Mijn moeder heeft de emoji ontdekt. Sinds kort stuurt ze me tulpen, rozen, klavertjes, exotische planten, danseresjes en hartjes, in willekeurige volgorde. Digitaal bloemschikken is het, alsof ze me presentjes stuurt, niet echt bedoeld om iets mee uit te drukken, meer een soort extraatje. Kijk eens lieverd, een mooi rijtje ruikertjes voor jou: 🌸🌺🌻❤️
Hiermee behoort mijn moeder nu tot de 95 procent van de online populatie die weleens emoji gebruikt. Voor een groot (jonger) deel daarvan dienen de blije pictogrammen niet alleen ter versiering van hun tekstbericht, e-mail of tweet, maar vormen ze een niet weg te denken deel van hun communicatie. Een manier om te zeggen wat je niet in woorden kunt vatten, preciezer aan te geven wat je bedoelt, of juist om verwarring te zaaien. De grote, internationale favoriet: 😂, ook wel ‘gezicht met tranen van het lachen’ - hij schopte het in 2015 zelfs tot woord van het jaar in het Oxford Dictionary.
Een zaak van wereldbelang dus.
De officiële selectie van 3.304 emoji (die op alle besturingssystemen met kleine variaties zichtbaar zijn), wordt sinds 2009 streng bewaakt door het zogenoemde Unicode Consortium, een mysterieuze non-profitorganisatie die zich bezighoudt met de wereldwijde standaardisering van tekstformaten. Het consortium houdt de lijst fatsoenlijk, politiek correct en begrijpelijk voor iedereen. Nieuwe emoji goedgekeurd krijgen is niet makkelijk; er worden hele campagnes aan gewijd. Zo werd in 2017 na lang lobbyen de ‘dumpling’-emoji toegevoegd.
Is emoji een taal ⁉️
Met die erkenning als universeel communicatiemiddel is emoji nu ook een zaak van linguïsten. Die buigen zich bijvoorbeeld over de vraag of we hier te maken hebben met een (potentiële) nieuwe taal. Hoewel emoji wereldwijd overal ‘gesproken’ wordt (iets wat je van het Esperanto nooit hebt kunnen zeggen) luidt de consensus onder taalkundigen voorlopig nee, alleen al omdat emoji geen grammatica kent – het is onmogelijk om de relatie uit te maken tussen de flora en fauna in de pictogramslingers die mijn moeder me stuurt.
Toch voelen taalpuristen zich bedreigd door het leger lachebekkies dat de functie van hun beminde lexicon overneemt. Toen Paulien Cornelisse in De Wereld Draait Door vertelde over emoji, trok schrijver Hugo Borst een ‘spottend gezicht’ 😏 en uitte zijn angst dat de woordkunst hiermee een wisse dood zal sterven.
Het uitwisselen van tekstberichten – het woord ‘chat’ zegt het al – is meer een vorm van praten dan van schrijven
En hoewel ik inmiddels dagelijks gebruikmaak van de hyperbolische uitdrukkingskracht van onder meer ‘gezicht met hartjes als ogen’ 😍 en ‘de schreeuw’ 😱 herinner ik me dat ik emoji eerder een zwaktebod vond, niet bedoeld voor schrijvers die hun pen beheersen.
Zo’n houding gaat eraan voorbij dat emoji bij uitstek gebruikt worden in spreektaal, namelijk in tekstberichten. Het uitwisselen van tekstberichten – het woord ‘chat’ zegt het al – is meer een vorm van praten dan van schrijven. (De eerste poging om literatuur te maken van emoji, de Herman Melville-vertaling Emoji Dick, is dan ook vooral lachwekkend. Van de schitterende openingszin blijft dit over: ☎️👨🏻⛵🐳👌)
Nu wil het geval dat gesproken communicatie, zo vermoeden we al sinds de vaak geciteerde studie van de psycholoog Albert Mehrabian uit 1969, voor het merendeel gewaardeerd wordt naar non-verbale aspecten: toon en lichaamstaal. Slechts 7 procent van onze waardering van een gesproken taaluiting wordt volgens die studie bepaald door de woorden zelf.
Kale spreektaal is voor mensen dus moeilijk te interpreteren en te waarderen. We zijn gewend klanken en gezichtsuitdrukkingen te lezen om de emotionele lading van een boodschap in te schatten. Het gebrek daaraan in korte tekstberichten is wat de Japanse telecommedewerker Shigetaka Kurita in 1999 inspireerde om de eerste set van tweehonderd emoji te ontwerpen.
De geboorte van de emoji 👶
De symbooltjes van twaalf bij twaalf pixels die Kurita ontwierp, waren van een runenachtige simpelheid. Daarin deden ze denken aan hun uit leestekens opgebouwde voorloper, de emoticon, die in verschillende vormen al sinds de zeventiende eeuw gebruikt wordt in geschreven tekst om een beperkt scala emoties uit te drukken van :-) tot :-(.
Hoewel het nieuwe, Japanse woord ‘emoji’ opmerkelijk genoeg niets met emotie te maken heeft (het is een samentrekking van ‘e,’ beeld en ‘moji,’ teken), deden de korrelige zonnetjes, hartjes en gezichtjes van Kurita precies wat de maker had gehoopt: ze brachten emotie op het krappe zwart-witscherm van primitieve mobiele telefoons.
Lang bleef het gebruik ervan beperkt tot Japan, waar de beleefdheidscultuur vereist dat de nuances van wat je elkaar sms’t goed duidelijk zijn. Toen Steve Jobs in 2007 zijn eerste iPhone op de Japanse markt wilde brengen, werd hem verteld dat zijn wondermachine het niet zou halen als hij de Japanse consument niet van zijn geliefde emoji zou voorzien.
En zo verschenen de gele gezichtjes in 2011 in alle iPhone-toetsenborden, ook de westerse. Ze werden een integraal deel van onze dagelijkse communicatie, die voor het grootste deel in tekstberichten verloopt, via apps, sms en social media (waar emoji vaak al geïntegreerd waren, denk aan vroege socials als MSN en Hyves).
Harde woorden worden zachter 💐
Met de emoji maakten ook ironie, sarcasme en dubbelzinnigheid (denk aan 🍆) hun definitieve intrede in de functionele, humorloze berichtvensters van onze telefoons. Het werd met ‘knipogend gezicht’ 😉 eenvoudig en gebruikelijk om je gesprekspartner te laten weten dat dat ene botte zinnetje een grapje is. ❤️ en 😍 maken het mogelijk om grote woorden tegelijkertijd te sparen en te verkwisten – een aantrekkelijke combinatie voor de hipster die ironie met oprechtheid wenst te combineren.
Behalve als een rebus, waarin een plaatje het woord vervangt (een vriend spreekt me weleens aan met ‘Po💅’), kunnen emoji dus functioneren als een soort leestekens, ze vertellen je hoe je de bijgevoegde informatie moet interpreteren, waar het traditionele gebruik van leestekens dat in tekstberichten juist niet zo handig doet. (Zet in een appje maar eens achter al je zinnen een punt en kijk hoe je geliefde reageert 😒)
❤️ en 😍 maken het mogelijk om grote woorden tegelijkertijd te sparen en te verkwisten
Een blik op de huidige set emoji – die niet zou misstaan aan de muur van een kleuterklas als een hedendaagse 🐵-🌰-👧 – verraadt dat zulke leeshulp bijna altijd de blije kant op gaat. Een van de weinige nare emoji, het pistool, is in de loop der jaren bij Apple, Google, Facebook, Twitter, Microsoft en Samsung vervangen door een kleurig waterpistool 🔫. Je moet erg je best doen om iemand in deze kinderlijke, bolle beeldtaal te bedreigen op Twitter.
Emoji zijn dan ook ideaal om een boodschap te verzachten. Als een stel puppy-ogen dwingen ze mildheid af. ‘Schatje, ik ben je hardloopschoenen vergeten in te pakken 😳’, ‘Sorry man, ik kan niet op je feestje komen 😭’, ‘Het wordt ’m helaas niet met die deadline 🙈’ (want ook aan je baas kun je tegenwoordig best een apengezicht sturen) en uit mijn eigen archief: ‘Onze bierdate komt beroerd uit door twee calls met Amerika 😬.’
Worden we hier dom en kinderachtig 😝 van?
De cynicus zou kunnen opmerken dat emoji de dwingende, infantiliserende blijheid hebben van hun iconische westerse oudoom, de smiley, die in 1963 in de VS werd ontworpen om de werknemers van een verzekeringsmaatschappij gemotiveerd te houden – een armoedige speen voor volwassenen in een kapitalistische wereld, waarin alles verdoofd wordt met plat entertainment.
Maar sommige frequente gebruikers weten dat emoji behalve ter verduidelijking, uit oppervlakkige beleefdheid en vocabulaire luiheid, ook cryptisch kunnen worden ingezet. (Misschien zelfs wel als tegenwicht tegen de letterlijke, opdringerig blije betekenis.) Zo wissel ik met een vriend regelmatig een serie 🐛 uit en ontvang ik uit verschillende hoeken weleens 👯.
Ik heb nooit begrepen wat de dansende meisjes met konijnenoren te betekenen hebben (zijn ze lesbisch? gaan ze naar de Playboy Mansion?), maar van 🐛 stel ik me voor dat mijn vriend en ik een vaag begrip delen van waar hij voor staat. Iets Freudiaans, denk ik. We vinden hem allebei grappig. Het is een inside joke die op z’n minst de vertrouwdheid uitdrukt om elkaar onduidelijke berichten te sturen. Als ik niets te zeggen heb, maar wel wil laten merken dat ik hem niet vergeten ben, stuur ik mijn vriend: 🐛🐛🐛, een overdaad aan rupsheid.
De betekenis van de minder eenduidige emoji is voortdurend, en van persoon tot persoon, aan verschuiving onderhevig. Dat we van onze beste vrienden niet precies weten hoe ze onze ‘gepaneerde garnaal’ 🍤 interpreteren (als er geen Japans diner gepland staat), maakt het des te leuker hem te sturen. Net als de ‘zwevende man in pak’ 🕴, de ‘wapperende vissen’ 🎏 en de ‘lachende drol’ 💩 voorziet 🍤 in de behoefte om eens niet te voldoen aan de alomtegenwoordige eis van montere helderheid.
Het einde van de taal 🙀?
Een goed gekozen, goed getimede emoji kan iets uitdrukken wat niet in woorden te vatten is en doet zo een beroep op een rommelig gedeeld begrip van de wereld. Zulke woordenloosheid heeft status onder jongeren; ‘I can’t even’ gaat het internet over als de meme die je uit de kast trekt als iets zó [vul maar in] is dat je sprakeloos bent. Ik kan niet eens de zin afmaken die moet uitdrukken dat ik me even niet meer kan uitdrukken 😶
Een goed gekozen, goed getimede emoji kan iets uitdrukken wat niet in woorden te vatten is
En ook het Engelse woord voor willekeurig, random, is toepasbaar op veel casual emoji-gebruik, en kan onder jonge taalgebruikers een positieve connotatie hebben als onverwacht, verrassend, origineel – ‘so random!’ Het sluit aan bij een onnauwkeurige, maar flexibele manier van communicatie die emoji ook faciliteren. Net als ‘I can’t even’ ontslaat dit stopzinnetje je van de plicht je nader te verklaren over iets wat zich beter gevoelsmatig laat begrijpen.
Je kunt dat met Hugo Borst taalverloedering noemen, maar er gaat ook een speelsheid met betekenis, een tolerantie voor ambiguïteit en een gevoel voor ironie van uit. Dingen waarvoor we ons van oudsher tot poëzie en literatuur wenden. Emoji zijn breed inzetbaar in een gigantische en diffuse online cultuur, waarin beelden, woorden en geluiden meerdere betekenissen tegelijk kunnen hebben.
Wie vloeiend emoji spreekt, geeft blijk van een goed gevoel voor die ambigue online wereld. Het is een sociale verworvenheid geworden om ze gepast in te kunnen zetten. Iets waarin je je kunt verfijnen. En dat geldt niet alleen voor jongeren die op het internet leven. Uit onderzoek bleek vorig jaar dat vrijgezelle gebruikers van emoji vaker seks hebben dan vrijgezellen die ze niet gebruiken. Jammer voor de taalpurist 🤓🤓🤓🤓, die zal zoals vanouds extra zijn best moeten doen.
Of ik ze ooit in een roman zou zetten? Tekstberichten maken een niet weg te denken deel uit van hoe mensen met elkaar praten en emoji horen dus bij de taal zoals we hem nu gebruiken. Als je ze als schrijver kunt toepassen om iets zinvols over te brengen, waarom niet? De vraag is alleen hoe ze het op old school 📜 zouden doen.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!