‘Waar ben je?’ vraagt advocate Fadime Kiliç door de telefoon aan haar Ghanese cliënt meneer Ayivor. ‘Where are you?’
In het gerechtsgebouw aan de Parnassusweg in Amsterdam staat de zitting over het verblijfsrecht van Ayivor op het punt van beginnen. Kiliç heeft haar toga aan, de medewerker van de IND zit al in de rechtszaal, net als de rechter en de griffier. Meneer Ayivor ligt nog in bed, zijn stem klinkt verward aan de telefoon.
‘Your court hearing is about to start,’ zegt Kiliç.‘Why are you not here?’
Meneer Ayivor woont sinds 2008 in Nederland. Nu dreigt hij zijn verblijfsvergunning te verliezen. De relatie die hem eerst verblijfsrecht bood eindigde, en daarna slaagde hij niet voor zijn inburgeringsexamens voor zelfstandig verblijfsrecht. Van de verplichte vier examens haalde hij er tot nu toe eentje.
Om deze reden besloot de IND, ook nog na bezwaar, dat Ayivor niet meer rechtmatig in Nederland kan verblijven. De laatste brief namens staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie, VVD) eindigde ondubbelzinnig met: ‘U moet de EU meteen verlaten en u kunt worden uitgezet.’
De zitting begint. ‘I shall do it without you,’ zegt Kiliç voordat ze de telefoon ophangt.
Verblijfsrechtelijke consequenties
Op de zaak van meneer Ayivor is relatief nieuwe wetgeving van toepassing. Tot 2010 kregen nieuwkomers alleen een geldboete als zij niet voldeden aan hun inburgeringsplicht. Sindsdien verbindt de Nederlandse politiek hier ook steeds vaker ‘verblijfsrechtelijke consequenties’ aan. Dit betekent dat migranten in bepaalde omstandigheden hun verblijfsvergunning kunnen kwijtraken na het zakken voor een multiplechoicetest.
Vergeleken met maatregelen elders in de wereld zijn de maatregelen voor inburgeraars in Nederland uitzonderlijk streng. Zo bestaan in klassieke immigratielanden als de Verenigde Staten en Canada ook inburgeringsexamens, maar gedreigd met uitzetting als de migrant zakt wordt daar niet.
Het is dan ook een dubieuze ambitie om inburgeraars alsnog te willen uitzetten. Zij verblijven al enige jaren legaal in hun nieuwe thuisland en hebben vaak al een leven opgebouwd. Bovendien zijn inburgeraars vaak gezinsleden van families die via een recht op hereniging weer bij elkaar konden zijn. Het is daarom niet verbazingwekkend dat de Raad van Europa Nederland bekritiseerde voor het creëren van de mogelijkheid zulke gezinnen opnieuw uit elkaar te halen.
Nederland werd door de Raad van Europa bekritiseerd voor het creëren van de mogelijkheid gezinnen opnieuw uit elkaar te halen
En toch deed Nederland in 2013 nóg een extra duit in het zakje door nieuwkomers ook te verplichten hun eigen inburgering te regelen en te betalen. De examens moeten nu door de inburgeraar zelf bekostigd worden. Het huidige budget van de Nederlandse overheid voor inburgering is 0 euro.
Het inburgeringsonderwijs is daarom ook compleet geprivatiseerd: waar de migrant eerst naar de gemeente kon voor cursussen, moet hij of zij nu aankloppen bij commerciële taalbureaus. Om die te kunnen bekostigen, kunnen migranten bij DUO een lening afsluiten van maximaal vijfduizend euro.
Even los van wat je precies van dit beleid vindt en of het de integratie bevordert, valt niet te ontkennen dat nieuwkomers in Nederland in een opmerkelijke situatie belanden. In de afgelopen twintig jaar zijn zij tot steeds meer verplicht om in Nederland te mogen verblijven. De wetgeving verandert voortdurend en het aantal tests en controles neemt al jarenlang toe, terwijl de vereiste niveaus (van taalbeheersing bijvoorbeeld) en ook de (zelfbetaalde) kosten blijven stijgen.
Tegelijkertijd worden de consequenties voor een migrant die niet aan de eisen voldoet steeds ernstiger. Het resultaat is een pakket aan verplichtingen, dat ooit is ontstaan om toekomstige burgers beter te doen integreren en om hen te stimuleren gelijkwaardig te participeren in de samenleving, maar nu een middel is geworden om de vreemdeling te kunnen beboeten of alsnog uit te kunnen zetten. Een zwaard van Damocles, zogezegd, dat cynisch genoeg gefinancierd moet worden door degenen boven wier hoofd het hangt.
De kwetsbaarheid van de immigrant
Met andere woorden: in Nederland heeft twintig jaar verwoed integratiedebat geleid tot merkwaardig schraal inburgeringsbeleid. En deze politieke uitkomst is het gevolg van de inherent kwetsbare positie van iedere migrant die in een nieuw land wel verblijfsrecht heeft, maar (nog) geen volledig staatsburgerschap.
Deze migrant betaalt huur, participeert op de arbeidsmarkt en stuurt zijn kinderen naar school, maar heeft niet dezelfde rechten als andere Nederlanders (zoals stemrecht op nationaal niveau). Hij is nog-niet-Nederlander op Nederlands territorium, wel onderdeel van de rechtsstaat, maar niet als burger. Oftewel, hij bevindt zich in een fase tussen de status van ‘buitenlander’ en ‘burger,’ die neerkomt op (tijdelijk) toegestane en geïnstitutionaliseerde discriminatie .
De immigrant bevindt zich in een fase tussen de status van ‘buitenlander’ en ‘burger,’ die neerkomt op toegestane en geïnstitutionaliseerde discriminatie
Nu is het logisch dat iemand die nog geen lid is van de politieke gemeenschap, een zwakke onderhandelingspositie heeft wat betreft de voorwaarden van zijn toelating. De nieuwkomer zal daarom alle vereisten die de staat oplegt voor een permanente verblijfsvergunning of naturalisatie moeten accepteren, ook als deze zich blijven opstapelen en steeds meer aanspraak doen op de eigen portemonnee.
Om te voorkomen dat individuen op deze manier de speelbal zijn van een verpletterend machtige staat beschermen liberale democratieën als Nederland hun burgers met een rechtsstaat. Maar die bescherming is precies waar het de vreemdeling zonder staatsburgerschap aan ontbreekt. Hij werkt juist nog aan zijn permanente toegangskaart tot de democratie en de rechtsorde.
Net als andere Nederlanders heeft hij wel een pakket basale rechten; hij mag bijvoorbeeld niet zonder eerlijk proces worden opgepakt of opgesloten. Maar zolang de staatssecretaris de migrant een brief kan sturen dat hij de EU moet verlaten vanwege een inburgeringseis, heeft hij overduidelijk nog niet de volledige rechtsstatelijke bescherming die burgers genieten.
Deze broze positie voor nieuwkomers is nooit volledig op te heffen. In een wereld gekenmerkt door migratie zullen er altijd mensen enkele jaren op territoria verblijven waarvan zij (nog) geen burger zijn. Het is daarom de taak van de politiek om haar houding ten opzichte van migranten die nog niet genaturaliseerd zijn in de gaten te houden.
Steeds extra verplichtingen opleggen aan hen levert allicht stemmen op, maar is ook de weg van de minste weerstand. Deze groep migranten heeft nauwelijks politieke representatie en spreekt vaak letterlijk de taal van hun nieuwe thuisland nog niet. Er zal dus weinig weerwoord klinken, wat je ook vraagt, hoe duur het ook wordt.
De rechtszaak begint. Advocate Kiliç schetst de omstandigheden waarin meneer Ayivor in Nederland leefde, totdat de medewerker van de IND haar plots onderbreekt.
‘Wij geven de vreemdeling zes maanden extra de tijd om zijn examens te halen,’ zegt deze.
De rechter fronst, laat dan de toezegging optekenen en eindigt de zitting. Buiten belt Kiliç met haar cliënt Ayivor. ‘I have good news for you.’
Zelfs in deze ruimhartigheid toont de staat haar macht.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!