Vijanden heeft de jonge Volksrepubliek Donetsk in Oost-Oekraïne genoeg. Als in een scène uit een film schuift de deur van een groene bestelbus open. Zeven gewapende mannen komen tevoorschijn. Ze stellen zich op voor de ingang van een restaurant in het centrum van Donetsk. Het groene busje rijdt snel door, met de deur nog open.
Vanaf een terras aan de overkant kijkt de 32-jarige Roeslan ontspannen toe. Gezien het aantal bewakers schat de voorvechter van de vorige maand opgerichte Volksrepubliek Donetsk − een creatie van pro-Russische separatisten, compleet met regering − in dat een van de eigen ministers gaat lunchen en daarbij niet zonder bewaking kan. Met de huidige gevechten in het oosten tussen de Oekraïense regering en separatisten is niemand zijn leven zeker.
Het is de vraag of de gedoodverfde winnaar van de Oekraïense presidentsverkiezingen komende zondag, Petro Porosjenko, iets kan doen om de onrust in het oosten te bezweren. Dit onafhankelijke, Russisch sprekende parlementslid wordt de ‘chocoladekoning’ genoemd, omdat hij aan het roer staat van chocoladefabriek Roshen. Hij staat ruim voor in de peilingen en zou zelfs al in de eerste ronde kunnen winnen. Dat zou - in elk geval in politieke zin - enige eenheid kunnen brengen in dit zo diverse land.
De crisis van de afgelopen maanden bewijst dat de trauma’s uit het verleden nog lang niet zijn verwerkt
Oekraïne is een lappendeken aan culturen, religies en talen. De crisis van de afgelopen maanden bewijst dat de trauma’s uit het verleden nog lang niet zijn verwerkt. Het Sovjetregime greep diep in in het leven van de Oekraïners. Zij werden verdreven, in kampen opgesloten of moesten verhuizen voor hun werk. Gevolg is dat de bewoners verschillend aankijken tegen hun eigen land en de verhouding met de Russen. Separatisten, bannelingen, voormalige dwangarbeiders en Oekraïense patriotten hebben allemaal hun eigen verhaal. Aan de hand van enkele van die persoonlijke geschiedenissen willen wij hier laten zien hoe verscheurd het land nu is.
Hechte banden met Rusland
Voor separatist Roeslan is Rusland zijn trots. Toen hij één jaar oud was, verhuisden zijn ouders uit Armenië naar Donetsk in de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek. Zijn vader kon aan de slag op het ministerie van Binnenlandse Zaken en zijn moeder in de broodfabriek.
Zo ging dat in de Sovjettijd, legt Roeslan uit. Als er ergens gewerkt moest worden binnen de unie, dan werden de mensen gehaald. De Sovjetmachthebbers lokten de mensen met goede huisvesting en salaris. ‘Hier in Donetsk was het weer ook nog eens goed. Anderen verhuisden naar het noorden. Daar heerst een zwaarder klimaat, maar daarom kon je er meer verdienen.’
Roeslan is lang niet de enige in Oost-Oekraïne die hechte banden heeft met Rusland als gevolg van migratie. Wie met de bevolking in de Donbass, de regio rond Donetsk en Loehansk, spreekt, ontmoet vrijwel altijd iemand die familie heeft in Rusland, nadat ze zelf of hun (groot)ouders deze kant op zijn verhuisd. Ze wonen net over de grens bij Rostov aan de Don of verder in de Oeral of Siberië. Dit schept een onuitwisbare broederband met Rusland. Zo hecht dat de pro-Russen in de Donbass geen grenzen zien tussen Rusland en het in hun ogen niet-bestaande Oekraïne.
De Donbass, rijk aan staalfabrieken en mijnen, had altijd mensen nodig. De industrie voedde Rusland en later de Sovjet-Unie met staal en steenkool. Aan het begin van de vorige eeuw verhuisden Russen uit regio’s rond onder meer de steden Toela, Voronezj en Rjazan naar deze streek om te werken. Tijdens de Sovjetperiode volgde een nieuwe stroom van Russen van heinde en verre naar het industriegebied, dat het rijk de status van supermacht moest geven. Dit gebeurde ook met het oog op ‘Russificatie’, de bevordering van de Russische taal en cultuur ten koste van niet-Russen.
Poetin praat niet over Russisch nationalisme, maar over patriottisme. Over een bezielde beschaving, die grenzen overstijgt
Als je al kan spreken van het bestaan van Oekraïne, zegt Roeslan, dan gaat het om het centrale gedeelte rond Kiev. Het westen is veeleer Pools, Roemeens of Oostenrijks. Het oosten behoort tot Rusland, al vanaf het moment dat de Russische tsaren in de zeventiende eeuw dit dunbevolkte gebied koloniseerden tot en met de Sovjetperiode. Op zijn smartphone wijst Roeslan naar de ligging van Odessa, Nikolajev, Dnjepropetrovsk, Donetsk en Charkov; steden die in zijn ogen een Russisch karakter dragen.
Roeslan haalt de Russische president Vladimir Poetin aan. Die praat niet over Russisch nationalisme, maar over patriottisme. Over liefde voor de ‘grote cultuur’ die Rusland is. Over een bezielde beschaving, die grenzen overstijgt. Aangespoord door het patriottische Sovjetlied ‘Sta op groot land’ voelt Roeslan dat het gaat lukken om een nieuw land op te zetten: ‘We hebben de wapens. We zijn gemotiveerd.’
Enorme volksverhuizingen
Roeslans volksrepubliek is een voorlopig laatste hoofdstuk uit de onstuimige geschiedenis van dit deel in Europa. Toen in 1991 tijdens de regeerperiode van toenmalig president Gorbatsjov de Sovjet-Unie uiteenviel, werd Oekraïne plotseling onafhankelijk. De orthodoxe kerk werd niet meer beheerst door de Partij en het verbod op de Katholieke Kerk in het westen werd opgeheven. De mensen maakten een voorzichtig begin met de verwerking van hun eigen verleden.
Een van de onverwerkte trauma’s is het Verdrag van Jalta. Na de Tweede Wereldoorlog tekenden de wereldleiders Churchill, Roosevelt en Stalin de kaart van Europa opnieuw. Zij kwamen overeen dat de Sovjet-Unie recht had op een flink stuk land erbij; zij hadden in deze regio immers de oorlog gewonnen. En dus werd Polen simpelweg enkele honderden kilometers naar het westen verschoven, ten koste van verliezer Duitsland.
Enorme volksverhuizingen waren het gevolg. Meer dan een miljoen Polen in het huidige westen van Oekraïne moesten hun koffers pakken om naar de nieuwe gebieden van Polen te vertrekken − naar voormalig Duits gebied. Een half miljoen Oekraïners en Wit-Russen die op het Poolse grondgebied woonden moesten ‘terug’ naar de nieuwe Sovjetrepubliek Oekraïne.
‘Uit angst voor de razzia’s trok mijn moeder ’s nachts met ons de velden in. Ik en mijn broer lagen dan te slapen in de wagen. Het paard hield mijn moeder wakker’
Onder de honderdduizenden verdrevenen bevond zich Michailo Oleksiowitsj, die in 1936 geboren werd in een dorp vlak bij Chełmno, in het huidige Oost-Polen. ‘In mijn eerste kinderjaren was er veel nationalisme. Poolse radicalen wilden de Oekraïners wegpesten, en staken onze boerderijen in brand. Uit angst voor de razzia’s trok mijn moeder ’s nachts met ons de velden in. Ik en mijn broer lagen dan te slapen in de wagen. Het paard hield mijn moeder wakker.’
In 1944 moesten Michailo en zijn ouders alles achterlaten en vertrekken richting de nieuwe Oekraïense Sovjetrepubliek. De deportatie werd georganiseerd door de NKVD, de staatsveiligheidsdienst van de Sovjet-Unie. De goederentrein waar ze met hun spullen en hun vee in reisden, arriveerde in december 1945 op het station in Lviv, de hoofdstad van het huidige West-Oekraïne. Ze konden er een huis krijgen en een stuk land, dat enkele weken eerder verlaten was door een Poolse familie.
Maar enkele maanden na aankomst werd hun nieuw verkregen land alweer afgepakt. Ook in deze nieuwe Sovjetgebieden moesten kolchozen worden ingericht: collectieve boerderijen waar alle boeren samenwerkten. Dat wilde Michailo niet. Hij ging liever naar school om, eenmaal volwassen, aan de slag te gaan als elektricien bij een televisiefabriek. Terugkijkend op zijn leven heeft Oleksiowitsj een typisch Oekraïense mengeling van gevoelens overgehouden aan zijn loopbaan: hij veracht de ideeën van de Sovjets, maar is nog steeds trots op zijn werk als elektricien, in een tijd dat er meer saamhorigheid was dan nu.
Pas in de jaren tachtig slaagde Michailo erin zijn geboortedorp in Polen te bezoeken. ‘Er was niets. Alle huizen waren vernietigd.’ Een paar jaar later vond bij hem thuis een bizarre ontmoeting plaats: de Pool die zijn huis ooit bouwde, kwam langs om zijn verloren eigendommen te bezoeken. Samen dronken ze hun traumatische geschiedenis weg.
Oleksiowitsj heeft nog elke nacht nachtmerries vanwege de herinneringen aan het geweld van zijn kinderjaren en de daaropvolgende verbanning als gevolg van het verdrag van Jalta. Aan de toekomst van Oekraïne denkt hij nauwelijks. De toekomst van zijn kinderen − beide geëmigreerd naar Londen − is zijn voornaamste zorg.
Iconen van de onafhankelijkheidsstrijd
Een ander onverwerkt trauma is de Goelag. Velen in het westen van Oekraïne haatten Stalin, die de katholieke religie verbood en de boeren het land afnam. Tot in de jaren vijftig vocht het Oekraïense Opstandelingenleger vanuit de dorpen en de bossen een verbeten strijd tegen de overheersers uit het oosten. Het Sovjetregime probeerde de opstand te onderdrukken en deporteerde vele guerillastrijders naar strafkampen in Siberië en Kazachstan. Daar moesten zij onder zware omstandigheden dwangarbeid verrichten.
In zijn standaardwerk over de strafkampen ten tijde van de Sovjet-Unie De Goelag Archipel beschrijft Aleksandr Solzjenitsyn de grote hoeveelheid onafhankelijkheidsstrijders die naar de Goelag (strafkampen) wordt gevoerd. ‘Aan een stuk door vloeide de stroom van West-Oekraïners die in de bossen werden gegrepen. Kamp en deportatie werden toebedeeld aan alle plattelandsbewoners die iets te maken hadden met de partizanen: wie ze had laten overnachten, wie hun ooit eens te eten had gegeven, wie ze niet had aangegeven. Omstreeks 1950 werd ook de stroom van de vrouwen van opstandelingen op gang gebracht, opdat de mannen gauwer door de knieën zouden gaan.’
Twee van deze voormalige dwangarbeiders zijn Ljoebomir en Darina Poljoega uit Lviv. Zij worden gezien als iconen van de onafhankelijkheidsstrijd van de Oekraïners. Ljoebomir was in de jaren veertig persoonlijk bewaker van een hoge generaal van de guerillastrijders, en Darina verpleegde gewonden. Vanaf hun arrestatie in 1946 volgt een leven van verbanning en gevangenschap. Hun huwelijk vond plaats in een strafkamp, ver van hun geboortegrond in het koude noorden van Rusland. Tien jaar lang werkten Ljoebomir en Darina als dwangarbeiders. Ljoebomir zwoegde een paar honderd meter onder de grond, waar hij kolen moest hakken in de mijnen. Darina werd gedwongen met honderden andere vrouwen met pikhouweel aan een weg te bouwen. ‘In de winter was het min veertig graden, zodra je uit de rij stapt werd je doodgeschoten.’
In de ‘archipel’ aan werkkampen zaten in de jaren veertig en vijftig miljoenen mensen gevangen. Enkele miljoenen mensen stierven van honger en uitputting. Vooral West-Oekraïners hebben allemaal wel iemand in de familie die in de goelag heeft gezeten. Enkele jaren na de dood van Stalin (1953) volgde voor vele gevangenen amnestie; zo ook voor de Poljoega’s. Maar vrijheid betekende geen terugkeer; vaak waren de ongehoorzame Sovjetburgers nog jarenlang verbannen. Ljoebomir en Darina maken hun medische studie af in Kazachstan, om zich vervolgens in de buurt van Cherson (Zuid-Oekraïne) te herenigen met eveneens verbannen familieleden.
Pas in 2004 slaagde het echtpaar erin terug te keren naar Lviv. Zij willen hier sterven en begraven worden. Haat kent het echtpaar niet. Zij zijn trots op hun patriottische verleden en zien zichzelf als ‘ware Oekraïners’. Zoals de meeste West-Oekraïners bezoeken zij de Oekraïense katholieke kerk, die na de onafhankelijkheid in 1991 weer legaal werd, na decennialang ondergronds te hebben gefunctioneerd.
‘De meeste toeristen in Lviv zijn mensen uit Oost-Oekraïne. Zij komen zich laven aan het echte Oekraïne,’ zegt het echtpaar trots. Zij klagen over de Russen in de stad die nog steeds de mooiste huizen in het centrum bezitten; een gevolg van de poging om West-Oekraïne te russificeren. Tot hun dood zullen ze hun levensverhaal doorvertellen aan jongeren, zeggen ze. Veel kampslachtoffers vinden het veel te moeilijk om te spreken over het verleden − dat in grote delen van Oekraïne nog steeds de haat tegen Moskou voedt.
Oekraïens sprankje patriottisme
Oekraïne lijkt het te moeten hebben van de jonge generatie, waarbij soms een sprankje patriottisme lijkt te ontstaan. Hoewel ook Pavel Kirilenko (31) uit Donetsk Russisch bloed door zijn aderen heeft stromen, is hij toch aanhanger van een zelfstandig Oekraïne. Pavels moeder werd geboren in Siberië en zijn vader kwam in Donetsk ter wereld uit Russische ouders. Om de doodeenvoudige reden dat hij in Oekraïne werd geboren, wil hij in dit land zijn toekomst bouwen.
Na wat omzwervingen belandden zijn ouders in Oost-Oekraïne. Ook zij waren hier zeer gewenst, zegt Kirilenko met overtuiging. De autoriteiten hadden liever geen Oekraïners in dit gebied. Zij konden zich wel eens minder Russisch voelen. Oekraïners hadden immers tijdens de Tweede Wereldoorlog met nazi-Duitsland meegevochten tegen de Sovjet-Unie. Juist in zo’n belangrijk industriegebied als de Donbass had Moskou behoefte aan stabiliteit en aan mensen die het Sovjetgevoel uitstraalden, zoals de ouders van Kirilenko.
‘We zijn allemaal Oekraïners. We dragen de Oekraïense cultuur uit,’ zegt Kirilenko. Trots leest hij het gedicht ‘Houden van Oekraïne’ voor, van Vladimir Sosoera. Volgens hem zijn bokskampioen Vitali Klitsjko, die zondag deelneemt aan de burgemeestersverkiezingen van Kiev, en voetbalvedette Andrej Sjevtsjenko voorbeelden van mensen die Oekraïne verenigen. Met nostalgie denkt Kirilenko terug aan het moment dat het Oekraïense voetbalelftal tijdens de WK-kwalificatie Frankrijk versloeg. Dat gebeurde november vorig jaar. ‘Het hele land stond te juichen. Maar de anti-Oekraïense propaganda heeft dat gevoel uitgewist.’
Kirilenko’s denkbeelden botsen met die van zijn moeder. ‘Zij is nog altijd trots op de Sovjet-Unie. Het leninisme en communisme zitten erin geramd. Zulke mensen houden van een sterke leider als Poetin, die van Rusland een grootmacht maakt.’ Niet alleen zijn moeder is het met hem oneens, Kirilenko moet het bovendien opnemen tegen zijn twee tantes, neef en nicht in Rusland. Gediscussieerd wordt er nauwelijks tussen hem en zijn moeder. Beide kampen hebben hun stellingen ingenomen als soldaten in de loopgraven. ‘Dertig seconden duurt zo’n gesprek,’ lacht Kirilenko. ‘Daarna praten we over het weer.’
Dialoog, met een kalasjnikov klaar op de achterbank
De verkiezingen van zondag moeten een eerste aanzet geven tot een verenigd Oekraïne. Verschillende groepen in Oekraïne proberen te zoeken naar een oplossing door middel van een nationale dialoog. Ze hielden deze maand al rondetafelgesprekken, die naast de huidige politieke leiders ook werden bijgewoond door oud-presidenten, geestelijk leiders, regionale leiders en andere hoogwaardigheidsbekleders. Maar zonder de separatisten uit het oosten. ‘Terroristen’ horen er niet bij, meent de regering in Kiev.
Maar zie de pro-Russische Roeslan maar eens aan tafel te krijgen. Was hij in de begindagen van de pro-Russische protesten in maart nog voor een federatie binnen Oekraïne, sinds het Oekraïense leger geweld gebruikte, kiest Roeslan onomwonden voor afscheiding. Gezien zijn vastberadenheid lijkt niets hem in de weg te staan om de route richting zijn Russische wortels te vervolgen. Zijn kalasjnikov ligt klaar op de achterbank van zijn auto.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!