Als we over noodhulp praten, staat vaak de gever van de hulp centraal. Wij geven hulp. Wij sturen tenten. Wij sturen dokters, geld en voedsel. Maar de ontvanger van de hulp speelt ook een cruciale rol. En dat begint al bij de allereerste stap in het hulpproces: de ontvanger moet namelijk hulp vragen.
Hoe dat in zijn werk gaat, weten ze goed bij de humanitaire afdeling van de Europese Unie, ECHO (Humanitarian Aid and Civil Protection department of the European Commission). Dit orgaan coördineert voor de EU als het ware vraag en aanbod binnen de noodhulp. Komt er een aanvraag binnen van een land in nood, dan speelt ECHO dit door aan de lidstaten: willen jullie helpen? Komt er aanbod van de lidstaten, dan speelt ECHO dit weer door aan het land in nood: hebben jullie dit nodig?
Bart Materne, die bij ECHO voor het Emergency Response Coordination Centre werkt, vertelt dat de EU pas noodhulp kan verlenen wanneer er een verzoek binnenkomt van een land in nood. Dat wil zeggen: van de nationale overheid van het land. ‘Als we verzoeken van regionale overheden zouden accepteren, zouden we ons gaan mengen in de zaken van soevereine staten. We zijn geen militaire invasiemacht. Als we bijvoorbeeld een verzoek om hulp krijgen van Kashmir, verwijzen wij hen door naar hun nationale overheid.’ Het kan echter zijn dat diezelfde nationale overheid het probleem veroorzaakt: de Indiase regering zal voor de opstandige regio Kashmir immers geen hulpaanvraag doen.
Sinds afgelopen december is er een Europese wet die regelt dat ECHO in speciale gevallen wel zonder een verzoek van de overheid actie mag ondernemen. Bijvoorbeeld als het gaat om een failed state, waarvan de overheid niet in staat is om hulp te vragen. In zo’n geval kan het verzoek komen van een internationale organisatie, zoals van de Verenigde Naties.
Grootmachten vragen stiekem om hulp
Maar een simpele vraag-en-aanbod-markt is de noodhulpmarkt niet, vertelt Materne. ‘Hulp vragen is een politiek statement,’ vertelt hij. ‘Je zegt als land in feite dat je het niet alleen aankunt. Trotse landen als Rusland en de VS zullen dan ook nooit openlijk hulp vragen. Dan verliezen ze hun geloofwaardigheid als grootmacht.’
Toch hebben ook die landen weleens hulp nodig. Denk aan orkaan Katrina, of de olieramp rond Deep Water Horizon. In zulke gevallen gaan die landen vaak voor bilaterale oplossingen. ‘Die zijn wat meer onder de radar,’ zegt Materne. Zo vroeg Groot-Brittannië voor de recente overstromingen officieel geen hulp aan de andere EU-landen. Buiten de officiële kanalen om vroeg het Britse cabinet office Materne en zijn collega’s wel om satellietkaarten van het getroffen gebied. Die kaarten werden op kosten van de EU verstrekt. Een vorm van hulp, zonder veel media-aandacht te genereren.
Ook David Dalgado, die werkt voor de Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC), ziet dat hulp vragen politiek is. ‘Het komt voor dat een overheid bijvoorbeeld voor 60 miljoen aan hulp vraagt, terwijl hulporganisaties hebben berekend dat er zeker 120 miljoen nodig is. Dan wordt er onderhandeld. De overheid wil het hulpbedrag zo laag mogelijk houden, om geen gezichtsverlies te lijden.’ Dat politieke spel treft juist de burgers in nood.
Aziatische landen vragen het een beetje omslachtig
In Aziatische landen spelen weer andere gevoeligheden. ‘Aziatische landen zullen een hulpverzoek bijvoorbeeld nooit verwoorden als ‘wij hebben hulp nodig,’ maar eerder als ‘wij zouden hulp verwelkomen’,’ vertelt Materne van ECHO.
Tijdens de Fukushima-ramp in Japan in 2011 speelde dergelijk gezichtsverlies een grote rol. Japan vroeg om hulp, op voorwaarde dat het westerse hulppersoneel volledig autonoom zou opereren. ‘Want een westerling mocht geen Japanse vrachtwagenchauffeur commanderen, dat zou een enorme afgang zijn,’ vertelt Materne. ‘We moesten dus onze eigen vrachtwagens huren.’ Met alle kosten van dien.
In heel zeldzame gevallen gaat ECHO aan de slag zonder een verzoek om hulp. Zoals in het geval van Haïti. ‘Onze systemen gaven een rood alarm, en we kregen bevestigd dat alle communicatie plat lag, net als die van het presidentieel paleis. Op dat moment hebben we zelf een verzoek geformuleerd, namens de overheid van Haïti. Ik belde de vertegenwoordiger van Haïti hier in Brussel uit bed, en samen hebben we geschat wat er zoal nodig zou zijn: tenten, medicijnen, reddingsteams. Zodra we konden communiceren met Haïti is dat verzoek richting de lidstaten gegaan.’
Niet alleen noodhulp geven is dus een politieke beslissing, ook noodhulp vragen. En in de politiek geldt: hoe sterker je overkomt, hoe meer macht je hebt. Noodhulp vragen is een teken van zwakte - naar de eigen burgers toe, en naar de internationale wereld.
Deze serie wordt mede mogelijk gemaakt door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en het Postcode Loterij Fonds voor Journalisten van Free Press Unlimited.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!