter’ een van de diepste behoeftes is waarin voetbal voorziet.

Hoe komt het dat, ondanks de grotere rechtvaardigheid, er zoveel over wordt geklaagd? En wat voor invloed heeft de VAR echt? Tijd voor een duik in de nieuwe wereld die de VAR bracht, aan de hand van 14 vragen (en wat arbitraire speculaties). Ik heb ze hieronder vast op een rij gezet, zodat je ze ook apart kunt lezen.

Wat was de aanleiding voor de invoering van de VAR?

Op 6 juni 2010, vier dagen voor het begin van het WK voetbal in Zuid-Afrika, wordt FIFA-voorzitter Sepp Blatter op een gevraagd of scheidsrechters geen hulp van een doellijncamera moeten krijgen, om te beoordelen of een bal over de lijn is gegaan of niet.

Blatter legt nog één keer uit waarom hij daarop tegen is. ‘Als de wetenschap in het spel komt’, zegt hij, ‘komt er een eind aan de discussies. Dat willen we niet. We willen emotie, en zelfs een beetje meer dan emotie: we willen passie.’

Als doellijntechnologie wordt toegelaten, redeneerde hij, zou dat onherroepelijk leiden tot het gebruik van technologie – en meer transparantie – voor alle andere beslissingen op het veld. Het slachtoffer van transparantie zou het geklaag over de scheidsrechter zijn – en geklaag over scheidsrechters was een belangrijke attractie van het voetbal,

Drie weken later, toen Duitsland en Engeland tegenover elkaar stonden in van het WK, landden Blatters woorden als een boemerang in zijn gezicht. Een schot van de Engelse middenvelder Frank Lampard belandde via de lat achter de doellijn – doelpunt dus – en weer terug het veld in. De scheidsrechter had het niet gezien, de grensrechter ook niet, maar de camera’s en dus de rest van de wereld wel.

was zelfs voor Blatter te veel. Twee dagen na de wedstrijd verkondigde Blatter plechtig, alsof hij 23 dagen eerder niet het tegenovergestelde had gezegd, dat het tijd was voor verandering. ‘Het zou nonsens zijn om het dossier over technologie niet te heropenen.’

Hoe is de VAR tot stand gekomen?

Blatters ommezwaai over doellijntechnologie in 2010 leidde niet tot... doellijntechnologie.

is momenteel slechts her en der ingevoerd. Een investering van drie ton per stadion voor gemiddeld 0,2 betwistbare situaties bleek voor de meeste competities wat aan de dure kant.

Maar de toelating van doellijntechnologie zette wel – precies zoals Blatter voorspelde – de deur op een kier voor invoering van een verstrekkender de videoscheidsrechter. Iemand of iets moest de deur alleen nog maar even hard opentrappen. En die iemand of iets was de KNVB – die na Blatters opmerkingen in Zuid-Afrika doorhad dat er iets mogelijk was.

Op 6 april 2011 kwamen op uitnodiging van toenmalig manager competitiezaken vijf personen bijeen: De Jong, lid technische staf scheidsrechterszaken persvoorlichter teammanager van het Nederlands elftal en consultant

Zij gingen daar hardop nadenken over één ‘Stel dat we alle bestaande technologie zouden kunnen gebruiken om de scheidsrechters te helpen: hoe zou dat eruitzien?’

Het antwoord was, bleek al uit een drie weken later, een ‘video-official’. De werkgroep zou uiteindelijk uitgroeien tot ‘een kleine, stiekeme research & development-afdeling’, aldus De Jong, die wilde experimenteren met een video-assistent-scheidsrechter, om daarmee het voetbal eerlijker

Waarom pakte de KNVB het onderwerp juist toen op?

Omdat het gat tussen wat de scheidsrechter kon zien, en wat de rest van de wereld kon zien, onacceptabel groot was geworden.

De iPad was gelanceerd, smartphones werden sneller, mensen konden herhalingen van cruciale scènes zo snel en vaak zien als ze wilden – in het stadion en thuis op de bank. Het falen van de scheidsrechter was voor iedereen direct duidelijk. (Wat hij goed deed was ook duidelijk, maar daarvoor was minder interesse.)

De KNVB was het – aldus De Jong – als werkgever aan de scheidsrechters verschuldigd dat ze niet elke week gezeik over zich heen kregen vanwege iets waar ze nauwelijks wat aan konden doen. De Jong: ‘Wij dachten: het kan niet zo zijn dat de man die de beslissing moet nemen, zo’n beetje de enige is die niet over de beelden kan beschikken.’

De kritiek op de scheidsrechter kon gevaarlijk escaleren: de Engelse scheidsrechter Howard Webb werd na het toekennen van een strafschop op het EK 2008 door talloze Polen met de dood bedreigd. Geloof het of niet: onder hen was ook de Poolse premier (en huidig voorzitter van de Europese Raad)

Onacceptabel, vond de werkgroep, zeker omdat de technische hulpmiddelen om dit leed te voorkomen er gewoon waren.

Hoe wist de KNVB dat de VAR kon werken?

Omdat de KNVB een had uitgevoerd. In het seizoen 2013/2014 bewaakten bij enkele tientallen 14 camera’s van het bedrijf de doellijnen - dat was inmiddels toegestaan.

Dat de doellijntechnologie goed zou werken, was vrijwel zeker. HawkEye had zich in het cricket en tennis al lang bewezen. Maar de KNVB had een belangrijker doel voor ogen met het installeren van de doellijncamera’s van HawkEye: experimenteren met een videoscheidsrechter, zo blijkt uit

De software van HawkEye bood Raymond van Meenen, zelf ex-scheidsrechter en lid van de werkgroep uit Het Dak, de mogelijkheid om tijdens wedstrijden de tv-beelden stop te zetten. Zo kon hij simuleren wat in april 2011 in Het Dak als vergezicht was geschetst: het bestaan van een videoscheidsrechter die foute beslissingen signaleert en corrigeert.

In een busje bij de stadions keek Van Meenen ‘offline’ mee. Dat wil zeggen: hij stond niet in contact met de scheidsrechter op het veld, maar deed wel alsof. Als hij een fout vermoedde, spoelde hij de beelden terug, checkte hij zijn vermoeden, waarop hij via een microfoon een imaginaire scheidsrechter informeerde over een verkeerd besluit.

Aanvankelijk probeerde Van Meenen bijna alle beslissingen op het veld te toetsen. Dat bleek al snel zinloos. ‘Raymond [Van Meenen] zat continu op die rode knop te rammen’, zegt De Jong. ‘Het zou allemaal veel en veel te veel worden.’

Gaandeweg ging hij zich beperken. De videoscheids moest zich beperken tot vier types besluiten, concludeerde de werkgroep: rode kaarten, doelpunten, strafschoppen en persoonsverwisselingen (als een scheidsrechter per ongeluk de verkeerde speler een kaart geeft).

Het offline experiment leidde tot een van tientallen wedstrijden. De mondden uit in een position paper en een presentatie van de KNVB over de videoscheidsrechter. Documenten die misschien ooit nog eens een plaats in het zullen krijgen.

Hoe werd de VAR uiteindelijk werkelijkheid?

Doordat de KNVB, met de resultaten van het experiment in de hand, bij de IFAB, FIFA en de UEFA bleef lobbyen voor een groot ‘online’ experiment tijdens officiële wedstrijden. Door in voor zo’n experiment te benadrukken dat de scheidsrechter op het veld uiteindelijk de baas zou blijven – een voorwaarde van de IFAB.

En door de werkelijkheid te masseren: ingrepen door de videoscheidsrechter zouden het spel per keer slechts ‘15 seconden’ ophouden. Dat was in werkelijkheid een stuk langer, was uit het offline experiment gebleken. Maar, zoals De Jong het zegt, politiek was het wat handiger een optimistische aanname te doen.

Het van Sepp Blatter in juni 2015 bespoedigde het proces. Opeens kwamen er openingen: in september 2015 mochten De Jong en Mike van der Roest, Van Meenens de resultaten van het experiment en hun pleidooi voor de VAR presenteren bij de FIFA.

Daarbij hadden ze de term ‘video referee’ vervangen voor ‘video assistant referee’, omdat de IFAB eiste dat de scheidsrechter de baas zou blijven – iets dat de KNVB tot die tijd niet wilde. Secretaris-generaal stemde in met een experiment.

‘Op dat moment’, zegt De Jong nu, ‘wisten we dat het zou Zo veel vertrouwen had de KNVB immers in het idee van de VAR.

In de zomer van 2016 gingen bij dertien competities VAR-experimenten van start. Werner Helsen en Jochim Spitz, onderzoekers van de Katholieke Universiteit Leuven, de data die uit die experimenten rolden. ‘The Research That Changed Soccer’, Mét VAR bleek 98,8 procent van de belangrijke beslissingen van scheidsrechters goed, zonder VAR lag die score op 93,1 procent.

Concreter en praktischer (en wellicht overtuigender): zonder VAR maakten scheidsrechters 1 keer per 3 wedstrijden een grote fout, mét VAR slechts 1 keer per Wie kon daarop tegen zijn? En dus gebeurde het: vijf maanden na de Leuvense studie, en acht jaar na Blatters draai, zette de FIFA de VAR in op het WK van 2018 in Rusland.

Mooi werk van de KNVB. Maar wat doet die VAR nu precies?

bestaat uit een team van drie mensen die in een zitten: de video-assistent-scheidsrechter, de AVAR (de assistent-video-assistent-scheidsrechter), en een ‘replay operator’ ofwel RO, die de VAR en AVAR desgewenst van herhalingen voorziet.

Dit acroniemenfeestje bekijkt beelden van de wedstrijd – zonder het geluid uit het stadion, wat beïnvloedend zou kunnen zijn – en helpt de scheidsrechter en zijn assistenten bij doelpunten, strafschoppen, rode kaarten, en persoonsverwisselingen.

De VAR staat via een zender in verbinding met de scheidsrechter en kan twee dingen doen met het gezamenlijke oordeel:

1. De scheidsrechter corrigeren (in feitelijke zaken: is er wel of geen buitenspel, heeft een overtreding plaats binnen of buiten het strafschopgebied?).

2. De scheidsrechter adviseren om op de monitor aan de zijkant van het veld dezelfde beelden te bekijken die de VAR in de studio

YouTube
De FIFA legt de VAR uit.

Dit kan de VAR in twee gevallen doen: als de scheidsrechter een incident heeft gemist (een ‘missed incident’), en als de scheidsrechter in de ogen van de VAR een grote fout maakte (een ‘clear and obvious error’). Onthoud dat laatste even.

Is er meer rechtvaardigheid door de VAR?

Jazeker. Een goed voorbeeld is de overtreding van FC Utrecht-speler Willem Janssen op Ajaxspits Kasper Dolberg, tijdens Utrecht-Ajax van eind december, die ik onlangs met scheidsrechter Dennis Higler besprak.

YouTube
Samenvatting van FC Utrecht-Ajax (het moment met Dolberg en Janssen zie je vanaf 2:36)

Higler en zijn assistenten hadden de overtreding van Janssen gemist. Enerzijds baalde Higler dat hij het moment had gemist, anderzijds was het niet zo gek, want het gebeurde op een plek waar de bal niet was. Maar de VAR zag het wel – natuurlijk zag de VAR het. Op advies van de VAR bekeek Higler aan de rand van het veld de beelden en gaf hij Ajax een strafschop.

Dit soort beslissingen zal steeds minder vaak fout gaan. Volgens de Leuvense bewegingswetenschappers Spitz en Helsen – die de beslissingen van de VAR in opdracht van de IFAB monitoren – is het aantal grote weliswaar toegenomen: van 1 fout in 19 wedstrijden naar 1 in 15 wedstrijden. Maar die achteruitgang is simpel te verklaren: Spitz verklaart dit uit de onwennigheid van de landen die dit seizoen de VAR voor het eerst gebruiken.

Veelzeggender is dat vooroplopende landen als Nederland, die al langer werken met de VAR, het niveau vasthouden en zelfs ietsje beter worden. Mike van der Roest, de VAR-coördinator bij de KNVB, zijn er in de slechts 9 grote fouten gemaakt. Dat wil zeggen: naderhand oordeelden de scheidsrechtersbazen, nadat ze de beelden in alle rust hadden bekeken, dat 9 belangrijke momenten door de VAR en scheidsrechter zijn gemist of verkeerd genterpreteerd.

Als dat negatief klinkt: het is extreem weinig. Het komt neer op 1 grote fout per 25 wedstrijden (225 gedeeld door 9).

Het recht zegeviert dus! Toch wordt nog altijd veel gezeurd over de VAR. Waarom?

Deze woorden van ‘Don Leo’ kies ik niet voor niets: een veelgehoorde klacht is de vertraging van het spel, omdat de scheidsrechter bij een advies van de VAR zelf de beelden moet terugkijken aan de rand van het veld: dubbel werk. (Dat wil zeggen: bij kwesties die je verschillend kunt interpreteren, zoals de vraag of iets een overtreding is, of hands. Bij zwart-witsituaties – is een overtreding wel of niet begaan binnen het strafschopgebied? – hoeft de scheidsrechter op het veld niet naar de monitor langs het veld.)

Het voorbeeld bij FC Utrecht-Ajax (1-3) illustreert dit goed. Het strafschopmoment met Dolberg en Janssen duurde 3 minuten (tijd tussen overtreding en besluit). Later die wedstrijd duurde het nog eens 2 minuten en 26 seconden om te of het doelpunt van Frenkie de Jong terecht was toegekend. Opgeteld is dat vrij

Toch zeggen de data dat dit uitzonderingen zijn. De VAR checkt gemiddeld 5 incidenten per wedstrijd – let op: dat is dus inclusief de keren dat hij maakt met de scheidsrechter en er dus geen tijdverlies is. Maar slechts 1 keer op de 3 wedstrijden is er daadwerkelijk een review. En die duurt gemiddeld duurt 55 seconden. Niet spectaculair lang. De vertraging door bijvoorbeeld inworpen is veel en

Wat dan al die ergernis verklaart? Langere interventies zijn nieuw en blijven langer hangen in het geheugen, zeker als het belangrijke, goed bekeken wedstrijden betreft. KU Leuven-onderzoeker Spitz: ‘Neem de achtste finales van de Champions League. Daarin waren er in 3 van de eerste 4 wedstrijden ingrepen, die opgeteld veel duurden. Dat beïnvloedt de beeldvorming.’

Tijdverlies is irritant. Zijn er nog andere redenen tot ergernis?

De VAR is nieuw, ligt daarom onder een vergrootglas en heeft daarom kinderziekten. VAR’s zullen beter worden in hun waarnemingen, communicatie, en concentratie. Het protocol zal nog worden Toeschouwers zullen beter over hun functioneren worden

Maar de belangrijkere reden voor ergernis is permanent: de spelregels. De spelregels zijn in veel gevallen zo geformuleerd dat er geen objectief juiste beslissing mogelijk is, hoeveel videobeelden je ook hebt.

Voorbeeld? Serdar Gözübüyük, een van Nederlands beste scheidsrechters, gaf Heerenveen tegen Ajax geen strafschop nadat de keeper van Ajax in het strafschopgebied een speler van Heerenveen omverliep. De VAR van dienst, Dennis Higler, vond en vindt het een 100 procent-strafschop. Oordeel zelf:

YouTube
Gözübüyük en Higler overleggen over de strafschopscène bij Ajax-Heerenveen.

Deze situatie leidde tot ophef omdat de meeste mensen deze situatie vermoedelijk wél een strafschop vinden. Maar dat is precies het punt: zelfs in dit soort situaties kunnen twee professionele experts tot een ander besluit komen; ook als alle denkbare informatie (beelden) beschikbaar is.

Wat zegt dat over nog grijzere situaties, waarin de meningen 50-50 verdeeld zijn? Kortom: verschillen in interpretatie zullen altijd blijven bestaan. Ofwel: perfecte informatie betekent meer waarheid, maar niet de volledige waarheid.

De ambiguïteit van de regels verklaart ook de over het VAR-protocol. De VAR grijpt in als de scheidsrechter, in de ogen van de VAR, een clear and obvious error maakt. Maar wat is een clear and obvious error? Wanneer zit de scheidsrechter er te ver naast, en wanneer niet? Die ligt voor elke scheidsrechter in elke situatie net wat anders.

Overigens: de initiatiefnemers van de VAR hebben nooit verkondigd dat de VAR alle controverses zou wegnemen. Maar het lijkt erop dat de critici dit wel hadden verwacht. Het wringt dat scheidsrechters ondanks de beschikbaarheid van alle denkbare informatie (de camerabeelden) toch tot andere beslissingen komen.

Zoals de baas van de spelregelcommissie IFAB, Lukas Brud, het tegen NRC ‘Stel jij bent supporter in een tijd zonder de VAR: dan zou je de scheidsrechter niet waarderen als je het met hem oneens was. Tegelijk was zijn beslissing makkelijker te accepteren. Eén paar ogen is immers niet zaligmakend.’

Moeten de regels dan niet veel preciezer worden geformuleerd?

Dat kun je doen, maar dan creëer je vrijwel zeker nieuwe problemen.

Neem de de ongetwijfeld meest bediscussieerde spelregel in het voetbal. Het criterium dat bepaalt of een contact van de arm met de bal ‘strafbaar’ is, is in essentie de vraag of de speler had kunnen voorkomen dat de bal tegen zijn hand kwam. Dat lijkt simpel, maar hoe bepaal je dat? Daarvoor bestaat aan – je raadt het al – ambigue criteria.

Dat leidt soms tot zeer omstreden beslissingen. Neem de strafschop die Damir Skomina in de laatste minuut van Paris St. Germain tegen Manchester United op advies van de VAR aan United. Op basis van het spelregelboek kun je zowel ‘penalty’ als ‘geen penalty’ beslissen. De strafschop werd benut, PSG lag eruit.

YouTube
De samenvatting van Paris St. Germain-Manchester United. De betwiste scène is te zien vanaf 0:41.

De lijkt simpel: maak de regels simpeler, objectief toetsbaar. Bijvoorbeeld: een bal tegen de arm is altijd hands. Met de VAR wordt het handhaven van de regel dan een koud kunstje. Het gezeur stopt, het recht zal zegevieren!

Maar zal dit ook rechtvaardig zijn? Een mogelijke vrees is dat spelers gaan proberen de bal tegen de hand van een tegenstander te schieten.

Zelfs als dat niet gebeurt, dan nog zullen er ballen tegen handen komen in situaties waarin nu zelden of nooit een strafschop wordt toegekend. Risicoloze voorspelling: dat gaat tot ophef leiden – tot veel meer ophef dan de huidige handsregel.

Is er nog meer te zeuren over de VAR?

of spookdoelpunten – doelpunten die niet werden waargenomen door de scheidsrechter en dus niet werden erkend, zoals de goal van Frank Lampard tegen Duitsland in 2010 – zijn door de VAR onmogelijk geworden. In plaats daarvan heeft de VAR een omgekeerde categorie goals in het leven geroepen.

Dat zijn situaties waarin niemand een probleem ziet bij een overtreding of doelpunt – behalve de VAR. Goed voorbeeld was de afgekeurde kopgoal van Ajax’ Nicolás Tagliafico tegen Real Madrid. Het stadion explodeert, de Ajaxspelers juichen, de Realspelers protesteren niet.

YouTube
Samenvatting van Ajax-Real Madrid. De betwiste scène is te zien vanaf 0:18.

Maar dan krijgt scheidsrechter Damir Skomina van de VAR het advies om naar de monitor te gaan. Uiteindelijk hij het doelpunt af: Dusan Tadic had in buitenspelpositie Reals keeper Thibaut Courtois Is iets een overtreding als niemand het ziet als een overtreding? Het antwoord is ja, maar het voelt niet zo.

Extra frustrerend, juist bij deze gevallen, is dat je in het stadion geen idee hebt wat er aan de hand is: er wordt nog geen informatie gegeven via de grote monitoren. (Als tv-kijker heb je wel de herhalingen, maar de commentator krijgt van de KNVB geen uitleg bij de beslissing.)

Verwant hieraan is een andere klacht: de VAR heeft het juichen Elk doelpunt wordt immers conform protocol gecheckt door de VAR. Je kunt dus wel juichen, als fan en maar met het risico dat je gejuich voor niets was. Dat vermindert voor velen het plezier aanzienlijk.

Wat vinden scheidsrechters eigenlijk van de VAR?

Scheidsrechters zijn over het algemeen blij met de VAR. De juiste beslissing staat voorop, zeggen ze. En de VAR geeft hen meestal de bevestiging dat ze de juiste beslissing namen – wat vertrouwen geeft bij het fluiten. Maar de VAR stelt hen ook voor enkele problemen.

Dennis Higler vertelde dat scheidsrechters bewust zijn gemaakt van het gevaar van tunnelvisie. Dus: dat de beelden niet leiden tot een betere inschatting, maar dat ze de eerste, mogelijk foutieve analyse juist versterken. Confirmation bias heet dat in de psychologie: je ziet iets omdat je het wilt

Slowmotionbeelden zijn een andere psychologische valkuil. van Jochim Spitz van de KU Leuven toonde aan dat overtredingen in slowmotion ernstiger lijken. Dit leidde tot een aanpassing van het protocol: scheidsrechters mogen de slowmotion alleen bekijken om het ‘punt van contact’ vast stellen. Daarna bekijkt en hij of zij de overtreding op ware snelheid – hopelijk ‘onbesmet’ door de slowmotion.

Daarnaast is de VAR een oefening in nederigheid en discipline. Higler en anderen balen als de VAR hen terecht corrigeert - maar je moet je trots opzij zetten en de correctie accepteren. De andere kant op kunnen scheidsrechters ook lui worden, met de gedachte dat de VAR toch meekijkt. Beide zijn reële risico’s van de VAR.

Een mindfuck scheidsrechter Pol van Boekel het werken met de VAR dan ook. Omdat de beelden kunnen maar ook omdat je als scheidsrechter steeds meer gaat twijfelen aan jezelf. Zeker als je, zoals Van Boekel, al eens zware kritiek hebt gekregen over een beslissing-met-behulp-van-de-VAR, zoals in de wedstrijd van FC Utrecht tegen PSV.

YouTube
Van Boekel gaf hier – tot verbazing van veel voetbalvolgers – geen strafschop aan FC Utrecht.

Twee weken later greep de VAR bij Fortuna Sittard-Heerenveen onterecht in. Van Boekel durfde naar eigen zeggen niet nog eens te zijn en nam de verkeerde beslissing over.

Moet de VAR de eindbaas worden? Moeten spelers kunnen ingrijpen?

Een veelgehoorde ter verbetering van de VAR is dat spelers meer invloed moeten krijgen. Dat ze – zoals in het tennis en en cricket – beslissingen moeten kunnen aanvechten met een ‘challenges’. Blijkt de challenge terecht, dan behoud je het recht tot aanvechten. Is de challenge onterecht, verlies je het recht.

Alleen: zo’n systeem lost vermoedelijk niets op. Immers: de VAR kijkt naar alle belangrijke momenten. Dat maakt een challenge overbodig en onzinnig – de VAR zal opnieuw hetzelfde concluderen.

Het nadeel is wel helder. Stel de challenges zijn op, en stel er komt dan een situatie waarin een overduidelijke fout wordt gemaakt die de scheidsrechter mist. Weinig gewaagde dit leidt, zoals in het cricket gebeurde, tot gezeik. Waar is de VAR?!? Antwoord: uw challenges zijn op.

Een andere suggestie is dat de VAR meer bevoegdheden moet krijgen. Dus: ook ingrijpen bij corners, inworpen en buitenspel, onder meer. Recent voorbeeld: de corner die Kevin Blom in de bekerwedstrijd Feyenoord-Ajax onterecht aan Ajax toekende, van waaruit Ajax scoorde. Ophef alom: waar is de VAR?!? de VAR gaat niet over corners.

Die roep om meer VAR zal met elk incident luider klinken. En als de VAR wel over rode kaarten mag oordelen, waarom dan niet over de tweede gele kaart? Zo’n situatie is immers de facto ook een rodekaartsituatie. En waar blijft de VAR voor de zijlijn? En voor buitenspel?

KNVB-secretaris-generaal Gijs de Jong – een van de geestelijk vaders van de VAR uit Het Dak – wil een VAR voor buitenspel en een VAR voor de zijlijn. Wat hij ook wil: de VAR eindverantwoordelijk maken bij de vier situaties waarover hij nu alleen mag adviseren.

De Jong: ‘Dat zal tijd opleveren doordat de scheidrechter niet meer naar de rand van het veld hoeft om zelf te kijken. Dat is ook niet echt nodig, want in veruit de meeste situaties is de scheidsrechter op het veld het eens met de VAR.’ Stopt het dan nergens voor De Jong? ‘In principe niet. Als de technologie het mogelijk maakt, en het spel niet continu stilligt, moeten we blijven denken hoe we het spel eerlijker kunnen maken.’

Ik ben zo onderhand wel wat varmoeid. Ben je eindelijk klaar?

Bijna. Ik wilde nog wat in het wilde weg speculeren over hoe de VAR de aard van het spel gaat veranderen. Neem het trekken en duwen in het strafschopgebied. Dat zal vrijwel zeker uitsterven: het risico dat de VAR dat ziet, is vermoedelijk te groot.

Ook zal het blok Dat is wanneer een aanvaller een verdediger blokkeert om een collega vrij te laten komen bij corners en vrije trappen. Nu blijft dit vaak onbestraft omdat scheidsrechters lang niet alles kunnen zien wat er in een strafschopgebied gebeurt. Maar de VAR ziet alles.

Doordat overtredinkjes in het strafschopgebied nu risicovol zijn, zou je ook verwachten dat vrije trappen en corners worden genomen. Aanvallers zullen immers minder worden gehinderd. En als dat zo is, zullen spelers zich meer op het behalen van corners en Maar als dat weer zo is, dan zal de andere ploeg dat weer proberen te voorkomen.

Wat ik vooral wil zeggen: het effect van de VAR op het spel is niet te onderschatten – andere sporten toonden dat aan. Maar het zal jaren duren voordat de werkelijke, niet-tijdelijke effecten duidelijk zijn. Neem beweringen, al dan niet gestaafd door data, tot die tijd met een korreltje zout.

‘Alle conclusies die je daarover leest zijn prematuur’, zegt VAR-onderzoeker Jochim Spitz streng. ‘De realiteit is dat we pas over enkele jaren weten wat het effect is van de VAR op het spel. De verschillen tussen de verschillende voetbalseizoenen kunnen enorm zijn, het zal tijd vergen voordat we er echt iets over kunnen zeggen.’

Meer gerechtigheid, meer gezeik?

De VAR heeft het voetbal nu al veranderd: er is meer gerechtigheid en die gerechtigheid zal vermoedelijk alleen maar toenemen. Tegelijkertijd lijkt er minimaal evenveel gezeik over de scheidsrechter te zijn.

De vraag is of dit tijdelijk of blijvend is – een In de Amerikaanse basketbalcompetitie NBA is er ondanks de VAR juist meer kritiek dan ooit op scheidsrechters. Een verklaring, geopperd door journalist Michael Lewis in zijn nieuwe over scheidsrechters, is dat scheidsrechters in een ongelijke samenleving niet meer worden geaccepteerd.

De rijken en machtigen negeren rechters en maken hun eigen regels. In de politiek, op de openbare weg, en op het basketbalveld: juist sterspelers als Kevin Durant en LeBron James protesteren meer dan ooit tegen besluiten van de scheidsrechters. De rest van de maatschappij volgt hun voorbeeld.

Een andere verklaring is veel simpeler: dat mensen niet zonder gezeur over de scheidsrechter willen. En dat die wens om te zeuren zich nu samenbalt in de weinige resterende omstreden momenten – waardoor de kritiek alleen maar feller klinkt. Het is in essentie wat Sepp Blatter altijd wist: mensen willen nu eenmaal zeuren over de scheids.

Of is er nog een andere toekomst mogelijk? VAR-peetvader Gijs de Jong denkt, hoopt en droomt van wel. Zijn kinderen spelen zonder scheidsrechter, zoals alle jeugdspelers tot 11 jaar in Nederland. Zij hebben geen hekel aan de scheids, want ze kennen hem niet.

De VAR is mooi, zegt De Jong. ‘Maar waar ik echt op hoop, is een mentaliteitsverandering. Dat we kunnen werken aan een moreel andere generatie, die, net zoals je ziet in het rugby, de scheidsrechter respecteert, of zelfs geen scheidsrechter nodig heeft.’

In dit stuk heb ik alle aspecten van de VAR zo goed mogelijk behandeld. Laat me weten als ik nog dingen heb gemist. Wanneer er nieuwe informatie beschikbaar is, zal ik dit stuk updaten.

Meer lezen?

Ode aan de scheidsrechter. De hi-ha-held van het voetbalveld Ik sprak scheidsrechter Dennis Higler over zijn werk. Higler bleek veel, heel veel kleine dingetjes te doen om zijn werk, het zo eerlijk en soepel laten verlopen van voetbalwedstrijden, zo goed mogelijk te doen. Zijn inspanning? Veel. Zijn ontvangen dank? Nagenoeg nul. Lees hier mijn stuk over Dennis Higler terug

Scheidsrechters zijn racistische, nationalistische thuisfluiters (en toch beter in hun vak dan ooit) Vier jaar geleden zette ik diverse papers over scheidsrechters op een rij. Scheidsrechters bleken structureel landgenoten, huidskleurgenoten, thuisploegen, en ploegen op achterstand te bevoordelen. Lees het stuk hier terug

Een goede scheidsrechter heeft soms lak aan de spelregels Met Dennis Higler nam ik enkele veelvoorkomende situaties door. Wat zeggen de regels, wat ziet hij, wat oordeelt hij? Het bleek vreselijk lastig. Lees het stuk hier terug