‘Onze redactie zit midden in een winkelstraat.’ Ies van Rij, hoofdredacteur van de IJmuider Courant, is aan het woord. ‘Als lezers het niet eens zijn met een artikel, komen ze gewoon binnenwandelen. Dit is een havenstad. Ze zijn hier niet op hun mondje gevallen en weten ons echt wel te vinden.’
Maar dat de toekomst van de regionale journalistiek onzeker is, geeft ook Van Rij grif toe. Door bezuinigingen is zijn redactie afgelopen jaar gekrompen tot het minimum: 7 full time redacteuren. Eindredacteur en vormgever zijn banen uit vervlogen tijden. Bij de IJmuider Courant doet de redactie van acht man, de hoofdredacteur meegeteld, nu alles zelf. De papieren oplage (nu ongeveer 5.000 exemplaren), daalt met 4 procent per jaar en de overstap naar online gaat moeizaam. Registratie voor het lezen van artikelen online, lijkt af te schrikken en online abonnementen leveren minder op dan abonnementen op de papieren krant.
Geen geld meer voor verwondering
De verschraling van de regionale journalistiek is een feit. ‘Door bezuinigingen zijn er in de regio nog amper journalisten die gewoon de straat op gaan en kunnen schrijven vanuit hun verwondering,’ zegt Quint Kik, onderzoeker verbonden aan het Stimuleringsfonds voor de Pers. ‘Waar vroeger elke stad een eigen redactie had, schrijft één centrale redactie nu vaak stukken voor een hele regio. Dit zorgt voor schijnpluriformiteit: in drie verschillende steden lees je hetzelfde stuk, met net een andere kop.’
‘In drie verschillende steden lees je hetzelfde stuk, met net een andere kop’
Door de centralisatie van redacties gaan niet alleen de mooie lokale verhalen verloren, maar - veel ernstiger - ook de journalistieke controle op de lokale politiek. Samen met Lammert Landman doet Kik sinds 2012 onderzoek naar in hoeverre plaatselijke media in Nederland in staat zijn lokaal beleid te controleren. Vorig jaar verscheen een rapport over de politieke berichtgeving van lokaal georiënteerde media online. Om een vergelijking te kunnen maken analyseren ze momenteel, in samenwerking met Hogeschool Windesheim, ook offline media.
Het nieuwe onderzoek loopt nog, maar de resultaten uit 2013 zijn zorgelijk. In de grote steden wordt de plaatselijke politiek redelijk in de gaten gehouden door diverse mediaorganisaties. Maar in kleinere steden en gemeenten plaatsen media een te verwaarlozen aantal berichten over de lokale politiek. Nieuws over lokaal beleid ontbreekt bijna geheel in gemeenten met minder dan 50.000 inwoners, aldus de onderzoekers.
Is dat erg? Ja. Helemaal wanneer je bedenkt dat de decentralisatie van overheidstaken, die er op 1 januari 2015 aankomt, tot gevolg heeft dat gemeenten een groter takenpakket krijgen. Lokale bestuurders hebben straks meer verantwoordelijkheden en macht, maar kunnen in theorie rustig hun gang gaan zonder gecontroleerd te worden.
Wat wil de lezer?
Dat wil niet zeggen dat het overal slecht gaat of dat er geen oplossingen te bedenken zijn. Kik: ‘Samenwerking biedt uitkomsten: regionale dagbladen, huis-aan-huisbladen, omroepen en websites met lokaal nieuws kunnen de handen ineenslaan om meer onderzoek te realiseren en diepgravendere producties te maken.’ Volgens de onderzoekers moeten er wel minimaal twee media blijven bestaan per regio; als alle artikelen van dezelfde bron komen, is de vrije pers een illusie.
Van Rij geeft aan dat de IJmuider Courant een uitzondering is, omdat het dagblad zich alleen richt op de gemeente Velsen en daarom precies weet wat er in de regio gaande is. Ook heeft het dagblad een verslaggever in dienst die de gemeenteraadsvergaderingen bijwoont.
Centralisatie van media is ook niet het enige toekomstscenario; er zijn meerdere manieren om de regionale waakhond nieuw leven in te blazen. ‘Gemeenten, of andere partijen, kunnen journalisten subsidie geven om tijd te besteden aan het controleren van plaatselijke politiek. Niet alleen door aan te schuiven bij vergaderingen, maar juist door zelf de wijk in te gaan op zoek naar lokaal nieuws. Dit klinkt wellicht als belangenverstrengeling, maar je moet het geld toch ergens vandaan halen. Ook proberen wij met onze rapporten de verschraling van de regionale nieuwsvoorziening onder de aandacht te brengen van landelijke en lokale politici.’
Misschien moet de verandering wel beginnen bij de burger, die zich nu niet erg druk lijkt te maken over het lot van de lokale journalistiek. Er is ook gewoon veel concurrentie online: in de tijd die mensen eerst aan de regionale krant besteedden, lezen ze nu internationaal nieuws op hun telefoon, of doen ze spelletjes. In vier Nederlandse gemeenten heeft minder dan twee op de honderd mensen een abonnement op een regionaal dagblad of koopt deze soms.
Drie van deze vier zogeheten paperless gemeenten bevinden zich in Noord-Holland: Aalsmeer, Uithoorn en Ouder-Amstel. ‘Je krijgt als burger het nieuws dat je verdient,’ zegt Kik. ‘Misschien moet er een echt dieptepunt komen voordat burgers zich achter de oren krabben en betere nieuwsvoorziening willen.’
Participatie voor bij de buurtbarbecue
Maar zijn burgers niet al betrokken? Het motto power to the people slaat ook aan in de journalistiek: lezers dragen steeds vaker zelf bij. Dit is het achterliggende idee van hyperlocals, kleinschalige online platforms gericht op de stad, buurt of wijk. Sommige websites worden bijgehouden door professionele journalisten, andere door vrijwilligers of buurtbewoners. Je vindt er niet alleen plaatselijk nieuws, maar ook een uitnodiging voor de buurtbarbecue volgende week. Lezers plaatsen zelf oproepen of schrijven mee aan een stuk.
Leuk die burgerparticipatie, maar deze websites zijn toch geen waakhond van de democratie te noemen? Sommige hyperlocals zijn heel goed en bieden gedegen journalistiek, maar anderen zeker niet, zeggen Landman en Kik. Hyperlocals zijn geen vervanging, enkel een aanvulling op traditionele regionale media. Wel maakt de verschuiving naar de burger het makkelijker om kennis te delen: samen weet je meer dan alleen. Burgers kunnen meedenken en onderwerpen aankaarten waar de journalist dieper in duikt.
Persbureau LocalFocus heeft de hoop niet opgegeven
Lang niet alle journalisten hebben de hoop in de regio opgegeven; ook veel nieuwe initiatieven komen op. Zo is er sinds kort LocalFocus, een persbureau voor datajournalistiek specifiek gericht op de regio. De drie initiatiefnemers verzamelen regionale datasets over onderwerpen van onderwijs tot zorg. Door de data inzichtelijk te maken en te visualiseren, beoogt LocalFocus journalisten een beginpunt te geven voor het stellen van kritische vragen. De initiatiefnemers denken dat regionale journalisten altijd nodig blijven, om gegevens te checken of duiding te geven.
Zo ook Van Rij: ‘Nieuws van over de hele wereld komt de hele dag langs en wordt continu gerecycled. Er is zo veel informatie dat je je uiteindelijk weer tot het bekende wendt. Je wilt toch weten wat er dichtbij, op jouw straathoek, aan de hand is en daar heb je een regionaal medium voor nodig.’
Maar ook de IJmuider Courant moet zich aanpassen om te blijven bestaan. Van Rij probeert lezers meer bij de krant te betrekken, bijvoorbeeld door het organiseren van lezersactiviteiten of debatten: ‘We zenden niet meer alleen, maar willen juist in gesprek gaan,’ zegt hij. ‘Community building, dat is nu het devies. Maar dat kan ook best offline.’
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!