Vandaag is het 71 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog eindigde voor Nederland.

En 5 mei dan? Toen eindigde voor Nederland de oorlog in Europa. Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan en was de oorlog voorbij voor het hele Koninkrijk der Nederlanden.

Bij het Indisch Monument in Den Haag wordt vandaag herdacht dat vele tienduizenden Nederlanders hun leven verloren onder de Japanse bezetting. Zij stierven als militair op zee in Azië, als dwangarbeiders aan de beruchte Birmaspoorlijn of aan ziekte en honger in de Indische kampen.

Direct na de Japanse capitulatie verklaarde Indonesië zichzelf onafhankelijk en begon het de strijd tegen Nederland als koloniale bezetter. In de jaren die volgden, vochten Nederlandse militairen vergeefs voor behoud van Nederlands-Indië. Dat kostte het leven van naar schatting 150.000 Indonesiërs en 6.000 Nederlanders.

De boot naar het kikkerland

Na die bloedige strijd stuurden Amerika en de Verenigde Naties Nederland als kolonisator naar huis. Eind 1949 werd de soevereiniteit overgedragen. Indonesië werd zelfstandig. Het grootste deel van ‘het koninkrijk overzee’ ging verloren. De tempo doeloe, het vertrouwde leven van vroeger in de tropen, was voorgoed voorbij.

Het is een wonder dat het bij twee treinkapingen is gebleven

Voor 300.000 Indische Nederlanders zat er weinig anders op dan de boot nemen naar het koude kikkerland aan de Noordzee. Er waren nog geen asielzoekerscentra in die tijd. De ontvangst was kariger dan wat de huidige vluchtelingen mogen verwachten.

Voor de mensen die destijds in contractpensions werden opgevangen was honger, armoe, betutteling en kilte een dagelijkse ervaring. Velen bouwden bij de Nederlandse staat een schuld op voor de overtocht en het levensonderhoud in Nederland, die omgerekend tot in de tienduizenden euro’s liep.

De verscheping en uitzichtloze inkwartiering in Nederland van 12.500 Molukkers is een verhaal apart. Het is een wonder dat het bij twee treinkapingen is gebleven.

De eigen oorlog eerst

Het Nederland van de late jaren veertig, vroege jaren vijftig had alleen oog voor de ‘eigen’ oorlog, met Duitsland. Men wilde die liefst snel vergeten.

Zoals overlevende Nederlandse Joden na de oorlog lang niet altijd konden rekenen op medeleven, laat staan op teruggave van hun bezittingen, zo kregen repatrianten uit Nederlands-Indië weinig begrip voor het harde lot van vrouwen en kinderen in de Japanse kampen. Wim Kan moest heel wat afzingen voordat de duivelse dwangarbeid ten dienste van de Japanse expansie in Azië werd erkend.

Waarom beleeft Mark Rutte deze dag vaak mee als privépersoon en 4/5 mei als minister-president?

Zaterdag stuurde de Stichting Japanse Ereschulden haar 261ste petitie naar de ambassadeur en minister-president van Japan. Daarin werd – niet voor de eerste keer dus – gevraagd om erkenning van de door hun voorvaderen aangerichte schade. En om besef van de historische werkelijkheid en eerbetuiging voor de slachtoffers.

De stichting schrijft het in waardige, vredelievende bewoordingen. Afgerond met het verzoek eindelijk de ontvangst van deze petities eens te bevestigen.

Verjaarde vanzelfsprekendheden

Van erkennen gesproken, wordt het niet eens tijd dat heel Nederland op 15 augustus herdenkt dat de Tweede Wereldoorlog voor Nederlanders toen pas eindigde? Waarom beleeft Mark Rutte deze dag vaak mee als privépersoon en 4 en 5 mei als minister-president?

En wordt het niet evenzeer tijd dat de regering van Nederland de volle verantwoordelijkheid op zich neemt voor hoe haar voorgangers met harde militaire hand hebben getracht de kolonie Nederlands-Indië in bezit te houden?

Als getroffen Nederlanders en hun nazaten de regering in Tokio vragen de eigen geschiedenis onder ogen te zien, is het dan niet even voor de hand liggend dat huidige generaties Nederlanders zich serieuzer gaan verdiepen in overgeleverde vanzelfsprekendheden die verjaard zijn?

Van Zwarte Piet naar Nederlands-Indië is niet zo’n verre reis.

‘Indië verloren, rampspoed geboren’ was een vrij algemeen aanvaarde gedachte in het Nederland van voor en na de Tweede Wereldoorlog. ‘Rampspoed aangericht’ is historisch misschien een juistere veronderstelling.

Ik sprak deze column gisteren ook uit op NPO Radio 1. Je kunt hem

Waarom wij zo weinig van de oorlog in Indonesië afweten Mijn grootvader diende tussen 1946 en 1948 in Nederlands-Indië en tekende zijn belevenissen op in een dagboek. Bijna zeventig jaar na de onafhankelijkheid van Indonesië bezoek ik dezelfde plekken als mijn opa. Waarom weten we zo weinig van die tijd? Lees het verhaal van Ronald Nijboer hier terug Tijd om eens over dat Indië in Nederlands-Indië te schrijven Er zijn honderden en honderden Nederlanders, die honderden en honderden boeken over de Nederlandse kolonie hebben geschreven. Vaak van uitmuntende kwaliteit. Maar, ze gaan vaak meer over Nederland, dan over Indië. Tijd om daar verandering in aan te brengen. Lees het verhaal van David Van Reybrouck hier terug