Zorgzzp’ers zijn de laatste tijd in het nieuws, omdat ze een groot probleem lijken te hebben met de Belastingdienst. In oktober vorig jaar trok deze bij zo’n 250 ondernemers in de zorg de VAR in. Zo’n verklaring is voor een zzp-ondernemer in de praktijk van levensbelang. De meeste opdrachtgevers zetten je alleen aan het werk als je deze verklaring kunt laten zien. Het resultaat: van de ene op de andere dag zaten deze zelfstandigen zonder inkomsten.
De 250 getroffen zelfstandigen uit het voorbeeld werkten voor zorginstelling PartiCura uit Purmerend. Ze werkten als zzp’ers thuis bij de cliënten van deze organisatie. De Belastingdienst meent echter dat deze zorgverleners ten onrechte zijn aangemerkt als ondernemers. In de praktijk werken ze volgens het rooster en de regels van de instelling en zijn ze dus werknemers in plaats van ondernemers, aldus de fiscus.
De zorgzzp’ers van PartiCure zijn niet de enigen. Het ministerie van Economische Zaken schat dat zo’n 9 tot 15 procent van de zelfstandige zorgverleners in feite ‘schijnzelfstandige’ is. Volgens de Belastingdienst zijn er zo’n 20.000 zorgverleners met een VAR. Een eenvoudige rekensom leert dan ook dat er zo’n 2.000 a 3.000 zelfstandigen in hetzelfde schuitje zitten.
Waarom zijn ze dan niet in loondienst?
Zowel de zzp’er als de zorginstelling als de patiënt lijkt baat te hebben bij een zzp-constructie. Bijvoorbeeld via een bemiddelingsbureau dat de zorgvraag koppelt aan het aanbod.
Stel, je bent gespecialiseerd in de zorg aan terminaal zieke patiënten. Hoe kom je als zelfstandige zorgverlener dan aan klanten? Je kunt moeilijk bij een ziekenhuis gaan folderen in de hoop mensen te treffen die op het punt staan te overlijden. Daarom melden zzp’ers zich aan bij een bemiddelingsbureau dat hen aan dat soort cliënten kan koppelen. Een bijkomend voordeel is dat het bureau ook de administratie regelt. Kortom: deze constructie ontzorgt de zorgzelfstandige.
Maar ook voor zorginstellingen zelf zijn zelfstandigen zeer aantrekkelijke arbeidskrachten. Hun loon ligt weliswaar iets hoger dan dat van werknemers die in dienst zijn, maar ze hoeven niet doorbetaald te worden bij ziekte. Daarbij hoeft het bemiddelingsbureau voor een zzp’er geen premies af te staan aan de Belastingdienst. Bovendien: wanneer er geen werk beschikbaar is, kunnen ze van de ene op de andere dag weer afscheid van een zzp’er nemen. Dat ligt bij werknemers met een contract een stuk lastiger.
Bijkomend voordeel is dat de bureaus geen rekening hoeven te houden met de CAO en de Arbeidstijdenwet wanneer ze een zelfstandige inzetten. In de zorg betekent dit dat zelfstandigen vaak op 24-uurs diensten worden gezet. De zorgverlener werkt dan 24 uur achter elkaar bij één cliënt. Dit gaat vaak om terminaal zieke mensen. Voor deze patiënten is het grote voordeel dat ze op één dag één gezicht zien, en niet drie of vier verschillende mensen aan hun bed krijgen.
Een win-win-winsituatie dus. Wat is dan het probleem?
De schijnzelfstandige kan te maken krijgen met een vordering van de Belastingdienst van duizenden of zelfs tienduizenden euro’s. Wanneer de zzp’er geen echte ondernemer blijkt, maar wel als ondernemer belastingaangifte doet, geniet hij namelijk ten onrechte de zogenoemde ondernemersaftrek. Zeker als de zzp’er al een aantal jaren onterecht fiscale voordelen heeft genoten, kunnen de kosten van zo’n vordering behoorlijk oplopen.
Behalve een mogelijk conflict met de fiscus zijn er overigens nog meer nadelen voor de schijnzelfstandige. Hij bouwt, anders dan zijn collega’s in loondienst, geen pensioen op. Daarnaast heeft de zzp’er als gezegd geen recht op WW wanneer hij werkeloos wordt en wordt hij niet doorbetaald bij ziekte.
Waarom begint de belastingdienst hier nu pas over?
Deze constructie wordt al jaren gedoogd. Volgens de meeste deskundigen omdat er onvoldoende mankracht is om alle VAR’s te controleren. Nu de schatkist echter leeg is en volgens minister van Sociale Zaken Asscher de flexibilisering te ver is ‘doorgeschoten’, is de Belastingdienst alsnog begonnen met het handhaven van de regels.Omdat het kabinet de ‘doorgeschoten flexibilisering’ wil aanpakken, heeft de Belastingdienst nu zijn ‘capaciteit gericht op situaties waar het vermoeden bestaat dat schijnzelfstandigheid voorkomt.’ Er wordt nu dus meer werk gestoken in het opsporen van schijnzelfstandigheid.
En die bemiddelingsbureaus dan?
De afgelopen jaren heeft de schijnzelfstandige in de zorg jarenlang voor bemiddelingsbureaus kunnen werken zonder daarop te worden aangesproken door de fiscus. De bemiddelingsbureaus hebben het maar zo gelaten, want voor hen zitten er alleen maar voordelen aan de constructie. Wordt de zzp’er nu gepakt, dan moet hij de fiscale voordelen die hij heeft genoten terugbetalen. Het bemiddelingsbureau gaat vrijuit. Ook nu zet PartiCura, de instelling uit het voorbeeld, zzp’ers die in de 24-uurszorg willen werken, gewoon in.
Wat heeft de fiscus te zeggen over hoe een zzp’er zijn bedrijf voert?
Waarom is het eigenlijk zo’n probleem wanneer een zelfstandig ondernemer slechts één opdrachtgever heeft? Als hij daar zelf voor kiest, kan de overheid dat toch niet tegengaan?
De experts met wie we voor dit verhaal spraken zijn stellig: dat komt vooral door het geld. De Belastingdienst verdient veel meer geld aan een werknemer in loondienst dan aan een ondernemer. Ondernemers hebben namelijk recht op ondernemersaftrek, wat al snel oploopt tot duizenden euro’s per jaar per persoon.
Daarbij staat een werkgever allerlei premies af aan de fiscus voor zijn werknemers. Een ondernemer staat die premies niet af. De Belastingdienst schat dat ze jaarlijks 100 miljoen euro misloopt door schijnzelfstandigen die onterecht aanspraak maken op ondernemersaftrek en doordat er geen premies voor ze worden afgestaan. Het opsporen en aanpakken van schijnconstructies kan de staat kortom een mooi geldbedrag opleveren.
Kortom, je kunt een bestaan als ‘schijnzelfstandige’ maar beter voorkomen?
Handig is het inderdaad niet om als schijnzelfstandige te werken. Je weet immers nooit precies waar je aan toe bent. Toch is het maar de vraag in hoeverre schijnzelfstandigen echt een keuze hebben. Als er geen banen in loondienst beschikbaar zijn, moet je jezelf op een gegeven moment wel als ondernemer voordoen om het werk te kunnen doen waarvoor je bent opgeleid. Zomaar iets anders gaan doen, zit er voor velen dan ook niet meteen in.
De bemiddelingsbureaus, die in de praktijk de rol van werkgever innemen, kijken iets anders tegen de zaak aan. Volgens hen zijn dit mensen die graag ondernemen en denken ‘iets toe te kunnen voegen aan de sector’ door die 24-uurszorg te bieden, die niet mag worden geboden door werknemers in loondienst. Die hebben namelijk een CAO waarin staat dat ze normaal gesproken niet meer dan 10 uur achter elkaar mogen werken. Er zou volgens hen dan ook geen sprake zijn van gedwongen ondernemerschap.
Of ze nu geheel uit vrije wil zijn gaan ondernemen of tegen wil en dank bij een bemiddelingsbureau terecht zijn gekomen, het is de vraag of het wel zo terecht is om individuele ‘schijnzelfstandigen’ alsnog de rekening te presenteren.
Voor deze explainer is gesproken met onder meer de volgende deskundigen: Ronald Beltzer , Lex Tabak , Johan de Jong , Jan Verschuren.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!