Aan deze kant van het kanaal schuiven we de grote Brexit-impasse graag volledig op de verdeeldheid en chaos in het Verenigd Koninkrijk. Aan de overkant vinden ze dat ook de EU de hand in eigen boezem mag steken.

De dag nadat het Brexit-akkoord voor de tweede maal door het Britse parlement was afgewezen, de EU-correspondent van de BBC: ‘Wat opviel op dinsdagavond was het totale gebrek aan zelfverwijt. Zelfs in privéconversaties was er geen waarneembaar zelfonderzoek van de EU of ze meer had kunnen of moeten aanbieden.’

Nu vindt haast iedereen op het continent inderdaad dat dergelijk zelfonderzoek helemaal niet nodig is. Het zijn de Britten die met hun dwaze Brexit-referendum hun land in de ellende hebben gestort. Het zijn de Britten die denken dat ze kunnen uitchecken bij Hotel Europa maar wel gratis in de lobby kunnen blijven drinken. Het zijn de Britten die het huidige akkoord afwijzen maar op geen enkele manier duidelijk maken wat ze

Er is geen woord van gelogen. Het is in hoge mate onnavolgbaar dat het Britse parlement de ene dag het huidige akkoord afwijst en de volgende dag stemt tegen een no deal-Brexit, zónder ook maar een clou te geven van een alternatief.

Deal was voor niemand acceptabel

Toch zijn er enkele dissidenten die vinden dat de EU wél reden heeft om de hand in eigen boezem te steken.

Opvallend was de reactie van Henri Malosse op de stemmingsuitslag. Deze oud-voorzitter van het nu erevoorzitter van de denktank en Europeaan in hart en nieren tweette: ‘ en zijn erin geslaagd de deal onaanvaardbaar te maken: een demonstratie voor de kiezers van dat men de EU niet makkelijk kan verlaten. Een winnend spel voor hen, maar ook voor het Europese idee? Spelen ze niet met vuur? #implosie.’

Gevraagd om toelichting laat Malosse weten dat Barnier en Juncker heel goed wisten dat zowel voor- als tegenstanders van de Brexit deze deal niet konden accepteren. De voorstanders omdat die hen de facto voor de keuze stelde om voor altijd aan de EU verbonden te blijven via een douane-unie (de befaamde of Noord-Ierland te verliezen. De tegenstanders omdat de deal feitelijk betekent dat het Verenigd Koninkrijk met handen en voeten aan de EU verbonden blijft, zonder dat het een plek heeft in de instituties.

Wat was het alternatief dan? ‘De kwestie van de Noord-Ierse grens is naar mijn inzicht misbruikt en groter gemaakt dan die is’, schrijft Malosse.

Hij wijst erop dat Ierland een eiland is en het vrij makkelijk te controleren valt wat er de havens binnenkomt. Met een en goede wil is er in zijn ogen een oplossing te vinden om de grens tussen Noord-Ierland en Ierland open te houden.

Ook trekt hij de parallel met Zwitserland, waar per geval wordt gekeken of het land deel wil uitmaken van de interne markt. ‘Als men maar wil, is er altijd een weg te vinden’, concludeert Malosse.

Meer ruimte voor verschil

Op de dag dat het Britse parlement de deal voor de tweede keer wegstemde, presenteerde de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in Brussel nog een keer Europese variaties.

De strekking daarvan is dat de EU meer ruimte moet bieden voor variatie, wil het de bijna dertig landen met heel uiteenlopende geschiedenissen en belangen bij elkaar houden.

De dominante logica van de Europese Unie in de afgelopen decennia was de ever closer union. Langzaam maar zeker groeiden de stapels Europese wetgeving. Langzaam maar zeker spreidde de EU zich uit over steeds meer beleidsterreinen.

Die logica is, constateert de WRR, op zijn grenzen gestuit. Willen we vermijden dat de EU ten onder gaat aan onderlinge spanningen, dan moeten we meer ruimte laten voor verschil.

Wat betekent dat concreet? In zijn presentatie stipte oud-minister en hoogleraar Recht Ernst Hirsch Ballin twee voorbeelden aan: de migratiecrisis en de Brexit.

Na de vluchtelingencrisis van 2015 kwam de Europese Commissie met het voorstel asielzoekers over de EU-landen te verdelen, de zogenaamde migratiequota. De Oost-Europese landen verzetten zich daar met hand en tand tegen. Sindsdien zit de EU in een impasse.

Heeft het zin mensen die niet naar Polen willen en die Polen niet wil hebben, te dwingen daarheen te gaan? vroeg Hirsch Ballin zich af. Zijn advies: laat ruimte voor verschil. Geef Oost-Europese landen de kans om de Europese solidariteit op een andere manier in te vullen, bijvoorbeeld door een extra inspanning te doen op een ander terrein zoals de bewaking van de Europese buitengrenzen.

Gefixeerd op alle lidstaten

Hirsch Ballins tweede voorbeeld was de Brexit. Daarover staat in het WRR-rapport een opmerkelijke passage. Er is te lezen dat de EU-landen in het ‘keurslijf’ worden gedwongen van play by the rules en dat de Europese instituties ‘gefixeerd’ zijn op samenwerking met álle lidstaten. ‘De frustrerende dynamiek van stilstand die hierdoor ontstaat, kan op de lange termijn funest zijn voor de eenheid van de EU, zoals de Brexit recentelijk heeft aangetoond.’

In een nagesprek met enkele journalisten illustreerde Hirsch Ballin dat met een voorbeeld. Hij vertelde dat hij begin jaren negentig, tijdens de onderhandelingen over van zijn Engelse collega Kenneth Clarke het verzoek kreeg meer ruimte te bieden aan het Verenigd Koninkrijk. Hirsch Ballin neigde die te geven, maar ‘ik werd teruggefloten’.

Door wie dan wel? Die achteraf per e-mail voorgelegde vraag omzeilt de oud-minister. ‘De herinnering die ik kort ophaalde, was niet een klacht over degenen die destijds een ander oordeel hadden (dat wil ik er dus ook niet van maken), maar een beschrijving van de destijds heersende manier van denken, waarin geen ruimte was voor iets anders dan een rechte lijn naar een uniform model van samenwerking.’

Hirsch Ballin tekent op dat Clarke ‘scherp zag wat voor zijn burgers en zijn land van belang was: betere samenwerking bij de rechtshandhaving (ook een onderdeel van Schengen), maar geen onbewaakte lucht- en zeehavens.’

De toenmalige Nederlandse minister van Justitie vond dat niet onredelijk. ‘Ik zag een begaanbare weg als we Schengen zo zouden uitwerken, dat het slechts op de controles aan de landgrenzen betrekking zou hebben. Dat was immers voor onze burgers van praktisch belang.’

Regels voor overal en iedereen

De logica dat regels overal en op iedereen van toepassing horen te zijn, won het. Na ‘langdurig trekken aan het paard van de uniformiteit’ zag het Verenigd Koninkrijk geen andere uitweg dan niet meedoen.

De moraal van het verhaal in de ogen van Hirsch Ballin: ‘Integratie van een verscheidenheid van lidstaten is gediend met wat empathie in de bijzonderheden van de partners. Integratie hoeft geen assimilatie te zijn.’

Het Verenigd Koninkrijk is nog steeds een partner. Of, hoe en wanneer de Brexit zich ook zal voltrekken, nauwe banden tussen het VK en de EU zullen er altijd blijven. Dat is in beider belang. Zeker, de Britten moeten zich hoognodig bezinnen op wat zij willen. Wellicht is het tijd dat wij aan deze kant van het kanaal onze hautaine houding afschudden, ook naar de eigen rol kijken en beginnen na te denken hoe we een EU met ruimte voor verschil vormgeven.

Echt gevaarlijk is de complexiteit ontkennen

Ruimte voor verschil en variatie, dat klinkt mooi. Maar is de EU zoals die nu is niet al hopeloos ingewikkeld en ondoorzichtig voor de burger? Die begrijpt nu al nauwelijks hoe beslissingen tot stand komen in het oerwoud van EU-instituties. Maken we het niet nog ingewikkelder door te variëren welke lidstaten op wat voor manier meedoen aan gemeenschappelijk beleid?

‘Eén ding is pas echt gevaarlijk’, luidde de repliek van Hirsch Ballin: ‘De complexiteit ontkennen.’ Dat leidt tot schijnoplossingen als take back control.

Goed, we moeten de complexiteit dus erkennen. Hoe maak je die een beetje inzichtelijk?

Wellicht door een thriller te schrijven. In gidsen twee insiders uit het Europees Parlement de lezers op smakelijke wijze door het hele Europese wetgevingsproces. De Brusselse bubbel wordt fraai geportretteerd via figuren als de vurige pro-Europese parlementariër Hugo Vervueren, die aardig wat trekken heeft van de Belgische leider van de liberale fractie Guy Verhofstadt, met een vleugje van de Nederlandse D66’er Gerben-Jan Gerbrandy erin. Al zijn de schrijvers Franstalig, vermoedelijk hebben ze een grapje gemaakt met ‘vuur’ en ‘brand’.

De thriller opent met een lijk. De groene parlementariër Sandrine Berger, die werkt aan een nieuwe richtlijn voor dieselauto’s, is van twaalf hoog naar beneden gestort in de centrale hal van het Europees Parlement.

Britten over de balustrade

‘Met een moord’, een van de schrijvers, ‘hebben we de lezer willen meenemen naar de binnenkant van het Europees Parlement, de complexiteit willen trotseren en het verhaal van Europa willen vertellen middels de geschiedenissen van de mannen en vrouwen die ijsberen door de gangen van de instituties.’

De clou zal ik niet verklappen. Misschien kan ik wel prijsgeven dat de moordenaar iemand is die niet kan verdragen dat in de modderige werkelijkheid van de Europese compromissenpolitiek het recht niet altijd recht wordt gedaan.

Weinig kans dat variatie in zijn vocabulaire zou passen. En misschien is het geen toeval dat juist deze figuur met zijn rechtlijnigheid de pleegt.

Nu zijn de Britten over de balustrade getuimeld. Zelfmoord, luidt de gangbare diagnose. Of hebben wij hen toch een duwtje gegeven?

Wil je op de hoogte blijven van mijn Brusselse zoektocht? Elke zondag om 10.00 uur publiceer ik een nieuwsbrief waarin ik verslag doe van mijn pogingen het spel in Brussel te doorgronden en initiatieven voor een mooier Europa in kaart te brengen. Die verschijnt op de site, maar kan je ook in je mailbox ontvangen. Schrijf je hier in