Op 16 april luisterden de vijftien leden van de VN Veiligheidsraad naar de presentatie van een rapport van de Syrische arts Mohamed Tennari. Hij vertelde over een chloorgasaanval die een maand eerder plaatsvond in het dorpje Sarmin. De arts probeerde tevergeefs drie kinderen in de leeftijd van 1, 2 en 3 jaar oud te behandelen. Ook hun ouders en hun grootmoeder lieten het leven bij deze aanval. De video van de aanval, die de directeur van het plaatselijke ziekenhuis daarna liet zien, was zo heftig dat een aantal leden van de Veiligheidsraad tot tranen toe geroerd was. De boodschap van Tennari was glashelder: ‘de internationale gemeenschap moet het bloedvergieten in Syrië stoppen.’
Het Syrische regime heeft in de afgelopen vijf jaar talloze onschuldige burgers vermoord. Het aantal doden ligt sinds het begin van de opstanden in maart 2011 op meer dan tweehonderdduizend. Ook deze chloorgasaanval is vermoedelijk door de Syrische luchtmacht uitgevoerd, alleen zij beschikken over helikopters. Waar het Westen vooral bevreesd is voor de opmars van de Islamitische Staat (IS) - elk bericht over de terreurdaden die zij in Syrië en in Irak begaan is groot nieuws - daar zien soennitische landen in de regio het Assadregime als de grootste vijand. Zo hebben Turkije en Saoedi-Arabië sinds kort hun krachten verenigd; ze steunen met geld en wapens een bonte islamitische coalitie, waaronder de aan Al-Qaeda gelieerde Al-Nusra-beweging die strijdt tegen het Syrische leger. In de afgelopen weken werden zowel de Noordwestelijke steden Idlib als Jisr al-Shughour ingenomen.
Waarom doet NAVO-partner Turkije dit? En hoe beïnvloedt de Turkse steun de relatie met het Westen? Wij reizen de komende twee weken langs de Turks-Syrische grens op zoek naar Turkse betrokkenheid bij de oorlog in Syrië. Wat weten de inwoners van de grensstreek over de Turkse steun aan islamitisch rebellen? Op welke manier wordt hun leven beïnvloed door de oorlog in Syrië?
De dubbel rol van Turkije
Kort geleden ging er een opmerkelijke video rond op internet. De Turkse en Griekse minister van Buitenlandse Zaken - buurlanden die er al eeuwen een gespannen relatie op nahouden - zongen na een NAVO-bijeenkomst in de Turkse badplaats Antalya gearmd ‘We are the world.’ Ook NAVO-chef Jens Stoltenberg en EU-buitenlandcoördinator Federica Mogherini voegden zich bij het koor. Het is het beeld dat Turkije graag aan de buitenwereld presenteert: Turkije als cruciale westerse bondgenoot in de strijd tegen het terrorisme.
Met als meest concrete samenwerking: de hulp van NAVO-landen bij het beschermen van het Turkse luchtruim. Ook Nederland droeg hier met zijn Patriotmissie een steentje aan bij. Twee jaar lang stonden twee Nederlandse luchtverdedigingssytemen opgesteld in de Zuid-Turkse stad Adana. Deze Nederlandse operatie, ter waarde van zo’n dertig miljoen euro, is eind januari beeïndigd. Daarnaast waren de Turken afgelopen jaar met de Verenigde Staten voorzitter van het internationale antiterrorismeforum GCTF.
In Adana werden drie vrachtwagens van de Turkse geheime dienst staande gehouden. Er werden talloze raketten en luchtafweergeschut gevonden
Tegelijkertijd zijn er steeds meer berichten over steun van de Turkse overheid aan radicale islamitische groeperingen in Syrië. Het Amerikaanse tijdschrift Newsweek interviewde een voormalig IS-communicatietechnicus die beweerde dat de terreurbeweging Turkse steun ontving om Kobani aan te vallen. Een konvooi vertrok vanuit IS-hoofdstad Raqqa en reisde ongehinderd over Turkse grond naar de Syrisch-Koerdische grensstad. In hetzelfde artikel vertelde een woordvoerder van de Koerdische militaire beweging YPG dat Turkije wapens aan IS geeft, uit angst voor een onafhankelijke Koerdische staat.
Een onthulling met nog meer impact waren de Turkse wapenleveranties aan Al-Nusra. In de Zuid-Turkse stad Adana werden drie vrachtwagens van de Turkse geheime dienst MIT door de Turkse officier van justitie staande gehouden. Hij liet ze doorzoeken en vond talloze raketten en luchtafweergeschut. Het bleek het startschot voor een politieke rel: de officier is uit zijn functie geheven, soldaten die de vrachtwagens doorzochten moeten vrezen voor een jarenlange gevangenisstraf, de documenten zijn staatsgeheim en Turkse media mogen hier niet over publiceren.
Het lukt Turkije niet om de affaire onder de pet te houden, internationaal krijgt de zaak ook aandacht. Het CDA-kamerlid Pieter Omtzigt beschikt over de geheime stukken van de Turkse officier van justitie en wil dat het kabinet hier een onderzoek naar uitvoert.
Architect van Turkse buitenlands beleid
Dé architect van het Turkse buitenlandbeleid is Ahmed Davutoğlu. Hij begon in 2002 als adviseur van de toenmalige premier Recep Tayyip Erdoğan. Daarvoor was hij professor Internationale Betrekkingen en schreef hij zijn magnum opus Strategische Diepte. Daarin bepleitte hij dat Turkije na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie als centrale staat zijn positie in de nieuwe wereldorde moest innemen. Het isolationisme dat het Turkse buitenlandbeleid lange tijd kenmerkte, maakte plaats voor een pro-actieve diplomatiek.
Syrië was aanvankelijk de parel in de kroon van dit nieuwe Turkse buitenlandbeleid. Na decennia moeizame bilaterale betrekkingen – Turkije dreigde Syrië zelfs met oorlog toen Syrië in de jaren negentig onderdak bood aan de Koerdische PKK-leider Abdullah Ӧcalan – sloten beide landen vrijhandelsakkoorden en schaften ze de visumplicht af. Steden nabij de Syrische grens profiteerden volop van de opbloeiende handel.
In april 2011, een maand na de eerste grootschalige demonstraties tegen de Syrische president Assad in de zuidelijke stad Deraa, kwamen in de Turkse hoofdstad Ankara vooraanstaande leden van de Turkse regeringspartij AKP bijeen. De uitkomst: Assad kreeg voorlopig het vertrouwen, maar wel onder de voorwaarde dat hij politieke concessies zou doen aan de oppositie.
Daarop toog Hakan Fidan, hoofd van de Turkse geheime dienst, naar Damascus om de druk op te voeren. Dat gesprek leverde weinig op. Bij grootschalige protesten in het voorjaar van 2011 kwamen vervolgens duizenden Syriërs om en werden tienduizenden burgers opgepakt en mishandeld. Het Syrische regime sloeg elke vorm van protest hard neer. De AKP zette vervolgens een hogere kaart in. Ahmet Davutoğlu, ondertussen minister van Buitenlandse Zaken, reisde verschillende malen naar de Syrische hoofdstad en voerde urenlange onderhandelingssessies met Assad. Maar Assad toonde zich onvermurwbaar. Hij bleef geweld gebruiken tegen zijn bevolking.
‘Zonder bestrijding Assad neemt het radicalisme toe’
In de zomer van 2011 was de maat vol voor Turkije. Het verbrak alle relaties met Syrië en zette zich actief in om Assad ten val te brengen. De Turken waren zodoende betrokken bij de oprichting van de Syrische Nationale Raad en het Vrije Syrische Leger. Veel van deze gedeserteerde Syrische militairen vluchtten naar Turkije, waar ze getraind werden en vanuit de zuidelijke provincie Hatay aangestuurd om te strijden tegen het Syrische leger. Maar al een jaar later constateerde de Turkse krant Hurriyet dat er totale anarchie heerste binnen de Syrische oppositie. Meer dan dertig (kleine) rebellengroepen vochten ieder op hun eigen manier tegen Assad. Van centraal gezag was geen sprake.
Met het ambitieuze Golfstaatje Qatar aan zijn zijde begon Turkije in de loop van 2012 steeds meer wapens te leveren aan Syrische, islamitische rebellen gelieerd aan de Moslimbroederschap. Het Stockholm International Peace Research Institute, dat wapenhandel onderzoekt, meldde dat er tussen april 2012 en maart 2013 meer dan zeventig wapentransporten plaatsvonden vanuit Qatar naar Turkije. Het is onduidelijk of al deze wapens daadwerkelijk in Syrië zijn afgeleverd. Volgens The Financial Times waren er daarnaast speciale troepen uit Qatar actief op Turkse bodem, een generaal uit de Golfstaat was eerst vanuit Istanbul en later uit Ankara verantwoordelijk voor de hele operatie.
Dit beleid lijkt ingegeven door toenemende frustratie aan Turkse zijde over diens westerse partners. Turkije is bezorgd over de massale toestroom van Syrische vluchtelingen en wil dat Assad niet langer zijn eigen bevolking bombardeert. Met een gedeelde grens van meer dan 900 kilometer en met meer dan twee miljoen Syriërs binnen de eigen landsgrenzen is Turkije noodgedwongen betrokken bij de oorlog in Syrië. Het Westen daarentegen, wil dat Europese jihadisten niet ongehinderd via Turkije naar Syrië kunnen reizen.
De onenigheid is exemplarisch voor de verschillende benaderingen van deze oorlog. Terwijl het Westen zich voornamelijk richt op de strijd tegen IS, is Assad voor Turkije het belangrijkste doelwit. Davutoğlu, inmiddels premier, legde op CNN uit dat hij IS als een symptoom ziet van het Assadregime: ‘Zolang er geen oplossing is voor de misdaden tegen de menselijkheid van het regime van Assad, zal radicalisme toenemen.’
Het Turkse tweesporenbeleid
In de door de Verenigde Staten geleide coalitie tegen IS speelde Turkije aanvankelijk geen grote rol. Tijdens de presentatie van dit anti-IS-front waren de Turken naar eigen zeggen ‘aan handen en voeten gebonden’ omdat de terreurorganisatie bij de overval van het Turkse consulaat in de Iraakse stad Mosul 46 Turkse staatsburgers en 3 Iraakse medewerkers had gegijzeld. Hun levens mochten niet in gevaar komen. Toch is er wel een kentering zichtbaar. Onder grote Amerikaanse druk wordt Turkije actiever in de strijd tegen IS. Het pakt vaker Europese jihadisten op die via Turkije naar Syrië willen afreizen en probeert oliesmokkel vanuit IS-gebied tegen te gaan.
Een van de belangrijkste door Turkije gesponsorde groepen is Ahrar al-Sham, door de Amerikanen bestempeld als terroristisch
Op 11 mei 2013 werden de Turken pijnlijk geconfronteerd met het binnenlandse gevaar vanwege de steun aan islamitische rebellen in Syrië. In de Zuid-Turkse stad Reyhanli explodeerden twee autobommen die 52 burgers het leven kostten en meer dan honderd gewonden veroorzaakten. Het was de grootste terroristische aanval in jaren op Turkse bodem. De officiële beschuldiging luidt dat het Assadregime achter deze aanval zit, maar steeds vaker klinkt het geluid dat de aan Al-Qaeda gelieerde Al-Nusra-beweging verantwoordelijk is voor deze terreurdaad. Meer dan een jaar later bestempelde Turkije de beweging als terroristische organisatie.
Toch gaat het steunen van islamitische rebellen nog steeds door. Een coalitie van islamitische rebellen die bekendstaat als Jaish al-Fatah - het leger van de verovering - ontvangt geld en wapens van Saoedi-Arabië. De Turken zorgen voor het transport en ondersteunen via de MIT het hoofdkwartier in de Noord-Syrische stad Idlib. Een van de belangrijkste strijdende groepen binnen de coalitie is Ahrar al-Sham, door de Amerikanen bestempeld als terroristisch. Nog veel opvallender is dat driehonderd strijders van Al Nusra deel uitmaken van deze rebellengroep.
Zoektocht naar de dilemma’s in de grensstreek
De Turkse overheid blijft zoals gezegd vasthouden aan haar beleid voor regime change in Syrië. Maar in hoeverre beïnvloedt dit het dagelijkse leven van inwoners in het grensgebied tussen Turkije en Syrië? Wat weten ze hierover en willen ze wel meegezogen worden in een oorlog die niet de hunne is? En wie steunen ze eigenlijk?
Op zoek naar deze antwoorden bezoeken we twee weken lang steden en grensdorpen aan de Turks-Syrische grens. Van de Koerden in Zuidoost-Turkije tot de alawieten in de voormalige Syrische provincie Hatay. In vijf profielen van mensen die persoonlijk of professioneel betrokken zijn bij de oorlog in Syrië, schetsen we hoe die hun levens heeft beïnvloed. Welke keuze’s maken ze en met welke dilemma’s worden ze geconfronteerd?
In een afsluitend verhaal beantwoorden we de vraag of na vijf jaar ellendige oorlog de strijd tegen Assad nog wel valt te winnen. Turkije, Saoedi-Arabië en Qatar geloven van wel maar daarvoor hebben ze hulp nodig van het Westen, terwijl de Verenigde Staten en Europa vooral bang zijn voor de opmars van IS en om die te bestrijden moeten de soennitische landen hun steun aan islamitische rebellen opzeggen. Wie doet als eerst water bij de wijn?
Deze serie verhalen wordt mede mogelijk gemaakt door het Postcode Loterij Fonds voor journalisten van Free Press Unlimited.
Hier in Syrië ontstaat alweer een radicale staat (maar: vóór vrouwenrechten) Niet alleen Islamitische Staat vormt een nieuwe staat in het Midden-Oosten, ook de Syrische Koerden doen dat. Hun links-radicale experiment biedt een oplossing voor alle problemen in het Midden-Oosten, stellen ze. En de wereld is het steeds meer met hen eens. Verslag vanuit Noord-Syrië. Hoe de strijd tegen IS de Koerdische vrouw emancipeert Op reportage in Syrië en Irak ontdekken Correspondent Lennart Hofman en fotograaf Andreas Stahl hoe Koerdische vrouwen op twee fronten tegelijk vechten: tegen Islamitische Staat en vóór gelijke rechten. Ironisch genoeg blijkt het extreem vrouwonvriendelijke IS de emancipatie van de vrouwen juist te bevorderen. Een verslag. Mini-docu: Een dag uit het leven van een sluipschutter tegen IS Op weinig plekken was de strijd tegen Islamitische Staat zo heftig en langdurig als in de Syrische grensstad Kobani. Daar heroverden de Koerden langzaam hun straten op de terreurbeweging. Filmmaker Reber Dosky trok erheen en maakte voor ons een uniek portret van een sluipschutter die ten strijde trekt tegen IS in een gehavende stad.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!