Misschien begint hier de revolutie wel. Het is een onwaarschijnlijke plek, maar waarom ook niet. In de kamer van Guido Bartels, student milieuwetenschappen aan de universiteit van Wageningen, lijkt het wel alsof er net een tornado heeft geraasd. Voor zijn bed staan kratjes met groenten, naast de computer staat een pak babymelk. Een enorme boksbal in het midden van de kamer maakt het moeilijk om elkaar aan te kijken tijdens het gesprek.

Bartels leidt de afdeling Wageningen van  vanuit zijn studentenflat aan de rand van de stad. Foodsharing is een site waar mensen hun overtollige voedsel op kunnen zetten. Een willekeurige greep uit het aanbod op een willekeurige dag: een potje rode kool, negen meergranenbroden en een bus poedersuiker.

Erbij staan contactgegevens van mensen waar je het eten af kunt halen. Dat kan eten zijn dat over is en ligt te verpieteren in de koelkast, maar ook voedsel dat is verzameld op andere plekken. Bartels zamelt bijvoorbeeld na sluitingstijd bij supermarkten voedsel in dat anders weggegooid zou worden. 

De laatste keer dat Bartels voor zijn eten betaalde, is drie jaar geleden. Je moet niet te kieskeurig zijn, maar hij eet gezond en gevarieerd

‘Sinds 2011 doe ik aan dumpsterdiving. Ik kijk in vuilnisbakken wat er nog voor eetbaars inzit en dat verzamel ik. Je staat versteld van de hoeveelheid eten die mensen weggooien,’ vertelt hij met een Duits accent - oorspronkelijk komt Bartels uit Duitsland, waar ook het Foodsharing-initiatief geboren werd.

Volgens Bartels staat het delen van voedsel in Nederland nog in de kinderschoenen. Om zijn punt te maken loopt hij naar de koelkast die zo vol zit dat er gelijk een pot augurken uitvalt. Bij de vriezer is het hetzelfde verhaal. De voorraadkastjes zitten vol met eten, voornamelijk spullen die zijn gedoneerd door een ecologische supermarkt in de buurt. ‘Hier, een reep chocola. Houdbaar tot november 2013, maar nog prima te eten, op wat witte aanslag na.’ 

Volgens Bartels tillen mensen vaak veel te zwaar aan de THT (tenminste houdbaar tot) -datum op verpakkingen. ‘Mensen beseffen niet dat eten vaak nog goed is, zolang het blik maar niet bol staat.’ De laatste keer dat Bartels voor zijn eten betaalde, is drie jaar geleden. Je moet niet te kieskeurig zijn, maar hij eet gezond en gevarieerd. ‘Alleen de babymelk heb ik nog niet geprobeerd.’ 

  

Cijfers uit 2013. Het gemiddeld besteedbaar inkomen is per inwoner, in 2011. Bronnen: Centraal Bureau voor de Statistiek en Gelderland.nl
Cijfers uit 2013. Het gemiddeld besteedbaar inkomen is per inwoner, in 2011. Bronnen: Centraal Bureau voor de Statistiek en Gelderland.nl

Voedsel wordt duurder en vaker weggegooid

Een reuzeleuk initiatief, maar mijn scepsis speelt op: het zal vast niet storm lopen bij de kamer van Bartels. Niets blijkt minder waar. Binnen een halfuur wordt er al drie keer aangebeld, en alle drie de bezoekers komen voor de eerste keer. Wendy Pot heeft een lege boodschappentas mee, die ze van plan is te vullen met groenten voor een spaghettischotel vanavond. Voor haar man, die monteur is, en haar kinderen. Ze kent Foodsharing via ‘Je ziet dat voedsel duurder wordt. Tegelijkertijd zie je dat mensen steeds vaker eten weggooien. Niet alleen eten trouwens, veel mensen denken al gauw: het is kapot, dus doe maar weg. In plaats van: dat ga ik eens repareren.’ 

De tas met krentenbollen komt uit de vuilnisbak van een voedselbank

Weer wordt er aangebeld, dit keer een Poolse studente die interesse heeft in de peterseliewortel die Bartels op de Foodsharing-site postte. Nooit geweten dat peterselie aan een wortel vastzat. Onbekend, onbemind en dus in de prullenbak gekieperd. Ze vertelt dat ze moest wennen aan de Nederlandse weggooidrift toen ze net uit Polen kwam. Wederom gaat de bel, dit keer een gepensioneerde man uit Hilversum die toevallig in de buurt was. Hij is geïnteresseerd in een tas met krentenbollen. ‘Die komen uit de vuilnisbak van een voedselbank,’ zegt Bartels.

Met foodsharing valt nog veel te bereiken: jaarlijks gooien wij in Nederland 800 miljoen kilo Als wij in Europa 40 procent minder weg zouden gooien, zou dat leiden tot een kostenbesparing van 75,5 miljard euro voor de Europese Unie. Voedselverspilling is niet alleen zonde van het geld, maar ook van de energie, het water en het (milieuvervuilende) transport. Met elke weggegooide kilo voedsel verspil je zelfs  Het zijn simpele dingen die, als wij consumenten erop letten, nog geld opleveren ook. 

We zijn strategisch onwetend over onze voedselvoorziening

In Gelderland wordt door nog meer mensen nagedacht hoe Nederland en de wereld beter gevoed kunnen worden. Door Cor van der Weele, hoogleraar in de wijsbegeerte van de biologie aan de Universiteit van Wageningen bijvoorbeeld. Zij houdt zich bezig met hoe mensen denken over dieren(welzijn).

Van der Weele hoopt dat onze huidige omgang met dieren van tijdelijke aard is. ‘Je moet het over een langere tijdspanne bekijken. Intensieve veehouderij is pas van na de Tweede Wereldoorlog, voor die tijd was de veehouderij veel kleinschaliger. Zoals het in de rest van de wereld nog steeds is. De omgang met dieren was ook veel persoonlijker. Je had wel wreedheid, maar geen Dieren leven tegenwoordig onder de terreur van de economie.’ 

 

‘Mensen kiezen ervoor zo weinig mogelijk te weten over dieren, een soort van zelfbescherming. Dat is niet hetzelfde als onverschilligheid’

Dat ligt natuurlijk ook aan de consument, die nu eenmaal een zo goedkoop mogelijk stukje vlees wil. Het marktaandeel van biologisch vlees lag in 2012 nog maar rond de Van der Weele doet onderzoek naar consumenten en de manier waarop zij omgaan met de herkomst van hun eten.

‘We kunnen niet zeggen dat wij het niet weten, alleen maar dat het ons onverschillig laat,’ schreef schrijver Jonathan Safran Foer in zijn over de bio-industrie. Van der Weele vindt dat het genuanceerder ligt: ‘Mensen zijn niet onverschillig, maar ambivalent. Ze weten niet goed hoe ze de bio-industrie moeten benaderen en kiezen ervoor zo weinig mogelijk te weten over dieren - een soort van zelfbescherming. Het is niet hetzelfde als onverschilligheid, je wilt juist niet weten omdat je er iets van vindt.’ 

Van der Weele gebruikt daarvoor de term ‘strategische onwetendheid.’ Ze haalt aan van een kunstenaarscollectief dat in het hart van Tilburg en Rotterdam een varkensstal neerzette. Buurtbewoners verzorgden de varkens en voerden de dieren met etensresten. Toen het moment van de slacht was aangebroken, begonnen buurtbewoners een petitie om de varkens te redden. Terwijl een aantal van die mensen er vast geen probleem mee had gehad om voorverpakte varkenskarbonaadjes te eten. 

Pionieren met vlees waar geen dier aan doodgaat 

Kennelijk is de honger naar vlees nog steeds sterker dan de liefde voor dieren. Omdat  geen slap aftreksel van vlees is, maar wel geproduceerd kan worden zonder dierenleed, is het zo’n interessant initiatief. Nederland is pionier op dit gebied. Op dit moment zijn de kosten nog veel te hoog:  kostte meer dan 250 duizend euro. Maar het idee is veelbelovend: vlees waar geen dier aan doodgaat, met een fractie van de lasten voor het milieu van het houden van een echt dier.

Op dit moment is veeteelt volgens verantwoordelijk voor 18 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen. Voor de zou die uitstoot met 80 tot 95 procent omlaag kunnen. Van der Weele: ‘De grootste besparing zit in het landgebruik. Als kweekvlees inderdaad economisch interessant wordt, zou dat 98 procent ruimtebesparing kunnen opleveren. In het kamertje waar wij nu zitten, zou je bioreactoren neer kunnen zetten die een hele wijk kunnen voeden.’

‘Kweekvlees zou 98 procent ruimtebesparing opleveren. In het kamertje waar wij nu in zitten zou je bioreactoren neer kunnen zetten die een hele wijk kunnen voeden’

30 procent van de landoppervlakte van de aarde wordt gebruikt voor veeteelt. En nog eens eenderde van de bewerkbare landbouwgrond wordt gebruikt voor de productie van veevoer. Al die grond zou dus vrijkomen voor andere doeleinden. Een gezellig oerwoud bijvoorbeeld.

Het lijkt het ei van Columbus, maar naast de economische en technologische haalbaarheid zijn er nog andere hobbels te nemen. Van der Weele: ‘Uit workshops op onze universiteit blijkt dat veel mensen kweekvlees onnatuurlijk vinden, en denken dat het ons nog verder van traditioneel voedsel zal brengen. Maar toen wij voorstelden dat elke buurt een varken zou hebben waar af en toe wat stamcellen uit zouden worden gehaald voor het kweken van vlees, werd iedereen enthousiast.’ 

 

Foto’s: Eva Meijer
Foto’s: Eva Meijer

De nieuwe broccoli van het gehate Monsanto 

In een café in het centrum van Wageningen bestel ik, hoe kan het anders na dit verhaal, een hamburger. Mijn eerste hamburger at ik op mijn zestiende. Het was direct het eerste stukje vlees in mijn leven; ik ben vegetarisch opgevoed. Het was een spectaculaire ervaring om een stuk vlees te eten, na een leven lang groenten. De plantaardige alternatieven mogen dan steeds beter worden, de textuur en de smaak zijn vooralsnog met niets te vergelijken.

Tijdens het eten van de hamburger denk ik na over onze vreemde band met dieren. Over de hysterische stille tocht voor de aangespoelde walvis Johannes, bijvoorbeeld: een aantal van die tochtgangers zou er geen moeite mee hebben om een lapje vlees in de winkel te kopen, afkomstig van een koe die machinaal is geëxecuteerd. 

Ook bij biotechnologiebedrijf hebben ze te maken met de emotionele grilligheid van de consument. Weinig bedrijven zijn zo gehaat als Monsanto. Bij een onder 16.000 lezers van de site Natural News werd Monsanto uitgeroepen tot kwaadaardigste bedrijf ter wereld, met 51 procent van de stemmen. McDonalds kreeg 3 procent. 

Vorig jaar was er nog een demonstratie in het kader van de March against Monsanto waar wereldwijd meer dan 2 miljoen mensen voor de straat op gingen. Rond de 1.200 mensen trokken naar de Wageningse dependance, onder meer om te protesteren tegen het gebruik van genetisch gemodificeerde gewassen. En dat terwijl er in Wageningen niet eens gewerkt wordt met genetisch gemodificeerde gewassen. Ter vergelijking: een demonstratie in Amsterdam vóór genetische modificatie, trok vijf mensen. 

Ik verwachtte een soort onneembare vesting toen ik ze benaderde, maar dat blijkt niet het geval. Monsanto Wageningen heeft 110 medewerkers, waarvan een aantal mij door de kassen leidt. Daar wordt gewerkt aan nieuwe groenten, waarvan de zaden uiteindelijk over de hele wereld worden geëxporteerd - zo is 20 procent van alle broccoli en bloemkoolzaden afkomstig uit de Wageningse kassen van Monsanto.

Vol passie vertellen de biotechnologen over een nieuwe broccoli die mechanisch oogstbaar is. Vijftien jaar is er aan de broccoli gewerkt. Ze zijn verbaasd over de selectieve verontwaardiging van mensen over genetische modificatie, terwijl de wel geaccepteerde  in essentie ook genetische modificatie is. Met twee plantenparen manipiuleer je alle genetica, met genetische modificatie doe je dat op een klein gebied, leggen ze uit. 

Even verderop is de kluis waar alle zaden worden opgeslagen, fotografie is verboden. De tomatenzaden zijn ergens anders opgeslagen: ‘Tomatenzaad is duurder dan goud.’

Een gedeelte van de oplossing

Monsanto-woordvoerder Mark Buckingham is helemaal uit Engeland overgevlogen om De Correspondent te woord te staan. Hoe komt Monsanto aan zo’n slechte reputatie? ‘Misschien zijn wij niet open genoeg geweest. We zullen beter moeten uitleggen dat wij ook passie hebben voor voedsel. Dat wetenschap kan helpen, en het heeft geen zin kennis uit te sluiten. Maar het is moeilijk om in debat te gaan als er zulke heftige emoties spelen.’

‘Het is moeilijk om in debat te gaan als er zulke heftige emoties spelen’

Buckingham wijst erop dat er steeds meer mensen bijkomen op onze planeet, en dat al die mensen steeds meer te besteden hebben. Elke dag komen er 200.000 mensen bij, en het inkomen van de hele wereld stijgt met 5 miljard dollar per dag. 

Naarmate het inkomen stijgt willen mensen luxer en vaak dus vervuilender eten. ‘Plantenveredeling en genetische modificatie kunnen zorgen voor betere opbrengsten, beter gebruik van land, minder gebruik van water en minder energie. Biotech is niet dé oplossing, maar wel een gedeelte van de oplossing. Het politieke klimaat in Europa is veranderd. Ooit waren wij in Gent in België de pioniers van de genetische modificatie, die positie zijn wij nu kwijt. Dat is een gemiste kans.’ 

  Fotografieproject over voedsel De foto's bij dit verhaal zijn gemaakt door Eva Meijer (1987). Komende zomer zal zij afstuderen aan de afdeling fotografie aan het AKV|St. Joost, te Breda. Op dit moment is zij bezig met een project over het productieproces van voedsel en wat de de voordelen kunnen zijn van genetische modificatie hierin. Ze werkt hierbij nauw samen met de Universiteit van Wageningen. Bekijk meer werk op haar website